CASE STUDY Datum 23-05-2013 Project AkzoNobel HQ Betreft Case study conform credit MAN 9 Van GroupA Onze referentie Bijlage Omschrijving van het project Lange tekst Hoofdkantoor AkzoNobel Het nieuwe hoofdkantoor van AkzoNobel aan de Zuidas in Amsterdam kenmerkt zich door de transparante, dynamische vorm van het gebouw. Rijdend over de snelweg A10 of de Beethovenstraat verandert de gelaagde gevel, door de veranderende inkijkhoek, van gesloten naar transparant. De dubbele glazen gevels met geïntegreerd lichtontwerp zorgen ervoor dat het gebouw zowel overdag als 's nachts een warme en levendige uitstraling krijgt. Het gebruik van duurzaam behandeld, gecoat hout is een directe verwijzing naar de kernactiviteiten van AkzoNobel, te weten coatings, lakken en verven. Ruggengraat van het ontwerp zijn twee in elkaar gevlochten atria. Het eerste atrium strekt zich uit over de openbare publieke ruimte van de begane grond, de semi-openbare eerste verdieping met de AkzoNobel Art Foundation en auditorium, en het vergadercentrum op de tweede verdieping. Dit horizontaal georiënteerde atrium verbindt deze functies met de levendigheid van het aanliggende plein. Het opgetilde tweede atrium loopt vanaf het vergadercentrum door alle kantoorvloeren. Deze verticale ruimte is gericht op het lange zicht over het spectaculaire Zuidaspanorama, met de snelweg. Het vergadercentrum is het hart van het gebouw. Medewerkers en zakenpartners van AkzoNobel uit de gehele wereld komen bij elkaar in dit epicentrum. Het twee verdiepingen hoge auditorium wordt gedeeld door het vergadercentrum en de museale collectie van het bedrijf, de Art Foundation. Dit museum nodigt het publiek uit om de omvangrijke en spectaculaire hedendaagse kunstcollectie van het bedrijf te bekijken. Vanaf het publieke entreegebied op de begane grond vervlecht een grote dubbele spiraaltrap de stromen mensen voor het AkzoNobel vergadercentrum en het algemene museumpubliek tot een sculpturaal vormgegeven geheel. Het gebouw is op alle schaalniveaus ontworpen om een meerwaarde te vormen voor zijn stedelijke omgeving. De hoofdvorm van het gebouw begeleidt de stromen mensen in het gebied. De verticale belijning en de driedeling, met een twee verdiepingen hoge plint, een bovenbouw en een kop, laten het gebouw naadloos aansluiten op zijn toekomstige omgeving. Op het pleinniveau sluit het publieke entreegebied met de receptie, het restaurant en een winkel direct aan op het straatleven. De tentoonstellingen van de Art Foundation op de eerste verdieping zijn zowel van de hoger gelegen snelweg als van het plein goed zichtbaar. Het vergadercentrum en de kantoren zijn op de hoger gelegen verdiepingen geplaatst. De eerste twee verdiepingen zijn van buiten goed zichtbaar. Vanaf de tweede verdieping begint de dubbele gevel die de kantoren klimaat- en geluidstechnisch beschermt en meer privacy geeft voor het kantoorpersoneel.
Figuur 1: overzicht nieuw hoofdkantoor AkzoNobel te Amsterdam Figuur 2: Schematische weergave plint en atria BREEAM-NL Rating & score Dura Vermeer wil graag een bijdrage leveren aan een duurzaam gebouwde omgeving. Duurzaam ondernemen is voor Dura Vermeer meer dan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Voor Dura Vermeer betekent duurzaamheid een optimum tussen sociale, economische en ecologische belangen. Mede vanuit dit streven is de ambitie geformuleerd het nieuwe hoofdkantoor te certificeren volgens de BREEAM-NL Nieuwbouw beoordelingsmethodiek, wat uiteindelijk moet leiden tot het certificaat vier sterren/ Excellent.
Belangrijke innovatieve en milieuvriendelijke ontwerpmaatregelen In het ontwerp van de nieuwbouw van AkzoNobel HQ is een aantal innovatieve- en duurzamemaatregelen getroffen. Hieronder volgt een opsomming van de getroffen maatregelen: Management: Flexibel indeelbare plattegronden: Gezondheid en energie: Figuur 3: Typische kantoorindeling AkzoNobel HQ Figuur 4: oriëntatie gebouw t.o.v. de zon
Installatietechnisch De volgende installatietechnische innovatieve en duurzaamheidsmaatregelen worden in de installatiebestekken verwerkt: Te openen ramen met houten/aluminium kozijnen; warmte- en koudeopslag in combinatie met een HR-107 verwarmingssysteem; Lage temperatuur verwarming; koelen met koudeopslag; ventilatie volgens NEN-EN 15251; materialen die een lage vervuilingswaarde hebben; gecontroleerde ventilatie met CO2-detectie in de vergaderruimtes; 75 90% warmteterugwinning van ventilatielucht; energiezuinige verlichting van 5,5W/m2 aanwezigheidsdetectie voor de kantoorverlichting; waterzuinige toiletten en kranen. Figuur 5: diagram klimaatprincipe
Figuur 6: regelbare passieve ventilatie van 2e huidgevel Figuur 7: PV-Cellen op het dak
Transport: Figuur 8: Openbaar vervoer verbindingen
Materialen: Figuur 9: Fietsenstalling om fietsen te stimuleren Bruto vloeroppervlak conform NEN 2580 Bruto vloeroppervlak bedraagt 16.556 m2 BVO. Figuur 10: Duurzame materialen toegepast Terrein oppervlakte van de locatie Het totale terrein van het Beethoven-plot bedraagt 30.000 m2.
Vloeroppervlaktestaat naar functie conform NEN 2580 Tabel 1: Overzicht oppervlakte per functie Verkeersoppervlak conform NEN 2580 Totaal oppervlakte aan verkeersruimte bedraagt ca. 1.200 m2 BVO. Opslagruimten conform NEN 2580 Totaal oppervlakte aan opslagruimte bedraagt 133 m2 NVO. Gemeenschappelijk gebruik Totaal oppervlakte voor gemeenschappelijk gebruik bedraagt 1.300 m2 BVO. Dit komt neer op 8% van het totale BVO. Daarnaast is ca. 15.000 m2 publieke buitenruimte. Verwacht energiegebruik - Het energiegebruik, conform de energieprestatie berekening, zal naar verwachting 59.1 kwh/m² BVO bedragen. - verwacht verbruik van fossiele brandstoffen in kwh/m² BVO; er is 987.029 kwh aan elektriciteit - benodigd, dus 62.5 kwh/m 2 BVO - verwacht verbruik van duurzame energiebronnen in kwh/m² BVO; er wordt 53.044 kwh opgewekt met de PV-cellen, dus 3.4 kwh/m 2 BVO - verwacht waterverbruik in m3/persoon/jaar; 3344 m 3 /jaar / 560 personen = 6.0 m 3 /persoon/jaar Reductie milieu-impact tijdens bouwproces Tijdens het bouwproces zijn stappen ondernomen om de milieu-impact te beperken. Tijdens de bouw wordt voldaan aan actuele praktijkrichtlijnen voor bouwplaatsbeheer. De controle en rapportage van de afvalstromen worden uitgevoerd door Dura Vermeer. Proces, organisatie Het project verloopt volgens het traditionele principe, waarbij de volgende partijen betrokken zijn: opdrachtgever: Dura Vermeer; Dura Vermeer; architect: GroupA; interieurarchitect: GroupA; installatieadviseur: Hiensch; constructeur: Corsmit; bouwmanagement: Brink Groep te Eindhoven; kostenadvisering: Brink Groep te Eindhoven; BREEAM-NL Expert: Brink Groep te Eindhoven; BREEAM-NL Assessor: Grontmij te Rotterdam. Kosten/baten Bij het bepalen van de te behalen credits is niet alleen gekeken naar de investering op korte termijn, maar ook naar de verwachte baten op de lange termijn. De te verwachte baten komen onder andere door
energie- en waterbesparing en langere levensduur van gekozen materialen. BREEAM-NL Tips voor volgend credits project In 1. overleg Dit project met is AkzoNobel een 'one of kind' is bepaald project welke gezien credits het haalbaar als BREEAM NL en tevens pilot wenselijk project waren. in 2008/2009 Daarbij is rekening geregistreerd. gehouden Echter met een van buffer, 2010 tot zodat 2012/2013 er voldoende heeft ruimte het project is om stilgelegen eventueel na en nader is BREEAM NL onderzoek niet ambitie haalbare bij doorstart credits te verhoogt kunnen van laten drie vallen. sterren Dit naar resulteert vier sterren. in onderstaand Wanneer overzicht: in het begin al gestuurd was op het behalen van vier sterren zou dit voor het gehele proces beter zijn. 2. Wanneer er op één plot meerdere gebouwen komen welke door één hoofdaannemer gebouwd wordt is het goed om dit, voor BREEAM NL, als één bouwplaats te zien zodat er geen bewijslasten dubbel opgesteld dienen te worden. Hierbij is de communicatie tussen de verschillende actoren belangrijk. 3. Zorg in het voortraject voor voldoende buffer in de BREEAM NL score, dit zodat bij het niet behalen van een credit niet meteen de eindscore terugvalt en er een makkelijker proces ontstaat. 4. Nog eerder in het ontwerpproces helderheid krijgen over de eventuele BREEAM NL certificering en duurzaamheidsambities, waardoor een hogere score haalbaar is of keuze uit meer credits mogelijk zijn. 5. Als laatste tip is het goed om tot in detail eisen te verwerken in het bestek en tekeningen, waarbij ook duidelijk gemeld dient te worden dat het aanvullende BREEAM NL eisen zijn. Dit zodat de BREEAM NL eisen ook in de op te stellen stukken 'geoormerkt' zijn en hier actiehouders aan gekoppeld kunnen worden. BREEAM-NL credits In overleg met AkzoNobel is bepaald welke credits haalbaar en tevens wenselijk waren. Daarbij is rekening gehouden met een buffer, zodat er voldoende ruimte is om eventueel na nader onderzoek niet haalbare credits te kunnen laten vallen. Dit resulteert in onderstaand overzicht: Figuur 11: Overzicht BREEAM-NL score Figuur 11: Overzicht BREEAM-NL score