INTERN HUURREGLEMENT 1

Vergelijkbare documenten
TOELICHTING BIJ DE INSCHRIJVING, TE LEZEN EN TE BEWAREN DOOR DE KANDIDAAT-HUURDER

INTERN HUURREGLEMENT. van de. Gewestelijke Maatschappij voor Woningbouw cvba Acacialaan 49W Zele

INTERN HUURREGLEMENT VAN HET OCMW MENEN

INLICHTINGEN VOOR KANDIDAAT-HUURDERS VAN EEN SOCIALE WONING : HET HUREN VAN EEN SOCIALE WONING / SOCIAAL APPARTEMENT VOORWAARDEN EN REGELS

INTERN HUURREGLEMENT

Lokaal toewijzingsreglement voor de sociale huurwoningen op het grondgebied van de Stad Gent

INTERN HUURREGLEMENT BEJAARDENWONINGEN OCMW DE HAAN

INTERN HUURREGLEMENT. van de DEINSE SOCIALE BOUWMAATSCHAPPIJ CVBA

INTERN HUURREGLEMENT. van de SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJ DENDERSTREEK

Gewestelijke Maatschappij voor Huisvesting

INTERN HUURREGLEMENT

INFOBROCHURE BIJ HET AANVRAGEN VAN EEN SOCIALE WONING

INFOBROCHURE BIJ HET AANVRAGEN VAN EEN SOCIALE WONING

Toelichting bij het indienen van een aanvraag voor een sociale woning

Intern huurreglement

Sociale huisvesting in Vlaanderen*.

Sociaal huurstelsel INTERNE HUURREGELING

4 OKTOBER Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het woonbeleid

4 OKTOBER Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het woonbeleid

Toelichting bij het indienen van een aanvraag voor een sociale woning

TOELICHTING BIJ DE INSCHRIJVING

TOELICHTINGSBROCHURE BIJ HET AANVRAGEN VAN EEN SOCIALE WONING

TOELICHTING BIJ UW INSCHRIJVING BIJ DE GENTSE HAARD (DGH) DEZE BROCHURE BEVAT BELANGRIJKE INFORMATIE DIE U MOET DOORNEMEN

INTERN HUURREGLEMENT

De beëindiging van de huurovereenkomst

INTERN HUURREGLEMENT

Intern Huurreglement

ALGEMENE INFORMATIE VOOR DE KANDIDAAT-HUURDER

INTERN HUURREGLEMENT

INTERN HUURREGLEMENT. van de SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJ. cvba WONEN

Lokaal toewijzingsreglement voor de sociale huurwoningen op het grondgebied van de Stad Gent

TOELICHTING BIJ UW INSCHRIJVING BIJ DEZE BROCHURE BEVAT BELANGRIJKE INFORMATIE DIE U MOET DOORNEMEN

INTERN HUURREGLEMENT. van de SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJ VOLKSWELZIJN

INTERN HUURREGLEMENT

INTERN HUURREGLEMENT

Besluit van de Vlaamse Regering tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode

INLICHTINGEN VOOR KANDIDAAT-HUURDERS VAN EEN SOCIALE WONING : HET HUREN VAN EEN SOCIALE WONING / SOCIAAL APPARTEMENT VOORWAARDEN EN REGELS

INTERN HUURREGLEMENT

Intern Huurreglement OCMW LENNIK Kroonstraat Lennik

R E G L E M E N T LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR OUDEREN. Gemeenteraad van INLEIDING

INTERN HUURREGLEMENT. van de SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJ. cvba WONEN

INTERN HUURREGLEMENT. van de SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJ. cvba WONEN

C.V.B.A. TUINWIJK Versie april 2018 MEERSSTRAAT LOKEREN INTERN HUURREGLEMENT

Sociale woning huren - Info. Omschrijving. Voorwaarden. Inkomensvoorwaarde. Eigendomsvoorwaarde

TOELICHTINGSBROCHURE BIJ HET AANVRAGEN VAN EEN SOCIALE WONING

INFORMATIE BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN SOCIALE HUURWONING

cvba Eigen Woning Intern huurreglement versie raad van bestuur dd. 7/12/16

INTERN HUURREGLEMENT. Voorwoord. 1. Inschrijvings-en toelatingsvoorwaarden. 1.1 Inschijvingsvoorwaarden (art.3 1 van het besluit)

VII /03/2008, BVR 18/07/2008, BVR 10/10/2008, BVR 06/02/2009, BVR

Informatiefolder. Alles wat u moet weten over het aanvragen van een sociale huurwoning

BIJLAGE I VAN HET OVERDRACHTENBESLUIT VAN 29/9/2006 TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE KOOPWONINGEN

INTERN HUURREGLEMENT 2013 VERSIE 3.9

TOELICHTINGSBROCHURE BIJ HET AANVRAGEN VAN EEN SOCIALE WONING

TOELICHTING BIJ DE AANVRAAG TOT HET HUREN VAN EEN SOCIALE WOONGELEGENHEID

TOELICHTINGSBROCHURE BIJ HET AANVRAGEN VAN EEN SOCIALE WONING. Versie 01/01/2014

INTERN HUURREGLEMENT

INTERN HUURREGLEMENT 2017 VERSIE 6.1

TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE KOOPWONINGEN (28/11/2014)

TOELICHTINGSBROCHURE BIJ HET AANVRAGEN VAN EEN SOCIALE WONING

INTERN HUURREGLEMENT

Informatiefolder. Alles wat u moet weten over het aanvragen van een sociale huurwoning

INTERN HUURREGLEMENT c.v. De Mandelbeek (SHM 321) versie 1.8

Hasseltse Huisvestingsmaatschappij Gouverneur Roppesingel Hasselt

TOELICHTINGSBROCHURE BIJ HET AANVRAGEN VAN EEN SOCIALE WONING

Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017 INTERN HUURREGLEMENT DENDERMONDSE VOLKSWONINGEN

Gladiolenstraat 10, 2250 Olen 014/ / INFORMATIE BIJ INSCHRIJVING. Deze informatie mag ik bijhouden.

VR DOC.1537/2BIS

INSCHRIJVINGSFORMULIER

INTERN HUURREGLEMENT OCMW LENDELEDE VERSIE

De Molse BouwMaatschappij voor de Huisvesting nv

VII /03/2008, BVR 18/07/2008, BVR 10/10/2008, BVR 06/02/2009, BVR

INTERN HUURREGLEMENT. van de SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJ DENDERSTREEK

INTERN HUURREGLEMENT cv Ons Dak Maastrichtersteenweg Maaseik

Intern huurreglement inzake verhuring van woningen in De Rijzillen in Heusden-Zolder Goedgekeurd op de raad van 30 juni 2014.

INTERN HUURREGLEMENT

INFORMATIE BIJ INSCHRIJVING

WoonAnker Mariadal Temse

INSCHRIJVINGSFORMULIER SOCIALE WONINGEN

TOELICHTINGSBROCHURE BIJ HET AANVRAGEN VAN EEN SOCIALE WONING. Versie 01/01/2017

VR DOC.0265/2

INSCHRIJVINGSFORMULIER Personalia kandidaat huurder (s) COPIE IK + 18 Jarigen

INTERN HUURREGLEMENT

Sociale Huisvestingsmaatschappijen. Sociale plattegrond: Wegwijs in Wonen 29 april 2014

GEWIJZIGD BIJ: * BVR van 18 juli 2008, B.S., 13 november 2008 Vervangt het artikel 19, eerste lid, 2

INTERN HUURREGLEMENT SOCIALE WONINGEN OCMW Vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn op 16 februari 2016

INTERN HUURREGLEMENT RVB 10 september 2018

INTERN HUURREGLEMENT OCMW DE HAAN

INTERN HUURREGLEMENT voor kandidaat-huurders

INTERN HUURREGLEMENT

INTERN HUURREGLEMENT 2018 VERSIE 8.5

INTERN HUURREGLEMENT 2019 VERSIE 8.11

INTERN HUURREGLEMENT

Kantonnale Bouwmaatschappij van Beringen voor Huisvesting cvba

De Molse BouwMaatschappij voor de Huisvesting nv

BVR tot reglementering van het sociale huurstelsel 2007, voor de SVK s concreet gemaakt.

INTERN HUURREGLEMENT. van de SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJ DENDERSTREEK

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

Het sociaal huurbeleid en raakvlakken met welzijn

Het OCMW treedt op als verhuurder van de sociale woningen. In dit reglement wordt de term verhuurder gebruikt wanneer het OCMW wordt bedoeld.

TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE KAVELS

Transcriptie:

INTERN HUURREGLEMENT 1 1 In uitvoering van het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode, hierna genoemd KBSH, heeft de Raad van Bestuur van De Gentse Haard cvba met sociaal oogmerk, hierna genoemd DGH of de verhuurder, haar goedkeuring gehecht aan het hiernavolgend Intern Huurreglement INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 1

1. ALGEMEEN Dit intern huurreglement is een openbaar document ter uitvoering van de bepalingen van het Kaderbesluit Sociale Huur waarin De Gentse Haard minimaal de concrete regels die een verdere invulling vereisen of op basis waarvan keuzes moeten worden gemaakt, vastlegt en waarin de specifieke toewijzingsregels zijn opgenomen van het lokaal toewijsreglement, voor zover dit reglement met de betrokken steden of gemeenten werd opgemaakt 2. 2 zie punt 4 verder in dit reglement INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 2

2. INSCHRIJVINGS- EN SCHRAPPINGSVOORWAARDEN 3 2.1 ALGEMENE INSCHRIJVINGSVOORWAARDEN Een natuurlijke persoon kan zich laten inschrijven in het register, als hij aan de volgende voorwaarden voldoet: 1 hij is een meerderjarige persoon, een minderjarige ontvoogde persoon of een minderjarige persoon die zelfstandig woont of gaat wonen met begeleiding door een erkende dienst; 2 hij beschikt, samen met zijn gezinsleden, niet over een inkomen in het referentiejaar, dat de inkomensgrenzen overschrijdt 4 ; 3 hij heeft, samen met zijn gezinsleden, geen woning of geen perceel dat bestemd is voor woningbouw, volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik, in binnen- of buitenland; 4 hij, en in voorkomend geval zijn gezinsleden, tonen de bereidheid om Nederlands aan te leren; 5 hij, en in voorkomend geval zijn gezinsleden, zijn bereid het inburgeringtraject te volgen overeenkomstig het Inburgeringdecreet voor zover hij, en in voorkomend geval zijn gezinsleden, verplichte inburgeraars zijn; 6 hij, en in voorkomend geval zijn gezinsleden, zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters 5, of hij, en, in voorkomend geval zijn gezinsleden, zijn ingeschreven op een referentieadres 6. Bij de inschrijving meldt de persoon die zich wil inschrijven wie als toekomstige referentiehuurder wordt aangewezen. Worden niet beschouwd als gezinsleden: 1 de echtgenoot van de persoon die zich wil inschrijven, op voorwaarde dat wordt aangetoond dat het huwelijk onherstelbaar ontwricht is; 2 de 1 of meer andere personen dan de persoon, vermeld in 1, die op het ogenblik van de inschrijving samenwonen met de persoon die zich wil inschrijven, en die duidelijk de sociale huurwoning niet met die persoon gaan betrekken. Opm: DGH heeft nog geen assistentiewoningen. 2.2 DE INKOMENSVOORWAARDEN De inkomensgrenzen zijn voor 2016 vastgesteld op: 1 23.533 voor een alleenstaande zonder personen ten laste 2 25.504 voor een alleenstaande persoon met een handicap en die geen andere personen ten laste heeft 3 35.298, verhoogd met 1.973 per persoon ten laste, voor anderen. De grenzen worden jaarlijks aangepast. 3 Cfr. Art. 3 KSH 4 Mogelijke afwijking op de inkomensvoorwaarde zie verder punt 2.3. 5 Art. 1, 1, 1 lid, 1, wet van 19.7.91 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8.8.83 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen 6 Art.1, 2 van voormelde wet INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 3

Als een persoon ten laste beantwoordt aan de definities 7 van PTL, telt die persoon voor 2 personen ten laste. Het kind van de referentiepersoon dat op de referentiedatum niet gedomicilieerd is bij de referentiepersoon maar er wel op regelmatige basis verblijft, wordt ook meegerekend als persoon ten laste. Voorwaarden: - het kind is dan wel minderjarig of er wordt kinderbijslag of wezentoelage voor betaald. - het kind wordt door de minister na voorlegging van bewijzen als ten laste beschouwd. 2.3 UITZONDERINGSREGEL OP DE INKOMENSVOORWAARDE Als de persoon die zich kandidaat wil stellen, samen met zijn gezinsleden, tijdens het referentiejaar geen inkomen had, neemt DGH het inkomen in aanmerking van het eerstvolgende jaar waarin wel een inkomen genoten werd. Als het inkomen van het referentiejaar de grens overschrijdt, maar in het jaar van de aanvraag daaronder gedaald is, kan de persoon worden ingeschreven. DGH kan in individuele gevallen afwijken van de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 2, voor zover de persoon die zich wil inschrijven tot een collectieve schuldenregeling is toegelaten overeenkomstig art. 1675/6 van het Gerechtelijk Wetboek, of in budgetbegeleiding of budgetbeheer is bij een OCMW of een andere door de Vlaamse Gemeenschap erkende instelling voor schuldbemiddeling. 2.4 UITZONDERINGSREGEL OP DE EIGENDOMSVOORWAARDE De persoon die zich wil inschrijven, kan bewijzen dat hij voldoet aan de eigendomsvoorwaarde, via een verklaring op eer, voor wat betreft de onroerende goederen in het buitenland. De eigendomsvoorwaarde geldt niet voor: 1 de woning in het Vlaamse Gewest, die binnen de grenzen van een vastgesteld onteigeningsplan ligt en die door de persoon die zich kandidaat wil stellen, wordt bewoond; 2 de woning in het Vlaamse Gewest, die maximaal twee maanden voor de inschrijving onbewoonbaar of ongeschikt verklaard is en waarvan de ontruiming noodzakelijk is. De persoon die zich kandidaat wil stellen, moet de woning bewoond hebben op de datum waarop de woning onbewoonbaar is verklaard obv art. 135 van de nieuwe Gemeentewet of op de datum van het conformiteitsonderzoek dat aanleiding heeft gegeven tot de ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring, obv artt. 15 of 16bis van de Vlaamse Wooncode; 3 de woning in het Vlaamse Gewest, die onaangepast is en die bewoond wordt door een persoon met een fysieke handicap die zich kandidaat wil stellen; 4 de woning die bewoond wordt door een persoon met een handicap die ingeschreven is voor een ADLwoning 8 ; 5 de woning die in een ruimtelijke bestemmingszone in België ligt waar wonen niet toegelaten is; 7 Definitie in art. 1, 1 lid, 22, a) of b) en c). 8 DGH heeft geen ADLwoningen INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 4

6 de woning die moet worden ontruimd met toepassing van art. 18, 2, 2 de lid, artt. 26, 60, 3 en 90, 1, 4 de lid van de Vlaamse Wooncode; 7 de woning die bewoond wordt door een persoon die zich wil inschrijven, en die het beheer over zijn woning verloren heeft tgv een faillietverklaring 9. 2.5 TAAL- EN INBURGERINGBEREIDHEID als inschrijvingsvoorwaarde 10 DGH gaat via de Kruispuntbank Inburgering (KBI) na of de persoon die zich wil inschrijven, een verplichte inburgeraar is. Als DGH dat niet heeft kunnen vaststellen, verwijst ze de persoon door naar het onthaalbureau als de persoon met de Belgische nationaliteit niet in België werd geboren of als de persoon noch de Belgische nationaliteit, noch de nationaliteit van één van de staten van de EU+ heeft. De persoon van wie evenwel wel vastgesteld wordt dat die een verplichte inburgeraar is en die geen attest van vrijstelling heeft, wordt geacht te voldoen aan de taalbereidheid als inschrijvingsvoorwaarde. Hij voldoet aan de inburgeringbereidheid als inschrijvingsvoorwaarde als hij beschikt over 1 van de volgende attesten of stukken: 1 een attest van inburgering 2 een attest van vrijstelling 3 een attest van EVC 4 het inburgeringcontract 5 een attest van aanmelding 11, uitgereikt door het onthaalbureau 6 een attest van uitstel van aanmelding 12 7 een attest van heraanmelding 13 8 een attest van uitstel van ondertekening van het inburgeringcontract. 14 Wie zich wil inschrijven, en geen verplichte inburgeraar of een verplichte inburgeraar met een attest van vrijstelling is, moet voldoen aan de taalbereidheid als inschrijvingsvoorwaarde. Wie zich wil inschrijven, voldoet aan de taalbereidheid, als 1 van de volgende feiten blijkt uit de raadpleging van de KBI of ingevolge van een verklaring van het HVN 15 : 1 de persoon behaalt het vereiste niveau van het Nederlands 2 de persoon heeft deelgenomen aan een cursus Nederlands 2 de taal en was minstens 80% aanwezig 3 de persoon neemt deel aan een cursus Nederlands 2 de taal, en hij was tot op het ogenblik van de inschrijving minstens 80% aanwezig of kan nog minstens 80% aanwezig zijn 4 er is door HVN een intake afgenomen 5 de persoon heeft een inburgeringcontract gesloten 9 Art. 16 vd Faillissementwet van 8.8.97 10 Cfr. Art. 4 KSH 11 Art. 10, 2, Inburgeringbesluit 12 Art. 13, 6, 2de lid Inburgeringbesluit 13 Art. 2, 3, MB van 22.12.08 tot vaststelling van de modellen van attest 14 Art. 13, 6, 2 de lid Inburgeringbesluit 15 = Het Huis Van het Nederlands INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 5

6 de persoon heeft een attest van EVC 7 de persoon heeft een attest van inburgering 8 de persoon heeft een vrijstelling voor het vereiste niveau Nederlands obv een toelatingsproef van een centrum voor basiseducatie of van HVN 9 er is voor de persoon een verklaring van uitgeleerdheid door een centrum voor basiseducatie afgelegd. Het HVN kan aan medewerkers de bevoegdheid verlenen 16 om in zijn naam vast te stellen dat een persoon voldoet een het vereiste niveau van het Nederlands. Die vaststelling gebeurt obv de instrumenten die aangeleverd worden door HVN, tenzij het voor DGH manifest vaststaat dat een persoon die zich wil inschrijven, voldoet aan het vereiste niveau van het Nederlands. Die persoon voldoet dan aan de taalbereidheid als inschrijvingsvoorwaarde. Is er echter redelijke twijfel of vermoeden dat het vereiste niveau er niet is, of is DGH niet bevoegd, dan verwijst DGH de persoon door naar HVN. De minister kan de minimale aanwezigheid van 80% versoepelen: voor de persoon die om beroepsmatige, medische of persoonlijke redenen 17 tijdelijk niet kan deelnemen of verder deelnemen aan een cursus, kan de taalbereidheid als inschrijvingsvoorwaarde worden opgeschort. aan de persoon van wie de gezondheidstoestand deelname of verdere deelname blijvend onmogelijk maakt, wordt een vrijstelling van de taalbereidheid als inschrijvingsvoorwaarde toegestaan als hij een medisch attest voorlegt. 2.6 SCHRAPPING UIT HET REGISTER DER KANDIDAATHUURDERS 18 1. DGH schrapt een kandidatuur uit het inschrijvingsregister in de volgende gevallen: 1 als de kandidaat-huurder (KH) een woning die hem door DGH aangeboden wordt, heeft aanvaard; 2 als bij de actualisering blijkt dat de KH niet meer voldoet aan de inkomensvoorwaarde 19, of in voorkomend geval, mbt. het verhoogde inkomen 20 ; 3 als, op het ogenblik dat een woning aan de KH wordt aangeboden door DGH, blijkt dat hij niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden, wanneer de aanvaarding van het aanbod zou geleid hebben tot een toewijzing; 4 als blijkt dat de KH onjuiste of onvolledige verklaringen of gegevens te kwader trouw heeft afgelegd of gegeven; 5 als de KH DGH daar schriftelijk om verzoekt; 6 bij de tweede weigering of bij het tweemaal niet-reageren door de KH als hem een woning door DGH wordt aangeboden die aan zijn keuze qua ligging, type en eventueel maximale huurprijs beantwoordt, op voorwaarde dat tussen de eerste weigering of het uitblijven van een reactie en het volgende aanbod van een andere woning een periode is verlopen van ten minste drie maanden. De KH krijgt telkens een termijn van minimaal 15 kalenderdagen, vanaf de postdatum van de brief waarmee het aanbod werd gedaan, om te reageren. 16 Nieuwe art. 4ter verwijst naar afsprakenkader hieromtrent 17 Worden door de minister bepaald 18 Cfr. art. 12 KSH 19 Art. 3, 1, 1 lid, 2de 20 Art 29, 2 INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 6

7 als de KH niet of niet tijdig reageert op de brief en de herinneringsbrief van DGH bij actualisering van het register, vermeld in artikel 8, op voorwaarde dat hij minimaal een maand, vanaf de postdatum van de brief, krijgt om te reageren en na de herinneringsbrief minimaal 15 kalenderdagen, vanaf de postdatum van de herinneringsbrief. DGH moet bij het volgende aanbod van een andere woning, de KH uitdrukkelijk op de hoogte brengen dat, bij een weigering of het niet-reageren op het aanbod, zijn kandidatuur geschrapt zal worden. Tijdens de periode van 3 maanden als vermeld hierboven, worden geen woningen aangeboden aan de KH. In afwijking daarvan kan de KH uitdrukkelijk verzoeken om bepaalde woningen toch aangeboden te krijgen. Als hij het aanbod van één van die woningen vervolgens weigert, wordt hij geschrapt. Na de eerste weigering of na het eerste niet-reageren wordt de kandidaathuurder door DGH op dat recht gewezen. Als de KH voor de weigering van een aanbod gegronde redenen kan aanvoeren die geen afbreuk doen aan zijn woonbehoeftigheid, kan hij DGH verzoeken om die weigering niet in rekening te brengen. Als de KH daarvoor gegronde redenen kan aanvoeren die geen afbreuk doen aan zijn woonbehoeftigheid, kan hij DGH verzoeken om hem een bepaalde tijd geen woning aan te bieden, zonder dat dat verzoek in aanmerking wordt genomen als weigering van een aanbod. Als blijkt dat DGH ingaat op verzoeken die onvoldoende gemotiveerd zijn, kan de toezichthouder beslissen dat gedurende maximaal een jaar elk verzoek aan hem wordt voorgelegd. DGH gaat over tot schrapping van een kandidatuur uit het inschrijvingsregister bij het onbestelbaar terugkeren van een brief bij actualisering van het register of bij het aanbod van een woning op voorwaarde dat de brief bij actualisering van het register of bij het aanbod van een woning werd verzonden naar het laatst bekende adres dat in het Rijksregister wordt vermeld, tenzij de KH uitdrukkelijk heeft gevraagd om de briefwisseling naar een ander adres te verzenden. De KH wordt door DGH schriftelijk, met een gewone brief, op de hoogte gebracht van de schrapping, behalve als die schrapping gebeurt nav een aanvaarde toewijs, een schriftelijke vraag tot schrapping door de KH zelf en bij het onbesteld terugkeren van een brief. 2. Ontdubbeling van de kandidatuur: Als de KH s die onder hetzelfde inschrijvingsnummer zijn ingeschreven, na de inschrijving beslissen zich niet langer samen kandidaat te stellen, wordt de volgende procedure gevolgd: 1 als slechts één van de KH s de inschrijving wil behouden, blijft het oorspronkelijke inschrijvingsnummer behouden; 2 als verschillende KH s de inschrijving willen behouden, behoudt de persoon die zich heeft opgegeven als toekomstige referentiehuurder, het oorspronkelijke inschrijvingsnummer. Zijn wettelijke of feitelijke partner krijgt een inschrijvingsnummer dat gevormd is door de datum waarop zijn wettelijke of feitelijke partner is ingeschreven in het inschrijvingsregister, en het volgnummer dat aansluit bij het volgnummer van de laatste inschrijving van de dag waarop zijn wettelijke of feitelijke partner is ingeschreven. De andere KH s worden opnieuw ingeschreven met een nieuw inschrijvingsnummer. INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 7

3. TOELATINGSVOORWAARDEN 3.1 ALGEMEEN 21 Een sociale huurwoning wordt toegewezen door het Toewijscomité van DGH of door de persoon of de personen die het Toewijscomité daartoe aanstelt. 3.2 TOELATINGSVOORWAARDEN 22 Een KH kan worden toegelaten tot een sociale huurwoning als hij voldoet aan de toelatingsvoorwaarden, die dezelfde zijn als de inschrijvingsvoorwaarden 23. In de volgende gevallen wordt de echtgenoot van de KH niet mee in aanmerking genomen voor de aftoetsing van de toelatingsvoorwaarden: 1 als er een vordering tot echtscheiding is ingesteld 2 als er gegronde redenen worden aangevoerd voor het niet instellen van een vordering tot echtscheiding 3 als er een vermoeden van afwezigheid, cfr. Art. 112 BW, is vastgesteld. Als de gevallen, opgesomd bij de inschrijvingsvoorwaarden, onder 2.4, 2 tot en met 4 en 6 en 7 van de afwijkingen op de eigendomsvoorwaarde, van toepassing zijn, moet de KH binnen een jaar na de toewijzing van een sociale huurwoning de woning vervreemden. Als de huurder daarvoor gegronde redenen kan aanvoeren, kan hij DGH verzoeken om de termijn van een jaar te verlengen. 3.2.1 TAAL- EN INBURGERINGBEREIDHEID als toelatingsvoorwaarde 24 De KH die een verplichte inburgeraar is, voldoet hier aan de toelatingsvoorwaarde als 1 van de voorwaarden vervuld is: 1 bij inschrijving is een attest voorgelegd van inburgering of vrijstelling of EVC 2 DGH verkrijgt via de KBI 1 van de volgende attesten of stukken - 1 van de attesten uit 1-1 van de attesten van uitstel van aanmelding of uitstel van ondertekening 25 - het inburgeringscontract, voor zover de KH geen inbreuken heeft gepleegd 26 - het attest van aanmelding, voor zover de datum van afgifte van het attest niet ouder is dan 3 maanden - het attest van heraanmelding, voor zover ook weer de datum van afgifte ervan niet ouder is dan 3 maanden. DGH gaat via de KBI na of de persoon die wil toetreden tot een lopende huurovereenkomst, een verplichte inburgeraar is. Als DGH dat niet heeft kunnen vaststellen, verwijst ze de persoon door naar het onthaalbureau als de persoon met de Belgische nationaliteit niet in België werd geboren of als 21 Cfr. Art. 13 KSH 22 Cfr. Art. 14 KSH 23 Cfr. art. 3 en hierboven 24 Cfr. Art. 15 en 16 KSH 25 Cfr. art. 4 1, 2 de lid, 6 en 8 26 Op art. 5, 3, 2 Inburgeringdecreet INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 8

de persoon noch de Belgische nationaliteit, noch de nationaliteit van één van de staten van de EU+ heeft. De persoon die wil toetreden tot een lopende huurovereenkomst en van wie wordt vastgesteld via de KBI of via het onthaalbureau dat hij een verplichte inburgeraar is, en die geen attest van vrijstelling heeft, wordt geacht te voldoen aan de toelatingsvoorwaarden mbt de taalbereidheid. Hij voldoet hier ook aan de inburgeringbereidheid als hij beschikt over 1 van de attesten of stukken vermeld in art. 4 voor de inschrijvingsvoorwaarden. De KH en de persoon die wil toetreden tot een lopende huurovereenkomst, en die geen verplichte inburgeraars of verplichte inburgeraars met een attest van vrijstelling zijn, moeten voldoen aan de taalbereidheid als toelatingsvoorwaarde. Dit is als: 1 hij bij inschrijving het vereiste niveau van het Nederlands behaald heeft, of als er voor hem een verklaring, waaruit de minimale aanwezigheid van 80% deelname aan een cursus blijkt, is afgelegd 2 uit de raadpleging van de KBI of tgv een verklaring van HVN, één van de volgende feiten blijkt: de persoon behaalt het vereiste niveau van het Nederlands de persoon heeft deelgenomen aan een cursus Nederlands 2 de taal en was minstens 80% aanwezig de persoon neemt deel aan een cursus Nederlands 2 de taal, en hij was tot op het ogenblik van de inschrijving minstens 80% aanwezig of kan nog minstens 80% aanwezig zijn de persoon heeft een attest van EVC de persoon heeft een attest van inburgering de persoon heeft een vrijstelling voor het vereiste niveau Nederlands obv een toelatingsproef van een centrum voor basiseducatie of van HVN er is voor de persoon een verklaring van uitgeleerdheid door een centrum voor basiseducatie afgelegd er is minder dan 6 maanden geleden een intake afgenomen er is voor hem geen passend aanbod van een cursus Nederlands 2 de taal hij heeft een inburgeringcontract gesloten en hij heeft geen inbreuk gepleegd 27 3 een medewerker van DGH heeft vastgesteld dat hij het vereiste niveau van het Nederlands bezit. Als de medewerker van DGH een redelijke twijfel of vermoeden heeft dat de KH het vereiste niveau niet bezit, of als DGH niet bevoegd zou zijn, verwijst DGH hem door naar HVN. De persoon die wil toetreden tot een lopende huurovereenkomst voldoet aan de taalbereidheid bij toelating als: 1 uit de raadpleging van de KBI of tgv een verklaring van HVN de taalbereidheid zoals bij de inschrijvingsvoorwaarden 28, blijkt 2 de medewerker van DGH de vaststelling doet 29 3 het voor DGH manifest vaststaat dat de persoon voldoet aan het vereiste niveau van het Nederlands. Ook hier wordt weer doorverwezen igv. redelijke twijfel of vermoeden over vereiste niveau. De versoepelingen die bij de inschrijving gelden, gelden in voorkomend geval ook hier 30. 27 Als vermeld in art.2 1, BVR van 12.09.08 mbt het opleggen van een adm. geldboete. 28 Art. 4 2, 2 de lid 29 Met verwijzing naar nieuwe art. 4 ter, omkadering 30 Zie pag. 6 IHR INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 9

4. TOEWIJZINGSREGELS Het Intern Huurreglement wordt aangevuld door een Lokaal Toewijzingsreglement 31, opgemaakt door de gemeente(n) uit het werkgebied. Dergelijk LTR werd alleen nog maar, voor het werkgebied van DGH, opgemaakt door de stad Gent. Dit LTR is dan ook enkel van toepassing voor de sociale huurwoningen op het grondgebied van de stad Gent. Voor de andere gemeenten zijn er dus geen aanvullingen op dit intern huurreglement. In dit Intern Huurreglement wordt achtereenvolgens rekening gehouden met de rationele bezetting, de absolute voorrangsregels 32, de optionele voorrangsregels 33 en chronologische volgorde van inschrijvingen in het inschrijvingsregister. 4.1 RATIONELE BEZETTING WOONGELEGENHEDEN DGH geeft hier een invulling aan de rationele bezetting die aangepast is aan het eigen patrimonium, rekening houdend met het vooropgesteld aantal bewoners 34. Bij het beoordelen van de rationele bezetting wordt rekening gehouden met kinderen die geplaatst zijn of waarvoor de KH een co-ouderschap of een omgangsrecht heeft en die daardoor niet permanent in de woning zullen verblijven. Met de kinderen die meerderjarig worden, blijft men rekening houden zolang zij de leeftijd van vijfentwintig jaar niet hebben bereikt en zolang hun deeltijdse verblijf in de woning blijft voortduren. De KH kan schriftelijk verzaken aan de toepassing van dit recht. Hij kan de verzaking aan dit recht op elk ogenblik herroepen. Als de gezinshereniging 35, nog niet heeft plaatsgevonden op het ogenblik dat een woning die aangepast is aan die gezinshereniging, zou kunnen worden toegewezen, wordt aan de KH een woning die aan zijn huidige gezinssamenstelling en fysieke toestand aangepast is, toegewezen, met inachtneming van de voorrangsregels, vermeld in art. 19. DGH wijkt af van de rationele bezetting als haar huurder moet herhuisvest worden tgv het bewonen van een sociale huurwoning die niet voldoet aan de normen van de VWC 36 én als er op korte termijn geen aanbod kan worden gedaan van een woning die voldoet aan de rationele bezetting. Bij die afwijking worden de bovenstaande normen van de VWC ook nageleefd. Bij een tekort aan een aanbod van een bepaald woningtype geeft DGH een soepeler invulling aan het vooropgestelde aantal bewoners om de woonnood van betrokken huurders nav een verplichte herhuisvesting omwille van een renovatie te garanderen. Medische attesten geven geen aanleiding tot het afwijken van de rationele bezetting, tenzij door de sociale dienst een voldoende gemotiveerd verslag ter beoordeling wordt voorgelegd aan het bestuur. Enkel attesten van specialisten-geneesheren kunnen in aanmerking komen ter staving van dergelijk verslag en mogelijke afwijking. Studio: geschikt voor 1 persoon of voor een koppel zonder kinderen Appartement met 1 slaapkamer; geschikt voor 1 persoon of voor een koppel zonder kinderen 31 LTR 32 Art. 19 KBSH 33 Art. 20 KBSH 34 Art. 50 35 Art. 9, 1 lid, 6 KBSH 36 Art. 5 1, 3 de lid VWC INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 10

Appartement met 2 slaapkamers: geschikt voor een koppel of alleenstaande met 1 kind, hetzij voor 2 volwassenen niet-partners, met een maximum van 2 kinderen. In de Borluut, Nekkersput- en Aloïs Joosstraat mag er slechts 1 kind per kamer, omwille van de minimale oppervlakte van de slaapkamers in die wijken. Appartement met 3 slaapkamers: geschikt voor een koppel of alleenstaande met minimum 2 of maximum 4 kinderen, hetzij 3 volwassenen niet-partners. In de Borluut, Nekkersput- en Aloïs Joosstraat mag er slechts 1 kind per kamer, omwille van de minimale oppervlakte van de slaapkamers in die wijken. Appartement met 4 slaapkamers: geschikt voor een koppel of alleenstaande met minimum 3 of maximum 4 kinderen. Eéngezinswoning met 1 slaapkamer: geschikt voor één persoon of een koppel Eéngezinswoning met 2 slaapkamers: geschikt voor een koppel met kind of voor een alleenstaande met 1 kind, met een maximum van 2 kinderen. Eéngezinswoning met 3 slaapkamers: geschikt voor een koppel met minimum 2 kinderen, of voor een alleenstaande met minimum 2 kinderen of voor een combinatie met meerdere volwassenen en/of kinderen waarvoor 3 slaapkamers onontbeerlijk zijn. Eéngezinswoning met 4 slaapkamers: geschikt voor een koppel met minimum 3 kinderen, of voor een alleenstaande met minimaal 3 kinderen of voor een combinatie met meerdere volwassenen en/of kinderen waarvoor 4 slaapkamers onontbeerlijk zijn. ALGEMEEN: van zodra 1 van de kinderen, die met 2 op 1 kamer slapen, 10 jaar wordt en de kinderen van een verschillend geslacht zijn, wordt de mutatie prioritair. De huurder signaleert. 4.3 ABSOLUTE VOORRANGSREGELS 37 4.3.1 VOLGORDE VAN DE VOORRANGSREGELS De woningen worden toegewezen volgens de chronologische volgorde van de inschrijvingen in het inschrijvingsregister van de KH s. Hierbij worden achtereenvolgens, aan volgende KH s, een voorrang toegekend. Dit is het standaardluik. Voor de stad Gent moeten de doelgroepen uit het Lokaal Toewijsreglement hierin worden verwerkt, zie verder 4.4.4, p.15 1 de KH, of één van zijn gezinsleden met een fysieke handicap of beperking, uitsluitend als de beschikbare woning door de daarop gerichte investeringen specifiek is aangepast aan de huisvesting van personen met die fysieke handicap of beperking of de KH die ingeschreven is voor een sociale assistentiewoning 38, als de beschikbare woning een sociale assistentiewoning is; 1 bis de KH, die huurder is van een sociale huurwoning van DGH die niet voldoet aan de norm van art. 5, 1, 3 de lid VWC, 39 de woonbezettingnorm; 37 Cfr. Art. 19 KSH 38 DGH heeft nog geen assistentiewoningen 39 art. 92 3 1 lid12 VWC INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 11

1 ter de KH die huurder is van een sociale huurwoning van DGH en die verplicht is in te stemmen met een verhuis naar een andere sociale huurwoning als de sociale huurwoning die aangepast is aan de fysieke mogelijkheden van personen met een handicap, niet langer wordt bewoond door een persoon die daar nood aan heeft, of als de sociale huurwoning een sociale assistentiewoning is als bepaald door de Vlaamse Regering, en niet langer wordt bewoond door een persoon die minstens 65 jaar oud is, tenzij de verhuurder een gemotiveerde afwijking toestaat 1 quater: de KH die zich benadeeld acht en met een aangetekende en gemotiveerde brief een beoordeling vraagt van de toezichthouder, omdat een andere KH een toewijs kreeg of hemzelf een toewijs werd geweigerd én DGH stelt vast dat dit telkens ten onrechte gebeurde, of als er binnen 30 dagen na ontvangst van de beoordeling van de toezichthouder geen beslissing wordt betekend 2de de KH die nog geen huurder is van een sociale huurwoning en die opnieuw moet worden gehuisvest cfr. artt. 18 2, 2 de lid, 26, 60 3 en 90 1, 4 de lid VWC 3de de kandidaat-huurder die al huurder is bij DGH van een sociale huurwoning die niet meer voldoet aan de rationele bezetting. De KH deelt de exacte gezinssamenstelling mee aan DGH op het ogenblik van deze inschrijving als DGH de exacte gezinssamenstelling niet kan verkrijgen via de KBI. In voorkomend geval deelt de KH ook de gegevens mee van de leden van het gezin in het buitenland waarvoor een aanvraag tot gezinshereniging werd ingediend of zal worden ingediend 40 Na de tweede weigering van een aanbod tot toewijzing van een woning die beantwoordt aan de keuze van de KH mbt. het type, de ligging en de maximale huurprijs kan de KH geen aanspraak meer maken op deze voorrang. 4de de KH nav de gezinshereniging; 5de de KH die in de gemeente waar de toe te wijzen woning gelegen is, zijn hoofdverblijfplaats had in een onroerend of roerend goed dat niet hoofdzakelijk bestemd is voor wonen, op de datum waarop dat overeenkomstig artikel 20, 2, eerste lid van de Vlaamse Wooncode in een proces verbaal werd vastgesteld; 6de de KH die in de gemeente waar de toe te wijzen woning gelegen is, zijn hoofdverblijfplaats had in een woning op de datum waarop die: a) onbewoonbaar werd verklaard overeenkomstig artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet, en waarvan de ontruiming noodzakelijk was. De onbewoonbaarverklaring dient uitdrukkelijk de voorrang voor sociale huisvesting te vermelden. 40 Art. 10, 5 de en 6 de lid KBSH INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 12

b) met toepassing van art. 15 of 16bis VWC ongeschikt of onbewoonbaar is verklaard of het voorwerp was van een conformiteitonderzoek 41, voor zover die woning op het technisch verslag ofwel minstens 3 gebreken van categorie III onder de hoofdrubrieken Omhulsel of Binnenstructuur ofwel minstens 3 gebreken van categorie IV en 60 strafpunten heeft gescoord; In geval van een voorrang onder 5 of 6, kan een KH, na zijn weigering van een aanbod tot toewijzing van een woning die beantwoordt aan zijn keuze mbt. het type, de ligging en de maximale huurprijs, geen aanspraak meer maken op deze voorrangsregel. 7de de KH die zijn hoofdverblijfplaats had in een woning op de datum waarop die woning deel uitmaakt van een vastgesteld onteigeningsplan Een woning, onroerend goed of kamer kan slechts éénmaal aanleiding geven tot de voorrang, vermeld in 5, 6 en 7 hierboven. Om in aanmerking te komen voor deze voorrang, moet de KH de woning, het onroerend goed of de kamer sedert ten minste zes maanden bewoond hebben. Men moet zich binnen de 2 maanden na de vaststelling in een PV of de datum van onbewoonbaar- of ongeschiktverklaring ingeschreven hebben. Bij onteigening is dat ten laatste 2 maanden na de kennisneming van de akte van onteigening of de datum van de akte van de eigendomsoverdracht, in het geval het om een minnelijke aankoop gaat. Zoniet wordt geen voorrang toegekend. 8 de KH die een ontvoogde minderjarige persoon is Als de KH op het moment van zijn kandidaatstelling als huurder is bij DGH, moet hij niet voldoen aan de inkomenvoorwaarde. 4.3.2 MUTATIES Zittende huurders kunnen altijd een mutatie aanvragen. Andersvaliden krijgen voorrang op andere mutatie aanvragen bij toewijzing van aangepaste woningen. Mutaties zullen toegestaan worden in functie van rationele bezetting volgens de hoger beschreven toewijsregels. DGH kan de toewijzing gemotiveerd weigeren in geval van wanbetaling en/of wanneer de huurder ernstig of blijvend zijn verplichtingen niet nakomt/nagekomen is. Als de toewijzing wordt geweigerd, kan het aanbieden van een woning tijdens een periode van maximaal een jaar na de weigering worden opgeschort. DGH kan, als de KH in budgetbegeleiding of budgetbeheer is bij een OCMW of een andere door de Vlaamse Gemeenschap erkende instelling voor hulpbemiddeling, de toewijzing slechts weigeren, als op het ogenblik van de toewijzing minder dan 75% van de schulden bij die verhuurder zijn afgelost. Als de kandidaat-huurder toegelaten is tot een collectieve schuldenregeling conform de wet van 5.7.98 en er is een minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringregel opgesteld, kan DGH de toewijzing niet weigeren. 41. art. 3 BVR van 12.7.2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 13

Vooraleer een mutatie toe te kennen, zal een afgevaardigde van DGH een aangekondigd controlebezoek brengen aan de gehuurde woning om er de goede uitvoering van de verplichtingen van de huurder, evenals de staat van het goed na te gaan. Bezoekdag en bezoekuur worden in overleg met de huurder bepaald, en dit binnen acht dagen na het verzoek. Het toewijscomité oordeelt autonoom over de gegrondheid van de mutatie aanvraag. 4.3.3. GEZINSHERENIGING De kandidaat-huurder deelt in voorkomend geval op het ogenblik van inschrijving aan DGH de gegevens mee van de leden van het gezin in het buitenland waarvoor een aanvraag tot gezinshereniging werd ingediend of zal worden ingediend. Kandidaten die melding maken van een toekomstige gezinshereniging worden ingeschreven voor de geschikte woning volgens rationele bezetting. Indien, op het ogenblik van toewijs volgens de wettelijke volgorde, de gezinshereniging nog niet heeft plaats gevonden, zal de kandidaat een geschikte woning volgens de feitelijke gezinssamenstelling op dat moment, worden toegewezen. Eventuele misbruiken of verkeerd/onvolledig verstrekte informatie zal automatisch leiden tot schrapping van de kandidatuur of verbreking van de huurovereenkomst. 4.4 DE OPTIONELE VOORRANGSREGELS 42 4.4.1 VOORRANG INWONER WERKGEBIED / GEMEENTE ( 1 ) De RVB beslist om, na toepassing van de verplichte voorrangsregels, en binnen het toewijzingsreglement, van zodra opgemaakt door de gemeente, voorrang te geven aan de KH die in de periode van zes jaar voor de toewijzing minstens drie jaar inwoner is of geweest is van de gemeente waar de toe te wijzen woning gelegen is. Deze voorrangsregel is niet van toepassing voor de stad Gent. 4.4.2 ANDERE Voorrang wordt gegeven aan de kandidaten die geen huurovereenkomst van onbepaalde duur hebben met een sociale huisvestingsmaatschappij. Herhuisvesting omwille van bezettingsprobleem/rationele bezetting De Raad van Bestuur beslist om de voorrangsregel, betreffende de te herhuisvesten huurders, niet toe te passen voor de KH die huurder is bij een andere verhuurder van een sociale huurwoning die niet voldoet aan de rationele bezetting, en die wil verhuizen naar een woning die aan de rationele bezetting voldoet. Mutaties onder maatschappijen zijn mogelijk om specifieke redenen en met sociaal verslag, bvb. mantelzorg, flat met dienstverlening, voor zover de eigen maatschappij geen passend aanbod heeft. De vraag van de oudere wordt mee ondersteund door een sociaal verslag van de SHM waar betrokkene gehuisvest is. 42 Cfr. Art. 20 KSH INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 14

4.4.3 TOEPASSING VOORRANGSREGELS Als DGH beslist voorrangsregels toe te passen brengt ze haar beslissing ter kennis van de toezichthouder. De beslissing kan worden herzien na verloop van een termijn van minstens twaalf maanden. 4.4.4. AANVULLINGEN OP BASIS VAN HET LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR DE SOCIALE HUURWONINGEN OP HET GRONDGEBIED VAN DE STAD GENT, TOEWIJZING AAN DOELGROEPEN 43 Deze specifieke regels zijn een aanvulling op het standaardluik. Binnen het standaardluik komt dan een nieuwe voorrangsregel voor deze doelgroepen die zal gelden als absolute voorrangsregel voor de Gentse SHM s op het grondgebied van Gent. De andere regels uit het standaardluik blijven gelden. Voor toewijzingen in Destelbergen geldt enkel het standaardluik zolang geen lokaal toewijsreglement is opgemaakt. De toepassing van deze regels wijzigt niets aan de inschrijvings- en toewijzingsvoorwaarden uit het KBSH. 1/ ouderen: DGH beschikt over een voorbehouden patrimonium: - sociale assistentiewoningen (nog niet van toepassing), - woningen voorbehouden aan ouderen - gelijkvloerse wooneenheden met 1 slaapkamer. Rekening houdend met de rationele bezetting, worden deze woningen prioritair toegewezen volgens het volgende cascadesysteem: a) 75-plussers die hun woning moeten verlaten en nog voldoende zelfstandig kunnen wonen, al dan niet met de nodige thuiszorg. DGH kan een medisch attest opvragen aan de KH als hij twijfelt aan de mogelijkheden van de huurder om nog zelfstandig te wonen, mits thuiszorg. Indien er hiervoor geen doktersattest kan voorgelegd worden, dan zal DGH deze KH doorverwijzen naar of zelf contact opnemen met het OCMW, departement ouderenzorg, Dienst Advies, Oriëntatie en Opname. Het is de oudere die op eigen initiatief de vraag tot het bekomen van deze voorrang moet stellen en het nodige bewijsstuk van het moeten verlaten van de woning moet indienen bij DGH. b) 65-plussers: de toewijs gebeurt volgens de regels van het standaardluik. 2/ samenwerkingsprojecten wonen-welzijn: 1. Samenwerking DGH - RYHOVE vzw: DGH behoudt 8 studio s, aangepast aan rolstoelgebruikers, voor de werknemers van een beschutte werkplaats, rekening houdend met de rationele bezetting. 43 Versie 15.03.2015 INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 15

Bij gebrek aan kandidaten, werknemers van een beschutte werkplaats, gaat de toewijzing naar kandidaat-huurders met een PEC-toelating voor begeleid of beschermd wonen van het VAPH én die begeleiding van vzw Kompas aanvaarden. Bij gebrek aan kandidaten voor begeleid of beschermd wonen, wordt de reguliere kandidatenlijst gevolgd, volgens de regels van het standaardluik. Vzw Kompas zorgt voor de begeleiding. 2. Begeleid of beschermd wonen: samenwerking DGH vzw KOMPAS: DGH behoudt 8 studio s voor meerderjarige personen met een handicap die zelfstandig wonen of zelfstandig willen wonen, die een PEC-toelating van het VAPH hebben voor die woonvorm en die de begeleiding van vzw Kompas (begeleid of beschermd wonen) willen aanvaarden. Deze studio s worden dan rekening houdend met de rationele bezetting toegewezen aan die kandidaten. Bij gebrek aan kandidaten voor begeleid of beschermd wonen, wordt de reguliere kandidatenlijst gevolgd, volgens de regels van het standaardluik. Vzw kompas zorgt voor de begeleiding van de huurders. 3. Beschut wonen: samenwerking DGH- vzw ITHAKA: DGH behoudt 4 studio s voor meerderjarige, psychisch kwetsbare personen die zelfstandig wonen of zelfstandig willen wonen en die op de wachtlijst staan voor een Initiatief Beschut Wonen (IBW) of die reeds begeleid worden door een Initiatief Beschut Wonen. Deze studio s worden, rekening houdend met de rationele bezetting, toegewezen aan psychisch kwetsbare mensen die op de wachtlijst staan voor een traject beschut wonen of die reeds begeleid worden door een Initiatief Beschut Wonen én die de begeleiding van vzw Ithaka aanvaarden. Bij gebrek aan kandidaten voor beschut wonen, wordt de reguliere kandidatenlijst gevolgd, volgens de regels van het standaardluik. Vzw Ithaka staat in voor de begeleiding van de huurders. In concreto wordt de voorrangsregel voor ouderen, ingevoegd in artikel 19, 1, wat betreft de sociale huurwoningen op het grondgebied van Gent: Er is absolute voorrang voor 1 A. (standaardluik) de kandidaat-huurder of 1 van zijn gezinsleden met een fysieke handicap of beperking, uitsluitend als de beschikbare woning door de daarop gerichte investeringen specifiek is aangepast aan de huisvesting van personen met die fysieke handicap of beperking 1 B. de kandidaat-huurder die ingeschreven is voor een sociale assistentiewoning, als de beschikbare woning een sociale assistentiewoning is. De toewijzing gebeurt volgens volgend cascadesysteem: - kandidaat-huurder van minstens 75 jaar die zijn woning moet verlaten - kandidaat-huurder van minstens 65 jaar 1 C. voor woningen aangepast aan ouderen en gelijkvloerse wooneenheden met 1 slaapkamer: INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 16

- kandidaat-huurder van minstens 75 jaar die zijn woning moet verlaten - kandidaat-huurder van minstens 65 jaar. Art. 19 1 bis en volgende verandert niet. Specifiek voor DGH krijgen de doelgroepen uit de samenwerkingsverbanden in het kader van wonen-welzijn, hierboven beschreven, deze voorrang voor locatiegebonden wooneenheden 44. 44 Zie lijst als bijlage INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 17

5. DE ZORG VOOR EEN OPTIMALE LEEFBAARHEID De optimale leefbaarheid wordt, in afwachting van een concreet leefbaarheidplan, op heden al gerealiseerd door hierna vermelde maatregelen: bij de inschrijving is een verhelderend gesprek van vitaal belang. De kandidaat-huurder kan duidelijkheid scheppen rond zijn mogelijkheden én zijn prioriteiten en verwachtingen. Wij leggen onze voorwaardelijke regels uit. De bedoeling van zo een gesprek is misverstanden te vermijden, duidelijkheid te scheppen (cfr. te vermijden weigeringen bij toewijzingen) en éénieders verwachtingen realistisch te houden. In het kader van mogelijke twijfels bij toewijzing wordt binnen dezelfde week van de toewijzing een huisbezoek gedaan door de sociale dienst. In samenspraak met de betrokken kandidaat-huurder kan bekeken worden of zijn/haar keuze voor een bepaalde woongelegenheid de juiste is. Eventueel kan een kandidaat naar een andere woongelegenheid worden georiënteerd. Wij nemen tevens onze verantwoordelijkheid op enkel voorstellen te doen die financieel haalbaar zijn voor de potentiële huurder; openheid en duidelijkheid zijn hierbij sleutelbegrippen. De huurder ontvangt, bij ondertekening van het contract, het reglement van inwendige orde. De huurder krijgt ook toelichting over zijn/haar rechten en plichten. Er wordt een infobrochure meegegeven. Eens de huurder de woning heeft betrokken, zal er binnen de 3 maanden een huisbezoek worden gebracht. Doel van dit gesprek is tweeledig: enerzijds krijgt de nieuwe bewoner de kans zijn kritieken en/of bemerkingen te verwoorden. Anderzijds kunnen ook de verwachtingen vanuit de maatschappij worden getoetst bvb. i.v.m. betaalgedrag, orde en netheid, sociale contacten met buren en het controleren van de juistheid van de initieel opgegeven gezinssituatie. Deze controle is noodzakelijk omwille van de correcte huurberekening en preventie van overbewoning. Wij zien het sociale etiket ruimer dan de toepassing van de sociale huurprijzen. Naargelang de ernst van een geschil bvb. zal de aard van de tussenkomst verschillen, gaande van een verzoening- en/of bemiddelingspoging tot een voorstel tot inschakelen van politionele diensten en zelfs tot een voorstel tot opzeg binnen de wettelijke omkadering. Een inwonend huisbewaarder is een belangrijke schakel in het leefbaarheidplan. Hij of zij heeft als het ware een eerstelijnsfunctie (laagdrempelig en zéér ruim) en een signaalfunctie. De conciërge fungeert als doorgeefluik, vertrouwenspersoon, bemiddelaar of als afgevaardigde voor dringend technische problemen. Zij zijn bovenal een aanspreekpunt voor de huurder buiten de kantooruren van de maatschappij. INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 18

6. WEIGERING TOEWIJZING 45 6.1 MOGELIJKE REDENEN TOT AFWIJKING DGH kan de toewijzing van een woning gemotiveerd weigeren aan de KH die huurder van DGH is of geweest is en: 1 van wie de huurovereenkomst werd beëindigd op basis van artikel 98, 3, 2, van de Vlaamse Wooncode (= huurder voldoet niet meer aan de voorwaarden, bij ernstige tekortkoming van de huurder met betrekking tot zijn verplichtingen of bij wanbetaling) ; 2 die de woning van DGH bewoont of heeft verlaten voor zover wordt aangetoond dat hij ernstig of blijvend zijn verplichtingen niet nagekomen is. Als de huurovereenkomst werd beëindigd wegens wanbetaling bij DGH, weigert DGH de toewijzing van een woning als de KH op het ogenblik van de toewijzing de schulden nog niet heeft afgelost. In afwijking hiervan kan DGH, als de KH in budgetbegeleiding of budgetbeheer is bij een OCMW of een andere door de Vlaamse Gemeenschap erkende instelling voor hulpbemiddeling, de toewijzing slechts weigeren, als op het ogenblik van de toewijzing minder dan 75% van de schulden zijn afgelost. Als de KH toegelaten is tot een collectieve schuldenregeling conform de wet van 5.7.98 en er is een minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringregel opgesteld, kan DGH de toewijzing niet weigeren. In uitzonderlijke gevallen kan DGH de toewijzing van een woning weigeren aan een KH voor zover wordt aangetoond dat de toewijzing aan de KH een ernstige bedreiging vormt voor de fysische of psychische integriteit van de bewoners. In de motivatie wordt uitdrukkelijk vermeld waarom een proefperiode niet volstaat voor de KH. Als blijkt dat DGH toewijzingen weigert die onvoldoende gemotiveerd zijn, kan de toezichthouder beslissen dat gedurende maximaal 1 jaar elke beslissing tot weigering aan hem wordt voorgelegd. 6.2 ALGEMENE TOEPASSING In plaats van de toewijzing te weigeren kan DGH de KH de aanvaarding van begeleidende maatregelen opleggen. In dit geval sluit een welzijns- of gezondheidvoorziening een begeleidingsovereenkomst met de KH. DGH is op straffe van nietigheid van de beslissing verplicht om de gemotiveerde weigering tot toewijzing binnen veertien dagen na de beslissing aan de kandidaat-huurder te betekenen met melding van het verhaalrecht. Als de toewijzing van een woning wordt geweigerd, kan het aanbieden van een woning tijdens een periode van maximaal een jaar na de weigering worden opgeschort. 45 Cfr. Art. 22 KSH INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 19

7. AFWIJKINGEN 46 7.1.1 EEN WONING GEREALISEERD IN EEN BIJZONDER PROGRAMMA Als het gaat om woningen die gerealiseerd of gefinancierd zijn in het kader van een bijzonder programma en onder beding van specifieke verbintenissen, zijn de bepalingen inzake de toewijzing- en voorrangsregels alleen van toepassing voor zover die verbintenissen zijn nagekomen. In dat geval kan er ook worden afgeweken van de inkomensvoorwaarde. 7.1.2 VERSNELD TOEWIJZEN DGH kan aan een KH versneld een woning toewijzen door af te wijken van de toewijzingsregels. De beslissing moet gebaseerd zijn op bijzondere omstandigheden van sociale aard. De versnelde toewijzing kan alleen als er een sociale huurwoning vrijkomt die voldoet aan de voorwaarde van rationele bezetting. De toezichthouder oefent het toezicht uit op het versneld toewijzen. Als blijkt dat DGH versnelde toewijzingen doorvoert die onvoldoende gemotiveerd zijn, kan hij beslissen dat gedurende maximaal 1 jaar elke beslissing tot versneld toewijzen aan hem wordt voorgelegd. Sommige categorieën 47 zijn voorwerp van een Samenwerkingsprotocol met het OCMW: 1/ Het OCMW dat ingevolge zijn wetgeving bevoegd is voor de hulpverlening aan een dakloze, kan ten behoeve van die dakloze een versnelde toewijzing vragen van een woning, in overleg met het OCMW van de gemeente waar de betrokken woning gelegen is. DGH beslist om hieraan begeleidende maatregelen te koppelen door het OCMW of op initiatief van het OCMW door andere welzijnsactoren. 2/ Een erkende dienst voor begeleid zelfstandig wonen kan ten behoeve van een persoon die in het kader van bijzondere jeugdbijstand zelfstandig woont of gaat wonen met begeleiding van die erkende dienst, een versnelde toewijs vragen. 3/ een CAW kan een versnelde toewijs vragen voor: - een jongere die zelfstandig woont of gaat wonen met begeleiding door dat CAW. De jongere is niet ouder dan 21 jaar én valt niet onder bijzondere jeugdbijstand - een dakloze 4/ een erkend initiatief beschut wonen, een project psychiatrische zorg in de thuissituatie of een ambulant intensief behandelteam kan ten behoeve van een persoon met een geestelijk gezondheidprobleem die zelfstandig woont of gaat wonen, een versnelde toewijs vragen. Deze kandidaathuurders beschikten minimaal 3 maanden voor de aanvraag niet over een eigen woongelegenheid, hebben niet de middelen om daar op eigen kracht voor te zorgen en hebben daardoor geen verblijfplaats of verblijven tijdelijk in een tehuis in afwachting dat hen een eigen woongelegenheid ter beschikking gesteld wordt. 46 Cfr. Artt. 23 en 24 KSH 47 Art.24 2 KBSH INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 20

DGH weigert deze versnelde toewijzen als: - er geen begeleidingsovereenkomst tussen kandidaat en de aanvragers of een andere welzijns- of gezondheidsvoorziening, op initiatief van de aanvragers, kan worden voorgelegd 48 ; - de kandidaat de begeleidingsovereenkomst weigert te tekenen; - er al 5% toewijzingen op basis van de versnelde toewijs werden gedaan; - er al 4% toewijzingen werden gedaan aan 1 doelgroep. Het samenwerkingsprotocol met het ocmw Gent is hier integraal van toepassing. 48 Zie 6 de lid, art. 24 2 KBSH voor volledige tekst INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 21

8. ONTBINDING HUUROVEREENKOMSTEN 49 8.1.1 MOGELIJKE OORZAKEN VAN ONTBINDING 8.1.2 INBREUK EIGENDOMSVOORWAARDE DGH zegt de huurovereenkomst op in het hierna vermeld geval: 1 als de referentiehuurder en/of zijn wettelijke of feitelijke partner een woning 50 volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben verworven. De opzegperiode is 6 maand. Als deze verwerving kosteloos gebeurt, moet al naargelang het geval de woning of het vruchtgebruik ervan vervreemd worden binnen het jaar na de verwerving. Uitzonderlijk kan de huurder verzoeken 1 jaar verlenging te krijgen als hij gegronde redenen kan aantonen. Zoniet wordt de huurovereenkomst opgezegd, met een opzeggingstermijn van zes maanden. 2 als de referentiehuurder en/of zijn wettelijke of feitelijke partner een perceel dat bestemd is voor woningbouw, volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben verworven. De opzegperiode is 5 jaar. Als deze verwerving kosteloos gebeurt, krijgt men 5 jaren na verwerving voor de vervreemding van het perceel of het vruchtgebruik ervan. Als dat niet gebeurd is, is de opzeg 6 maand. 8.1.3 INBREUK VERPLICHTINGEN HUUROVEREENKOMST DGH zegt de huurovereenkomst op als de huurder ernstig of blijvend tekort komt wat betreft de verplichtingen van art. 92 3, 1 lid VWC en wat betreft de verplichtingen die voortvloeien uit zijn huurovereenkomst. De opzegperiode is drie maand. DGH kan, om een uithuiszetting te vermijden 51 : 1 de huurder doorverwijzen naar een welzijn- of gezondheidzorgvoorziening voor begeleiding, mits opstellen van een begeleidingovereenkomst 2 de de huurder doorverwijzen naar een onthaalbureau, indien hij onder het Inburgeringdecreet valt 8.1.4 ONJUISTE VERKLARINGEN DGH zegt de huurovereenkomst op als de huurder ingevolge onjuiste of onvolledige verklaringen onrechtmatig bij dit besluit verleende voordelen heeft genoten of onrechtmatig tot een huurwoning werd toegelaten. De opzegperiode is drie maand. 8.1.5 TOEPASSING DGH moet aantonen dat zij een beroep heeft gedaan op de bemiddeling van het OCMW als hij de opzeg betekent aan een huurder van wie het inkomen in het referentiejaar dat als basis diende voor de huurprijsberekening, minder dan 16.200 euro bedraagt. De opzegtermijn vangt aan op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin DGH met een aangetekende brief de opzeg aan de huurder heeft gegeven. De huurovereenkomst wordt opgezegd ten aanzien van alle huurders. 49 Cfr. Art. 33 KSH 50 De woning die in een ruimtelijke bestemmingszone ligt waar wonen niet is toegelaten valt hier niet onder 51 Zie samenwerkingsprotocol met CAW, 4 juli 2014 INTERN HUURREGLEMENT DGH / update juni 2016/augustus2016 Pagina 22