A. Benadering slachtoffer Checklist examen Interventie - 2014 Zorgt voor een veilige situatie (incl gebruik van wegwerphandschoenen) * Vraagt luid "gaat het?", en schudt zachtjes aan de schouders (indien van toepassing) Roept een tweede hulpverlener * Draait het slachtoffer(so) op de rug (indien nodig) voor de controle van de ademhaling Kantelt het hoofd en tilt de kin omhoog * Kijkt, luistert en voelt naar normale ademhaling (max 10 seconden) * Alarmeert correct de verdere hulpketen * Stelpt - indien nodig - ernstige bloedingen Koelt - indien nodig - ernstige brandwonden Controleert regelmatig de vitale lichaamsfuncties * Brengt het SO in een aangepaste houding * Verzorgt - indien nodig - wonden op een correcte wijze Heeft aandacht voor psychosociale bijstand Rapporteert de toestand van het SO correct aan de gespecialiseerde hulpdiensten Scenario: Schat de aard en ernst van de situatie verkeerd in * De vrije luchtweg werd onvoldoende gewaarborgd *
B.1. Optilling en manipulatie: halskraag De halskraag wordt met de hulp van een 2de hulpverlener aangelegd * Laat het hoofd in neutrale positie immobiliseren door de 2de hulpverlener Vraagt het slachtoffer(so) om het hoofd niet te bewegen Neemt de maat en kiest de juiste maat van Stifneck Select * Maakt hinderende kledij rond de hals vrij Vormt de halskraag voor Zorgt dat de halskraag recht zit (kin, halskraag en borstbeen op 1 lijn) * Heeft aandacht voor comfort van het SO (geen haren, oorringen, enz. gekneld of tussen de velcro) Controleert op knellen Zorgt ervoor dat het hoofd geïmmobiliseerd blijft totdat de halskraag definitief goed zit* Het hoofd werd niet in neutrale positie geïmmobiliseerd * De Stifneck Select werd niet vergrendeld *
B.2. Optilling en manipulatie: schepdraagberrie Bepaalt de lengte alvorens de schepdraagberrie te openen Stelt de schepdraagberrie in op de juiste lengte en vergrendelt * Gaat met de helften van de schepdraagberrie om het slachtoffer (SO) heen Kantelt het SO in blok aan schouder en bekken* Brengt de helften van de schepdraagberrie voldoende ver onder het SO samen Het SO ligt in de juiste richting op de schepdraagberrie * Sluit de schepdraagberrie eerst aan het hoofdeinde en daarna aan het voeteinde Zorgt ervoor dat het SO niet gekneld zit (haren of huid) Gebruikt algemeen een correcte hef- en tiltechniek De draagberrie werd niet correct in lengte vergrendeld met gevaar voor het slachtoffer * De stabiliteit van hoofd-hals-wervelzuil werd niet gegarandeerd tijdens het manipuleren van het slachtoffer * De sluitingen aan hoofd- en voeteinde werden niet correct vergrendeld met gevaar voor het SO *
B.3. Optilling en manipulatie: vacuümmatras Verspreidt de korrels gelijkmatig bij het voorbereiden van de vacuu mmatras Legt de riemen klaar (of laat dit door een 2de hulpverlener doen) Zorgt ervoor dat de vacuu mmatras correct tegen lichaam en ledematen van het slachtoffer (SO) wordt aangedrukt Bevestigt de riemen correct Pompt de matras voldoende vacuu m (of laat dit door een 2de hulpverlener doen)* Spant de riemen bij na het vacuu m pompen Gebruikt het ventiel van de matras correct Verwijdert de pomp na het sluiten van het ventiel Het SO werd onvoldoende geimmobiliseerd * Het SO ligt in de foutieve richting in de vacuümmatras* De stabiliteit van hoofd-hals-wervelzuil werd niet gegarandeerd tijdens het manipuleren van het SO * Het lichaam werd onnodig ruw gemanipuleerd * De schepdraagberrie werd samen met het SO geïmmobiliseerd in de matras *
B.4. Optilling en manipulatie: vacuümspalk Kiest de juiste maat van spalk Verspreidt de korrels gelijkmatig bij het voorbereiden van de vacuu mspalk Laat het lidmaat ondersteunen door een 2de hulpverlener * Brengt de spalk correct aan zodat het gewrichtr boven en onder het letsel goed geïmmobiliseerd wordt Pompt de spalk voldoende vacuu m (of laat dit door een 2de hulpverlener doen)* Spant de riemen bij na het vacuu m pompen Gebruikt het ventiel van de spalk correct Verwijdert de pomp na het sluiten van het ventiel Het getroffen lidmaat werd onvoldoende geïmmobiliseerd * Het lidmaat werd onnodig gemanipuleerd *
C. Reanimatie volwassene met AED Zorgt voor een veilige situatie (inclusief gebruik van wegwerphandschoenen)* Vraagt luid "gaat het?", en schudt zachtjes aan de schouders * Roept een tweede hulpverlener * Kantelt het hoofd en tilt de kin omhoog * Kijkt, luistert en voelt naar normale ademhaling (max 10 seconden)* Alarmeert correct de verdere hulpketen en laat een AED halen * Voert borstcompressies correct uit: Plaatst handen correct in het midden van de borstkas * Drukt met gestrekte armen het borstbeen 5à6 cm loodrecht naar beneden * Laat elke keer de borstkas weer volledig naar boven komen Laat de handen niet loskomen of verschuiven van het borstbeen Geeft 30 hartmassages aan een tempo van 100-120/minuut ** Voert beademingen correct uit: Voert efficiënte beademingen uit (borstkas komt omhoog)* De beademingen duren in totaal niet langer dan 5 seconden Wisselt vlot af tussen de hartmassages en de beademingen Wisselt vlot af met de andere hulpverlener na 2 minuten (of meldt dit) Gebruik van het AED-toestel: Zet het AED-toestel aan zonder tijdsverlies Bevestigt de elektroden op correcte wijze (zoals aangegeven op de
illustratie) * Zorgt dat er tijdens de ritmeanalyse niemand het SO aanraakt * Maakt een duidelijk handgebaar * Drukt op de schokknop als dat gevraagd wordt * Vestigt tijdens het drukken op de schokknop de aandacht op het SO en omstaanders * Hervat onmiddellijk de reanimatie wanneer het toestel aangeeft om verder te reanimeren * Gebruik van het zakmasker: Plaatst het zakmasker correct: plaatst het smalle deel over de neus en het brede deel tussen de onderlip en de kin * Kantelt het hoofd en tilt de kin omhoog * Beademt efficiënt met zakmasker (borstkas gaat omhoog) ** : ** Dient minder dan 25 of meer dan 35 compressies toe in 1 cyclus * ** < 50% van de beademingen is efficiënt * Respecteert de correcte volgorde van handelen niet Luistert niet naar het AED toestel ** Verwijzing naar "fouten" waar kwantitatieve voorwaarden worden gesteld
D. Wondverzorging Scenario: Ja Nee Zorgt voor een veilige situatie (indien van toepassing)* Vraagt naar inenting tetanus Wast de handen of ontsmet de handen met handalcohol voor het verlenen van eerste hulp Trekt wegwerphandschoenen aan * Wast de handen of ontsmet de handen met handalcohol na het verlenen van eerste hulp Verwijst het SO naar een arts indien nodig* Lichte/ernstige schaafwonde Spoelt de wonde met lauw stromend water van de kraan of reinigt de wonde met een waterig niet-kleurend ontsmettingsmiddel Blijft spoelen tot er geen vuil meer in de wonde zit of gebruikt voldoende ontsmettingsmiddel om de wonde proper te maken Wrijft niet in de wonde om het vuil eruit te halen Droogt de omgeving van de wonde af Dekt de wonde af (bijv. kompres of wondpleister) Grote open wonde Stelpt ernstige bloeding * Helpt het SO te gaan liggen Alarmeert correct de verdere hulpketen * Wanneer drukverband wordt aangelegd: Raakt de binnenzijde van het kompres niet aan Legt het kompres op de wonde Legt het verband aan met voldoende druk op de wonde *
Wonde met vreemd voorwerp Laat het voorwerp steeds ter plaatse * Legt steriele kompressen aan de beide kanten van het voorwerp Vult aan de beide zijden het hoogteverschil voldoende op (kompressen, twee zwachtels, ) Legt hierover een verband aan (mag niet op het voorwerp drukken) Zorgt dat het voorwerp onbeweeglijk blijft * Checklist examen Interventie - 2014