K O N I N K R I J K BE L G I Ë F e d e r a l e O v e r h e i d s d i e n s t B u i t e n l a n d s e Z a k e n, B u i t e n l a n d s e H a n d e l e n O n t w i k k e l i n g s s a m e n w e r k i n g Directie Protocol P1.1 CIRCULAIRE NOTA BEVOORRECHT STATUUT VAN DE ECHTGENO(O)TE EN VAN DE NIET- GEHUWDE WETTELIJKE PARTNER VAN DE PERSONEELSLEDEN VAN DE DIPLOMATIEKE ZENDINGEN (16 mei 2008) De Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking biedt de in Brussel gevestigde diplomatieke zendingen zijn complimenten aan en heeft de eer hen hierna in kennis te stellen van de bepalingen inzake het bevoorrecht statuut van de (1) echtgeno(o)t(e) en (2) van de niet-gehuwde wettelijke partner van de personeelsleden van de diplomatieke zendingen. De Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking maakt van de gelegenheid gebruik om de verzekering van zijn zeer bijzondere hoogachting jegens de in Brussel gevestigde diplomatieke zendingen te hernieuwen. Aan de in Brussel gevestigde diplomatieke zendingen TEL. 02/501 81 11 FAX 02/514 30 67 E-MAIL:info@diplobel.org WEB: http://www.diplomatie.be EGMONT Karmelietenstraat 15, 1000 Brussel
BEVOORRECHT STATUUT VAN DE ECHTGENO(O)T(E) EN VAN DE NIET- GEHUWDE WETTELIJKE PARTNER VAN DE PERSONEELSLEDEN VAN DE DIPLOMATIEKE ZENDINGEN 1 Echtgeno(o)t(e), (16 mei 2008) INHOUDSTAFEL 1.1 Omschrijving, 1.2 Algemene beginselen inzake de toekenning van een bevoorrecht statuut, 1.3 De echtgeno(o)t(e) is een Belgisch ingezetene en/of heeft de Belgische nationaliteit, 1.4 Administratieve formaliteiten om een bijzondere verblijfsvergunning te verkrijgen, 1.4.1 De echtgeno(o)t(e) heeft dezelfde nationaliteit en hetzelfde soort paspoort als het personeelslid van de zending en titularis van de functie, 1.4.2 De echtgeno(o)t(e) heeft dezelfde nationaliteit maar niet hetzelfde soort paspoort als het personeelslid van de zending en titularis van de functie, 1.4.3 De echtgeno(o)t(e) heeft niet dezelfde nationaliteit maar wel hetzelfde soort paspoort als het personeelslid van de zending en titularis van de functie, en uitgereikt door de zendstaat van laatstgenoemde, 1.4.4 De echtgeno(o)t(e) heeft niet dezelfde nationaliteit en ook niet hetzelfde soort paspoort als het personeelslid van de zending en titularis van de functie. 2 Niet-gehuwde wettelijke partner, 2.1 Omschrijving, 2.2 Algemene beginselen inzake de toekenning van een bevoorrecht statuut, 2.3 De partner is een Belgisch ingezetene en/of heeft de Belgische nationaliteit, 2.4 Administratieve formaliteiten om een bijzondere verblijfsvergunning te verkrijgen. 1 Echtgeno(o)t(e) 1.1 Omschrijving In België wordt de term «echtgenoten/echtgenotes» gehanteerd voor twee personen die in de echt zijn verbonden door het burgerlijk huwelijk. Een burgerlijk huwelijk kan worden aangegaan door personen van verschillend geslacht of van hetzelfde geslacht. Het polygaam huwelijk wordt in België beschouwd als zijnde in strijd met de openbare orde en de goede zeden en wordt derhalve niet aanvaard als wettelijk huwelijk. 1.2 Algemene beginselen inzake de toekenning van een bevoorrecht statuut Het bevoorrecht statuut wordt door de ontvangende Staat toegekend aan de echtgeno(o)te in overeenstemming met de functie die het lid van de zending uitoefent en derhalve op basis van de personeelscategorie waartoe het lid van de zending behoort, overeenkomstig het Verdrag van Wenen inzake het diplomatiek verkeer van 18 april 1961. 2
In de kennisgeving van aankomst stelt de betrokken zending de Directie Protocol P1.1 in kennis van de functie die het nieuwe personeelslid van de zending uitoefent en van de personeelscategorie waartoe hij behoort. Verder worden gegevens verstrekt over de gezinsleden die hem vergezellen (meerderjarige echtgeno(o)t(e)/wettelijke partner, kinderen). Wat de kinderen betreft, wordt verwezen naar de circulaire nota over het «Bevoorrecht statuut van de kinderen van het personeel van de diplomatieke zendingen». Overeenkomstig het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer (1961) en volgens de in België gangbare gebruiken, dient imperatief aan de drie hiernavolgende voorwaarden te worden voldaan door de echtgeno(o)t(e) om een speciale identiteitskaart te bekomen verstrekt door de Directie Protocol P1.1: inwonend gezinslid zijn van het personeelslid van de zending en titularis van de functie, ten laste zijn van het personeelslid van de zending en titularis van de functie, geen betaalde activiteit uitoefenen in België (zie circulaire nota : «Accreditatie van de personeelsleden van de diplomatieke zendingen in België alsmede van hun gezinsleden»). Het feit houder te zijn van een diplomatiek of dienstpaspoort van de zendstaat geeft geen automatisch recht op een bevoorrecht statuut in de ontvangende Staat. Het soort paspoort dat door de zendstaat werd verstrekt is veeleer een aanwijzing met betrekking tot het statuut dat de zendstaat wenst voor zijn naar een diplomatieke post gezonden ambtenaar, met dien verstande dat het paspoort in de eerste plaats een reistitel is. De echtgeno(o)te is doorgaans in het bezit van hetzelfde soort geldig paspoort van de zendstaat als het personeelslid van de zending, voorzien van het gepaste visum van hetzelfde soort afgegeven door de ambassade van België in het land van herkomst en met vermelding van de juiste verwantschap met het personeelslid van de zending. Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan en de functie alsmede de personeelscategorie van het personeelslid van de zending duidelijk bepaald zijn, wordt aan de echtgeno(o)t(e), net zoals aan het lid van de zending een bijzondere verblijfsvergunning afgegeven. Op grond hiervan geniet de betrokkene dezelfde voorrechten en immuniteiten. 1.3 De echtgeno(o)t(e) is een Belgisch ingezetene en/of heeft de Belgische nationaliteit Er dient evenwel genoteerd dat een bijzondere verblijfsvergunning die overeenkomt met een bevoorrecht statuut niet kan worden verstrekt aan een Belgische echtgeno(o)t(e) (ook niet in geval van dubbele nationaliteit) of aan een Belgisch ingezetene, d.i. een permanent verblijfshouder in België. Wordt beschouwd als «Belgisch ingezetene», of permanent verblijfshouder, een persoon die langer dan zes maanden in België verblijft (en dus is ingeschreven in het Rijksregister van de natuurlijke personen en derhalve in het bezit is van een gewone verblijfsvergunning die wordt uitgereikt door het gemeentebestuur van de plaats van verblijf). Wie een einde maakt aan zijn verblijf als «Belgische ingezetene» om naar het buitenland te vertrekken, kan geen aanspraak maken in België op een bevoorrecht statuut op 3
grond van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 18 april 1961, vooraleer een termijn van één jaar verstreken is na de schrapping uit het Rijksregister en na het Belgische grondgebied daadwerkelijk te hebben verlaten voor een woonplaats in het buitenland. 1.4 Administratieve formaliteiten om een bijzondere verblijfsvergunning te verkrijgen 1.4.1 De echtgeno(o)t(e) heeft dezelfde nationaliteit en hetzelfde soort paspoort als het personeelslid van de zending en titularis van de functie De administratieve formaliteiten om een bijzondere verblijfsvergunning te verkrijgen zijn omschreven in circulaire nota : «Accreditatie van de personeelsleden van de diplomatieke zendingen in België alsmede van hun gezinsleden». Een speciale identiteitskaart kan volgens de van kracht zijnde procedure worden verstrekt. De Directie Protocol P1.1 behoudt zich evenwel het recht voor om de overlegging van een eensluidend afschrift van de huwelijksakte te vragen. Zo de huwelijksakte niet in één van de landstalen (Nederlands, Frans, Duits) dan wel in het Engels is opgesteld, moet het afschrift vergezeld gaan van een vertaling naar één van deze talen. De vertaling wordt naar behoren gelegaliseerd door de bevoegde Belgische diplomatieke of consulaire post. 1.4.2 De echtgeno(o)t(e) heeft dezelfde nationaliteit maar niet hetzelfde soort paspoort als het personeelslid van de zending en titularis van de functie Hoewel het Verdrag van Wenen voor de echtgeno(o)t(e) van een diplomatiek ambtenaar (of van een ander personeelslid van de zending) geen diplomatiek of dienstpaspoort vereist, is het in België gebruikelijk dat de Directie Protocol P1.1 met het oog op de toekenning van een bevoorrecht statuut, vraagt dat de echtgeno(o)t(e) in het bezit is van eenzelfde soort officieel paspoort als het personeelslid van de zending en titularis van de functie. Zo de regelgeving van de zendstaat niet voorziet in de afgifte van een diplomatiek paspoort voor de echtgeno(o)t(e) van een diplomatiek ambtenaar of van een dienstpaspoort voor de echtgeno(o)t(e) van een tot een andere personeelscategorie behorend lid van de zending, beoordeelt de Directie Protocol P1.1 de aanvraag om een bevoorrecht statuut van de echtgeno(o)t(e) op overlegging van de huwelijksakte en op basis van de gegevens die per verbale nota worden verstrekt door de zendstaat. De Directie Protocol P1.1 vraagt de zendstaat haar in voorkomend geval te bevestigen dat aan sommige personeelscategorieën doorgaans geen officiële paspoorten worden uitgereikt. Desgevallend, zo een bevoorrecht statuut niet kan worden toegekend omdat de formaliteiten niet werden vervuld, zal de echtgeno(o)t(e) verzocht worden zich aan te melden bij de gemeente van de (tijdelijke) verblijfplaats teneinde zijn/haar verblijf in Belgie te regulariseren voor de duur dat zijn/haar echtgeno(o)t(e) bij de zending een functie uitoefent. De Directie Protocol P1.1 kan op verzoek van de betrokken zending een toelichtende brief naar de Dienst Vreemdelingenzaken sturen om de vraag van de betrokkene om ingeschreven te worden in het Vreemdelingen-register van de gemeente van verblijf, te steunen. 4
1.4.3 De echtgeno(o)t(e) heeft niet dezelfde nationaliteit maar wel hetzelfde soort paspoort als het personeelslid van de zending en titularis van de functie, en uitgereikt door de zendstaat van laatstgenoemde In dat geval zijn de algemene voorwaarden zoals vermeld onder de punten 1.2 en 1.4.1. van toepassing. 1.4.4 De echtgeno(o)t(e) heeft niet dezelfde nationaliteit en ook niet hetzelfde soort paspoort als het personeelslid van de zending en titularis van de functie Hoewel het Verdrag van Wenen voor de echtgeno(o)t(e) van een diplomatiek ambtenaar van de zending geen diplomatiek paspoort vereist en voor de echtgeno(o)t(e) van een tot een andere personeelscategorie behorend lid van de zending geen dienstpaspoort, is het in België gebruikelijk dat de Directie Protocol P1.1, met het oog op de toekenning van een bevoorrecht statuut, vraagt dat de echtgeno(o)t(e) in het bezit is van hetzelfde soort officieel paspoort als het personeelslid van de zending en titularis van de functie. Zo de regelgeving van de zendstaat niet voorziet in de afgifte van een diplomatiek paspoort voor de echtgeno(o)t(e) van een diplomatiek ambtenaar of van een dienstpaspoort voor de echtgeno(o)t(e) van een tot een andere personeelscategorie behorend lid van de zending, indien ze niet de nationaliteit hebben van de zendstaat, vraagt de Directie Protocol P1.1 aan de ambassade haar een officiële nota toe te sturen, die het volgende bevestigt : (1) de desbetreffende regelgeving, (2) de duidelijke wens om een diplomatiek statuut (en de daaraan verbonden immuniteiten en voorrechten) te verkrijgen voor de echtgeno(o)t(e) van de ambtenaar, ook al heeft de betrokkene niet de nationaliteit van de zendstaat, (3) dat «de zendstaat zich ertoe verbindt, zo de omstandigheden zulks rechtvaardigen, gegronde verzoeken van de ontvangende staat tot het opheffen van de diplomatieke immuniteit van de persoon in kwestie welwillend te onderzoeken en er uitspraak over te doen». De Directie Protocol P1.1 beoordeelt de aanvraag van een bevoorrecht statuut op overlegging van een afschrift van de huwelijksakte (zie formaliteiten onder punt 1.4.1.) en op basis van de gegevens die per verbale nota worden verstrekt door de zendstaat. De ontvangende staat kan uiteraard geen bevoorrecht statuut toekennen wanneer de zendstaat niet het bewijs levert dat de rechtsgrond voor de toekenning van een speciaal statuut aanwezig is. In voorkomend geval wordt de echtgeno(o)t(e) verzocht zich aan te melden bij de gemeente van de (tijdelijke) verblijfplaats teneinde zijn/haar verblijf in België te regulariseren voor de duur dat zijn/haar echtgeno(o)t(e) de functie als lid van de zending uitoefent. De Directie Protocol P1.1 kan op verzoek van de betrokken zending een toelichtende brief naar de Dienst Vreemdelingenzaken van de FOD Binnenlandse Zaken sturen om de vraag van de betrokkene om 5
ingeschreven te worden in het Vreemdelingenregister van de gemeente van verblijf, te steunen. 2 Niet-gehuwde wettelijke partner 2.1 Omschrijving Elke persoon, die niet wettelijk gehuwd is (zie punt 1.1) maar die als paar samenwoont met iemand van het andere geslacht of van hetzelfde geslacht, in het kader van een stabiele, langdurige relatie, wordt beschouwd als «partner». Alleen echter de «wettelijke en officiële partners» van wie het partnerschap of het samenwonen (1) op een rechtsgrond stoelt en (2) wier duurzame relatie officieel erkend is door het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de zendstaat, kunnen bij de ontvangende staat een verzoek indienen met het oog op het verkrijgen van een bevoorrecht statuut in het kader van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer (1961). Als rechtsgrond voor een wettelijk partnerschap geldt : elke wettelijke instelling of specifieke overeenkomst die geacteerd is door de dienst Burgerlijke Stand van de woonplaats van één van de partners of die verleden werd voor een bevoegde officiële autoriteit van de zendstaat of van de ontvangende staat, waarbij erkend of geregistreerd wordt dat de partners zich ertoe verbinden om samen te leven en de uit dit partnerschap voortvloeiende rechten en plichten jegens elkaar na te komen. Naar analogie van de vereisten ten aanzien van de echtgeno(o)t(e) met het oog op het verkrijgen van een bevoorrecht statuut en om elke vorm van discriminatie te voorkomen, gelden voor de niet-gehuwde wettelijke partners die een geprivilegieerde status wensen te bekomen, dezelfde administratieve formaliteiten. De Directie Protocol P1.1 kan dan ook soortgelijke bewijsstukken vragen. Voor partners is dat een afschrift van de akte van partnerschap (zoals de huwelijksakte voor echtgenoten zie formaliteiten onder punt 1.4.1.). Een attest alleen is niet voldoende. Het «partnerschap» waarvoor geen rechtsgrond voorhanden is, met name «het de facto samenwonen» geeft geen recht op een geprivilegieerde status in het kader van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer (1961). De «de facto samenwonenden» dienen zich derhalve te wenden tot de gemeente van hun verblijfplaats om hun tijdelijk verblijf in België te regulariseren, nadat ze van de Belgische diplomatieke of consulaire post die bevoegd is voor het land van herkomst, voorafgaandelijk een passend visum hebben gekregen. Het «polygaam partnerschap» wordt in België beschouwd als zijnde in strijd met de openbare orde en de goede zeden en wordt derhalve in België niet aanvaard als wettelijk partnerschap. 2.2 Algemene beginselen voor het toekennen van een bevoorrecht statuut. Indien er geen wettelijk huwelijk is in de strikte zin (zie omschrijving onder punt 1.1.), dan is het voor het goed functioneren in België van de personeelsleden van de diplomatieke zendingen toch noodzakelijk dat aan de partner alleen maar een speciale status (met immuniteiten en voorrechten en dus de daaruit voortvloeiende rechtsgevolgen) wordt toegekend, op voorwaarde dat (1) er een rechtsgrond voorhanden is en dat (2) het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de zendstaat de 6
relatie/duurzame vereniging tussen het personeelslid van de zending en de partner volledig en formeel erkent. Het ligt voor de hand dat de ontvangende staat in dit geval niet meer kan toestaan dan datgene wat de zendstaat zelf bereid is te geven of te erkennen. De wettelijke partner moet door de zendstaat als officiële partner worden erkend, zo hij in die hoedanigheid in het Belgisch diplomatieke systeem wil worden erkend. Het gezin/paar dat de wettelijke partners vormen, moet naar behoren worden bevestigd en daarnaast ook worden erkend door de zendstaat. Ook is het zo dat zulks niet strijdig mag zijn met de Belgische openbare orde. Het «de facto samenwonen», zonder enige rechtsgrond, geeft geen recht op een geprivilegieerde status in het kader van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer (1961). Overeenkomstig het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer (1961) en de in België gangbare gebruiken moet, naar het voorbeeld van de vereisten voor de echtgeno(o)t(e), door de niet-gehuwde wettelijke partner worden voldaan aan drie voorwaarden om in aanmerking te komen voor een speciale identiteitskaart die wordt afgegeven door de Directie Protocol P1.1, met name : inwonend gezinslid zijn van het personeelslid van de zending en titularis van de functie, ten laste zijn van het personeelslid van de zending en titularis van de functie, geen betaalde activiteit uitoefenen in België (zie circulaire nota : «Accreditatie van de personeelsleden van de diplomatieke zendingen in België alsmede van hun gezinsleden»). 2.3 De partner is Belgisch ingezetene en/of heeft de Belgische nationaliteit Er dient evenwel genoteerd dat een bijzondere verblijfsvergunning, die overeenkomt met een bevoorrecht statuut, niet kan worden verstrekt aan een Belgische wettelijke partner (ook niet in geval van dubbele nationaliteit) of aan een Belgisch ingezetene, d.i. een permanent verblijfshouder in België. Wordt beschouwd als «Belgisch ingezetene», of permanent verblijfshouder, een persoon die langer dan zes maanden in België verblijft (en dus is ingeschreven in het Rijksregister van de natuurlijke personen en derhalve in het bezit is van een gewone verblijfsvergunning die wordt uitgereikt door het gemeentebestuur van de plaats van verblijf). Wie een einde maakt aan zijn verblijf als «Belgische ingezetene» om naar het buitenland te vertrekken, kan geen aanspraak maken in België op een bevoorrecht statuut op grond van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 18 april 1961, vooraleer een termijn van één jaar verstreken is na de schrapping uit het Rijksregister en na het Belgische grondgebied daadwerkelijk te hebben verlaten voor een woonplaats in het buitenland. 2.4 Administratieve formaliteiten om een bijzondere verblijfsvergunning te verkrijgen Naar analogie van de vereisten ten aanzien van de echtgeno(o)t(e) en rekening houdend met de mogelijke scenario s in verband met partnerschap en samenwonen (zie omschrijvingen onder punt 2.1.), moeten voor de niet-gehuwde wettelijke partners, met het oog op het verkrijgen van dezelfde speciale status als de partner die 7
personeelslid is van de zending en titularis van de functie, de volgende administratieve formaliteiten worden vervuld. Bij het aanvragen van het bevoorrecht statuut voor de wettelijke partner, moet de diplomatieke zending de volgende documenten overleggen : (1) Als akte van de burgerlijke stand, het wettelijk document dat de opgegeven status staaft en dat is afgegeven door de bevoegde autoriteiten van de zendstaat (zijnde de juridische en officiële bevestiging van het wettelijke partnerschap/de duurzame relatie). Zie ook de formaliteiten zoals vermeld onder punt 1.4.1. Indien de autoriteiten van de zendstaat voornoemd wettelijk document niet kunnen verstrekken (bijv. omdat het «wettelijk partnerschap» als instelling niet bestaat in hun land), kunnen ze dit gegeven per verbale nota van hun diplomatieke zending bevestigen. Een stabiele en duurzame relatie die in het land van herkomst van de betrokkenen geen rechtsgrond heeft (zie punt 2.1.), kan wettelijk worden erkend middels een akte van wettelijke samenwoning te verlijden voor een Belgisch notaris. Deze akte kan dan vervolgens worden voorgelegd als in België erkend wettelijk bewijs van samenwoning. (2) Een officiële nota van de diplomatieke zending in Brussel die bevestigt dat de zendstaat (en, in dit geval, het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de zendstaat) (a) in kennis werd gesteld van dit wettelijke partnerschap of van deze stabiele en duurzame relatie en (b) van het feit dat de partner in kwestie erkend is als officiële en samenwonende partner van het personeelslid van de diplomatieke zending in Brussel. (3) Een kopie van hetzelfde soort officieel paspoort (door de zendstaat verstrekt diplomatiek paspoort of dienstpaspoort) als het paspoort dat de zendstaat normaliter afgeeft aan de echtgeno(o)t(e) van diplomatieke ambtenaren (of van de leden van andere personeelscategorieën van de zending) waarop de hoedanigheid van de wettelijke partner van het personeelslid van de zending vermeld staat. Het paspoort moet geldig zijn en voorzien van hetzelfde soort passende visum, dat is afgegeven door de bevoegde Belgische diplomatieke of consulaire post. Indien aan deze drie vereisten is voldaan, kan de wettelijke en officiële partner een diplomatieke identiteitskaart/een bijzondere verblijfsvergunning met dezelfde immuniteiten en voorrechten krijgen als zijn/haar partner-titularis van de functie in de missie, conform het Verdrag van Wenen van 18 april 1961 inzake het diplomatiek verkeer. Indien voornoemde drie stukken niet worden overgelegd, dient contact te worden opgenomen met de Dienst Bevolking van de gemeente van verblijf, teneinde het tijdelijk verblijf van de betrokkene in België te regulariseren voor de duur dat de partner zijn functie als lid van de zending uitoefent. Te noteren : Voor de niet-gehuwde wettelijke partner, die niet de nationaliteit heeft van de zendstaat, zijn dezelfde administratieve formaliteiten als voor de echtgeno(o)t(e), die niet de nationaliteit heeft van de zendstaat van toepassing (zie punt 1.4). 8