LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

Vergelijkbare documenten
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een volgens de vader onjuist schoolkeuzeadvies

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een melding die volgens de ouders ten onrechte bij het AMK is gedaan.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-7 16 april 2015

Naar het oordeel van de Commissie is niet komen vast te staan dat er fouten zijn gemaakt bij het afnemen van toetsen bij de leerling.

Blijkens de inhoud van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, luidt de klacht als volgt:

Klacht betreffende de begeleiding van een zorgleerling op een cluster-4 school

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

SAMENVATTING Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies nummer 2014 N juni 2014

tegen: mevrouw A1, directeur van de school, en de heer A2, voorzitter van het College van Bestuur, hierna ook te noemen 'verweerders',

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

Klacht betreffende de school verweten onheuse bejegening van een overblijfkracht. De Commissie verklaart de klacht deels gegrond en deels ongegrond.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/145. Advies aan: het bestuur van de Stichting x te P1 (verder: het bevoegd gezag),

Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren.

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 12-08

Klacht betreffende het waarborgen van de veiligheid van een leerling op school vanwege het gedrag van een docent.

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

SAMENVATTING. de heer A te B, vader van C, D en E, (ex)-leerlingen van de basisschool F te B, klager

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO

Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van:

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

Medewerking ouders is nodig bij onderzoek ondersteuningsbehoefte. ADVIES

Klacht betreffende pestgedrag, intimidatie door de leerkracht en schorsing

Klacht over toegangsverbod voor een ouder. Het opleggen van een toegangsverbod moet zorgvuldig gebeuren. ADVIES

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327

SAMENVATTING. inzake de klacht van: mevrouw A te D, moeder van B, oud-leerling van basisschool C te D, klaagster gemachtigde: mevrouw mr. E.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Klacht over een melding bij Veilig Thuis en de beperkte toegang van de leerling tot de school. ADVIES

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

SAMENVATTING Klacht over niet rechtsgeldige inschrijving, niet meewerken aan uitschrijving en inadequate informatievoorziening; BVE

ECLI:NL:RBMNE:2014:2366

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

SAMENVATTING. de heer A te B, ouder van C, een leerling op de regionale scholengemeenschap D, klager

SAMENVATTING /106161/ Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Geschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis.

16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

De klachtencommissie van Laris heeft op 28 november 2011advies uitgebracht, klacht over de huurprijs ongegrond is verklaard.

de directeur van basisschool [de school] te [vestigingsplaats], verweerder gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G. Houtakkers

De Raad van Toezicht heeft zijn rol op grond van de klokkenluidersregeling onjuist ingevuld. ADVIES

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 15 mei 2015

Klacht over discriminatie leerling. Er zijn geen feiten aangevoerd die discriminatie doen vermoeden. ADVIES

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/100

ECLI:NL:RBDHA:2014:10175

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het bestuur van Stichting x te P, (hierna te noemen: verweerster), inzake de klacht van mevrouw K (hierna te noemen: klaagster) moeder van L.

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES

Verweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend.

Klacht over begeleiding leerling is ongegrond. De schoolleiding heeft een taak bij de oplossing van een geschil tussen docent en ouders.

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ADVIES. de heer A, wonende te B, mede namens andere ouders van school C, klagers. mevrouw F, voorzitter van de medezeggenschapsraad van C, verweerster

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers

17.008B-2 Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 5 december 2017

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt

ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634

SAMENVATTING Klacht over communicatie, strafbeleid, verslaglegging, AMK-melding en schorsing; VO

Postbus 2122, 6020 AC Budel T E. W.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

ADVIES. De Commissie heeft besloten om de twee resterende klachtonderdelen in behandeling te nemen en heeft deze als volgt samengevat:

16.029Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus AG BUSSUM T: F:

Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Klacht over melding veilig thuis is ongegrond omdat de stappen van de meldcode voldoende gevolgd zijn.

de heer en mevrouw A, ouders van B, voormalig leerling van C, klagers tegen

School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES

SAMENVATTING ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B, voormalig leerling op C te E, klagers

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post

ADVIES. De heer en mevrouw A klagen erover dat de school een (onterechte) zorgmelding heeft gedaan zonder klagers daarover van te voren in te lichten.

Klacht over onheuse bejegening door leerkracht is onvoldoende vast komen te staan. ADVIES

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs De school heeft adequaat opgetreden tegen het pesten van een leerling. ADVIES

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Zaaknummer : 2014/159 en Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 17 oktober 2014 Partijen : Verzoekster tegen Hogeschool voor de Kunsten

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

Transcriptie:

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies Klachtnummer 2015 Z-15 24 september 2015 Klager wordt als gescheiden vader niet op dezelfde manier bejegend als de moeder. Klager wordt ten onrechte niet op de hoogte gesteld van relevante informatie. School heeft een melding tegen de vader gedaan bij het AMK. De Commissie verklaart de klacht deels ongegrond. Naar aanleiding van de klacht van de heer K, wonende te P, klager, vader van de minderjarige L, ten tijde van het indienen van de klacht leerling van de Daltonschool S te P, die door de Stichting X te P in stand wordt gehouden, tegen: mevrouw A, directeur van de school, verweerder, heeft de Landelijke Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs (de Commissie) het volgende advies uitgebracht aan de stichting x: 1. Het verloop van de procedure Voor de loop van het geding verwijst de Commissie naar de volgende stukken, waarvan de inhoud als hier ingevoegd is te beschouwen: - de klacht, ingediend per e-mail op 23 juni 2015, - het op 30 juni 2015 door klager ingevulde vragenformulier met bijlagen, - het door de heer mr. J. Bonnema, gemachtigde van verweerder, ingediende verweerschrift met bijlagen van 14 september 2015, - de op 20 september 2015 door klager gezonden reactie op het verweerschrift. De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden op 24 september 2015 te Utrecht. Op deze hoorzitting waren aanwezig klager en verweerder, welke laatste vergezeld was door de heer Bonnema voornoemd. 2. De klacht 2.1 Blijkens de inhoud van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, luidt de klacht als volgt: Verweerder behandelt klager als gescheiden vader niet zoals zou moeten. Zij neemt stelling in tegen klager, terwijl zij de gedragingen van de moeder vergoelijkt. Klager wordt niet op de hoogte gesteld van relevante informatie. Verweerder heeft achter de rug van klager om ten onrechte een zorgmelding gedaan bij het AMK.

2.2 Klager heeft het volgende aan zijn klacht ten grondslag gelegd: In het schooljaar 2013/2014 heeft verweerder zonder vooraf klager daarvan in kennis te stellen bij het AMK een zorgmelding gedaan bij Bureau Jeugdzorg. De inhoud daarvan is belastend voor met name klager. Hij is neergezet als een pleger van huiselijk geweld. Dat steekt af bij de wijze waarop de moeder wordt bejegend. Zij mag de functie van redactrice en ontwerpster van de schoolkrant vervullen. Daarbij heeft verweerder aan Bureau Jeugdzorg toegezegd dat zij erop zal toezien dat klager niet in de school rondloopt. Op aangeven van de moeder staat Bureau Jeugdzorg niet toe dat klager contact heeft met L. L en zijn broer hebben sinds augustus 2014 geen contact meer met klager. Voor hun ontwikkeling is dat zeer nadelig. Overgelegde medische verklaringen wij L dat uit. Vragen van klager om informatie over de onderbouwing van de zorgmelding zijn lange tijd niet beantwoord. Pas in maart 2015 is aan klager een afschrift ter beschikking gesteld van de melding. In de melding worden aan klager medische, dan wel psychische kwalificaties toegeschreven door iemand die niet bevoegd is dat soort uitspraken te doen. Verweerder heeft door haar handelwijze niet de onpartijdigheid in acht genomen die van haar verwacht mag worden. Zij heeft bovendien gehandeld in strijd met de meldcode huiselijk geweld. Bij verweerder staat niet het belang van het kind centraal. 3. Het standpunt van verweerder Door en namens verweerder is gemotiveerd op de klacht gereageerd. Van haar kant is het volgende aangevoerd: Per 1 maart 2010 zijn de kinderen van klager, K en L, begonnen op de S school. Van de directeur van de vorige school had verweerder vernomen dat klager op het schoolplein regelmatig verbaal agressief was in de richting van zijn kinderen. Tijdens het kennismakingsgesprek heeft verweerder de ouders gewezen op de gedragsregels en op de mogelijkheid van het doen van een zorgmelding door de school. Op 17 januari 2014 heeft verweerder een zorgmelding gedaan. Een aantal redenen vormde daarvoor de aanleiding, namelijk de ziekte met opname van de moeder, de depressieve en overspannen indruk die klager maakte op school, de uithuisplaatsing van de kinderen en de uitlatingen van L. De kinderen bevonden zich toen in een netwerkgezin, omdat de ouders ten gevolge van de behandelingen die zij ondergingen, toen niet konden zorgen voor hun kinderen. Om escalatie, ook in de richting van het netwerkgezin, te voorkomen zijn de ouders vooraf niet van de zorgmelding op de hoogte gesteld. Verweerder heeft bij het doen van de zorgmelding het stappenplan van de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling van het ministerie van WVC gevolgd. Tezelfdertijd heeft het ziekenhuis waar de ouders toen in behandeling waren, ook een zorgmelding gedaan.

Vanwege de scheiding van de ouders en vanwege de thuissituatie heeft de rechter een ondertoezichtstelling van Bureau Jeugdzorg uitgesproken. Er is een gezinsvoogd benoemd. Deze heeft verweerder gemeld dat klager zijn kinderen alleen in het bijzijn van een medewerker van Bureau Jeugdzorg mag zien gedurende een paar uren per week. Verder moest een eventueel bezoek van klager aan de school zo worden ingericht dat contact met L niet kon plaatsvinden. Verweerder heeft klager uiteengezet waarom zij reden zag om een zorgmelding te doen en om dat niet vooraf met de ouders te bespreken. Voor zover klager betoogt dat de ondertoezichtstelling met de in het kader daarvan opgelegde beperkingen voortvloeit uit de zorgmelding, wordt dat bestreden. Klager heeft zijn grieven ook al aan de orde gesteld op bestuursniveau. Er is hem daar te kennen gegeven dat verweerder in de omstandigheden waarin het gezin van klager verkeerde, aanleiding heeft kunnen zien om de zorgmelding te doen. Dat klager tot een andere beoordeling van de omstandigheden is gekomen, was niet relevant. De moeder van L is grafisch onderlegd. Aan haar is in het verleden verzocht om de schoolkrant te redigeren. Dat werk verricht zij nog steeds. 4. De beoordeling door de Commissie 4.1 De ontvankelijkheid van klager De Commissie acht klager ontvankelijk in zijn klacht, aangezien hij kan worden aangemerkt als klager in de zin van de klachtenregeling die voor de school geldt en waarin aansluiting is gezocht bij de Commissie. 4.2. De gang van zaken In het schooljaar 2013/2014 was L leerling van de S school. De thuissituatie van L deed bij de school ernstige zorgen rijzen. Zijn moeder was opgenomen in het ziekenhuis. Klager maakte een overspannen en depressieve indruk. L had aangegeven dat zijn ouders wilden scheiden. Ook had hij regelmatig gezegd dood te willen. Verweerder vond de school niet voldoende toegerust om L de nodige ondersteuning te bieden. In januari 2014 L zat toen inmiddels in een netwerkgezin- heeft verweerder na collegiale toetsing ervoor gekozen om haar zorgen te delen met Bureau Jeugdzorg. Zij heeft toen bij die instantie een zorgmelding gedaan. Om escalatie te voorkomen is die melding niet vooraf aan de ouders voorgelegd. In maart 2015 hebben de ouders de beschikking gekregen over een afschrift van de zorgmelding. L is onder toezicht gesteld van Bureau Jeugdzorg door de rechter. Ingevolge de ondertoezichtstelling zijn klager beperkingen opgelegd voor wat betreft zijn aanwezigheid op school. Verweerder heeft aan de instructies van Bureau Jeugdzorg haar medewerking verleend. Met ingang van het schooljaar 2015/2016 zit L op een school voor voortgezet onderwijs.

4.3. De gegrondheid van de klacht De Commissie behandelt de klacht aan de hand van de volgende indeling: a. Het zonder overleg vooraf met de ouders doen van een zorgmelding, b. De in de zorgmelding gebezigde kwalificaties, c. Het hinderen van klager in zijn contacten met zijn kinderen, d. Het niet in achtnemen van de gewenste onpartijdigheid in haar contacten met de ouders van L. Ad a: Verweerder heeft voor de Commissie aannemelijk kunnen maken dat zij de gezinssituatie van L dermate zorgwekkend inschatte dat een zorgmelding bij Bureau jeugdzorg noodzakelijk was. Dat haar vrees dat van een bespreking vooraf met de ouders een escalerende werking kon uitgaan, reëel was, heeft verweerder eveneens aannemelijk kunnen maken. Het is de Commissie niet gebleken dat verweerder met betrekking tot het doen van de melding van een onjuiste inschatting van de huiselijke situatie van L is uitgegaan en daarmee tot een fout handelen is overgegaan. Evenmin is komen vast te staan dat de zorgmelding feitelijke onjuistheden bevatte. De Commissie verklaart dit onderdeel van de klacht ongegrond. Ad b: Tijdens de hoorzitting heeft klager, daarin niet weersproken door verweerder, onder de aandacht gebracht dat de zorgmelding onder punt 8 vermeldt dat de vader tijdens het intakegesprek in 2010 emotioneel en overspannen was. Naar het oordeel van de Commissie geeft deze, voor klager kennelijk grievende en als onjuist beschouwde typering van een gesprek uit 2010, geen observatie weer van de situatie zoals die in 2014 was. Voor met dit onderdeel wordt betoogd, dat de zorgmelding zich ten onrechte niet beperkt tot relevante observaties, verklaart de Commissie de klacht gegrond. Ad c: Eén van de maatregelen die op grond van de ondertoezichtstelling zijn opgelegd, houdt in dat klager beperkingen zijn opgelegd in het contact met zijn kinderen. Zo is het hem verboden om op school te komen, althans daar in contact te treden met L. De Commissie is van oordeel dat van een schooldirecteur verwacht mag worden dat zij haar loyale medewerking verleent aan het uitvoeren van maatregelen die in het kader van een ondertoezichtstelling aan een leerling zijn opgelegd. Het kan verweerder dus niet euvel worden geduid dat zij klager niet, dan wel onder beperkende voorwaarden tot de school heeft toegelaten. De Commissie verklaart dit onderdeel van de klacht ongegrond. Ad d: De beperkingen die klager zijn opgelegd met betrekking tot zijn aanwezigheid op school vloeien voort uit de ondertoezichtstelling. Of de moeder vergelijkbare beperkingen zijn opgelegd, is de Commissie niet gebleken. Het is daarom niet komen vast te staan dat verweerder tussen een ongeoorloofd onderscheid heeft aangebracht tussen klager enerzijds en de moeder van L anderzijds. De Commissie verklaart dit onderdeel van de klacht eveneens ongegrond.

5. Aanbevelingen De Commissie ziet af van het doen van een aanbeveling. Aldus uitgebracht op 24 september 2015 door Katholiek Onderwijs, de Klachtencommissie voor het de heer mr. J.M. Vrakking, voorzitter, mevrouw drs. V.M.L. Gommers-Weijnen, lid de heer drs. P.H. Hupsch, lid, in tegenwoordigheid van de heer mr. H. Nentjes, adjunct-secretaris.