HOOFDSTUK 16 : DE VIERKLANKEN In hoofdstuk 14 hebben we al een gedeelte van de vierklanken gezien; in dit hoofdstuk gaan we dit nu meer in detail gaan bekijken. Vierklanken ontstaan door het toevoegen van een 4de akkoordnoot aan een bestaande drieklank. De 4de toon is (meestal) de 7de graad uit de majeur of mineurtoonladder. Hierdoor ontstaan volgende mogelijkheden : Wordt ook dominant 7 Wordt ook M7#5 genoemd Wordt ook half dminished Op de gitaarnek vervalt de regel van de harmonie- en bassnaren, daar we 4 verschillende tonen moeten spelen om de akkoordvorm te bevestigen. Een vierklank is dus opgebouwd rond de 1ste graad die op alle 6 gitaarsnaren kan liggen. BC Rich 'Explorer' 358
Omkeringen Net als bij de drieklanken kunnen we de akkoordvormen in verschillende 'liggingen' schrijven, zodat de inwendige 'sterkte' van de akkoordvorm kan worden bepaald. In theorie zijn al deze akkoorden te spelen op de gitaarnek, maar door de stemming van de gitaarsnaren zijn de meeste van deze akkoorden fysisch onneembaar. Nemen we als voorbeeld 'CM7' met alle mogelijke posities : Erik Clapton Zoals je kan vaststellen zijn de meeste van deze grepen onmogelijk te nemen (zeker als we verschillende van deze grepen snel na elkaar zouden moeten spelen). Op de piano zijn deze akkoorden veel eenvoudiger te nemen, vandaar dat we een nieuwe muziektheorie gaan gebruiken om de grepen te gaan bepalen. 359
Drop vingerzettingen Deze muziektheorie komt uit de arrangementtechnieken voor Bigband-muziek. Een blaasinstrument kan slechts één toon tegelijk spelen (=monofoon), zodat er minstens 4 verschillende blaasinstrumenten nodig zijn om een vierklank te laten klinken. Indien de blazers de tonen 'dicht bij elkaar' zouden spelen (= close harmony) dan ontstaat er een dichte klankkleur; de tonen verzwelgen elkaar. Om dit te vermijden laat men één van de akkoordtonen 'vallen'(= drop) met één rein octaaf(= 6 hele tonen). Op deze manier ontstaat een akkoordvorm die nog steeds dezelfde tonen bevat, maar de klankkleur is nu 'opengetrokken' (= spread harmony) : De 'G' is de 3de toon vanaf de hoogste toon gerekend, en deze wordt een oktaaf lager gespeeld (en geschreven) De 'C' is de 2de toon vanaf de hoogste toon gerekend, en deze wordt een oktaaf lager gespeeld (en geschreven) Merk op dat we niet meer van omkeringen kunnen spreken, daar de laagste toon nu veranderd is. Er bestaan verschillende soorten 'drops' (drop 1, drop 2, drop 2+4, ), voor de gitaar is er één drop belangrijk : de drop 2. Bij elke akkoordvorm in gelijk welke ligging passen we steeds de drop 2-theorie toe zodat we een fysisch neembare greep krijgen : /G Merk op dat we de akkoordvorm niet meer precies gaan omschrijven; door de combinatie van omkeringen en drops schrijven we nu enkel nog het 'standaardakkoord' op. 'CM7/Eb drop 2' wordt 'CM7' 'Cm7/G drop 2 wordt 'Cm7' We zullen dus de akkoordvormen op de gitaarnek moeten bepalen aan de hand van de eerste graad ('1') en de plaats van de andere akkoordtonen ten opzichte van deze eerste graad. Opgelet : een vierklank betekend dat er 4 verschillende tonen zijn en dat ze steeds op 4 opeenvolgende snaren gespeeld worden (bv. 4de, 3de, 2de en 1ste snaar). Je doet er goed aan dit hoofdstuk traag en intensief te studeren, daar we nu de akkoordenbibliotheek uitgebreid zullen vergroten. 360
Het majeur 7 akkoord Grondtoon op de 6de snaar Vertrekkend vanaf de 6de snaar is er maar 1 mogelijkheid om een majeur 7 akkoord op te bouwen (deze vorm hebben we al gezien in hoofdstuk 14, pagina 308 e.v.). We gaan nu echter maar 4 tonen gebruiken (en geen extra tonen aan de greep toevoegen). We noemen dit een kwintligging, daar de grondtoon gevolgd wordt door een '5de' graad Dr. Teeth and the Electric Orchestra 361
Grondtoon op de 5de snaar De kwintligging hebben we ook al gezien in hoofdstuk 14. De terts ligging De kwint ligging 362
Grondtoon op de 4de snaar : De terts ligging De kwint ligging 7 Gretch 'Corvette' 363
Grondtoon op 3de snaar : Grondtoon op 2de snaar : 364
Grondtoon op de 2de en 1ste snaar : Er zijn dus 4 verschillende mogelijkheden om een majeurakkoord te spelen op de gitaar : 6de 5de 4de 3de 2de 1ste 1-5 - 7-3 5-1 - 3-7 7-3 - 5-1 3-7 - 1-5 Alle andere vormen van akkoorden kunnen we nu gaan afleiden van deze basisgrepen; door het verlagen of verhogen van de gepaste akkoordtonen komen we de nieuwe akkoordgrepen uit op de gitaarnek. 365
Het mineur 7 akkoord Grondtoon op de 6de snaar Grondtoon op de 5de snaar 366
Grondtoon op de 4de snaar Grondtoon op de 3de snaar 367
Grondtoon op de 3de snaar Grondtoon op de 2de snaar 368
Grondtoon op de 1ste snaar Het dominant 7 akkoord Grondtoon op de 6de snaar Grondtoon op de 5de snaar 369
Grondtoon op de 5de snaar Grondtoon op de 4de snaar 370
Grondtoon op de 3de snaar Grondtoon op de 2de snaar 371
Grondtoon op de 2de snaar Grondtoon op de 1ste snaar Het m7b5 of half diminished akkoord Grondtoon op de 6de snaar 372
Grondtoon op de 5de snaar Grondtoon op de 4de snaar 373
Grondtoon de de 4de snaar Grondtoon op de 3de snaar 374
Grondtoon op de 2de snaar Grondtoon op de 1ste snaar 375
Het majeur 7#5 of Augemented 7 akkood Grondtoon op de 6de snaar Grondtoon op de 5de snaar 376
Grondtoon op de 4de snaar Grondtoon op de 3de snaar 377
Grondtoon op de 3de snaar Grondtoon op de 2de snaar 378
Grondtoon op de 1ste snaar Het diminished 7 akkoord Grondtoon op de 6de snaar Grondtoon op de 5de snaar 379
Grondtoon op de 5de snaar Grondtoon op de 4de snaar 380
Grondtoon op de 3de snaar Grondtoon op de 2de snaar 381
Grondtoon op de 2de snaar Grondtoon op de 1ste snaar Wat opvalt bij de diminished 7 akkoorden is dat er veel gelijke vingerzettingen zijn. Dit is te verklaren als we naar de verschillende omkeringen kijken : Door een diminished 7 akkoord om te keren, komen we automatisch een ander diminished 7 akkoord uit. We kunnen hieruit afleiden dat er maar 3 diminished 7 akkoorden bestaan : 382
Het mineur majeur 7 akkoord Grondtoon op de 6de snaar Grondtoon op de 5de snaar 383
Grondtoon op de 5de snaar Grondtoon op de 4de snaar 384
Grondtoon op de 3de snaar Grondtoon op de 2de snaar 385
Grondtoon op de 2de snaar Grondtoon op de 1ste snaar Ike Isaacs 386
Majeur diatonische reeksen met 4-klanken Net als bij de 3-klanken kunnen we per toonaard een diatonische akkoordenreeks aanmaken. Deze ontstaat door het toevoegen van de 7de graad bij de diatonische 3-klanken. In het voorbeeld maken we de diatonische majeurreeks in 'C' : Deze akkoordenreeks blijft, net zoals bij de 3-klanken, onveranderlijk t.o.v. de toonaard. We kunnen dus weer een kolom aanmaken per toonaard, met alle diatonische akkoorden : Toonaard I II III IV V VI VII C CM7 Dm7 Em7 FM7 G7 Am7 Bm7b5 G GM D DM A AM E EM B BM F# F#M C# C#M Ab AbM Eb EbM Bb BbM F FM B# B#M Fb FbM Gb GbM Db DbM G# G#M D# D#M E# E#M Cb CbM 387
Net als de 3-klanken gaan we nu de majeur diatonische reeksen per toonaard (en per snaar) op de gitaar bestuderen. Zoals altijd starten we op de laagst mogelijke greep : Een ander symbool voor een half diminished akkoord. 388
De majeur diatonische akkoorden op 389
Jimmy Page 390
De majeur diatonische akkoorden op de 5de snaar 391
De majeur diatonische akkoorden op de 4de snaar : 392
Mc Collum Harp John Williams 393
De majeur diatonische akkoorden op de 4de snaar 394
De majeur diatonische akkoorden op de 3de snaar : 395
Andrés Segovia 396
De majeur diatonische akkoorden op de 3de snaar (2de mogelijkheid): 397
De majeur diatonische akkoorden op de 2de snaar : 398
Reed Preston 399
De majeur diatonische akkoorden op de 2de snaar (2de mogelijkheid) : 400
De majeur diatonische akkoorden op de 1ste snaar : 401
Peppino D'Agostino 402