RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 maart 2001 (23.03) (OR. en) 6398/01 LIMITE SOC 76 DRS 9

Vergelijkbare documenten
Het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité hebben respectievelijk op 20 april 1994 en op 30 juni 1993 advies uitgebracht.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 september 2000 (22.09) (OR. en) 11502/00 Interinstitutioneel dossier: 98/0243 (COD) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 januari 2000 (18.01) (OR.en) 5168/00 Interinstitutioneel dossier: 97/0359 (COD) LIMITE PI 3 CULTURE 2 CODEC 12

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 17 oktober 2006 (25.10) (OR. en) 13773/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0162 (C S) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 juni 2003 (17.06) (OR. fr) 10445/03. Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2003 (03.09) (OR. en) 12057/03. Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS)

De tekst zoals die er nu uitziet, staat in document 12932/99 CONSOM 70 ECOFIN 238 CODEC 684.

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 april 2004 (06.04) (OR. en) 8083/04. Interinstitutioneel dossier: 2003/0193 (CNS) 2003/0194 (CNS) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 mei 2014 (27.05) (OR. en) 10139/14 Interinstitutioneel dossier: 2012/0011 (COD)

2. Het Europees Parlement heeft op 12 juni 2001 advies over het voorstel uitgebracht. 2

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 februari 2001 (20.02) (OR. en) 6218/01 LIMITE SOC 60 CODEC 137

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221

1. De Commissie heeft op 18 juni 2010 het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 6 bij de algemene begroting 2010 bij de Raad ingediend.

VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN

De meeste delegaties steunden de compromistekst en onderstreepten daarbij hun bereidheid om te streven naar een akkoord bij de eerste lezing.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 december 2004 (03.01) (OR. fr) 15763/04 JEUN 95 EDUC 224 SOC 587

- De ontwerp-verklaringen voor de notulen van de Raadszitting tijdens welke de verordening wordt aangenomen (bijlage II).

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 september 2005 (07.09) (OR. en) 11522/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0020 (COD) LIMITE

17217/2/10 REV 2 bar/lep/mv 1 DG I 1A

8977/15 gar/yen/hw 1 DG E 2B

1. De groep is voortgegaan met de bespreking van het verordeningsvoorstel, in casu de artikelen 34 tot en met 45.

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 februari 2004 (27.02) (OR. en) 6548/1/04 REV 1 SOC 83 SAN 34 TRANS 82 MAR 24

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 oktober 2009 (15.10) (OR. en) 14299/09 ADD 1 AGRILEG 182 DENLEG 93

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (03.12) (OR. en) 15670/07 Interinstitutioneel dossier: 2004/0209 (COD)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2004 (22.09) (OR. en) 12294/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0252 (COD) LIMITE

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de ontwerp-conclusies van de Raad, waarover een akkoord is bereikt in de Groep sociale vraagstukken.

PUBLIC. Brussel, 19 november 2007 (22.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0098 (COD) LIMITE

PUBLIC LIMITE ONTWERP- NOTULEN. van de 2178e zitting van de Raad (Landbouw) gehouden te Brussel op 17 mei 1999 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over een

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

Nieuwe regels voor Europese ondernemingsraden. Inzicht in Richtlijn 2009/38/EG

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 juni 2009 (24.06) (OR. en) 10964/09 JAI 391 E FOPOL 170

Ministerie van Justitie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

PUBLIC. Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129

Over de passage tussen haken op de bladzijden 2-3 is nog geen overeenstemming bereikt.

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 december 2003 (OR. en) 15621/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0179 (CNS) FISC 204 OC 811

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 december 1999 (22.12) (OR. f) 14156/99 LIMITE FISC 265

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 84 VAN 6 OKTOBER 2004 BETREFFENDE DE ROL VAN DE WERKNEMERS IN DE EUROPESE VENNOOTSCHAP

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

16435/14 jel/gra/hh 1 DG G 2B

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juni 2000 (30.06) (OR. fr) 9639/00 LIMITE EUROPOL 18

De tekst van dit document is identiek aan die van de voorgaande versie.

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

7051/16 pro/ons/as 1 DGB 1 A

1. De Commissie heeft het in hoofde genoemde voorstel op 28 juli 2000 bij de Raad ingediend.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2009 (24.09) (OR. en) 13632/09 PECHE 231

15730/14 ver/ons/hw 1 DG D 2C

Toekomstige medezeggenschap bij de Europese Vennootschap

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 88 VAN 30 JANUARI 2007 BETREF- FENDE DE ROL VAN DE WERKNEMERS IN DE EUROPESE

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13441/05 STAT 24 FIN 375. VOORSTEL de Commissie d.d.: 12 oktober 2005 Betreft:

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 april 2009 (30.04) (OR. fr) 6094/1/09 REV 1 LIMITE JUSTCIV 32 CO SOM 21

Gemeenschappelijke Raadszitting van dinsdag 30 januari

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 84 VAN 6 OKTOBER 2004 BETREFFENDE DE ROL VAN DE WERKNEMERS IN DE EUROPESE VENNOOTSCHAP, GEWIJZIGD DOOR DE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

14469/16 nuf/gra/mt 1 DG E 2A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A

b) de mogelijkheden tot fraude te beperken (model in de vorm van een plastic kaart);

1. De Horizontale Groep drugs heeft het bovengenoemde voorstel op 5 september 2007 besproken.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 februari 2002 (18.02) (OR. fr) 6249/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE

6812/15 cle/gra/hh 1 DG D 2A

5805/19 1 LIFE. Raad van de Europese Unie. Brussel, 11 februari 2019 (OR. en) 5805/19 PV CONS 4 AGRI 38 PECHE 37

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 februari 2000 (10.02) (OR. f) 5593/00 LIMITE PV/CONS 2 AGRI 9

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2167.

PUBLIC. Brussel, 6 juni 2002 (28.06) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6955/02 LIMITE PV/CONS 12 SOC 129

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure.

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 526 definitief.

14949/14 adw/zr/dp 1 DG G 2B

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 mei 2006 (15.05) (OR. en) 9133/06 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2005/0153 (CNS) LIMITE

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 7 januari 2009 (09.01) (OR. fr) 17438/1/08 REV 1 ATO 133

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 juli 2010 (05.08) (OR. en) 12675/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0206 (APP)

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

10541/11 cle/gra/fb 1 DG G 2B

5135/02 CS/mm DG H NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 maart 2001 (23.03) (OR. en) 6398/01 LIMITE SOC 76 DRS 9 RESULTAAT BESPREKINGEN van: de Groep sociale vraagstukken d.d.: 19 februari 2001 nr. vorig doc.: SN 1534/01 (SOC) + 11883/95 DRS 27 nr. Comv.: 5086/92 DRS 6 - COM(91) 273 def. 8364/93 DRS 14 - COM(93) 252 def. Betreft: De rol van de werknemers in de Europese coöperatieve vennootschap (ECV) 1. Inleiding Na de politieke doorbraak met betrekking tot het creëren van de Europese vennootschap (SE) laatstleden december heeft het Zweedse voorzitterschap zijn voornemen te kennen gegeven om verder werk te maken van de totstandbrenging van de Europese coöperatieve vennootschap. Hoewel er nog twee andere voorstellen voor statuten op tafel liggen die nauw met het statuut van de SE samenhangen, nl. die van de Europese onderlinge maatschappij en van de Europese vereniging, wil het Zweedse voorzitterschap zich toch op de ECV concentreren. Als reden hiervoor noemde het voorzitterschap dat de zogeheten sociale economie 5 à 6 % van de economische bedrijvigheid in de Europese Unie vertegenwoordigt. Het voorzitterschap wees op de kenmerken van coöperaties, zoals een open lidmaatschap, directe betrokkenheid van de leden, het "één man, één stem"-beginsel en het basisoogmerk, nl. het voldoen aan de behoeften van de leden, veeleer dan winstbejag. 6398/01 pw/il/hb 1

De noodzaak van een Europese aanpak zou gemotiveerd kunnen worden door de toenemende belangstelling van coöperaties voor meer transnationale samenwerking. Zelfs kleine coöperaties hebben belangstelling voor grensoverschrijdende samenwerking. De Commissievertegenwoordigers verklaarden dat de bij het opstellen van het statuut van de SE opgedane ervaring, bij de werkzaamheden inzake het ECV-statuut van pas zou komen. Zij legden uit dat de logica achter de ECV, nl. de opheffing van de hinderpalen voor grensoverschrijdende samenwerking, veel gelijkenis vertoont met de logica achter de SE. Zij noemden de voornaamste verschillen tussen de SE en ECV, nl. de mogelijkheid om ab initio een ECV op te richten (een SE kan alleen door bestaande vennootschappen worden opgericht) en het minimumkapitaal van 60.000 euro, tegenover 100.000 euro voor een SE. Tevens signaleerden zij dat het Coördinatiecomité van Europese coöperatieven de richtlijn snel aangenomen wil zien en geen grote problemen met het voorstel had ondervonden. Alle delegaties waren ingenomen met het initiatief van het voorzitterschap om werk te maken van de ECV, maar maakten vooralsnog een algemeen voorbehoud voor nadere bestudering. 2. Antwoorden op de gestelde vragen aan de delegaties Ter voorbereiding van de Groep op 19 februari 2001 had het voorzitterschap de delegaties een vragenlijst bezorgd waarin hun mening gevraagd wordt over drie hoofdpunten (SN1543/01 (SOC)): a) Eerste vraag: hoe nauw moet het verband met de SE-richtlijn zijn? Het voorzitterschap wilde weten of de delegaties het ermee eens zijn dat de ECV-richtlijn zoveel mogelijk moet sporen met de voorschriften die zijn overeengekomen voor de SE, en dat er slechts verschillen zouden mogen zijn als dat vanwege de aard van de deelnemende lichamen en de ECV zelf, of de verschillen inzake de oprichting van een ECV nodig is. 6398/01 pw/il/hb 2

Over het geheel genomen waren alle delegaties het ermee eens dat de SE-richtlijn als uitgangspunt kan dienen, maar dat zorgvuldig gelet moet worden op de eigen kenmerken van de ECV. De Belgische delegatie verklaarde dat er vanwege de bijzondere positie van coöperaties in de Belgische wetgeving, in haar land langdurige consultaties zullen moeten plaatsvinden over de ECV. Bij die interne consultatie zou ook de Nationale Raad voor de coöperatie moeten worden betrokken, een naar Belgisch recht opgerichte speciale instantie. De Spaanse delegatie deelde mee dat, het meest kenmerkende aspect van coöperaties in Spanje is dat de leden en de werknemers vaak een en dezelfde personen zijn, en onderstreepte dat de Spaanse vereniging van coöperaties moet worden geraadpleegd. Ook wees zij op het bestaan van een specifiek type van "werknemers-n.v.", waar de inbreng van de werknemers een absolute voorwaarde vormt en dat meer gelijkenis vertoont met de coöperatie dan met de naamloze vennootschap. De Ierse delegatie verwees naar het bijzondere Ierse model van partnerschapsbetrekkingen op de arbeidsmarkt, en op de noodzaak, bijgevolg, van voldoende soepele oplossingen voor wat betreft de rol van de werknemers. Tevens wees zij op de verschillen in modellen en concepten van coöperaties in de lidstaten en vooral op de verschillen tussen lidstaten van het "common law"-type en die van het continentale type. Zij wees erop dat er een evolutie gaande is in de richting van activiteiten "met winstoogmerk", via "demutualisering" en "buy out"-operaties. De interne consultatie zou grondig moeten gebeuren en de coöperaties in een ruimere context moeten omvatten. Verscheidene delegaties beklemtoonden dat de werkzaamheden parallel met die over de ECVverordening moeten verlopen. De Commissievertegenwoordigers verklaarden dat de basiswerkzaamheden inzake de verordening al ver gevorderd zijn en dat voor het werk aan de richtlijn dus gebruik kan worden gemaakt van de ervaring die met de SE is opgedaan. 6398/01 pw/il/hb 3

b) Tweede vraag: voorschriften betreffende de rol van de werknemers in een ECV die door fusie of omzetting van een nationale coöperatie is opgericht In tweede instantie had het voorzitterschap gevraagd of de delegaties het ermee eens konden zijn dat de voorschriften betreffende de rol van de werknemers in ECV's die door fusie of door omzetting van een nationale coöperatie tot stand zijn gekomen, dezelfde moeten zijn als voor SE's die ook op die manier tot stand zijn gekomen, weliswaar met de nodige aanpassingen? Alle delegaties en de Commissievertegenwoordigers konden zich in het algemeen in deze benadering vinden. De Griekse delegatie onderstreepte dat de mogelijkheid van omzetting van een nationale coöperatie in een ECV behouden moet blijven, zoals dat ook overeengekomen was voor de SE. Die mogelijkheid is bij de bespreking van het oorspronkelijke Commissievoorstel terzijde gelaten. De Griekse delegatie zou een nieuw voorstel alleen onderschrijven als die mogelijkheid weer wordt opgenomen. De Belgische, de Deense en de Ierse delegatie maakten een voorbehoud voor nadere bestudering. c) Derde vraag: Voorschriften betreffende de rol van de werknemers bij de oprichting van een ECV op een wijze waarvoor geen equivalent bestaat in de SE-verordening Tenslotte had het voorzitterschap gevraagd naar de mening van de delegaties over de voorschriften inzake informatie, raadpleging en medezeggenschap die moeten worden toegepast ingeval een ECV wordt opgericht op een wijze waarvoor geen equivalent bestaat in de SE-verordening (nl. "ab initio" door natuurlijke personen dan wel door natuurlijke personen en juridische lichamen). Het voorzitterschap had twee mogelijkheden genoemd: hetzij de regels toepassen die van kracht zijn in de lidstaten waar de ECV haar hoofdbestuur, dochterondernemingen en vestigingen heeft, hetzij met de nodige aanpassingen rechtstreeks de referentievoorschriften in de bijlage bij de SE-richtlijn toepassen. Vier delegaties (F/GR/IRL/A) zouden wellicht de voorkeur geven aan de eerste mogelijkheid, waarbij A de mogelijkheid opperde om drempelwaarden te hanteren wat betreft het aantal werknemers van een ECV. 6398/01 pw/il/hb 4

Vier andere delegaties (B/D//FIN) voelden wel iets voor de tweede mogelijkheid. De Griekse en de Italiaanse delegatie wensten een duidelijke omschrijving van de juridische lichamen die onder de richtlijn zouden vallen. De Italiaanse delegatie maakte een voorbehoud. De Commissievertegenwoordigers verklaarden dat de beginselen die voor de SE gekozen zijn, niet zomaar op deze gevallen kunnen worden toegepast. De hoofdopzet van de regels in het geval van de SE was bescherming van verkregen rechten op het stuk van de rol van de werknemers, terwijl er in deze speciale gevallen, waarin er geen bestaande rechten te beschermen vallen, specifieker oplossingen gevonden moeten worden. De Commissie staat open voor diverse benaderingen. 6398/01 pw/il/hb 5