Professionele Bachelor Lager Onderwijs Campus Noord 2 Oudesteenweg 81 2060 Antwerpen 03 613 14 05 http://praktijkweb.kdg.be LESVOORBEREIDING nr: 38 naam: Tinneke Princen doestage: 2 opleidingsgroep: F1 school: Libos leerjaar: 5 de -6 de datum: 27/04/2016 (uur) van: 13.20u tot: 14.35u mentor: Jutta De Wachter aantal lln: 9 lln in het 5 de leerjaar 16 lln in het 6 de leerjaar leergebied: Wereldoriëntatie leerdomein: lesonderwerp: nagekeken door: De energiekoffer (E.H.B.E : Eerste hulp bij energie) deel 1. (75 minuten) op: Beginsituatie De leerlingen hebben de voorbij 6 lessen gewerkt rond het WO thema energie. Er zijn verschillende onderwerpen aan bod gekomen: Elektriciteitsbronnen magnetisme Invloed van elektriciteit op ons dagelijks leven - de gevaren van elektriciteit - de elektriciteitskastenergiebesparende tips - spanning en volt. - statische elektriciteit - donder en Bliksem. Verder hebben de leerlingen in een hoekenwerk ook proefjes rond elektriciteit gedaan. Ze hebben geleerd om een elektromagneet te maken, statische elektriciteit op te wekken met ballonnen, een elektrisch veld te maken en een batterij te maken. Verder hebben ze ook onderzocht welke materialen geleidend zijn en welke niet. Als aanvulling op dit thema elektriciteit zullen we vandaag vandaag werken rond duurzaamheid. Kerndoelen De leerlingen kunnen de uitleg over de opdrachten begrijpen. De leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen wat duurzame keuzes zijn. De leerlingen kunnen krantenartikelen onderling bespreken en conclusies trekken. De leerlingen kunnen over hun eigen energieverbruik nadenken en dit klassikaal bespreken. Aantal bijlagen 3
Situering leerplan WO, VVKBaO, 2010: WO DO 0.1: Kinderen willen meer te weten komen over de wereld in al zijn dimensies, hier en elders, vroeger en nu. WO DO: 0.1.1: Dat houdt in dat ze plezier beleven aan activiteiten waardoor ze de wereld verkennen. WO DO: 0.1.2: Dat houdt in dat ze bij de verkenning van de wereld in al zijn dimensies (natuur, techniek, tijd, ruimte...) hun attitude om waar te nemen, te exploreren, te experimenteren steeds verder verfijnen. WO DO 0.5: Kinderen werken samen. WO DO 0.5.1: Dat houdt in dat ze niemand uitsluiten. WO DO 0.5.2: Dat houdt in dat ze anderen helpen. WO DO 0.5.3: Dat houdt in dat ze afspraken binnen de groep naleven. WO DO 0.7: Kinderen kunnen en durven problemen aanpakken. WO DO 0.7.1: Dat houdt in dat ze een probleem herkennen. WO DO 0.7.2: Dat houdt in dat ze zich een voorstelling vormen van het probleem. WO DO 0.7.3: Dat houdt in dat ze een probleem analyseren. WO DO 0.7.4: Dat houdt in dat ze een strategie bedenken en daarbij verstandige zoekprocedures hanteren zoals een probleem opsplitsen in deelproblemen, een probleem herleiden tot een soortgelijk probleem, een probleem voor zichzelf representeren, een veronderstelling maken en uitproberen... WO DO 0.7.5: Dat houdt in dat ze hun plan uitvoeren. WO DO 0.7.6: Dat houdt in dat ze de gevonden oplossing evalueren. WO DO: 0.12: Kinderen kunnen uit een aantal vaststellingen zelf conclusies trekken. WO DO: 0.12.1: Dat houdt in dat ze waarnemingen met elkaar kunnen confronteren en zo tot vaststellingen komen. WO DO: 0.12.2: Dat houdt in dat ze vaststellingen kunnen combineren tot een besluit. WO DO: 0.13: Kinderen kunnen informatiebronnen op een doeltreffende manier hanteren. WO DO: 0.13.1: Dat houdt in dat ze bij het zoeken naar informatie doeltreffend gebruik kunnen maken van: WO DO 0.13.1.1: de eigen voorkennis WO DO 0.13.1.2: de kennis van andere kinderen, volwassenen WO DO 0.13.1.3: het te onderzoeken object of fenomeen zelf WO DO 0.13.1.4.: kranten, tijdschriften, boeken, naslagwerken, kaarten, grafieken, audiovisuele programma's, (geautomatiseerde) gegevensbestanden WO DO 0.14: Kinderen kunnen informatie ordenen, rubriceren, classificeren. WO DO: 0.14.4: Dat houdt in dat ze kunnen groeperen volgens gemeenschappelijke kenmerken of eigenschappen. Bronnen Kersbergen C. en Haarhuis A. (2015). Natuuronderwijs inzichtelijk. Bussum: Uitgeverij Coutinho. MOS: E.H.B.E. koffer en handleiding. Werkpunt Het thema energieverspilling, duurzaamheid en duurzame keuzes concreet maken en het belang ervan duidelijk toelichten. Aantal bijlagen 3
35 1. Energieverspilling, weg ermee! Hallo duurzaamheid! Herhaling inhoud voorbije lessen, inleiding duurzame keuzes maken, lezen en samenvatten krantenartikels, test energievreterscore (35 ) De leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen wat duurzame keuzes zijn. De leerlingen kunnen krantenartikelen onderling bespreken De leerlingen kunnen conclusies trekken over de krantenartikelen. De leerlingen kunnen over hun eigen energieverbruik nadenken en dit klassikaal bespreken. LEERINHOUD: krantenartikel 1: Tachtig Vlaamse gemeenten doen zaterdagnacht het licht uit gaat over de jaarlijkse Nacht van de Duisternis waar mensen in tachtig gemeenten zo veel mogelijk openbare verlichting doven. Bedoeling is om de nachtelijke oververlichting (er blijven s nachts onnodig teveel lichten branden) onder de aandacht te brengen. Deze energieverspilling wordt ook besproken op de klimaattop in Parijs. Het is dringend nodig om de opwarming van de aarde onder controle te krijgen en om de CO² uitstoot te verminderen. Door beter om te springen met verlichting kan iedereen daartoe bijdragen. Krantenartikel 2: Europa legt energieverspilling aan banden : Het Europees Parlement heeft een richtlijn goedgekeurd die ervoor moet zorgen dat de Europese Unie tegen 2020 zo n 20 procent minder energie verbruikt. Dat zou zo n 50 miljard euro kunnen besparen. Krantenartikel 3: Slaapstand kost ons miljarden aan energieverspilling : Doordat heel veel elektrische apparaten continu in de slaapstand staan wordt er wereldwijd voor 80 miljard dollar (59 miljard euro) aan energie verspild. Krantenartikel 4: Gratis energiescan van uw huis : Inwoners van de gemeente Wielsbeke kunnen een gratis energiescan bij hun thuis aanvragen waarbij er op zoek wordt gegaan naar nutteloos energieverbruik. Krantenartikel 5: Vlaamse scholen niet klaar voor strengere energienorm": Tegen 2021 moeten alle schoolgebouwen voldoen aan een strengere energienorm. Momenteel zit 98 procent van onze scholen boven de toekomstige norm. Dat is erg jammer, want de energieverspilling zorgt voor torenhoge energiefacturen. Krantenartikel 6: Buurtbewoners klagen jarenlange verspilling aan: Hier brandt de lamp... altijd! Buurtbewoners van de Kolonel Silvertoplaan in Antwerpen klagen omdat er een verlichtingspaal staat die al zeven jaar onafgebroken brandt en dit is een enorme energieverspilling.
sluipverbruik/sluimerverbruik: als je je televisie afzet en er blijft nog een rood lampje branden dan betekent dit dat de tv op slaapstand staat. En in deze slaapstand blijft de tv nog altijd een beetje energie verbruiken, er is sluipverbruik. De televisie verbruikt energie zonder dat we het zelf weten. energiemeter: een apparaat om te meten hoeveel verbruik er is van elektrische energie dor een bepaald toestel of door een lamp. duurzame keuzes: kijken naar wat we nu nodig hebben en nadenken over toekomstige ontwikkelingen die er voor kunnen zorgen dat we hiervan kunnen blijven genieten zonder de mensen, de economie en het milieu in gevaar te brengen. ORGANISATIE: LK zegt: We hebben de voorbije lessen al heel wat geleerd en ontdekt over ons thema elektriciteit (somt op). We hebben geleerd over elektriciteitsbronnen magnetisme de invloed van elektriciteit op ons dagelijks leven - de gevaren van elektriciteit - de elektriciteitskast - energiebesparende tips - spanning en volt - statische elektriciteit en ook over donder en Bliksem. Dan hebben we ook nog verschillende proefjes gedaan. We hebben een elektromagneet gemaakt, statische elektriciteit opgewekt met ballonnen, een elektrisch veld gemaakt en ook een batterij. LK zegt: We hebben al nagedacht over hoe vaak we elektriciteit gebruiken (heel veel, bijna voor alles!). We hebben ook al een aantal tips bedacht waardoor we zuiniger kunnen omgaan met elektriciteit, bv steeds de lichten uitdoen wanneer we de kamer verlaten, apparaten die we niet gebruiken uit het stopcontact halen, de was buiten te drogen hangen wanneer het goed weer is, overdag niet onnodig de lichten aansteken enzoverder. LK zegt: Energieverspilling is een heel actueel thema. We moeten spaarzaam omgaan met energie. Want energie gebruiken heeft gevolgen voor het milieu. Om energie te produceren zijn er energiebronnen nodig (bv steenkool) en deze raken stilaan uitgeput. Het is belangrijk dat we nadenken over onze toekomst en dat we duurzame keuzes maken : kijken naar wat we nu nodig hebben en nadenken over toekomstige ontwikkelingen die er voor kunnen zorgen dat we hiervan kunnen blijven genieten zonder de mensen, de economie en het milieu in gevaar te brengen.
Ook in de pers vinden we geregeld artikels over energie en dan vooral over energieverspilling. Lk zegt: Ik heb hier zes artikels uit de krant waarin er gepraat wordt over energieverspilling. Plaats jullie even in groepjes van vier. Elk groepje krijgt zo dadelijk een artikel om te lezen. Daarna moeten jullie het artikel kort samenvatten en aan de rest van de klas vertellen. LLN lezen de artikels. LK vraagt nadien: Groepje 1: kunnen jullie ons eens vertellen wat de titel is van jullie artikel en waarover het gaat? LLN vatten samen. Idem voor groepjes 2, 3 en 4. LK vat samen: Deze artikels gaan dus allemaal over energieverspilling. Wat het probleem is; wat de gevolgen zijn en wat eraan gedaan kan worden. Er was zelfs een artikel bij waarin er staat dat energieverspilling ook in scholen een probleem is. Enerzijds door de staat van de gebouwen maar anderzijds ook door de manier waarop we in onze scholen met energie omspringen. LK zegt: Ik vraag mij af hoe het eigenlijk gesteld is met jullie energie-vreetscore! Ik heb hier een test waarin je kan nagaan of jij zelf bewust met energie omgaat! LK deelt de test uit. LK zegt: lees de vragen en geef een eerlijk antwoord. LK bespreekt nadien klassikaal de antwoorden op de test. Lk vraagt: Tel eens een keer hoeveel groene vakjes jullie hebben aangeduid? En hoeveel oranje? En hoeveel rode? LK zegt: De vragen zijn eigenlijk allemaal manieren om energie te besparen. Als jullie dus vaak een rood vakje hebben aangeduid dan moeten jullie toch eens een keertje nadenken of dat niet anders kan. Het is vaak maar een kleine moeite om ons gedrag aan te passen! LK zegt: En dat wil ik nu net met jullie gaan onderzoeken. We weten nu ondertussen hoe belangrijk het is om spaarzaam met energie om te gaan. Niet alleen voor onze portemonnee want energieverbruik kost onze mama s en papa s veel geld. Maar ook voor ons milieu. LK zegt: Ik heb daarvoor jullie hulp nodig, wat zonder jullie kan ik dit niet. Ik wil graag samen met jullie op onderzoek gaan hier in de school naar energievreters en sluipverbruik hier op school. Jullie worden dan allemaal energiedetectives! zes krantenartikels energie-vreet-score test uit de werkbundel
LK vraagt: Maar wat zijn dat nu, energievreters en sluipverbruik Wat zou dat nu kunnen betekenen? energievreters zijn elektrische toestellen die letterlijk energie vreten door hun hoge verbruik of doordat ze continu blijven aanstaan. Dit laatste noemen we sluip-of sluimerverbruik. Bijvoorbeeld als je je televisie afzet en er blijft nog een rood lampje branden dan betekent dit dat de tv op slaapstand staat. En in deze slaapstand blijft de tv nog altijd een beetje energie verbruiken, er is sluipverbruik. Dit wil zeggen dat de televisie energie verbruikt zonder dat we het zelf weten. Andere voorbeelden: het gele lampje aan je computer, de oplader van je gsm, het lampje aan het koffiezetapparaat, LK zegt: dit zorgt ervoor dat onze elektriciteitsrekening 10% duurder is. En je ziet dat we dat dus gemakkelijk zouden kunnen vermijden! 35 o 2. Uitleg over opdrachten en materiaal. Demonstratie werking energiemeter, uitleg lampen en temperatuurmeters (35 ) - De leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen wat een energiemeter doet. - De leerlingen kunnen uitleggen wat de betekenis is van de energielabels. - De leerlingen kunnen uitleggen hoe een goede isolatie energie kan besparen. - De leerlingen kunnen de uitleg over de opdrachten begrijpen. LEERINHOUD: - een energiemeter = een apparaat om te meten hoeveel energie een elektrisch toestel verbruikt. Het verbruik van een elektrisch toestel wordt uitgedrukt in WATT. - Energielabels : vertelt ons hoe milieuvriendelijk het product (onze lamp) is. Het wordt aangeduid door middel van een letter van A (zeer laag verbruik) tot G (zeer hoog verbruik). - verschil enkele beglazing en dubbele beglazing: in oude huizen is er vaak nog enkele beglazing en de ramen houden de koude onvoldoende buiten Bij dubbele beglazing zijn er eigenlijk twee ramen: één raam houdt de koude buiten en het andere raam houdt de warmte binnen. - LED-lamp kost het meest maar verbruikt het minst. De gloeilamp verbruikt het meest. De spaarlamp ligt tussen de twee: voordeliger in verbruik dan een gloeilamp, maar minder voordelig dan een LED-lamp. - Verwarming is ook een grote energievreter. En door slechte isolatie kan er veel energie verloren gaan. Door de temperatuur in klaslokalen niet hoger dan 20 graden af te stellen bijvoorbeeld kan je al heel wat energie besparen! En door gebouwen goed te isoleren hou je de warmte goed binnen.
- In welke eenheid wordt de lichtsterkte uitgedrukt: in Lux. Volgende voorbeelden: - zonlicht: 100 000-130 000 lux (100-130 klx) - Daglicht, indirect zonlicht: 10 000-20 000 lux (10-20 klx) - Bewolkte dag: 1000 lux (1 klx) - Kantoor: 500 lux ORGANISATIE: LK zegt: We gaan volgende les op onderzoek. Daarom ga ik jullie nu alles al uitleggen zodat jullie volgende les meteen aan de slag kunnen! We gaan ons dan in 6 groepjes verdelen. LK verdeelt de groepen en wijst de lokalen toe waar de leerlingen volgende les op onderzoek mogen gaan (welke groepjes functioneren het best, welke lokalen mogen onderzocht worden? ). LK bespreekt wat de leerlingen gaan doen, LK legt de onderzoeken uit. LK zegt: Ik wil graag dat jullie voor mij drie dingen gaan onderzoeken hier op school: het sluipverbruik, de verlichting en de temperatuur. LK zegt: Jullie worden straks in groepjes verdeeld, er zullen zes groepjes in totaal zijn. Per groepje krijgen jullie een verschillende opdracht toegewezen. Twee groepjes testen het sluipverbruik, twee groepjes testen het licht en twee groepjes testen de temperatuur in de lokalen die jullie krijgen toegewezen om op onderzoek te gaan. checklist Speuren naar sluipverbruik LK LEGT NU ALLE ONDERZOEKEN UIT. Onderzoek 1: speuren naar sluipverbruikers. Met de checklist Speuren naar sluipverbruik gaan de leerlingen op onderzoek in de school in twee klassen en onderzoeken ze het sluipverbruik van elektrische toestellen. LK toont de checklist. De leerlingen hebben hiervoor per groepje een energiemeter en een verdeelschakelaar nodig, alsook de checklist speuren naar sluipverbruik. Opdrachten bij onderzoek 1: - de leerlingen moeten per lokaal eerst bepalen hoeveel elektrische toestellen er aanwezig zijn (oplijsten in de tabel op de checklist). - de leerlingen moeten van elk elektrisch toestel het verbruik meten als: o het toestel aan staat (LK wijst de leerlingen er op dat, indien de computer af staat ze moeten wachten met het meten tot de computer helemaal is opgestart. Anders kan hun meting een vertekend beeld geven omdat computers bij het opstarten het meeste energie verbruiken). o het toestel uit staat in slaapstand (indien aanwezig) o het toestel uit staat o het toestel uit staat met de stekkerdoos ook op uit
dit is voor volgende les. LK demonstreert nu zelf de werking van de energiemeter en onderzoekt de klascomputer op sluipverbruik. LK zegt: Bijvoorbeeld hier in de klas kunnen we al op onderzoek gaan. Kijk maar. Hier heb ik een energiemeter (toont de energiemeter). Dit is een apparaat om te meten hoeveel energie een elektrisch toestel verbruikt. LK vraagt: Wie weet nog in welke eenheid het verbruik van een elektrisch toestel wordt uitgedrukt? Watt. LK zegt: Dus het getal dat je kan aflezen op de energiemeter is het verbruik, uitgedrukt in Watt. Lk zegt: Laat ons de klascomputer eens onderzoeken! LK steekt de energiemeter in het stopcontact. In de energiemeter steekt ze de stekker van een stekkerdoos. De stekker van de computer steekt ze in de stekkerdoos. LK meet eerst het verbruik van de computer wanneer deze helemaal aan staat. Daarna zet ze de computer in slaapstand en meet het energieverbruik nogmaals. Daarna zet ze de computer helemaal uit en kijkt ze samen met de leerlingen wat het verbruik nu is. Tenslotte zet ze de stekkerdoos nu ook op uit en meet voor de laatste keer het verbruik. LK vormt samen met de leerlingen een conclusie. LK vraagt: Wat kunnen we hier nu uit besluiten? Conclusie: Zelfs wanneer de computer helemaal uit staat kunnen we niet vermijden dat er iets van energie wordt verbruikt omdat er binnen in de computer toch nog kleine elektrische processen aan de gang zijn. Een mogelijke oplossing hiervoor is onze stekkerdoos. Wanneer we ook de stekkerdoos op uit zetten, dan zal er helemaal geen verbruik meer zijn. Hiermee wordt immers het elektrisch circuit onderbroken. Dit is dus een vorm van sluipverbruik/sluimerverbruik. LK zegt: Ik hoor jullie al zeggen: zoveel verschil is dat nu toch ook weer niet. LK zegt: Nee, dat klopt. Maar: denk eens even verder. Want ook thuis, op het werk van papa en mama, bij de bakker, in de winkel,. in heel België. En niet alleen in België maar in alle landen van de hele wereld komt sluipverbruik voor. En als we dat dan allemaal gaan optellen dan komen we wel aan een heel groot energieverlies! LK zegt: Dit is dus jullie onderzoek nummer 1. Op zoek gaan naar het sluipverbruik in onze school.
Onderzoek 2: Speuren naar de voordeligste verlichting. LK toont een gloeilamp; een spaarlamp, een LED-lamp en de energiemeter. LK toont de lampentester en vraagt: Wie weet er wat dit is? lampentester om te meten hoeveel een lamp verbruikt. Je kunt hier verschillende soorten lampen mee testen, bv een gloeilamp; een spaarlamp, een LED-lamp (LK toont de lampen). LK bespreekt en vraagt: Vooraleer we testen: welke lamp verbruikt het meeste denken jullie, en welke lamp het minst? Welk van de drie lampen wordt het warmste? Hoe zou dat komen denken jullie? een gloeilamp; een spaarlamp en een LED-lamp en een energiemeter ovenwant om gloeilamp weer los te draaien LK toont de tabel van de Energielabels. LK legt uit: Op de verpakking van eender welke lamp staat steeds zo n tabel. In deze tabel kan je zien dat er verschillende soorten labels zijn die een product, in dit geval een lamp, kan krijgen. Het label vertelt ons hoe milieuvriendelijk het product (onze lamp) is. Het wordt aangeduid door middel van een letter van A (zeer laag verbruik) tot G (zeer hoog verbruik). tabel van de energielabels. LK steekt de lampen één voor één in de energiemeter en meet hoeveel ze verbruiken.! De LED-lamp verbruikt zo weinig dat het mogelijk is dat het verbruik niet kan gemeten worden door de energiemeter! Lk laat de leerlingen het verbruik aflezen. LK vraagt de leerlingen om conclusies te trekken. Welke lamp is het spaarzaamst in verbruik: De LED-lamp. Deze kost het meest maar verbruikt het minst. Welke lamp verbruikt het meest? De gloeilamp. Wat dan met de spaarlamp? Deze ligt tussen de twee: voordeliger in verbruik dan een gloeilamp, maar minder voordelig dan een LED-lamp. LK vraagt: In welke eenheid wordt de lichtsterkte uitgedrukt, weet iemand dat? in Lux. Voorbeelden: zonlicht: 100 000-130 000 lux (100-130 klx) Daglicht, indirect zonlicht: 10 000-20 000 lux (10-20 klx) Bewolkte dag: 1000 lux (1 klx) Kantoor: 500 lux Erg donkere dag: 100 lux LK zegt: Volgende les gaan jullie zelf op onderzoek. Met behulp van een checklist moeten jullie klassen evalueren op hun verlichting.
Onderzoek 3: Speuren naar hoge temperaturen. Lk zegt: Verwarming is ook een grote energievreter. En door slechte isolatie kan er veel energie verloren gaan. Door de temperatuur in klaslokalen niet hoger dan 20 graden af te stellen bijvoorbeeld kan je al heel wat energie besparen! En door gebouwen goed te isoleren hou je de warmte goed binnen. onderzoek naar temperatuur en isolatie: 1) meet de temperatuur buiten. 2) meet de temperatuur in het klaslokaal. 3) neem de infraroodtemperatuurmeter en hou hem tegen het raam van de klas langs de binnenkant. Zo kan je de temperatuur van het raam meten. 4) maak volgende bewerking: klastemperatuur temperatuur raam 5) de uitkomst is hoeveel warmte er ontsnapt via het raam. Het raam werkt eigenlijk als een isolator, het blokt de koude van buiten af. Maar als ons raam niet voldoende geïsoleerd is dan laat het de koude van naar buiten komen. verschil enkele beglazing en dubbele beglazing: in oude huizen is er vaak nog enkele beglazing en de ramen houden de koude onvoldoende buiten Bij dubbele beglazing zijn er eigenlijk twee ramen: één raam houdt de koude buiten en het andere raam houdt de warmte binnen. 2 infraroodthermometers 2 thermometers 5 3. Afronding van de les (5 ) De leerlingen kunnen enthousiast zijn voor de volgende les. LEERINHOUD: / ORGANISATIE: Lk zegt: Ik hoop dat jullie een beetje enthousiast zijn voor de volgende les. We weten nu wat we allemaal gaan doen dus dan kunnen we er meteen invliegen.
Bordschema / Aanvullingen Bijlage 1: krantenartikels Bijlage 2: foto energielabels Bijlage 3: foto dubbele beglazing