Moerdijk Provincie Noord-Brabant, Gedeputeerde Staten, Postbus 90151,` 5200MC s-hertogenbosch.

Vergelijkbare documenten
Nieuwsbrief Windenergie A16. Uitgave 11 April 2017

Bij brief van 13 december 2016, ingekomen op 13 december 2016, heeft u namens de GroenLinks fractie schriftelijke vragen gesteld.

Eerste officiële inspraak Windenergie A16

Rapportage Raadsinformatieavonden. Opdrachtgever Provincie Noord-Brabant Brabantlaan TV s-hertogenbosch

Morgen, woensdag 8 juni 2016, bespreekt u in de commissie Ruimte en Leefbaarheid onder meer de partiële herziening VRM / PlanMER windenergie.

Sociale Windenergie. Windenergie langs de A16. Wind A16 & Sociale windenergie

Raadsinformatieavond invulling sociale randvoorwaarden windenergie Zonzeel Welkom

Aan de Raad Raad Made, 15 januari 2016

Noord-Holland. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Drenthe. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Startbijeenkomst Klankbordgroep 21 november

ADVIES ONTWERP PIP WINDENERGIE A16

Windenergie Al 6 Samen op weg naar een duurzame toekomst -- >--- GEMEENTE. elen. >X<&< Gemeente Breda. gemeente. Zundert. lvloerdijk 2 ( S3W < fed

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Windenergie A16-zone Podiumbijeenkomst Oss 9 feb. 2017

Limburg. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Aan de Raad Raad Made, 24 oktober 2014

Aan de Raad Raad Made, 8 december 2015

Betreft: Zienswijze op Startdocument planmer Windenergielocatie No. 45 A12, De Balij

Spiekbriefje Frisse Wind

Achtergrond en doel presentatie

Helmonds Energieconvenant

Notitie energiebesparing en duurzame energie

Windenergie met beleid. Brief aan de raadsleden. Pl atform DUURZAME E N ERGIE W e st Br ab ant - 1 -

Datum 23 april 2014 Betreft reactie op analyse nut en noodzaak windenergie van de heer Lukkes

Realisatie wind-energie in Weert in samenwerking met Nederweert, Leudal en Peel-en Maas. Informatiebijeenkomst Commissie Weert, 17 november 2015

Convenant Versie 18 februari 2019

Wind experience innogy windpark Kattenberg Reedijk. 4 oktober 2018

Onderwerp: Kaders voor windenergie

Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting. instrumentarium geeft om goed op de windmolens om zo in %

Windmolens in de Beekbergsebroek

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

Windmolens in de Beekbergsebroek Draagvlak en betrokkenheid

Programma vanavond.

Rapportage publieksbijeenkomsten

Utrecht. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Van: Martijn Messing, zelfstandig adviseur, in samenspraak met deelnemers van de klankbordgroep.

Onderwerp: Kaders voor windenergie

Hoe kijkt de Nederlander tegen het aankomende klimaat- en energieakkoord aan? Nathalie Vermeij 2 mei 2018 H5285

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat De heer E.D. Wiebes Inspraakpunt winningsplan Waalwijk-Noord Postbus AE VOORSCHOTEN

Veel gestelde vragen rondom Windenergie

Waarom windenergie op land?

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Proces Provinciaal Inpassingsplan N279 Veghel-Asten

Werkatelier duurzame energieopwekking

Flevoland. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie

Windenergie in Steenbergen

Windpark Dintel. Informatieavond Startnotitie MER Fijnaart Dinteloord

Rijne Energie bij u in de buurt. Informatieavond Nieuwegein Inge Verhoef 9 mei 2017

Waarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies

Financiële baten van windenergie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/18

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

iiiiiiiiiiiiiniiiiihii Oosterhout 2 mi m gemeente Aan de gemeenteraad r.van.haaf@oosterhout.nl IO Zienswijze project A27 Houten Hooipolder

Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen

Visie op Sociale windenergie. Burgerinitiatief Duurzaam Drimmelen

WINDENERGIE BASISINFORMATIE

Technisch-economische scenario s voor Nederland. Ton van Dril 20 mei 2015

Windmolens voor en na de verkiezingen. Geachte aanwezigen,

Windenergieopgave in 2020

Houtskoolschets Windstreek 2011

28 november Onderzoek: Klimaattop Parijs

Zienswijze windvisie Provincie Gelderland

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving.

Windenergie & Windpark Neer. Har Geenen Eric van Eck

Raadsvoorstel. Samenvatting

Statenmededeling. Voorkeursalternatief Windenergie A16. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant,

Fryslân. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie:

gemeente Steenbergen BM RAADSMEDEDELING Onderwerp Opschaling windturbines aan de Karolinadijk te Dinteloord Steenbergen; 19 december 2017

Energievisie Energiecoöperatie Noordseveld

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Energietransitie Structuurvisie windenergie op land Windpark Fryslân

Hoewel ook het laatste IPCC rapport wat minder stellig is over de menselijke invloed op de klimaatverandering zijn wij ervan overtuigd dat we iets

PARTICIPEREN IN WIND. windenergie in de Karolinapolder. Participatie in wind geeft meer draagvlak. Meer inspraak betekent meer verantwoordelijkheid

De energietransitie: kansen grijpen kansen creëren

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie

proaincieþrenthe Yraao2 de heer H. Loof

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec)

FPG symposium duurzame energie Case windproject Kattenberg Reedijk

Gebiedsvisie windenergie Drenthe. Voorgestelde behandeling: - Provinciale staten op 26 juni 2013

Inpassingsplan Windenergie A16 Kenniscafé zienswijzen en beroep. door: Esther Vos Gaby Toenbreker Marc v.d. Ven

Welkom Energie besparen en opwekken met PV panelen ECOPARK DE LIMES, ALPHEN AAN DEN RIJN, 16 JULI 2015

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Elektriciteit. Versie maart 2017

Opening en welkom door Henk Geluk Voorstellen Presentatie project door de initiatiefnemers Ervaringen vanuit Friesland door Ron Koopal en Pieter Thys

Werkblad huismodule. Quintel Intelligence. Antwoordblad

Zuid-Holland. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie

Windpark Greenport Venlo

Energie efficiënte ruimtelijke ordening: hoe passen we energieopwekking uit hernieuwbare bronnen ruimtelijk in? Anders gezegd : welke plek geven we

Aanvullingen, wijzigingen en reactive op regiobijeenkomsten plan Opschalingscluster Sieswerd

Intersteno Ghent Correspondence and summary reporting

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050

STAND VAN ZAKEN REGIONAAL BOD WINDENERGIE

Houten, 17 februari Geachte leden van het rondetafelgesprek,

Noord-Brabant. De partij zal zich inzetten om in 2030 twee keer zo veel windenergie op land op te wekken als de overheidsdoelstelling voor 2020.

Windenergie. Verdiepende opdracht

Raadsvoorstel. Agendapunt: 12b. Onderwerp: Bestemmingsplan Windturbines Netterden-Azewijn. Portefeuillehouder: wethouder F.S.A.

mer windenergie Leeswijzer

RAADSCOMMISSIE. Nummer:

Beroep tegen reactieve aanwijzing GS van Gelderland inzake bestemmingsplan en exploitatieplan Bedrijventerrein De Grift Noord

Transcriptie:

Moerdijk 17-09-2016 Provincie Noord-Brabant, Gedeputeerde Staten, Postbus 90151,` 5200MC s-hertogenbosch. Betreft: Zienswijze concept NRD windenergie A16 Geacht College, Energiek Moerdijk en Duurzaam Drimmelen zijn gemeenschapscoöperaties met een brede doelstelling waarbij het kort samengevat gaat om de combinatie: sociale innovatie, lokale economie en klimaat. Dit is mede ingegeven om de sociale veerkracht van kleine kernen te bevorderen. Onder meer om die reden zetten wij ons al jaren in voor het ontwikkelen van dorpsmolens waarbij het sociaal economisch eigendom bij de gemeenschap moet komen te liggen. Feitelijk is dit in samenwerking met de gemeenten gerealiseerd voor de locatie Zonzeel langs de A16. Het onderhandelingsresultaat is vastgelegd in een intentieovereenkomst met de firma Raedthuijs en in een concept samenwerkingsovereenkomst tussen de Stichtingen Energietransitie Moerdijk, resp. Drimmelen io en Raedthuijs. Naast het behartigen van de sociale randwaarden stellen wij ons tot doel om in nauw overleg met betrokkenen de belangen van direct omwonenden te behartigen. Onze organisatie is tegen windturbines die in onvoldoende mate aan deze criteria voldoen. Wij zijn ons ervan bewust dat hetgeen wij voorstaan niet zonder meer past binnen de standaard aanpak en organisatiestructuur voor een NRD en PIP maar naar onze mening wel past binnen de opzet van de Omgevingswet. Wij ervaren het voorliggende concept NRD op het gebied van sociale innovatie als innovatief en voorsorterend op de laatst genoemde wet. Desalniettemin doen wij een aantal suggesties voor verbetering, waarover wij graag met u in overleg willen treden. Wij beschouwen dit proces als een gezamenlijk zoektocht als gevolg waarvan wij een reactie middels het formele instrument van een zienswijze minder passend vinden. Het gaat er wat ons betreft vooral om dat we een manier vinden om elkaars denkkracht optimaal te benutten om daarmee de gezamenlijke ambities waar te kunnen maken. Onze suggesties hebben in dit verband onder meer betrekking op het aanscherpen van de urgentie van de energietransitie, het verbeteren van de organisatiestructuur en de wijze waarop de sociale randvoorwaarden volgens de NRD in het MER worden verankerd. Dit is in lijn met onze eerdere reactie op het concept projectplan Frisse wind. In deze zienswijze gaan wij achtereenvolgens in op de urgentie, de organisatiestructuur, de wijze waarop de sociale randvoorwaarden worden verankerd, de manier waarop vermeden emissies in het MER worden bepaald en een aantal milieuhygiënische aspecten met het oog op het behartigen van de belangen van individuele bewoners. Met betrekking tot de urgentie Wij constateren naar aanleiding van de concept NRD dat het voor alle partijen moeilijk is nut en noodzaak van de energietransitie en de rol van windmolens daarbij, scherp neer te zetten zonder daarbij (deels) verkeerde argumenten aan te voeren. Tegenstanders krijgen daarmee de gelegenheid zich uit te spreken tegen de bouw van windturbines. De noodzaak tot transitie is niet omdat fossiele brandstoffen opraken zoals in de NRD wordt aangegeven. Er is voor de komende 300 jaar voldoende beschikbaar zoals tegenstanders terecht aanvoeren. Het probleem is juist dat deze fossiele brandstoffen, om klimaatverandering tegen te gaan, in de grond moeten blijven. Tegenstanders van windmolens wijzen terecht op het huidige perverse systeem van het ETS zolang de politiek met de bouw van windturbines niet tevens emissierechten uit het systeem haalt en op het feit dat de bijdrage die wij in Brabant leveren nauwelijks bijdraagt aan het verminderen van de opwarming. 1

Zolang in Parijs geen mondiale consensus wordt bereikt om de opwarming met maximaal 1,5 graad te laten oplopen hebben de tegenstanders gelijk. Dat kan alleen worden gerealiseerd wanneer mondiaal wordt besloten de CO2 prijs te verhogen. Dit kan alleen mondiaal om daarmee oneerlijke concurrentie in het internationale handelsverkeer te voorkomen. Nu in september het verdrag van Parijs door China en de VS is geratificeerd, komen mondiale afspraken dichterbij. Het is dan niet meer de vraag of, maar hoe hoog de C02 prijs zal worden. Zolang dit nog niet gebeurt, moeten wij in onze eigen gemeenschap slimme en kosteneffectieve manieren bedenken om onze eigen lokale doelstellingen te bereiken om daarmee te kunnen voorsorteren op een periode waarin de C02 prijs wel in onze producten zal worden doorberekend. De echte urgentie voor gemeenten en provincie zit daarom in het verkleinen van de CO2 voetafdruk van alle energieverbruikers, lokaal en provinciaal. Wanneer de CO2 prijs omhoog gaat zonder daarop te hebben geanticipeerd, komt de rekening dubbel en dwars bij de Brabantse bewoners en bedrijfsleven terecht in de vorm van een extra hoge energierekening en extra investeringen op het gebied van energiebesparing. Een gemiddeld Nederlands huishouden stoot 8 ton CO2 per jaar uit. Hieronder is met www.klimaatmonitor.nl de totale CO2 uitstoot van de 4 betrokken gemeenten zichtbaar gemaakt. Breda : 1.1350.000 ton CO2 Zundert : 120.000 ton CO2 minimaal + nog een aantal onbekenden Moerdijk : 1.200.000 ton CO2 (inclusief Shell +) Drimmelen: 200.000 ton CO2 minimaal + nog een aantal onbekenden Wanneer de C02 prijs met 70,-- per ton ten opzichte van nu stijgt, waarvoor deskundigen in Nederland pleiten, dan zal energienota voor ieder huishouden met 560,-- per jaar stijgen. De gezamenlijke energienota s van alle verbruikers in de 4 gemeenten zal dan met 200miljoen per jaar stijgen. In Moerdijk en Drimmelen kunnen wij de besluitvorming op mondiaal niveau niet beïnvloeden. Wel kunnen wij daarop vooruitlopen met lokale samenwerking en het concept van de dorpsmolen op een kosteneffectieve manier alvast onze C02 voetafdruk verlagen. Daar hebben wij nu China, VS en de EU niet voor nodig. Wij stellen daarom voor om met de windturbines langs de A16 vooral in te zetten op het verlagen van de CO2 voetafdruk van de inwoners, bedrijven en organisaties uit de 4 omliggende gemeenten door: A: de opgewekte stroom (en GvO s) zoveel mogelijk lokaal te houden Dat levert op: 1000 kwh stroom verbruik in Nederland = 0,356 ton CO2 uitstoot (Bron Milieucentraal) 33 windmolens van 3 MW produceren ongeveer 297miljoen kwh Dat is een potentiële verlaging van de CO2 voetafdruk met 105.600 ton Stijgt de CO2 prijs met 70,-- per ton dan besparen de inwoners en bedrijven van de 4 gemeenten samen 7,4miljoen per jaar. B: De revenuen van de windmolens vooral in te zetten om de energietransitie lokaal aan te jagen. Indien met de revenuen 40.000 huishoudens betrokken kunnen worden die samen thuis ieder 900m3 gas (=1,2 ton CO2eq) per jaar besparen, door isolatie bijvoorbeeld, dan levert dat een potentiële verlaging van de CO2 voetafdruk van 48.000 ton op. Bij een prijsstijging van 70,-- per ton CO2 wordt dan 3,4miljoen per jaar bespaard. De aanpak volgens de dorpsmolens systematiek borgt de mogelijkheid om de stroom lokaal te houden en de revenuen optimaal te benutten om de CO2 voetafdruk lokaal te verlagen. In de volgende paragrafen worden suggesties gedaan om het beschikbare (wettelijke) instrumentarium voor de beoogde windmolens langs de A16 maximaal in te zetten om het boven beschreven doel te bereiken. 2

Samenvattend: De urgentie om onze CO2 voetafdruk te verlagen is groot. Fossiele brandstoffen moeten daarom in de grond blijven. Windmolens zijn op dit moment het goedkoopste alternatief. Daarom dienen ze benut te worden om de CO2 voetafdruk van de 4 gemeenten te verlagen om zo onze klimaathypotheek af te lossen. De rekening van de noodzaak de CO2 voetafdruk te verlagen komt eerder vroeg dan laat bij iedereen terecht. Laten we ons daarom gezamenlijk inzetten om de windmolens zoveel mogelijk te benutten als middel om de CO2 voetafdruk van inwoners, bedrijven en andere energieverbruikers uit de 4 gemeenten omlaag te krijgen. Het beschikbare instrumentarium dient daartoe maximaal te worden benut. Met betrekking tot de organisatiestructuur Zoals hiervoor aangegeven is het onderhandelingsresultaat sociale randvoorwaarden vastgelegd in een intentieovereenkomst tussen de firma Raedthuijs, Energiek Moerdijk, Duurzaam Drimmelen en de beide gemeenten en in een concept samenwerkingsovereenkomst tussen de Stichtingen Energietransitie Moerdijk resp. Drimmelen io en Raedthuijs. Energiek Moerdijk en Duurzaam Drimmelen worden in het organogram van paragraaf 1.7 desalniettemin ingedeeld in de klankbordgroep stakeholders en in de positionering van de stichtingen is nog niet voorzien. Wij zijn van mening dat deze indeling geen recht doet aan onze rol tot nu toe en de door ons te behartigen belangen in de toekomst. In Moerdijk en Drimmelen werken wij aan een lokale coalitie, die het bestuur gaat vormen van een lokale stichting die verantwoordelijk is voor het realiseren van het bouwrecht en het uitvoeren van een Moerdijks en Drimmelens Energie Akkoord (MEA/DEA). Daarmee vallen onze stichtingen in de categorie initiatiefnemers zonder dat bij voorbaat vaststaat dat de stichtingen zelf een vergunning aanvragen. Wij stellen daarom voor om de projectorganisatie in lijn te brengen met de notitie Frisse wind en over de concrete invulling met u in overleg te treden. De bijgewerkte versie hebben wij na het daarover gevoerde overleg overigens nog niet ontvangen. Met betrekking tot energieopbrengst en vermeden emissies Volgens de NRD wordt in het MER een analyse opgenomen van emissies, die met de voorgestane turbines kunnen worden voorkomen mede in relatie tot de effecten elders. Bij de beoordeling van de effecten is de werking van het huidige ETS bepalend, zoals blijkt uit de evaluatie uit 2012 van de Algemene Rekenkamer, kamerstuk 33016 en uit meer recente studies van ECN en AFM, opgesteld in het kader van het energieakkoord. Deze studies dienen aan de analyse in het MER ten grondslag te liggen. Daarbij dienen de effecten te worden vergeleken met de positieve effecten op de vermeden emissies in geval de turbines georganiseerd worden binnen het concept van de dorpsmolen. Stel de eigen windmolens draaien 100.000, winst per jaar en het lukt er 8 beschikbaar te krijgen. Als deze winst als risicodragend vermogen ingezet kan worden in nieuwe projecten dan kan jaarlijks (8 x 100.000)/20 x 100 = 4.000.000, geïnvesteerd worden in nieuwe projecten. Dat is maar liefst 60miljoen over de looptijd van de SDE+ periode. Het concept van dorpsmolen (wind als middel) dient in dit verband als een apart alternatief, zoals bedoeld in paragraaf 4 in het MER, te worden beschreven en te worden vergeleken met een standaard windmolen. De dorpsmolen als beoordelingscriterium ontbreekt in de paragrafen 2.10 in tabel 8 en paragraaf 2.11 en dient hieraan alsnog toegevoegd te worden. Met betrekking tot de sociale randvoorwaarden Het begrip sociale randvoorwaarden is nader gedefinieerd in de onlangs door de Stuurgroep vastgestelde menukaart. Dit begrip dient alsnog in de betekenis zoals door de stuurgroep bedoeld in Bijlage A opgenomen te worden. In paragraaf 3 wordt aangegeven dat het aspect sociale randvoorwaarden niet als beoordelingscriterium wordt meegenomen maar wel zal meewegen bij het bepalen van het voorkeursalternatief voor het PIP. Minimaal dient hierbij uitgelegd te worden wat hiermee wordt bedoeld. Omdat de hoeveelheid vermeden emissies mede afhankelijk is van de mate waarop de sociale randvoorwaarden worden ingevuld, vormen de sociale randvoorwaarden een zelfstandig beoordelingscriterium volgens de systematiek van de wet ( het gaat immers om milieueffecten) en dient derhalve expliciet als toetsingskader in de NRD te worden opgenomen om tevens te dienen als bouwsteen voor het voorkeursalternatief. 3

Met betrekking tot alternatieven Het is belangrijk, zoals in paragraaf 4.1 wordt aangegeven, dat in eerste instantie breed wordt ingezoomd en de uitkomsten benut gaan worden voor een adequate uitvoeringsstrategie. Uitgaande van de beweging van onderop, de lokale coalitie, het concept van de dorpsmolen, het MEA/DEA en het daarmee samenhangende concept decentraal energiemanagement, zouden de uitkomsten in eerste instantie moeten worden benut voor het uitwerken van een gemeentelijke uitvoeringsstrategie met daarop aansluitende regionale en provinciale uitvoeringsstrategieën. Daarbij dient een onderscheid te worden gemaakt in operationeel op lokaal niveau, tactisch op regionaal niveau en strategisch op provinciaal niveau met bijbehorende rollen, taken en verantwoordelijkheden. Moerdijk en Drimmelen bieden zich in dit verband graag aan als pilot op operationeel niveau en zijn graag bereid om van daaruit tot afstemming te komen met de regio en de provincie. Daarbij dient ons inziens de breedte niet beperkt te worden tot het benutten van energiebronnen, maar juist ook moeten dienen voor het beantwoorden van de vraag, hoe de verschillende duurzame lokale energiebronnen (sleutelprojecten als middel) met decentraal energiemanagement kunnen bijdrage aan het realiseren van lokale, regionale en provinciale doelstellingen. De energietransitie is niet enkel te scharen onder de P van Planet. Enkel met gelijktijdige inzet van de P van People en Profit kan immers echte CO2-neutraliteit gerealiseerd worden. Dat is voor ons het doel en de windmolens zijn daarvoor een middel. De in het MER beschreven alternatieven, zoals in deze paragraaf 4.1 wordt aangegeven, zouden om die reden niet alleen betrekking moeten hebben op de ruimtelijke opstelling van 100 MW windvermogen. Ons inziens zou ook een ruimtelijk opstellingsalternatief meegenomen moeten worden, waarmee de sociale randvoorwaarden, zoals hiervoor gedefinieerd, optimaal worden benut voor het realiseren van de beoogde energietransitie en dus kunnen dienen als basis voor het voorkeursalternatief en een gezamenlijke uitvoeringsstrategie. Wind A16 zou voorts als pilot moeten gaan dienen in het kader van de Omgevingswet, omdat deze wet, overeenkomstig het concept van de dorpsmolen, voorziet in een breed afwegingskader waarbij het niet allen gaat om ruimtelijke maar juist ook om sociaal economische aspecten. Omdat, zoals gezegd, dit alternatief leidt tot de meeste vermeden emissies past dit alternatief als een volwaardig alternatief binnen de systematiek van de huidige en toekomstige wetgeving. Sociale randvoorwaarden vormen daarmee een ruimtelijk ordeningsprincipe voor de onderzoeksagenda zoals bedoeld in paragraaf 4.1. Sociale randvoorwaarden als ruimtelijk ordeningsprincipe zou daarom in paragraaf 4.2 beter in het beschreven proces moeten worden verankerd. Zo heeft dit aspect, voor zover bekend, bij het trechteren van de alternatieven geen rol gespeeld, zijn er wellicht al kansen blijven liggen en is het niet denkbeeldig, dat dit in het verloop van het proces opnieuw gebeurt. Met betrekking tot het milieu Wij missen onderzoek naar de effecten van signaleringsverlichting en de mogelijkheden en condities om zonder deze verlichting turbines te realiseren respectievelijk de mogelijkheden om negatieve effecten van signaleringsverlichting te mitigeren. Ten onrecht is dit aspect niet als beoordelingscriterium in deze paragraaf respectievelijk paragraaf 2.11 opgenomen Geluidseffecten worden met behulp van theoretische modellen berekend volgens vaste standaarden en protocollen. Turbines zijn de afgelopen jaren hoger en groter geworden met veel meer vollasturen, als gevolg waarvan de huidige theoretische modellen mogelijk niet meer voldoen. In het MER dient te worden aangegeven op welke wijze deze veranderingen in de modellen zijn meegenomen en wat van deze veranderingen de effecten zijn. Tevens dienen de aspecten laagfrequent geluid, cumulatie, meetbaarheid en handhaafbaarheid als beoordelingscriteria meegenomen te worden. 4

Zoals gezegd worden de geluidseffecten berekend op basis van theoretische modellen. Inmiddels is in West-Brabant en elders de nodige ervaring opgedaan en kan worden nagegaan of de aannames en modellen juist zijn en overeenkomen met de in de werkelijke (gemeten) geluidseffecten en daarbij optredende geluidsoverlast uitgedrukt in klachten en uitgevoerde metingen. In het MER dient in dit verband op basis van praktijkervaring het volgende te worden onderzocht. - Hoeveel klachten zijn er het afgelopen jaar met vergelijkbare turbines bij de omgevingsdienst en of bij andere betrokken partijen ingediend? - Hoe ziet met inachtneming van het bestaande achtergrondniveau dat klachtenpatroon eruit en hoe groot is in de praktijk de afstand tussen turbine en woning van omwonenden die hebben geklaagd? - Welke invloed heeft het gebruikte type turbine op het klachtenpatroon? Dit omdat de geluidproductie mede afhankelijk is van het type. - Wat wordt er in de praktijk gedaan met de tot nu toe ingediende klachten, tot welke ingrepen heeft dat tot nu toe geleid, bijvoorbeeld de stille modus? - Aan welke maatregelen wordt verder gedacht om mogelijke overlast te beperken? - Welke maatregelen zijn mogelijk wanneer de geluidseffecten in de praktijk groter zijn dan aanvankelijk was verwacht? Praktijkervaring tot nu toe dient als beoordelingscriteria in deze paragraaf en in paragraaf 2.11 te worden opgenomen. Tot slot merken wij op, dat in strijd met het beleid van de gemeente Moerdijk, de locatie Klaverpolder als reserve locatie is meegenomen. Tot zover onze voorstellen. Wij zijn graag bereid te komen tot een mondelinge toelichting. Namens het bestuur van Energiek Moerdijk, Dimph Rubbens Voorzitter Namens het bestuur van Duurzaam Drimmelen Jan Pieter Wieldraaijer, Secretaris 5