Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 30 november Rapportnummer: 2012/192

Vergelijkbare documenten
Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 20 februari Rapportnummer: 2013/012

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/103

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 5 januari Rapportnummer: 2012/001

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 10 oktober Rapportnummer: 2012/164

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie ressort 's-gravenhage te Den Haag. Datum: 17 juni Rapportnummer: 2013/065

Rapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146

de eigen bijdrage 2006 alsmede de naheffing over 2006 onvoldoende duidelijk

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Huurcommissie. Datum: 10 mei Rapportnummer: 2012/079

Rapport. Datum: 5 september 2006 Rapportnummer: 2006/306

Rapport. Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens. Datum: 29 december Rapportnummer: 2011/368

Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/266

Rapport. Rapport over een klacht over de Kamer van Koophandel Midden-Nederland uit Utrecht. Datum: 11 oktober Rapportnummer: 2011/298

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de William Schrikker Groep. Datum: 9 augustus Rapportnummer: 2011/241

Beoordeling. h2>klacht

Uitspraak. van de Huurcommissie. Verzoek toetsing aanvangshuurprijs (artikel 249 van het Burgerlijk Wetboek) ZKN

Rapport. Datum: 28 november 2003 Rapportnummer: 2003/440

uitspraak van de Huurcommissie Verzoek Bezwaar tegen huurprijsverhoging (artikel van het Burgerlijk Wetboek) ZKN en ZKN

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 8 maart Rapportnummer: 2011/082

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met:

Rapport. Rapport over een klacht over IND uit Utrecht. Datum: 10 maart Rapportnummer: 2011/090

Rapport. Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van het College voor zorgverzekeringen. Datum: 10 mei Rapportnummer: 2012/078

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie ressort 's-gravenhage te Den Haag. Datum: 1 juli Rapportnummer: 2013/076

Uitspraak. van de Huurcommissie

Rapport. Datum: 23 december 2005 Rapportnummer: 2005/397

uitspraak van de Huurcommissie

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het Ministerie van Defensie uit Den Haag. Datum: 20 november Rapportnummer: 2011/341

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie-eenheid Den Haag. Datum: 2 maart 2015 Rapportnummer: 2015/047

Rapport. Rapport over een klacht over het CAK te Den Haag. Datum: 14 augustus Rapportnummer: 2013/099

Uitspraak. van de Huurcommissie. Verzoek toetsing aanvangshuurprijs (artikel 7:249 Burgerlijk Wetboek) ZKN

hem niet heeft gehoord, ondanks zijn uitdrukkelijke verzoek daartoe;

Rapport. Datum: 1 september 2003 Rapportnummer: 2003/290

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 13 september Rapportnummer: 2012/149

Rapport. Datum: 31 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/255

Uitspraak. van de Huurcommissie

Rapport. Datum: 23 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/332

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Belastingdienst/BelastingTelefoon te Groningen. Datum: 13 december Rapportnummer: 2011/360

Uitspraak. van de Huurcommissie

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Leeuwarden. Rapportnummer: 2011/304

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Administratie Kantoor uit Den Haag. Datum: 04 augustus Rapportnummer: 2011/229

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344

Uitspraak. van de Huurcommissie

Rapport. Rapport inzake een klacht over het College voor zorgverzekeringen (CVZ) in Diemen. Datum: 15 juni Rapportnummer: 2011/176

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen uit Utrecht. Datum: 22 november Rapportnummer: 2011/346

Uitspraak. van de Huurcommissie

Rapport. Klacht over UWVWerkbedrijf uit Groningen. Datum: Rapportnummer:

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/173

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Voedsel en Waren Autoriteit uit Den Haag. Datum: 4 mei Rapportnummer: 2011/131

Rapport. Datum: 26 juli 2005 Rapportnummer: 2005/220

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/279

Rapport. Datum: 12 juni 2006 Rapportnummer: 2006/208

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Heerlen. Datum: 9 augustus Rapportnummer: 2011/244

Uitspraak. van de Huurcommissie

Rapport. Rapport over een klacht over de heer mr. H., notaris te M. Rapportnummer: 2011/285

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Eemnes. Datum: 12 mei Rapportnummer: 2011/144

Beoordeling. h2>klacht

Uitspraak. van de Huurcommissie

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Beesel. Datum: 11 maart Rapportnummer: 2011/086

Rapport. Publicatiedatum: 11 december Rapportnummer: 2014 / /19 3 d e Natio nale o mb ud sman 1/6

Rapport. Datum: 19 oktober 2007 Rapportnummer: 2007/229

Rapport. Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013

Uitspraak. van de Huurcommissie

Rapport. belang bij klachtbehandeling klacht over het college van burgemeester en wethouders van Boskoop. Datum: 7 juni Rapportnummer: 2012/096

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Orgaan opvang asielzoekers. Datum: 17 juni Rapportnummer: 2011/186

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Terugkeer en Vertrek te Den Haag. Datum: 14 mei Rapportnummer: 2012/081

Uitspraak. van de Huurcommissie. Verzoek toetsing aanvangshuurprijs (artikel 249 van het Burgerlijk Wetboek) ZKN

Rapport. Datum: 29 september 1998 Rapportnummer: 1998/406

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Amsterdam. Datum: 10 april Rapportnummer: 2013/0031

Rapport. Datum: 27 februari 2007 Rapportnummer: 2007/041

Beoordeling. h2>klacht

Uitspraak. van de Huurcommissie. Verzoek toetsing aanvangshuurprijs (artikel 249 van het Burgerlijk Wetboek) ZKN

Uitspraak. van de Huurcommissie

uitspraak van de Huurcommissie

Rapport. Rapport over een klacht over Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 14 mei Rapportnummer: 2012/082

3. Verzoekers konden zich met het voorgaande niet verenigen en dienden bij brief van 11 april 2007 een klacht in.

Uitspraak. van de Huurcommissie

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Uitspraak. van de Huurcommissie

Uitspraak. van de Huurcommissie

Uitspraak. van de Huurcommissie

Rapport. Datum: 8 april 2005 Rapportnummer: 2005/110

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

Rapport. Datum: 25 augustus 2004 Rapportnummer: 2004/335

Uitspraak. van de Huurcommissie

Uitspraak. van de Huurcommissie. Verzoek Toetsing aanvangshuurprijs (artikel 7:249 Burgerlijk Wetboek) ZKN

Belastingdienst stuurt aanmaning direct na vermindering aanslag

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062

Uitspraak. van de Huurcommissie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 9 mei Rapportnummer: 2012/077

Rapport. Rapport over een klacht over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Utrecht. Datum: 7 maart Rapportnummer: 2012/035

Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van de CVOM stelselmatig niet op zijn correspondentie reageert.

Verzoeker klaagt er over dat de Kamer van Koophandel Noord-Nederland (hierna KvK):

Uitspraak. van de Huurcommissie

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Oost-Brabant te Oss. Datum: 2 oktober Rapportnummer: 2013/138

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Belastingdienst/Noord. Datum: Rapportnummer: 2013/176

Uitspraak. van de Huurcommissie

Transcriptie:

Rapport Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag Datum: 30 november 2012 Rapportnummer: 2012/192

2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Huurcommissie ondanks het feit dat het duidelijk was dat hij een verkeerde procedure is gestart, deze procedure heeft laten voortduren en op zijn brief van 27 juli 2011 geen inhoudelijke reactie heeft gegeven. Bevindingen Wat is er gebeurd? Verzoeker startte bij de Huurcommissie de procedure "huurverlaging op basis van puntentelling". Het ging hierbij om de woning van zijn zus waarvoor hij als gemachtigde optrad. Zijn zus had problemen met de ventilatie in haar woning, en met een aantal andere aspecten, waaronder de centrale verwarming en de fietsenstalling. Toen de rapporteur van de Huurcommissie de woning bezocht, bleek dat verzoeker niet de juiste procedure was gestart. De rapporteur vertelde verzoeker dat hij een procedure over achterstallig onderhoud had moeten starten via het formulier "onderhoud en huurprijs". De rapporteur raadde hem aan die procedure alsnog te starten. De heer P. stuurde de Huurcommissie de volgende dag, 27 juli 2011, een brief. Hij vroeg de Huurcommissie om uit te gaan van de juiste procedure. Hierop heeft de Huurcommissie een ontvangstbevestiging gestuurd met daarin de mededeling dat de aanvullende informatie meegenomen zou worden bij de zitting. De zitting die vervolgens plaats vond, bleek toch te gaan over de procedure "huurverlaging op basis van puntentelling". Verzoeker uitte tijdens de zitting zijn ongenoegen over de gang van zaken. Hij gaf aan dat hij verwacht had dat de zaak op grond van zijn brief omgezet was in de juiste procedure. Op 8 september 2011 diende verzoeker schriftelijk een klacht in bij de Huurcommissie. Hij klaagde erover dat deze niet met de procedure "huurverlaging op basis van puntentelling" is gestopt en met de juiste procedure is gestart. Verder gaf verzoeker aan dat de Huurcommissie onduidelijk is in zijn definiëring van onderhoudsgebreken. Hierdoor is hij met de verkeerde procedure begonnen. Informatie Huurcommissie over de procedures Een huurder kan bij de Huurcommissie verschillende procedures starten, bijvoorbeeld als hij een verschil van mening heeft met zijn verhuurder over de huurprijs, achterstallig onderhoud of de servicekosten. Over de verschillende procedures heeft de Huurcommissie informatie op de website staan en in folders wordt nader op de procedures ingegaan. In de informatie over de procedure tot huurverlaging valt te lezen dat de huurder aan de hand van een puntensysteem de maximaal toegestane huurprijs voor de woning kan

3 bepalen, als hij van mening is dat de huurprijs te hoog is. Het puntensysteem gaat uit van alle voorzieningen die de woning heeft. Aan de hand van het formulier "puntentelling zelfstandige ruimte" kan een huurder voor de verschillende voorzieningen punten toedelen. In het formulier wordt bijvoorbeeld het ventilatiesysteem niet als voorziening genoemd. Voor de procedure over het achterstallige onderhoud kan de huurder via de website bekijken welke onderhoudsgebreken bij deze procedure een rol kunnen spelen. Als onderhoudsgebrek wordt bijvoorbeeld genoemd, "er is geen mogelijkheid tot ventilatie van de toiletruimte, de keuken, de woonkamer, de slaapkamer(s) of de badruimte." Wat vindt verzoeker? Verzoeker had een flexibele opstelling van de Huurcommissie verwacht toen bleek dat hij de verkeerde procedure was gestart. Bij het onderzoek in de woning was reeds duidelijk dat de verkeerde procedure was gestart: dit komt in het rapport ook naar voren. Ook in zijn brief van 27 juli 2011 verzocht hij de Huurcommissie om de procedure om te zetten in de juiste procedure. In de ontvangstbevestiging die hij ontving stond dat de aanvullende informatie meegenomen zou worden bij de zitting. Hieruit maakte hij op dat de Huurcommissie gehoor gaf aan zijn verzoek. Verzoeker begrijpt niet waarom de procedure niet gewijzigd of afgebroken had kunnen worden terwijl hij door onvolledige informatieverstrekking van de Huurcommissie een verkeerde procedure is gestart. Verzoeker heeft een technische achtergrond. Naar zijn mening is het probleem betreffende het ventilatiesysteem een probleem in de aanleg van het ventilatiesysteem, dus ten tijde van de oplevering van de woning. In zijn visie valt de situatie dan niet onder een `onderhoudsgebrek'. Hij vindt dat de Huurcommissie op dat punt niet duidelijk is in zijn informatieverstrekking over deze procedures. Verzoeker vindt dat de Huurcommissie niet moet spreken over `onderhoudsgebreken', maar over gebreken aan de woning'. Pas bij het bezoek van de rapporteur aan de woning werd hem duidelijk dat het niet functioneren van een ventilatiesysteem ook als onderhoudsgebrek werd gezien en dat hij dus de procedure "huurverlaging op basis van onderhoudsgebreken" had moeten starten. Wat vindt de Huurcommissie? De Huurcommissie ging in haar uitspraak van 16 september 2011 in op verzoekers klacht over het niet omzetten van de procedure. De voorzitter gaf aan dat de Huurcommissie in principe lijdelijk is en dat het niet aan haar is om te beoordelen of de huurder/verhuurder de juiste procedure is gestart. Het is volgens de voorzitter niet mogelijk om een lopende, niet juiste procedure om te zetten naar de juiste procedure. Dit omdat elke procedure andere vormvereisten kent, waaraan voldaan moet zijn, voordat die procedure bij de huurcommissie gestart wordt. De voorzitter gaf aan

4 dat er dus niet aan verzoekers verzoek van 27 juli 2011 voldaan kon worden. De voorzitter was van mening dat het misschien wel duidelijker was geweest als verzoeker kort na de ontvangst van zijn brief zou zijn geïnformeerd dat er niet aan zijn verzoek kon worden voldaan en wat de reden daarvan was. Volgens de voorzitter was het echter niet gebruikelijk dat de Huurcommissie tijdens een lopende procedure ingaat op ontvangen correspondentie in een zaak. Daarvoor is de hoorzitting bedoeld. De voorzitter meldde verder dat de commissie zich daarom alleen uitsprak over het verzoek tot wijziging van de huurprijs op grond van de puntentelling. De Huurcommissie kon en mocht niet ingaan op verzoekers klachten over de onderhoudsgebreken aangezien deze door de rapporteur niet waren onderzocht. Ten slotte merkte de voorzitter op dat de huurder ter zitting de kans heeft gekregen om de onderhoudsklachten naar voren te brengen om te trachten partijen ook daarover een stap verder te laten komen. Verhuurder heeft desgevraagd gereageerd op het door huurder gestelde. Daaruit is onder meer naar voren gekomen dat verhuurder bereid is de ventilatieklachten te behandelen en daartoe reeds offertes heeft laten opstellen. Vervolgens oordeelde de voorzitter dat het voorstel tot verlaging van de huurprijs op grond van de puntentelling niet redelijk was. Verzoeker kreeg de 25 aan leges niet terug. In reactie op verzoekers klacht van 8 september 2011 liet de Huurcommissie verzoeker op 19 oktober 2011 schriftelijk weten dat de zittingsvoorzitter in zijn uitspraak uitgebreid is ingegaan op zijn klacht. De Huurcommissie verwees gemakshalve naar deze uitspraak. Beoordeling Het beginsel van fair play houdt voor overheidsinstanties in dat zij burgers de mogelijkheid geven hun procedurele kansen te benutten en dat zij daarbij zorgen voor een eerlijke gang van zaken. Dit betekent onder andere dat de overheid ervoor zorgt dat het voor een burger duidelijk is welke procedure hij moet volgen en dat de overheid reageert op verzoeken die tijdens een procedure worden gedaan. Verzoeker voelde zich door de informatie op de website van de Huurcommissie onvoldoende geholpen in zijn zoektocht naar de juiste procedure. Voor hem was niet duidelijk dat bijvoorbeeld een onvoldoende aangelegd ventilatiesysteem kon worden beschouwd als een gebrek in het onderhoud. Daardoor begreep hij niet dat hij het formulier "huurverlaging bij onderhoudsgebreken." had moeten gebruiken. De informatie op de website van de Huurcommissie over het begrip 'onderhoudsgebrek' maakt niet zonder meer duidelijk dat een onvoldoende aangelegd ventilatiesysteem als onderhoudsgebrek moet worden aangemerkt. Uit de informatie op de website over de procedure "huurverlaging op basis van puntentelling"kon evenmin afgeleid worden dat het

5 ventilatiesysteem als een reden voor huurverlaging op grond van het puntensysteem kan worden beschouwd. De informatie heeft verzoeker dus niet specifiek naar de verkeerde procedure geleid. Verzoeker had ook contact met de Huurcommissie kunnen opnemen om duidelijkheid te krijgen. Toen hem echter duidelijk werd dat hij de verkeerde procedure volgde, heeft verzoeker de Huurcommissie verzocht om ervoor te zorgen dat hij verder de juiste procedure kon volgen. De Huurcommissie heeft daarop niet inhoudelijk gereageerd. Op de hoorzitting bleek vervolgens dat de Huurcommissie de procedure niet had gewijzigd, omdat dit niet mogelijk was. Ook gaf de Huurcommissie aan dat het niet gebruikelijk was dat de Huurcommissie gedurende de procedure inhoudelijk reageert op correspondentie. De Nationale ombudsman ziet niet in waarom de Huurcommissie gedurende de procedure niet kon reageren op zijn brief. Door te stellen dat het niet gebruikelijk is gedurende de procedure inhoudelijk te reageren op correspondentie stelt de Huurcommissie zich onnodig star en formalistisch op. De Huurcommissie had contact met verzoeker op kunnen nemen en met verzoeker kunnen bepreken wat de mogelijkheden waren. Door dit niet doen heeft de Huurcommissie niet voldaan aan haar verplichting om verzoeker zijn procedurele kansen optimaal te laten benutten. Om die reden acht de ombudsman de gedraging van de Huurcommissie niet behoorlijk. Hoewel van de Huurcommissie niet kan worden verwacht dat zij voor iedere situatie een pasklaar antwoord op de website heeft, vindt de ombudsman de term onderhoud wel aanleiding geven tot onduidelijkheid. Hij doet daarom in dit rapport een aanbeveling. Conclusie De Nationale ombudsman acht de klacht over de Huurcommissie gegrond wegens schending van het beginsel van fair play. Hij beveelt de Huurcommissie aan om ook tijdens lopende procedures te reageren op vragen en opmerkingen van verzoekers. Daarnaast beveelt hij aan om te bezien of op de website een nadere toelichting kan worden gegeven bij het begrip onderhoud, waaruit blijkt dat ook bestaande gebreken onder dit begrip worden gebracht. de Nationale ombudsman, dr. A.F.M. Brenninkmeijer