Bestemmingsplan Luyksgestel en De Zwarte Bergen 2012, herziening 2014 Gemeente Bergeijk

Vergelijkbare documenten
Ontwerpbestemmingsplan Plattelandswoningen Someren Gemeente Someren

Inhoudsopgave. Regels 3

Hoevensestraat 14 Vught. Regels. Wijzigingsplan. Opdrachtgever: Datum vrijgave. Opstellers: Rapportnummer: Dhr. en mevr. H.J.G. Hendriks.

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Bestemmingsplan Herziening Laagraven - Oudwulverbroek Gemeente Houten

Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp. Gemeente Goeree-Overflakkee. Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

Artikel X Wonen. X.2 Bouwregels

Regels bestemmingsplan '7e herziening Dubbeldam, gebied Haaswijkweg - Oudendijk'

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

Nieuw-Amsterdam, bedrijfswoning Verlengde Herendijk

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

Reparatiebesluit Bestemmingsplan Buitengebied Valkenburg aan de Geul Regels

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Regels 5e herziening Dubbeldam, locatie Noordendijk 430

Planregels. wijzigingsplan Buitengebied Midden 1 ste wijziging. Oktober 2016

Regels 1e herziening Nieuwe Dordtse Biesbosch, locatie Zanddijk

Parapluplan Nieuwe Hollandse Waterlinie

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

Toelichting 3. Regels 9

Regels bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp

BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE

wijzigingsplan Zijldijk 32a

Inhoudsopgave. Bijlage regels

Inhoudsopgave 1. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1. Hoofdstuk 2 Bestemmingregels 2 Artikel 2 Herziening van de regels 2

Regels wijzigingsplan Zeedijk 5f

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen;

Planregels. Wijzigingsplan Buitengebied Noord 1e wijziging. augustus 2016

Regels bestemmingsplan '3e herziening Wielwijk, Crabbehof en Zuidhoven, locatie Tromptuinen

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt

Uitwerkingsplan Herziening Bedrijventerrein Bodegraven-Oost Ontwerp

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

Regels. Kenmerk: R05

Bedrijventerrein Fase 5 Gemeente Urk vastgesteld Projectnr Revisie 01 Datum 29 januari 2018

Regels, behorende bij "1 e herziening Uitwerkingsplan Mortiere fase 4 van het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg

GEMEENTE LINGEWAARD Wijzigingsplan Muntstraat 11 te Huissen

pompstation Breehei te Leunen REGELS

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2

Algemeen Voor het bouwen van gebouwen geldt dat de afstand van gebouwen tot de as van de weg niet minder mag bedragen dan 15 m.

bijlage 3 bestemming(en) na wijziging

Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf

Planregels. Wijzigingsplan Nieuw-Vennep 1e wijziging 2 e fase

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Uittreksel Bestemmingsplan Klarenbeek. Uitsnede plankaart. Regels

Kom Eersel, eerste herziening, wijziging 6

Bestemmingsplan. de Vlaas, zonnepanelenpark. Gemeente Deurne. Regels

Inhoudsopgave. Regels 3

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

1e partiële herziening Recreatiepark Reeuwijkse Hout

Bestemmingsplan. 1e herziening Velmolen Oost fase 3. Plan ROS Adviesbureau voor ruimtelijke plannen

1. Artikel 12 Horeca. De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: - print d.d.

Herstelplan komplannen Lingewaard

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden

Tweede partiële herziening Bedrijven Zuid Regels

REGELS Inhoudsopgave

Waterfront-Zuid Watersportboulevard. Vastgesteld uitwerkingsplan

N307 Passage Dronten (9071)

Bijlage 3 Voorbeeld planregels

GEMEENTE VLAARDINGEN BESTEMMINGSPLAN. BABBERSPOLDER OOST, 1 e herziening (Deelplannen 7+8)

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

Mariahoeve, 1e herziening (Loolaan)

Balk - Verbindingsweg

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL ON01 Auteur: Ontwikkeling

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

Regels. Bestemmingsplan Binnenstad. Plandeel locatie voormalige Generaal - Berghuijskazerne

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

GEMEENTE GAASTERLAN - SLEAT / BESTEMMINGSPLAN BALK - VERBINDINGSWEG INHOUDSOPGAVE

Bestemmingsplan Archeologie

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W)

Bestemmingsplan. N307 Passage Dronten (9071)

Regels. Bestemmingsplan Windturbines Netterden - Azewijn

Rho adviseurs voor leefruimte

Wijzigingsplan SWLM M20

1 van :15

R e g e l s rgl

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. educatieve instellingen met inbegrip van kinderopvang;

Parapluplan Nieuwe Hollandse Waterlinie

Artikel 5 Bedrijventerrein

P l a n r e g e l s vrs

planstatus ontwerp referentie 03511HZSWLMEERPAAL / pagina 2 van 10

REGELS. DATUM 3 juli Mees Ruimte & Milieu Postbus AW Zoetermeer

BIJLAGE 2. Van toepassing zijnde regels na wijziging in de bestemming

Planregels. wijzigingsplan 'Hoofddorp Noord 2e wijziging' ontwerp juni 2015

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

het bestemmingsplan Moerdijksestraat 1 te Oudenbosch' met identificatienummer NL.IMRO.1655.BP6007-C001 van de gemeente Halderberge;

Waarde Ontwikkelingszone groen

Transcriptie:

Inhoud Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Toepassingsbereik 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Herziening van de regels 5 Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels 17 Artikel 4 Overgangsrecht 17 Artikel 5 Slotregel 18 1

2

Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: plan: het bestemmingsplan 'Luyksgestel en De Zwarte Bergen 2012, herziening 2014' met identificatienummer NL.IMRO.1724.BPLhlz2007-VAST van de gemeente Bergeijk. bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels. Artikel 2 Toepassingsbereik a b De verbeelding van het bestemmingsplan 'Luyksgestel en De Zwarte Bergen 2012' van de gemeente Bergeijk, zoals vastgesteld op 29 november 2012, wordt herzien zoals aangegeven op de verbeelding van dit bestemmingsplan. Voor het overige blijft de verbeelding van het bestemmingsplan 'Luyksgestel en De Zwarte Bergen 2012' ongewijzigd van toepassing. De regels van het bestemmingsplan 'Luyksgestel en De Zwarte Bergen 2012' van de gemeente Bergeijk, zoals vastgesteld op 29 november 2012, worden herzien zoals aangegeven in hoofdstuk 2 van deze regels. Voor het overige blijven de regels van het bestemmingsplan 'Luyksgestel en De Zwarte Bergen 2012' ongewijzigd van toepassing. 3

4

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Herziening van de regels De regels van het bestemmingsplan 'Luyksgestel en De Zwarte Bergen 2012' worden als volgt herzien: 3.1 Toevoeging van begrippen Aan artikel 1 (Begrippen) worden de volgende begrippen toegevoegd: agrarisch-technisch hulpbedrijf: bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten waarbij gemechaniseerd loonwerk ten behoeve van land-, tuin-, bos-, of natuurbouw wordt verricht of waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, tuin-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking. Voorbeelden van agrarisch technische hulpbedrijven zijn: grootveeklinieken, KI-stations, mestopslag- en mesthandelsbedrijven, loonwerkbedrijven (inclusief verhuurbedrijven voor landbouwwerktuigen), veetransportbedrijven, veehandelsbedrijven. agrarisch verwant bedrijf: bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking. Voorbeelden van agrarisch verwante bedrijven zijn: dierenasiels, dierenklinieken, groen-composteringsbedrijven, hondenkennels, hoveniersbedrijven, instellingen voor agrarisch praktijkonderwijs, proefbedrijven. dagrecreatie: recreatieve activiteit die plaatsvindt binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang. dagrecreatieve voorziening: voorziening ten behoeve van dagrecreatie. kiosk: een in de openbare ruimte gelegen, grotendeels open bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak, dat geschikt is voor het houden van (muziek)optredens. nevenfunctie: activiteit uitgeoefend in aanvulling op de hoofdfunctie zoals recreatieve functies, agrarisch verwante functies, agrarisch technische functies en statische binnenopslag. 5

ondergeschikte horeca (inclusief terras): een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men uitsluitend ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte (inclusief terras) specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren, zoals een kantine in een verenigingsgebouw of sportvoorziening. SAAB: Stichting Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen. sociale en educatieve voorzieningen: kleinschalige voorzieningen al dan niet gekoppeld aan een agrarisch bedrijf welke zijn gericht op het (in groepsverband) informeren over landbouw, landschap, natuur en recreatie. statische (binnen)opslag: (binnen)opslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven en geen onevenredige verkeersaantrekkende werking hebben, zoals (seizoens)stalling van (antieke) auto s, boten, caravans, campers en dergelijke. verbrede landbouw: activiteiten bij een agrarisch bedrijf die voortvloeien uit de agrarische bedrijfsvoering en die ten dienste staan van het agrarische bedrijf zoals agrotoerisme, agrarisch natuurbeheer, bewerking en waardevermeerdering van ter plaatse geproduceerde producten, productiegebonden/ondergeschikte detailhandel en zorgboerderijen. zorgboerderij: de opvang van mensen met een zorgvraag hetzij als niet-agrarische neventak, hetzij als vervolgfunctie op een agrarisch bouwperceel, waarbij het meewerken in het agrarisch bedrijf of bij het kleinschalig houden van dieren een wezenlijk onderdeel is van resocialisatie of therapie. Huisvesting mag enkel plaatsvinden in een afhankelijke woonruimte, niet bedoeld voor de permanente huisvesting van een huishouden. 6

3.2 Herziening van de bestemming Agrarisch Artikel 3 (Agrarisch) wordt in zijn geheel vervangen door: Artikel 3 Agrarisch 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor: a agrarisch gebruik; b grondgebonden agrarische bedrijven; c bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning ; d beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten; e groenvoorzieningen; f (onverharde) paden en wegen; g water en waterhuishoudkundige voorzieningen; h waterstaatsvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding waterstaat ; i extensief recreatief medegebruik. 3.2 Bouwregels 3.2.1 Algemeen a b c d e Bouwwerken zijn uitsluitend binnen een bouwvlak toegestaan, tenzij anders is bepaald. Per bouwvlak is bebouwing ten behoeve van niet meer dan één agrarisch bedrijf toegestaan. Het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding maximum bebouwingspercentage (%)'. De afstand van bouwwerken tot de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen mag niet minder bedragen dan 5 m, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen. Erf- en terreinafscheidingen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd, met in achtneming van het volgende: 1 De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 1 m. 2 De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevellijn van een bedrijfswoning niet meer mag bedragen dan 1 m. 3.2.2 Bouwwerken ten dienste van het bedrijf Voor het bouwen van bouwwerken ten dienste van het bedrijf gelden de volgende voorwaarden: a De goothoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m). 7

b De bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m). c De dakhelling van bedrijfsgebouwen mag niet minder bedragen dan 15 en niet meer bedragen dan 45. d De bouwhoogte van silo s mag niet meer bedragen dan 12 m. e De bouwhoogte van constructies ten behoeve van hooibergen mag niet meer bedragen dan 9 m. f De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m. g De oppervlakte van bedrijfsgebouwen die in gebruik zijn voor een veehouderij mag niet meer bedragen dan de oppervlakte ten tijde van de tervisielegging van het ontwerplan. 3.2.3 Bedrijfswoningen en bouwwerken ten dienste van de bedrijfswoning Voor het bouwen van bedrijfswoningen en bouwwerken ten dienste van de bedrijfswoning gelden de volgende voorwaarden: a Bedrijfswoningen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'. b Ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning is maximaal één bedrijfswoning toegestaan. c Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bedrijfswoning' worden gebouwd. d De gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning, voor zover gesitueerd buiten de aanduiding 'bedrijfswoning', mag niet meer bedragen dan 150 m 2. e De goothoogte van bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m). f De bouwhoogte van bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m). g De voorgevel van de bedrijfswoning dient te worden gesitueerd in de naar de weg toe gekeerde begrenzing van het bouwvlak of op een afstand van niet meer dan 3 m daarachter. h De voorgevellijn van de bedrijfswoning mag uitsluitend worden overschreden met erkers, portalen en luifels, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: 1 De diepte gemeten vanuit de voorgevel van de bedrijfswoning mag niet meer dan 1,5 m bedragen. 2 Erkers en/of portalen mogen in totaal over ten hoogste 50% van de breedte van de naar de weg gekeerde gevel van de bedrijfswoning worden gebouwd. 3 De afstand tot de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied mag niet minder dan 3 m bedragen. 4 De oppervlakte van erkers en/of portalen mag in totaal niet meer bedragen dan 6 m². 5 De oppervlakte van een luifel mag niet meer bedragen dan 3 m². 6 De goothoogte van erkers en/of portalen mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning. 8

i 7 De bouwhoogte van erkers en/of portalen mag niet meer bedragen dan de goothoogte vermeerderd met 1,5 m, met dien verstande dat op een erker en/of portaal met een plat dak een transparante afscheiding, dat wil zeggen voor minimaal 75% open, is toegestaan met een hoogte van maximaal 1 m gemeten vanaf de bovenkant erker en/of portaal. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 5 m. 3.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in: a lid 3.2.1 onder d voor het bouwen binnen 5 m van of in de zijdelingse en/of achterste perceelsgrens, mits dit aanvaardbaar is uit stedenbouwkundig oogpunt en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad; b lid 3.2.1 onder e voor het bouwen van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak en/of voor de voorgevellijn van de bedrijfswoning met een bouwhoogte van niet meer dan 2 meter, mits dit aanvaardbaar is uit stedenbouwkundig oogpunt en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad; c lid 3.2.2 onder a en b voor het bouwen van bedrijfsgebouwen met een hogere goothoogte en/of een hogere bouwhoogte, indien dit noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering, mits dit aanvaardbaar is uit stedenbouwkundig oogpunt en indien de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad. 3.4 Specifieke gebruiksregels 3.4.1 Beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten Binnen deze bestemming is de uitoefening van beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de bedrijfswoning, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn: a De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 40% van de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing van de bedrijfswoning en/of de bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning tot een maximum van 75 m 2. b Het gebruik is naar aard met het karakter van de omgeving in overeenstemming en het betreft geen publieksgerichte voorzieningen. c Er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd detailhandel in beperkte, ondergeschikte mate, in direct verband met de uitoefening van beroeps- of bedrijfsactiviteiten. d De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner(s). e Buitenopslag ten behoeve van de beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten is niet toegestaan. 3.4.2 Veehouderij a De oppervlakte van gebouwen die in gebruik zijn voor een veehouderij, met uitzondering van de bedrijfswoning en gebouwen die in gebruik zijn ten dienste van de bedrijfswoning, mag niet meer bedragen dan de oppervlakte ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan. 9

b Binnen gebouwen mag ten hoogste één bouwlaag worden gebruikt voor hethouden van dieren. 3.5 Afwijken van de gebruiksregels 3.5.1 Verbrede landbouw bij agrarische bedrijven (productiegebonden detailhandel) Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.1 voor het toestaan van verbrede landbouwactiviteiten in de vorm van productiegebonden detailhandel bij agrarische bedrijven binnen het bouwvlak, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: a De agrarische functie dient binnen het bouwvlak als hoofdfunctie aanwezig en herkenbaar te blijven. b Het agrarisch bouwvlak mag ten behoeve van de verbrede landbouwactiviteit niet worden uitgebreid. c Bij het agrarisch bedrijf is productiegebonden detailhandel toegestaan tot een oppervlakte van 100 m 2. d Buitenopslag ten behoeve van de verbrede landbouwactiviteit is niet toegestaan. e De verbrede landbouwactiviteit mag geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben. 3.5.2 Nevenfuncties bij agrarische bedrijven (statische binnenopslag) Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.1 voor het toestaan van nevenfuncties in de vorm van statische binnenopslag bij agrarische bedrijven binnen het bouwvlak, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: a De agrarische functie dient binnen het bouwvlak als hoofdfunctie aanwezig en herkenbaar te blijven. b Het agrarisch bouwvlak mag ten behoeve van de nevenfunctie niet worden uitgebreid. c Bij het agrarisch bedrijf is statische binnenopslag toegestaan tot een maximum gezamenlijke oppervlakte van 1.000 m². d Buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie is niet toegestaan. e De nevenfunctie mag geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben. 3.5.3 Gebruik bestaande bedrijfsgebouwen ten behoeve van seizoensarbeiders Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.1 voor het gebruik van bestaande bedrijfsgebouwen ten behoeve van de huisvesting van seizoensarbeiders, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: a Huisvesting in bedrijfsgebouwen is alleen toegestaan als de huisvesting niet geregeld kan worden in de eigen bedrijfswoning. b Huisvesting in bedrijfsgebouwen mag uitsluitend worden gebruikt voor de huisvesting van personen, wier huisvesting daar ter plaatse gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is vanwege een tijdelijk grote arbeidsbehoefte. c Huisvesting mag maximaal 6 maanden duren. 10

d e f Per bouwvlak mag maximaal 120 m² worden aangewend voor de huisvesting, inclusief gemeenschappelijke voorzieningen. Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen. De SAAB dient gehoord te worden. 3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden 3.6.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden ter plaatse van de aanduiding waterstaat zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a het aanbrengen van bovengrondse of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; b het dempen van waterlopen en vijvers; c het aanbrengen kaden, voor zover deze geen bouwwerken zijn. 3.6.2 Uitzonderingen Het in lid 3.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a het normale onderhoud betreffen dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming; b reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan. 3.5.3 Toelaatbaarheid De in lid 3.6.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de functie voor het waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheer niet onevenredig aantasten, dan wel de mogelijkheden voor herstel niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. 3.7 Wijzigingsbevoegdheid 3.7.1 Wijziging ten behoeve van niet-agrarische functies Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de vestiging van niet-agrarische functies, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: a Wijziging is uitsluitend toegestaan ter plaatse van het bouwvlak. b Het bouwvlak wordt verwijderd en de oppervlakte van het bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan 5.000 m² waarbinnen de voormalige bedrijfswoning met bijhorende verhardingen en bebouwing ten behoeve van de niet-agrarische functie is gesitueerd. c In afwijking van het bepaalde onder b mag de omvang van het bestemmingsvlak ten behoeve van een agrarisch-technisch hulpbedrijf, agrarisch verwant bedrijf, horeca, dagrecreatieve en/of maatschappelijke voorziening niet meer bedragen dan 1,5 ha. 11

d De oppervlakte aan bebouwing ten behoeve van de niet-agrarische functie per vrijgekomen agrarische bedrijfslocatie dient door sloop van overtollige bebouwing teruggebracht te worden tot de onder e genoemde oppervlakte. Nieuwbouw ten behoeve van de niet-agrarische functie is toegestaan, met dien verstande dat het in totaal op het perceel aanwezige bebouwd oppervlak als gevolg van de nieuwbouw niet mag toenemen. e De volgende niet-agrarische functies en bijbehorende maximale oppervlakte zijn toegestaan: 1 statische binnenopslag, waarbij de oppervlakte van de bebouwing ten behoeve van opslag niet meer mag bedragen dan 1.000 m²; 2 recreatie, waarbij de oppervlakte van de bebouwing ten behoeve van recreatie niet meer mag bedragen dan 500 m², waarbij een oppervlakte van 100 m² gebruikt mag worden ten behoeve van ondergeschikte horeca (inclusief terras); 3 een bedrijf in categorie 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of een naar aard en invloed hiermee gelijk te stellen bedrijf, waarbij de oppervlakte van de bebouwing ten behoeve van het bedrijf niet meer mag bedragen dan 400 m²; 4 zorgboerderijen, kinderboerderijen, educatieve en sociale voorzieningen, waarbij de oppervlakte van de bebouwing ten behoeve van deze voorzieningen niet meer mag bedragen dan 400 m², waarbij een oppervlakte van 100 m² gebruikt mag worden ten behoeve van ondergeschikte horeca (inclusief terras). f Buitenopslag en opslag in kassen zijn niet toegestaan. g Detailhandel en/of een zelfstandige kantoorvoorziening met baliefunctie is niet toegestaan, uitgezonderd productiegebonden detailhandel tot maximaal 100 m² ten behoeve van de activiteiten zoals genoemd in e onder 4. h De niet-agrarische functie mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering/ bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven. i De niet-agrarische functie mag geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben. j Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bebouwing op basis van een erfbeplantingsplan. k De wijziging gaat gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap en/of cultuurhistorische en/of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied. 12

3.3 Herziening bestemming Agrarisch met waarden - Landschapswaarden Artikel 4 (Agrarisch met waarden - Landschapswaarden) wordt in zijn geheel vervangen door: Artikel 4 Agrarisch met waarden - Landschapswaarden 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor Agrarisch met waarden - Landschapswaarden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a agrarisch gebruik; b groenvoorzieningen; c (onverharde) paden en wegen; d water en waterhuishoudkundige voorzieningen; e extensief recreatief medegebruik; alsmede voor: f het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurlijke waarden van de gronden. 4.2 Bouwregels 4.2.1 Algemeen a Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. b De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m. c De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m. 4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 4.3.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m² per perceel wordt gewijzigd of het maaiveld zelf met meer dan 0,20 m wordt gewijzigd; b het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,40 m onder maaiveld; c het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) waterlopen, sloten en greppels; d het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie; e het aanleggen of aanplanten van bos-, natuur- en landschapselementen of ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie; 13

f het aanleggen of aanplanten van hoger dan 1,5 m opgaand of dieper dan 0,40 m onder maaiveld wortelend houtgewas met agrarische productiefunctie; g het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten en steilranden; h het verwijderen van onverharde wegen of paden; i het verwijderen, aanleggen en/of verharden van paden en parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, voor zover groter dan 100 m². 4.3.2 Uitzonderingen Het in lid 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a het normale onderhoud betreffen dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming; b reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan. 4.3.3 Toelaatbaarheid De in lid 4.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de gronden. 14

3.4 Aanpassen regeling kiosk in de bestemming Groen Artikel 12 (Groen), lid 12.2, sublid 12.2.1 onder b komt te vervallen. Aan artikel 12 (Groen), lid 12.2, sublid 12.2.2 wordt het volgende toegevoegd: d De bouwhoogte van de kiosk ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van maatschappelijk kiosk mag niet meer bedragen dan 6 m. 3.5 Aanpassen afwijkende bebouwingsregeling in de bestemming Wonen Artikel 28 (Wonen), lid 28.2, sublid 28.2.2 onder k wordt als volgt herzien: k In aanvulling van het bepaalde onder a tot en met g mag het aanduidingsvlak specifieke bouwaanduiding - afwijkende bebouwingsregeling 2 volledig worden bebouwd. Artikel 28 (Wonen), lid 28.2, sublid 28.2.2 onder l wordt als volgt herzien: l In afwijking van het bepaalde onder h mag de goothoogte van bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende bebouwingsregeling 2' niet meer bedragen dan 4 m en in afwijking van het bepaalde onder i sub 1 mag de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - afwijkende bebouwingsregeling 2 niet meer bedragen dan 9,5 m. 3.6 Aanpassing regeling nadere eisen in de bestemming Wonen Artikel 28 (Wonen), lid 28.3, onder b wordt als volgt herzien: b De onder a genoemde nadere eisen mogen slechts worden gesteld indien zulks noodzakelijk is voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van de gemeentelijke en rijksmonumenten ter plaatse van de aanduiding specifieke bouw-aanduiding gemeentelijk monument of specifieke bouwaanduiding rijksmonument en de cultuurhistorisch waardevolle panden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waarden'. 3.7 Aanpassing verwijziging in de bestemming Wonen De verwijziging in artikel 28 (Wonen), lid 28.4, onder c en d wordt als volgt herzien: lid 28.2.2 onder d wordt gewijzigd in lid 28.2.2 onder e. 15

16

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels Artikel 4 Overgangsrecht 4.1 Overgangsrecht bouwwerken a b c Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1 gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2 na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10 %. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 4.2 Overgangsrecht gebruik a b c d Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 17

Artikel 5 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Luyksgestel en De Zwarte Bergen 2012, herziening 2014'. Vastgesteld: 1 juli 2014 18