Wat kost meer of minder openbaar vervoer?

Vergelijkbare documenten
Overzicht van openbaarvervoerconcessies in Nederland, uitgave 2011

Overzicht openbaar vervoer concessies in Nederland uitgave 2005

Overzicht openbaarvervoerconcessies in Nederland uitgave 2008

BEHEERSPROTOCOL VOOR HET TOEZICHT DOOR HET OV-BUREAU GRONINGEN DRENTHE OP DE CONCESSIEHOUDERS

OV-chipkaartmonitoring in de duale fase

Provincie Fryslân. Aanbesteding Openbaar vervoer Concessie ZOWAD

Op weg naar Concessies April 2016

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

Overzicht van openbaarvervoerconcessies in Nederland, uitgave 2012

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Efficiencygegevens regionaal stad- en streekvervoer 19 november 2010

Mededeling. Onderwerp Schriftelijke mededeling over Tarievenhuis OV Oost

Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer. Update 2012

Uitvoeringsprogramma 2008

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

mr. drs T. van der Wal^^^^^^^^^^ï^böek Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffier mevrouw R.C.M. Stadhouders INTERN

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

Bijlage H.4: Eisen aan Treindiensten

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond

Informatiebijeenkomst Staatsbosbeheer

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

Curriculum Vitae Ron Muller

GS brief aan Provinciale Staten

In gemeenten met minste huurwoningen worden de meeste huurwoningen geliberaliseerd

Bijlage H.4: Eisen aan Treindiensten

OV-Klantenbarometer 2017

Curriculum Vitae Ron Muller

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2

Curriculum Vitae Ron Muller

Openbaar Vervoer in Noordoostpolder Stand van zaken. Datum: Door: Hans Cnossen

Raadsvoorstel. Nummer 177 Dienst Dienst Ruimte, Wonen en Economie Datum 31 mei 2001 Betreft Aanbesteding Meertaxi geen. Bijlage(n) Samenvatting

2020: december: Rijden door vervoerder op basis van nieuwe concessie.

Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel. Concept Nota van Uitgangspunten

Overzicht openbaarvervoerconcessies in Nederland uitgave 2009

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. G. Wenneker (D66) (d.d. 3 oktober 2007) Nummer Onderwerp Tarieven OV-chipkaart

Ons kenmerk : Afdeling : Beleid Behandeld door : H.C.E.M. Sloots / (058) of H.C.E.M.Sloots@fryslan.nl Uw kenmerk : Bijlage(n) :

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

Aan de leden van Provinciale Staten. Nr.: d/50/A.43, VV Groningen, 12 december 2003

Iepenbier ferfier yn Fryslân

Model Raamovereenkomst. <naam aanbesteding>inzake aanschaf en onderhoud van laptops en telefoons<kenmerk> De ondergetekenden:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Erratum Report LEI

Provincie Friesland Postbus HM Leeuwarden

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

Van de gemeenten, die ervaring hebben met social return, heeft 70% social return, voornamelijk toegepast bij aanbestedingen van WMO/zorg.

Concessie Vervoer Zuidoost Fryslân en Vlieland, Terschelling en Ameland (ZOWAD)

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

provinsje fryslân provincie fryslân

BELEIDSKADER OPENBAAR VERVOER DAV IN VOGELVLUCHT

Analyse NVM openhuizendag

Steeds minder startersleningen beschikbaar

Ontwikkeling werkgelegenheid in % 2 1,7 1,5 1,1 0,5 -0,5 -1,5 -1,4. -2 Totaal banen Grote banen Kleine banen

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Afschrift aan: Provincie Gelderland

secretariaat: Klaas Wierda

Mystery call en -traject

Aanbestedingen. 1. Aanbestedingen van opdrachten

thema 1 Nederland en het water topografie

Kerntaak/plandoel: regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Rapportage II Commissie Meerkosten OV-chipkaart 25 april Aanwending Migratiegelden in beeld

Drs. A.J. Vaandrager Secretaris Mobis

Rondetafelgesprek Andere mobiliteit

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

Openbaar Vervoer in Brabant Vraaggericht, Verbindend en Verantwoord

Ontwikkeling provinciale belasting

Ontsluitingskwaliteit openbaar vervoer voor woningen,

J.Gossen. Aard voorstel: Strategisch > Politiek gevoelig Regelgeving Risico s:

ROCOV Gelderland. Ben Mouw Voorzitter

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. De belangrijkste wijzigingen staan per lijn onderstaand weergegeven.

Intentieverklaring. Platform voor Overleg, Samenwerking en Besluitvorming. OV-Chipkaart

Reisproduct Modaliteit Prijs Periode Beschrijving

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Ontwikkeling leerlingaantallen

Uitvoeringsregels (bijlage 1 van het LTK)

Voorstel aan Stadsregioraad nr

Openbare Marktconsultatie

Februari 2013 Jaargang 10 Nummer 2

Met deze brief reageert het ROL op het voorstel van Arriva voor de tarieven 2019.

Bestuursovereenkomst Aanbesteding OV-concessies IJssel-Vecht, Berkel-Dinkel en Rijn-Waal & Beheer en Ontwikkeling van het Openbaar Vervoer

Utrecht, december 2002 VFA172/LH/MvG CIJFERS OVER FYSIOTHERAPEUTEN IN DE EERSTE LIJN

AANKONDIGING VAN EEN OPDRACHT Diensten.

Maarten C.W. Janssen. Meer concurrentie op of om het spoor? 19 oktober 2018

Reactienota OV-visie Flevoland

Besluitvorming duurzaamheid doelgroepenvervoer

3,2 (8,3%) Educatie en communicatie Verkeersveiligheid 0,2 (0,5%) Mobiliteitsmanagement 0,1 (0,3%) Infrastructuur 10 (26%)

Regionaal Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer Overijssel-West

Uitwerking diverse samenwerkingspunten PoW Hannah en Robert, concept 12 januari 2018

Handleiding Toolbox Provinciale Statenverkiezingen 2019

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zwolle-Enschede en Zwolle-Kampen. Bestemd voor: BESTEMD VOOR PUBLICATIE 16 JUNI N.V. Nederlandse Spoorwegen

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Nota van Uitgangspunten Aanbesteding openbaar vervoer Noord en Zuidwest Fryslân, Leeuwarden, Groningen-Emmeloord en Schiermonnikoog vanaf

Tarievenhuis Oost Nederland

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Afschrift: provincie Gelderland (P. Nijenhuis); Hermes (H. de Gooijer) Bijlage: Uitdieping ritkaarten

Beoogd resultaat Toepassing van een tarief voor hulp bij het huishouden, dat niet lager ligt dan de reële kostprijs.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Raamovereenkomst ARBIT inzake IV Expertisediensten 2017

Transcriptie:

Wat kost meer of minder openbaar vervoer? [ R.B. Borsje Mobycon r.borsje@mobycon.nl Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 20 en 21 november 2008, Santpoort

Samenvatting Wat kost meer of minder openbaar vervoer? Met aanbesteding probeert de vervoersautoriteit het openbaar vervoer tegen een gunstig tarief voor langere tijd veilig te stellen. Gedurende een concessieperiode kunnen nieuwe inzichten ontstaan over het aanbod van het OV. De vraag die hierbij een rol speelt is hoe het meer- en minderwerk is geregeld. Dit paper stelt dat er onderscheid gemaakt kan worden naar vier modellen om het meer en minderwerk te regelen. Het eerste model (het standaardmodel) gaat uit van één tarief voor al het meer- en minderwerk. Bij tweede model (het fixatiemodel) bepaalt de aanbestedende vervoerautoriteit de meer- en minderwerktarieven voorafgaand aan de gunning. Het derde model is een cafetariamodel: door een palet aan tarieven uit te vragen kan de vervoerautoriteit zijn meer- of minderwerkopdracht zelf samenstellen. Het vierde en laatste model is het maatwerkmodel. Aan de hand van een open begroting wordt bij dit model het meer- of minderwerktarief per geval bepaald. Door vijftien bestekken van provincies te analyseren is onderzocht welke modellen zich in praktijk manifesteren. Provincies laten het meer- en minderwerktarief bij voorkeur over aan de markt. Meestal kiest men voor het standaardmodel waarbij verrekening plaatsvindt aan de hand van een uniform dan wel gemiddeld drutarief. Dit wordt soms aangevuld met een differentiatie naar bijvoorbeeld voertuigtype en spits-dal. Het fixatiemodel waarbij de vervoerautoriteit het tarief vooraf vaststelt wordt bij één vervoerautoriteit toegepast. Het cafetariamodel waarbij diverse tarieven worden uitgevraagd om later keuzen te maken komt bij twee provincies voor. Opvallend is dat in de gemaakte keuzen van de overheden weinig rekening wordt gehouden met de terugverdienperiode van de vervoerder. Meerwerk waar meer materieel voor nodig is kan naarmate de concessie vordert voor de vervoerder kostbaar worden. Het werken met een open begroting - gebruikelijk in de bouw wordt in slechts één bestek expliciet genoemd.

1. Inleiding Vanaf de invoering van de Wet Personenvervoer 2000 wordt het openbaar vervoer decentraal door vervoerautoriteiten aanbesteed. Via een bestek met een programma van eisen wordt beoogt de kwaliteit van het openbaar vervoer voor een aantal jaar tegen een gunstig tarief veilig te stellen. Aan de hand van gunningcriteria wordt de concessie aan de vervoerder met de beste bieding gegund. Met die bieding is een aantal geboden dienstregelinguren (dru s) gemoeid. Gedurende de looptijd kan dit aantal dru s meer of minder worden. Er kan bijvoorbeeld worden gekozen voor een verdichting of verdunning van bestaande frequentie. Ook kunnen lijnen worden geïntroduceerd en geëlimineerd. Daarnaast kunnen routewijzigingen of rijtijdmetingen leiden tot een ander aantal gereden dru s. De financiële consequentie van mutaties in het aantal dru s is idealiter af te leiden uit de bepalingen in het bestek. Wanneer er sprake is van een voor een vervoerder ongunstig meer- of minderwerktarief, dan kan het meer- of minderwerk onderdeel worden van discussie tussen vervoerautoriteit en vervoerder. Twee voorbeelden uit de praktijk. Een vervoerautoriteit wil drie jaar voor het aflopen van een concessie de halfuursfrequentie van een lijn verhogen naar een kwartiersfrequentie. Om hier invulling aan te kunnen geven heeft de vervoerder meer bussen nodig. Als hij deze moet gaan inkopen heeft hij nog maar een beperkte tijd om af te schrijven. De kans is reëel dat hij hieraan meer kosten heeft dan er opbrengsten tegenover staan. Een vervoerautoriteit wil een nieuwe buslijn in de concessie. De vervoeder opbrengstverantwoordelijk in dit voorbeeld ziet wel toekomst in de verbinding, maar verwacht dat het aantal reizigers de eerste drie jaar nog te beperkt zal zijn om uit de kosten te zijn. De vervoerder is dan tegen het einde van de concessie geen voorstander van de invoering van de nieuwe buslijn. Hoewel de voorbeelden in het financiële nadeel van de vervoerder werken, zal een vervoerautoriteit doorgaans de vervoerder aan het bestek en zijn bieding (willen) houden. De vervoerder heeft zich immers aan het bestek geconfirmeerd en/ of willens en wetens een concurrerende bieding gedaan. Dit paper gaat in op meer- en minderwerkregelingen voor het stad- en streekvervoer. Aan de hand van een aantal dilemma s met betrekking tot meer- en minderwerkregelingen wordt een typologie ontwikkeld. Vervolgens wordt een vijftiental bestekken geanalyseerd op vier ideaaltypische meer- en minderwerkregelingen. Het paper wordt afgesloten met conclusies.

2. Typologie meer/minderwerkregelingen Er bestaan diverse mogelijkheden om met een aanbesteding het tarief voor het meer- en minderwerk te regelen. In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij die mogelijkheden. Er wordt stilgestaan bij de wijze waarop deze regelingen tot stand kunnen komen. In het volgende wordt uitgegaan van een verrekening per dienstregelinguur. 1 2.1 Aanbestedingsdilemma s Bij de voorbereidingen op de aanbesteding kan een vervoerautoriteit bewust een aantal keuzen maken die betrekking hebben op meer- en minderwerkregelingen. Tarief voorschrijven of laten offreren Een aanbestedende overheid kan het meer- en minderwerktarief voorschrijven of aan de markt overlaten. Wanneer de vervoerautoriteit zelf het tarief voorschrijft kan hij voorkomen dat er irreële bedragen worden geboden. Wanneer de prijs aan de markt wordt overgelaten is de vervoersautoriteit afhankelijk van de geoffreerde tarieven. Om te voorkomen dat (exorbitant) hoge tarieven voor meerwerk worden geoffreerd kunnen deze tarieven worden meegenomen in de gunningscriteria. Uniform (gemiddeld) of gedifferentieerd tarief Meer- en minderwerk kan worden verrekend aan de hand van één vast (jaarlijks geïndexeerd) tarief. Een uniform tarief dat voor zowel meerwerk als minderwerk geldt werkt éénvoudig bij het verrekenen. Het uniforme tarief kan expliciet worden uitgevraagd maar kan ook uit de offerte worden afgeleid door de totale exploitatiebijdrage te delen door het aantal geoffreerde dru s. Het werken met een uniform tarief heeft als nadeel dat het de vervoerder in de ene situatie er gunstiger dan in de andere situatie uitkomt. Een dienstregelinguur in de spits is voor een vervoerder doorgaans duurder (inhuur en onbetaalde versterking) dan een dru in de dal. Ook in het type materieel dat wordt ingezet komt de kostprijs van de dru tot uiting. Om de vergoeding dichter bij de werkelijke kosten te brengen kan de vervoersautoriteit het meer- en minderwerk naar bijvoorbeeld moment (spits en dal), dagtype (werkdag, zaterdag en zondag), voertuigtype differentiëren. Er kan ook differentiatie plaatsvinden naar dikke en dunne lijnen. Ook het meer- en minderwerktarief kan onderling verschillen. Statisch of dynamisch tarief Het tarief dat wordt gehanteerd kan afgezien van jaarlijkse indexering voor de gehele concessieperiode gelden of gaandeweg worden aangepast. Die aanpassing van het tarief kan worden gekoppeld aan het moment van inkopen en de resterende duur van de concessie. Bij het dynamisch tarief is het voor een vervoerder aantrekkelijker om ook aan het einde van een concessie te investeren. 1 Wijze verrekening kan bijvoorbeeld per dienstregelinguur of per dienstregelingkilometer (gebruikelijk bij het spoor). Ook een bijdrage per reizigeropbrengst (opbrengstsuppletie) is een mogelijkheid.

2.2 Typologie meer- en minderwerkregelingen Vervoerautoriteiten hebben zoals hiervoor beschreven diverse mogelijkheden bij het regelen van het meer- en minderwerk. Met deze keuzemogelijkheden kunnen de navolgende (ideaaltypische) inkoopmodellen worden geconstrueerd. Standaardmodel De inkoop volgens het standaardmodel gaat uit van een eenheidsprijs voor het meer- en minderwerk. Die eenheidsprijs voor het meer- en minderwerk kan ofwel expliciet worden uitgevraagd ofwel uit de offerte worden afgeleid door de totale exploitatiebijdrage voor het vervoer te delen door het aantal aangeboden dru s. In dit ideaaltypische model wordt ook uitgegaan van een statisch tarief. Fixatiemodel De vervoerautoriteit stelt volgens dit model de prijs of prijzen voor meer- en minderwerk voorafgaand aan de gunning vast. De biedende partijen hebben hierdoor geen mogelijkheid om exorbitant hoge prijzen te offreren. Ook kan voorkomen worden dat een dusdanig laag meerwerktarief worden geboden dat in een later stadium mogelijk contraproductief werkt. Cafetariamodel Het cafetariamodel correspondeert ideaaltypisch met het gedifferentieerd tarief. Door het vervoer in zeer veel facetten met bijbehorende tarieven uit te vragen kan de vervoerautoriteit gericht het vervoer inkopen. De prijs meer- dan wel minderwerk is afhankelijk van gekozen opties. maatwerk cafetaria dynamisch Gedifferentieerd statisch uniform standaard geoffreerd Voor geschreven fixatie Maatwerkmodel Het maatwerkmodel is verwant aan het cafetariamodel doordat de vervoerautoriteit meer keuzevrijheid heeft dan in het standaardmodel. Het maatwerkmodel kenmerkt zich door per meer- minderwerkopdracht een nieuwe berekening van de kosten te maken. De berekening vindt volgens een open begroting plaats. Voorafgaand aan de gunning dient

duidelijk te zijn hoe het meer- en minderwerktarief tot stand komt. Relevant voor de openbegroting is het onderscheid tussen voertuigkosten, kilometerkosten en uurkosten (CVOV 2005). De eerste kostensoort is sterk afhankelijk van moment van invoering van meerwerk. Bij een normale afschrijvingstermijn in een korte resterende concessieperiode ontstaat voor de vervoerder mogelijk een onwenselijke restwaarde. 2.3 Analysekader en methode De hierboven beschreven typologie voor het regelen van meer- en minderwerk bij aanbestedingen kan worden gebruikt om bestaande bestekken te analyseren. Om te bezien in hoeverre de vier beschreven ideaaltypische modellen zich in de praktijk te manifesteren zijn bij alle provincies bestekken per mail opgevraagd. Negen van de elf vervoerautoriteiten heeft gehoor gegeven aan dit verzoek. In het volgende hoofdstuk wordt het resultaat van de besteksanalyse gepresenteerd. 3. Verschijningsvormen in praktijk In het vorige hoofdstuk is een viertal inkoopmodellen voor meer- en minderwerk beschreven. De vier modellen zijn ideaaltypisch. De vraag is in hoeverre deze modellen zich al dan niet in een mengvorm in praktijk manifesteren. In dit hoofdstuk zijn vijftien bestekken geclassificeerd. 6 bestekken vragen een vast tarief voor meer- en minderwerk of werken met een uit de offerte afgeleide gemiddelde dru-prijs 1 bestek vraagt een tarief voor zowel meerwerk in spits en dal als voor minderwerk en stelt dat bij boven een referentie niveau vervoerder en vervoerautoriteit nieuwe tarieven vaststellen 1 bestek vraagt een vast tarief voor meer- en minderwerk en berekent het minderwerktarief aan de hand van een gemiddelde. Ook geldt dat bij boven een referentieniveau vervoerder en vervoerautoriteit nieuwe tarieven vaststellen 1 bestek vraagt een meerwerktarief in spits, dal, op zaterdag en zondag uit. Er wordt ook onderscheid gemaakt tussen tarief onder en boven een referentieniveau 1 bestek vraagt meer- minderwerktarieven voor OV en HOV in spits en buiten schoolvakanties en voor OV buiten spits en tijdens schoolvakanties 1 bestek werkt met een gemiddeld dru-tarief en berekend aan de hand hiervan een spitsvergoeding en een autovergoeding 1 bestek werkt met een gemiddeld dru-tarief en berekend aan de hand hiervan een spits- en daltarief en een tarief voor diverse voertuigtypen 1 bestek vraagt meer- en minderwerktarieven uit naar spits-dal, dagtype en type voertuig. Er wordt gewerkt met een subsidieplafond. 1 bestek vraagt meerdere tarieven uit voor voertuigtypen, voor spits en dal, voor versterkingsritten bij zowel met als zonder opbrengstverantwoordelijkheid 1 bestek stelt meerwerktarieven (onderscheid naar modaliteiten) op voorhand vast. Hiervan kan worden afgeweken wanneer bijvoorbeeld meer materieel (niet door toename reizigers!) nodig is. Deugdelijke onderbouwing is noodzakelijk standaard fixatie cafetaria maatwerk De analyse leert dat provincies een voorkeur hebben om de markt de tarieven te laten bepalen: van de vijftien bestekken werkt er één met fixatie (een voorgeschreven meer-

en minderwerktarief). Zes bestekken werken volgens het standaard model met een uniform statisch tarief; vijf bestekken combineren het standaardmodel met een cafetariamodel door met gedifferentieerde tarieven te werken. Twee bestekken volgen het cafetariamodel. Het ene bestek gaat hierin veel verder dan het andere door ook tarieven met en zonder opbrengstverantwoordelijkheid uit te vragen. De bestekken werken vrijwel allemaal met statische tarieven (worden wel geïndexeerd). Hierdoor houden relatief weinig bestekken rekening met een terugverdienperiode voor de vervoerder. Naarmate de concessieperiode vordert zal in deze gevallen het meerwerk waarbij extra materieel benodigd is minder lucratief zijn voor de vervoerder. Dit niet alleen omdat hij zijn afschrijvingstermijn ziet afnemen, maar ook (in geval van opbrengstverantwoordelijkheid) omdat hij maar korter voordeel heeft van eventuele extra reizigeropbrengsten. 4. Conclusies Provincies laten meer- en minderwerktarieven bij voorkeur over aan de markt. Meestal kiest men voor het zogenaamde standaardmodel waarbij verrekening plaatsvindt aan de hand van een uniform dan wel gemiddeld drutarief en eventueel aangevuld met een differentiatie naar bijvoorbeeld voertuigtype en spits-dal. Het cafetariamodel waarbij diverse tarieven worden uitgevraagd om later keuzen te maken komt weinig voor. Ook het model waarbij de vervoerautoriteit het tarief vooraf vaststelt wordt nauwelijks toegepast. Opvallend is dat in de gemaakte keuzen van de overheden weinig rekening wordt gehouden met de terugverdienperiode van de vervoerder. Meerwerk waar meer materieel voor nodig is kan voor de vervoerder aanzienlijk kostbaar worden. Het werken met een open begroting - gebruikelijk in de bouw wordt in slechts één bestek expliciet genoemd.

Referenties CVOV; Kostenkengetallen OV rapport 26, Rotterdam [2005] Diverse aanbestedingsstukken: Aanbestedingsstukken stads- en streekvervoer Groningen en Drenthe provincie Groningen, gemeente Groningen en provincie Drenthe [juli 2003] Aanbestedingsstukken Noord en Midden Limburg provincie Limburg [2006] Aanbestedingsstukken Zuid Limburg provincie Limburg [2006] Bestek aanbesteding openbaar vervoer HOV-verbinding Groningen Heerenveen Joure Lemmer- Emmeloord Lelystad Provincies Flevoland, Fryslân en Groningen [mei 2004] Bestek aanbesteding openbaar vervoer Noord en Zuidwest Fryslân provincie Fryslân [2005] Bestek aanbesteding openbaar vervoer Rivierenland provincie Gelderland [april 2007] Bestek Europese aanbesteding openbaar vervoer concessie Midden Zeeland provincie Zeeland [2007] Bestek Aanbesteding Openbaar Vervoer stadsdienst Leeuwarden 2008 2012 - provincie Fryslân [2007] Bestek aanbesteding openbaar vervoer concessie Salland provincie Overijssel [2003] Concessiebepalingen met betrekking tot meerwerk provincie Utrecht [2007] De vraag bepaalt! Definitieve versie Bestek openbaar vervoer Zuidoost Fryslân provincie Fryslân [2005] Offerteaanvraag concessie openbaar vervoer Noord-Holland Noord provincie Noord-Holland [2007] Programma van eisen concessie openbaar vervoer Noord-Holland Noord 14 december 2008 juli 2016 provincie Noord-Holland [2007] Programma van eisen concessies: Noord-Oost Overijssel, Zuid-West Drenthe en stadsdienst Zwolle [2004] Programma van eisen voor de concessie IJsselmond provincies Flevoland en Overijssel [2003] Programma van eisen voor de concessie Streekvervoer Almere provincie Flevoland [2004] Verrassend OV voor eilander en toerist - Bestek openbaar vervoer Friese Waddeneilanden - Provincie Fryslân [2007]