DJAMBI (eerste deel)

Vergelijkbare documenten
MARTAPOERA ZUIDSUMATRA

De zuidelijke kuststreek

Het Redjang District

TALANGPADANG. Figuur 1: De Semangka-Baai met Kotaagoeng en wat meer landinwaarts Talangpadang.

De Palembangse Benedenlanden (vierde deel)

AGAM. Figuur 1: Kaart van het centrale deel van de Padangse Bovenlanden met o.a. Fort de Kock.

De Palembangse Benedenlanden (vierde deel)

KOTABOEMI. Figuur 1: Links het station van Kotaboemi in de jaren dertig van de vorige eeuw en rechts in

De Lampongse Districten Figuur 1: Een kaart van de Lampongse Districten begin jaren dertig van de vorige eeuw.

L.B.Vosse, een baarfrankering uit KRAKSAÄN echt of vals?

Het Zuidwestelijk deel van de Lampongse Districten

J.R. van Nieuwkerk Haltestempels in Nederlands-Indië tijdens de oorlog

Het Noordoostelijk deel van de Lampongse Districten

POSTKANTOOR LIJN PALEMBANG

F.J. Nash, Het versturen van kranten als partijpost in eind 1945, papierschaarste in Pontianak?

BATAVIA / DJAKARTA / JAKARTA ( )

De Palembangse Benedenlanden (eerste deel)

F.J. Nash, deze Mampawa J14 heeft de waarde van een auto!

JR van Nieuwkerk, Nieuwe plaatsnamen tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië

Het Lebong District Figuur 1: Het Lebong district in het noorden van de residentie Benkoelen (rode pijl)

Mededelingenblad van de Studiegroep

DE BOERENOORLOG

Geïllustreerde postwaardestukken Postwaardestukken op bestelling

verrijking a Familiegeschiedenis Bekijk het fragment en beantwoord de vraag. Wat vind je van zijn verhaal?

BANDOENG / BANDUNG (stempeltype 1) ( )

Inleiding Transmigratie (HAVO stof Indonesië)

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Eén cirkel stempel. Een stempeltype met slechts één gesloten ring. Het stempel dat U ziet komt in diverse typen voor.

Filatelistische elementen Deel 24: Postwaardestukken

Samengesteld door Cees Janssen, Nederlandse Academie voor Filatelie

Historische context: Nederlands-Indië in de 19e eeuw

Bestelhuizen

De Lekbode 66 april 2009

Indonesian Times blz. 4 toch niet vrij? en spotprent

DE BOERENOORLOG

DEUTSCHE DIENSTPOST NIEDERLANDE Elk land heeft zijn eigen postadministratie: in v r i j

VLUCHTEVALUATIE Zaterdag 18 Mei 2013

Papiergeld van Duits Oost Afrika

Eindexamen geschiedenis havo 2008-I

FRANKEERSTROKEN UIT POSTKANTOREN IN BELGIË Hens A. Wolf augustus 2013

Inventarisatie van censuurstempels en stroken

Aantekenen nieuwe stijl

Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1

Bronnenboekje examen VMBO-KB 2003

Erg veel gebruikt in Nederland en ook kennen we dit vanuit o.a België is het Niet Bestellen, of Bestellen op Zondag..

De Lekbode 118 april 2009

BANDOENG / BANDUNG (stempeltype 7) ( )

Interessant is ook het postale strookje "Vertrokken" op de voorzijde, met daarop geschreven "Europa".

Machinestempels als verzamelgebied (1)

Deviezenproblemen rondom de Tweede Wereldoorlog deel 1

J.R. van Nieuwkerk: Luchtpost in Nederlands-Indië tijdens de tweede wereldoorlog.

Machinestempels als verzamelgebied (3) Jos M.A.G. Stroom.

De Lekbode 106 april 2009

Filatelistische elementen

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-I

Deviezenproblemen rondom de Tweede Wereldoorlog

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Mededelingenblad van de Studiegroep

UITWERKING OEFENVRAGEN NEDERLAND EN INDONESIE VIER EEUWEN CONTACT EN BEINVLOEDING GESCHIEDENIS

B1 Hoofddorp pagina 1

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Afstempeling. Algemeen gebruikte uitdrukking. poststempel op een postzegel en / of poststuk. Let ook eens op de fraaie illustratie op deze kaart.

1 Gebieden die in 1922 bij Polen behoorden

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Urk Urk op de kaart. Urk 1722

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II

Emissie Twee proeven van de 1/2 cent zegel

Christmas eiland, maar welke?

Een beveiliging van een werktrein van de Staats Spoorwegen met een fatale afloop.

Inventaris van het archief van dr. J. Zwart [geboren 1912],

ARNHEM Girokantoor. GIROKANTOOR ARNHEM KBPT 5013 Opgeleverd door De Munt op. Het stempel werd verzonden op.. Gebruiksperiode van..

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Standaardisering: postmerken. Inleiding

Perfins van de Ottomaanse Bank

Machinestempels als verzamelgebied (4) Jos M.A.G. Stroom.

Mactanestempels als verzamelgebied (6) Jos M.A.G. Stroom.

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties Deel 2: Huishoudensgrootte

In vele Europese landen en in een groot aantal buiten

Grootrondstempels vanaf 1920

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Inventaris van het archief van het Ministerie van Koloniën: Politieke Verslagen en Berichten uit de Buitengewesten,

Verzamelen en tentoonstellen

Handleiding Japanse puzzels

De nieuwe landen in het oosten

Naam: EEN BRUG TE VER De Slag om Arnhem

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Mededelingenblad van de Studiegroep

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I GESCHIEDENIS

BondsKeuringsDienst BINGO!!! Niet-postale stempels van Japan. Door Wilbert Davids

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Geschiedenis van Suriname : Suriname van Engelse naar Nederlandse landbouwkolonie

Dick Bruna en de post

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig.

Een onderzoek naar de klachtbehandeling door de Gemeenschappelijke Regeling Servicecentrum MER.

GEMEENTE MUIDEN COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS POSBUS GH MUDEN

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I

Transcriptie:

DJAMBI (eerste deel) Figuur 1: Een kaart van de residentie Djambi eind dertiger jaren van de 20e eeuw. Djambi behoort tot een van de dunst bevolkte landstreken van Sumatra en bestaat voor verreweg het grootste deel uit uitgestrekte moerasgebieden aan weerszijden van de Djambi rivier ofwel de Batanghari. In het noorden wordt het gebied begrensd door de landstreek Indragiri, in het westen door de voormalige residenties Sumatra s Westkust en Benkoelen, en in het zuiden door Palembang, waarvan de hoofdstad op zo n 250 km afstand ligt van de plaats Djambi. De tweede grote rivier is de Toengkal, die in het uiterste noordoosten bij de plaats Moearatoengkal uitmondt in de straat Berhala. Het hoger gelegen westelijke gedeelte van de voormalige residentie wordt gevormd door uitlopers van het Barisan Gebergte met als meest westelijke afdeling Koerintji of Kerintji met de hoofdplaats Soengeipenoeh. Bij een latere bepaling van de residentiegrenzen is deze streek in de jaren dertig van de vorige eeuw weer bij Sumatra s Westkust getrokken (fig. 1). In een waterrijk gebied als Djambi hebben rivieren van oudsher een grote betekenis voor de communicatie gehad. Hoewel Bezemer meldt, dat men van gouvernementswege in de hoger gelegen gebieden geleidelijk de aanleg of verbetering van een aantal hoofdwegen ter hand heeft genomen, waren met name in de benedenlanden de landwegen gedurende vele jaren nauwelijks van enig belang.1 De voornaamste middelen van bestaan waren oorspronkelijk: het verzamelen van bosproducten, enige vorm van landbouw (rotan, tabak, koffie, rijst en klappers), rubbercultures en veeteelt. In het voormalige Nederlands Indië is Djambi echter vooral bekend geworden om zijn olierijkdom, waarvan de particuliere exploitatie begin 20e eeuw van start gaat, maar daarover later meer. 1

De VOC werd in haar peperhandel nogal dwars gezeten door de vorsten van Bantam op West Java en richtte mede daarom al in 1616 een handelskantoor te Djambi. Figuur 2 laat links een oude Engelse kaart zien met een vogelvluchtzicht op Jambee Town. In die tijd had zowel de VOC als de East India Company er een factorij en beide staan prominent met hun vlaggen afgebeeld: links de Engelse en rechts de Hollandse. Op de rivier is het een drukte van belang met inheemse schepen. Immers de grote retourschepen van de VOC konden de Djambi rivier niet helemaal tot aan de factorij opvaren.9 Op de rechter afbeelding, die de situatie in de tweede helft van de 19e eeuw weergeeft, zijn de Engelsen uit Djambi verdwenen. Figuur 2: Links zicht op Djambi in tweede helft 17e eeuw en rechts het Havenkantoor een kleine tweehonderd jaar later. De Nederlandse factorij werd met de nodige onderbrekingen gehandhaafd tot begin 18 eeuw. Ruim een eeuw later zou gouverneur-generaal Johannes van den Bosch, in samenspraak met koning Willem I, een plan ontwerpen voor een summiere en vreedzame bezetting van Sumatra. Centraal stond als hoofddoel van Nederlands bestaan op Sumatra genoemd: uitbreiding van handel, door middelen geëvenredigd aan de voordelen welke zij kan brengen. Het ging hierbij dus primair om: de bevordering van de handel middels een goed contact met de lokale hoofden, de oprichting van marktplaatsen, het onderhouden van vriendschappelijke handelsbetrekkingen, de veiligheid voor handelaren en goede verbindingswegen. Deze laatste hadden uiteraard ook een militair-strategisch doel. Met name een controle op de handel met Sumatra s westkust eiste tevens een toezicht op de staten aan de oostkust ten noorden van Palembang. In dit beleid van sturing van de inheemse handel paste ook een hernieuwde impuls in de strijd tegen zeerovers. Zeeroverij vormde in de Indonesische archipel een oud en eervol beroep dat nauw verbonden was met de handel en het onderscheid tussen beide bezigheden-ter-zee was in Zuidoost Azië gering.2 e Een uitvoerig verslag van de vele pogingen die vanuit Batavia zijn ondernomen om met de sultans van Djambi tot een overeenkomst te komen en van de vele verwikkelingen en misverstanden bij het vertalen van gesloten contracten en de daaruit voortvloeiende vijandelijkheden zou aan het doel van de huidige studie voorbijgaan. Eind 19e eeuw was er sprake van een ommekeer in de voorzichtige en afwachtende strategie van het gouvernement, waarbij de sultan op eigen verzoek tegen een jaargeld van ƒ4000 van zijn waardigheden werd ontheven. In 1901 werd het bestuur opgedragen aan J.A. Van Rijn van Alkemade, die als resident van Palembang gedurende vijf jaar met de sultanswaardigheid werd bekleed en in maart van datzelfde jaar volgde een militaire bezetting van Moeara Tembesi. Met het vertrek van Van Rijn in 1906 werd ook formeel een punt gezet achter het Djambische zelfbestuur. Na herhaald aandringen zijnerzijds werd het vroegere Djambische rijk in dat jaar een afzonderlijke residentie en Korintji, dat in 1903 onder Sumatra s Westkust was geplaatst, werd er weer aan toegevoegd. 2

Had de gehele 19 e eeuw de export vooral bestaan uit bosproducten, in de volgende eeuw werd in eerste instantie niet de olie maar de rubber het product dat Djambi economisch drijvende zou houden. De eerste Djambische olie stroomde pas in de jaren twintig naar de raffinaderijen bij Palembang. Ook nu nemen wij weer graag het verslag van de heren Zentgraaff en Van Goudoever ter hand. Het perspectief voor Palembang wordt zeer beïnvloed door de nieuwe weg, langs de pijpleiding der B.P.M., naar Djambi, een machtig stuk werk dat de lezer bekend is. Deze weg, ontworpen en gemaakt door de olie, bracht Djambi en Moeara Tembesi binnen een afstand van zes uren van Palembang.de olieindustrie sloeg een breuk door moeras en bos in het woud tussen de Batang-Hari en de Moesi. De weg loopt op het beste tracé dat na maanden zoeken door de topografen werd gevonden, en is zó goed aangelegd dat hij bij droog weer bijna over de gehele lengte met grote snelheid te bereiden is. Bij de feestelijke opening zijn de bijzonderheden van het grootse werk van drie-en-een-half millioen gulden: een pijpleiding van 8 inch met 158 km nieuwe weg en verbetering van 52 km weer goeddeels dichtgegroeide oude telefoon-rintis [gebaand pad] tot een voor alle voertuigen berijdbare weg, gepubliceerd. Deze communicatie is van groot belang ook voor bestuur en militaire macht; bij eventuele woelingen in Djambi men weet hoe nog in 1916 daar een opstand uitbrak is het mogelijk in zeven uur militaire versterking van Palembang in auto s te brengen naar Moeara Tembesi [zie desbetreffende paragraaf]. De nieuwe weg loopt tot het boorterrein Tempino, dat goede vooruitzichten biedt, men houdt er rekening mee dat het Badjoebang-anticlinaal al tekenen vertoont, die wijzen op een naar alle waarschijnlijkheid vrij duidelijke afzienbare levensduur. Tempino komt nu naar voren, en men boort bij Kanali Assem, slechts enkele kilometers ten Zuiden van de hoofdplaats Djambi. Die koepel strekt zich uit tot Setiti, een flink stuk Westelijk, en ook hier zijn de vooruitzichten gunstig sinds men, na eerst een onaangenaam zware olie te hebben aangeboord, bij dieper boren dezelfde goede olie kreeg als op Tempino wordt gewonnen. 3 Figuur 3: Situatieschets van Djambi met vliegveld en de olieterreinen: 1) Kenali Assam, 2) Tempino en 3) Badjoebang. 2 Het kaartje van figuur 3, overgenomen uit de uiterst boeiende studie van E. Locher- Scholten, laat de exacte locaties van de genoemde olievelden en het later te bespreken vliegveld zien. Ook de door de heren Zentgraaff en Van Goudoever beschreven pijpleiding met de daaraan parallel lopende weg staat keurig aangegeven. 3

DJAMBI STAD Figuur 4: Links een vergezicht op de stad Djambi begin van de 20e eeuw en rechts een sfeervolle impressie anno 2015.10 Dateren de vroegste contacten tussen de Nederlanders en de Djambische groten al van begin 17e eeuw, pas een kleine driehonderd jaar later - op 12 februari 1902 - zal in de stad Djambi een tijdelijk post- en telegraafkantoor geopend worden. Het postkantoor te Djambi had begin vorige eeuw al een staf van zo n 15 man. De foto rechts in figuur 5 laat echter nog iets boeiends zien. Boven op het dak en vlak bij de hoofdingang staan twee figuren, waarvan de laatste met ontbloot bovenlijf zorgvuldig een trapleer vasthoudt. Kennelijk kon de reparatie aan het dak geen verder uitstel dulden. Het tijdelijke karakter, de redenen van oprichting en de exacte functie van het postkantoor in zijn allereerste jaren van bestaan worden door Storm van Leeuwen als volgt omschreven: Nergens in de daarop volgende jaarverslagen of koloniale verslagen wordt dit tijdelijk vervangen door definitief. Mogelijk is dit stilzwijgend geschied zonder daar nota van te maken in een jaarverslag. In ieder geval heeft Djambi sedertdien altijd een postkantoor gehad.12 Verder meldt deze auteur, evenals ten Geuzendam, dat Djambi nooit de functie van een veldpostkantoor heeft gehad, maar dat het toenemend machtsvertoon van het gouvernement in Djambi en omstreken begin 20e eeuw wel de aanleiding tot de oprichting van het postkantoor geweest zal zijn.6 Figuur 5: Links het militair kampement te Djambi begin 20e eeuw en rechts het Post-Telegraaf en Zegelkantoor met helemaal rechts het Telefoonkantoor. 4

Uit de beginperiode dateert een blauw, ovaalvormig en 40 mm lang naamstempel dat uitermate zeldzaam (RRR) is en waarvan wij u dan ook geen voorbeeld kunnen laten zien.4,5 Gedurende de periode 1902-1912 wordt hier één type vierkantstempel gebruikt.6 In figuur 6 kunnen wij u er vijf voorbeelden van laten zien. Het portzegeltje links toont ook nog in violet een vernietigingskruis en de met de handgeschreven tekst nietig. Overigens zijn ook afstempelingen van het vierkantstempel uit 1902 erg zeldzaam.6 Figuur 6: Het vierkantstempel van DJAMBI gebruikt op 23 mei 1903, 21 juni 1905, 11 mei 1907, 20 augustus 1910 en 11 juli 1912. Vanaf januari 1911 tot maart 1917 wordt te Djambi het gebruik van twee types van het kortebalkstempel beschreven en de gebruiksperioden overlappen elkaar grotendeels. Beide stempeltypes hebben een korte smalle balk en een gesloten buitenring en de onderscheidende kenmerken zijn: 1) Het eerste type heeft 15 strepen in het bovensegment en 14 strepen in het ondersegment en 3 # onder in de ring; 2) Het tweede type heeft 10 strepen in beide segmenten en 5 # onder in de ring; en 3) Bij het eerste type zijn bredere letters gebruikt, zodat de letters D en I van de kantoornaam ongeveer op dezelfde hoogte staan als de bovenrand van de balk. Bij het tweede type met de 5 Andreas kruizen is dat niet het geval (fig. 7). Uit de voorbeelden van de figuren 6 en 7 wordt duidelijk, dat ook de gebruiksperioden van het vierkantstempel en die van het eerste type van het kortebalkstempel van Djambi elkaar overlappen. Figuur 7: De twee types van het kortebalkstempel van DJAMBI gebruikt op 20 januari 1911, 5 maart en 5 mei 1913, 31 januari 1914 en 30 november 1916. Vanaf maart 1917 worden dan te Djambi achtereenvolgens vijf verschillende langebalkstempels gebruikt: de types 1, 2a-b, 6, 9 en 14 (fig. 8 en 9). Ook nu zij voor meer uitgebreide informatie over de verschillende types van het langebalkstempel verwezen naar de site van ZWP.7 De types 1 en 2a-b hebben een opvallend lange gebruiksperiode van 10 respectievelijk 22 jaar, waarbij het type 2a in de loop der jaren links aan de bovenrand van de datumbalk een kleine beschadiging laat zien, zie zwarte pijl bij het object rechts in figuur 8. 5

Figuur 8: De langebalkstempels 1 en 2 van DJAMBI gebruikt op 5 augustus 1918, 17 november 1919 en 22 december 1924. Alle langebalkstempels van het kantoor te Djambi hebben, met uit zondering van het type 19 links uit figuur 10, een biffage en voor de kantoornaam worden in het algemeen brede letters gebruikt. Figuur 9: De langebalkstempels 6, 9 en 14 van DJAMBI gebruikt in december 1937 en op 6 januari 1941 en 12 oktober 1940. In de vooroorlogse jaren zijn te Palembang ook nog de langebalkstempels type 19 en 20 het puntvlakstempel type 1 en 2 in gebruik geweest. In figuur 10 laten wij u een tweetal voorbeelden van type 19 zien, met name omdat het linker object zo fraai toont wat de bedoeling van de Nederlands Indische PPT bij de invoering in 1935 van dit zogenaamde blokstempel was: ter voorkoming van frauduleus hergebruik van zegels moest bij voorkeur tweederde van het zegelbeeld worden bedekt en de afstempeling moest duidelijk en diepzwart zijn. 8 Dit alles was de filatelist natuurlijk een gruwel en het rechter object laat zien, dat men soms ook wel met wat minder inkt tevreden kon zijn. Figuur 10: De langebalkstempels 19 en 20 van DJAMBI gebruikt op 13 mei 1936, 11 maart 1937 en 7 augustus 1940. 6

Van het langebalkstempel type 6, dat al eind 1937 in gebruik is genomen, zijn op de site van ZWP slechts twee incomplete afstempelingen uit de jaren voor de Japanse inval bekend. Met betrekking tot de langebalkstempels type 9, 14 en 20 van Djambi is voor type 9 het vooroorlogs gebruik bekend tot begin 1942 en voor de andere twee types tot eind 1941. 7 De enigszins chaotisch verlopende verdediging van de residentie Djambi tegen de ophanden zijnde Japanse invasie wordt uitgebreid beschreven door Nortier. 13 Nadat op 15 februari 1942 de verbinding met de stad Palembang verloren was gegaan, besloot de commandant van Djambi, kapitein J.F.A. Van de Wall, om nog diezelfde dag de olieterreinen te laten vernietigen en met zijn manschappen de stad onverwijld te verlaten, vrouwen en kinderen zonder noemenswaardige bescherming achterlatend. Zonder veel weerstand te ondervinden konden de Japanse eenheden de stad en haar omgeving dan ook in bezit nemen. De Japanse en Republikeinse jaren Wat mogen we nu met betrekking tot het gebruik van het vooroorlogse, Nederlands Indische stempel op het kantoor te Djambi tijdens de Japanse bezetting verwachten? De DNcatalogus over deze materie vermeldt in de overzichtstabellen op pagina 325 en 437 de types 030 en 050. Het type 030 kan dan zowel het langebalkstempel type 9 als 14 zijn, het type 050 is dan het langebalkstempel type 20: kortom de types 9/030, 14/030 en 20/050. 11 Daarentegen wordt het al voor de oorlog slechts spaarzaam gebruikte stempel 6/010 in het geheel niet in de tabellen vermeld. Figuur 11: Het langebalkstempel 6 van DJAMBI gebruikt op 2 en 27 juli 1942 (Christelijk). Toch laat figuur 11 zien dat dit stempel, althans in maand juli van het eerste bezettingsjaar, wel degelijk gebruikt is met nog een Christelijke datering van juli 1942. Alle zegels zijn voorzien van de Japanse opdruk Nippon/MA in zwart (DN 421z) en op het zegelbeeld van het aangetekend verzonden postblad staat de tekst NIPPON Military Administration, eveneens in het zwart. Later gebruik van dit langebalkstempel type 6 van Djambi tijdens de Japanse bezetting hebben wij niet waargenomen. 7

Ook van het langebalkstempel type 9 van Djambi hebben wij tijdens de Japanse bezetting alleen voorbeelden met een Christelijke datering kunnen vinden, in dit geval met data lopend van medio september 1942 tot medio december 1943 (fig. 12). Figuur 12: Het langebalkstempel 9 van DJAMBI gebruikt op 18 september en 21 oktober 1942 en 14 december 1943 (alle drie Christelijk). Bij de langebalkstempels type 14 en 20 van Djambi daarentegen hebben wij geen voorbeelden met een Christelijke datering gevonden. Figuur 13: Het langebalkstempel 14 van DJAMBI gebruikt op 3 oktober 1942 (dynastiek), 29 mei 1943 (dynastiek) en 5 juni en 2 augustus 1945 (Showa). Figuur 14: Het langebalkstempel 20 van DJAMBI gebruikt op 16 augustus 1942, 30 december 1943 en 10 januari, 29 maart en 17 april 1944 (alle vijf dynastiek). De figuren 13 en 14 tonen dat bij deze twee types van het langebalkstempel, dus de types 14 en 20, afstempelingen met een dynastieke datering bekend zijn tot tenminste in april 8

1944. Verwonderlijk is dat niet, immers in de voormalige residentie Djambi is de Showa kalender pas in de loop van het jaar 1944 bij de invoering van het Japanse stempel geintroduceerd. 11 Vanaf medio 1944 wordt dus ook te Djambi stad het Japanse stempel type 221 in gebruik genomen (fig. 15). Figuur 15: Het Japanse stempel 221 van DJAMBI ( ジャンビイ ) gebruikt op 29 juni, 1 juli en 29 september 1944 (=19). Daar de stad Djambi tot aan de 2 e Politionele Actie, dus tot in de tweede helft van december 1948, buiten bereik blijft van het Nederlandse gezag, hebben we hier te maken met een periode van ruim drie jaar met een Republikeins Interim gezag. Figuur 16: Het langebalkstempel 20 van DJAMBI gebruikt op 20 augustus en 31 december 1946. In figuur 16 tonen wij u twee voorbeelden op knipsels uit de tweede helft van 1946, beide met het langebalkstempel type 20 en uiteraard nu weer met een Christelijke datering. Daarnaast hebben wij uit deze periode een viertal poststukken gevonden, die van Djambi verstuurd zijn naar Painan (tweemaal), India en Saoedi Arabië. Figuur 17 laat een brief zien, die in de tweede helft van april 1947 van Djambi naar Lahore in India verstuurd is. Het poststempel waarmee de twee postzegels (DN 096/097) postaal vernietigd zijn is door het zwarte propagandastempel INDONESIA MERDEKA, waarvan de tweede term ook nog in een inktzwart kader is geplaatst (DN 480), eigenlijk niet meer te ontcijferen. Het blijkt hier om een langebalkstempel type 20 van Djambi te gaan. Onder het adres staat ook nog vaag de tekst INDONESIA TETAP MERDEKA HINGGA KIAMAT (DN 481). 9

Figuur 17: Een brief in april 1947 van Djambi verstuurd naar Lahore in India. In figuur 18 links een briefkaart en rechts een brief, die op 11 respectievelijk 14 juni 1947 vanuit de stad Djambi verstuurd zijn naar Painan aan Sumatra s Westkust. Het gebruikte poststempel is het langebalkstempel type 14. Beide poststukken hebben ook het zwarte censuurstempel SOEDAH DIPERIKSA in kader. Letterlijk staat hier in het Indonesisch reeds bekeken of gezien, met andere woorden gecontroleerd. Dit censuurstempel komt in talloze uitvoeringen en diverse tekstvarianten voor. De briefkaart laat links van het 50c. zegeltje (DN 096) ook nog een opwaarderingsstempel van 15 sen zien, waarbij het oorspronkelijk bedrag met rood doorgehaald en vervangen is door R.1.50, met daarnaast de initialen van de postbeambte. Figuur 18: Links een briefkaart en rechts een brief die beide in juni 1947 van Djambi verstuurd zijn naar Painan. In figuur 19 tenslotte een brief die via Singapore verstuurd is naar Mekka in Saoedi Arabië. Merkwaardigerwijs zijn op deze brief de vier Soekarno zegeltjes (DN 0146) links postaal vernietigd met het vooroorlogse langebalkstempel type 9 van Djambi en rechts met het type 14, beide met dezelfde datum van 13 april 1948. Links onder de vermelding van de geadresseerde staat ook nog het langebalkstempel POESAT P.T.T./OPNL met als datum 9 oktober 1948, en rechts schuin onder dat stempel een andere variant van het censuurstempel SOEDAH DIPERIKSA, nu in een meer vierkant kader met onderin in grijszwart de paraaf 10

van de postbeambte (Bu RC25). Onder het adres in Mekka staat tenslotte met rood potlood geschreven Kembali Sumatra, ofwel retour Sumatra. De brief is dus teruggestuurd en de achterzijde, die wij u helaas niet kunnen laten zien, toont volgens de veilingcatalogus eenzelfde serie van vier Soekarno zegeltjes. Figuur 19: Een brief in april 1948 van Djambi verstuurd naar Mekka in Saoedi Arabië. Hersteld Nederlands gezag In het kader van de 2e Politionele Actie wordt in de vroege morgen van 30 december 1948, nadat eerst het vliegveld is bezet, ook de stad Djambi door Nederlandse parachutisten ingenomen. Voordat de Republikeinse eenheden zich in de bovenlanden terugtrekken hebben zij echter al een gedeelte van de olie-installaties in brand gestoken. (fig. 20). Figuur 20: Links de landing van de Nederlandse paratroepen bij Djambi op 29 december 1948 en rechts de door de TNI in de brand gestoken oliebronnen bij Kanali Assem. Het Nederlands militair en civiel gezag wordt dus begin januari 1949 in Djambi stad hersteld en deze situatie zal pas aan het eind van dat jaar bij de soevereiniteitsoverdracht veranderen. 11

Figuur 21: De langebalkstempels 14 en 9 van DJAMBI gebruikt in het jaar 1949. Figuur 21 laat zien, dat in het laatste jaar van hersteld Nederlands gezag te Djambi niet alleen het langebalkstempel type 14, doch een enkele keer ook het langebalkstempel type 9, helemaal rechts in figuur 21, kan worden gevonden. Voorbeelden van het gebruik van het langebalkstempel type 20 in dit jaar zijn we tot nu toe niet tegengekomen. De staat Indonesië Begin vijftiger jaren van de vorige eeuw worden van de vooroorlogse, Nederlands Indische langebalkstempels nog steeds de types 9 en 14 gebruikt (fig. 22 en 23). Figuur 22: Het langebalkstempel 9 van DJAMBI gebruikt op 7 april 1950, 19 juni 1951 en 25 januari 1957. Figuur 23: Het langebalkstempel 14 van DJAMBI gebruikt op 18 juli, 6 augustus en 25 september 1950. Maar ook het puntvlakstempel type 2, een type dat we in onze beperkte selectie sinds de jaren van de revolutie dus niet meer hebben gezien, komt nu ineens weer in beeld (fig. 24). 12

Figuur 24: Het langebalkstempel 20 van DJAMBI gebruikt in 1953 en 1955. MOEARATAMBESI Moearatembesi of Moearatambesi, zoals het als postkantoor meestal genoemd wordt, is de hoofdplaats van de gelijknamige afdeling en de standplaats van een controleur. Het plaatsje ligt op de rechter over van de rivier de Tembesi, daar waar deze uitmondt in de Batang Hari (fig. 1). In 1915 telde de afdeling ruim 17.000 inwoners waaronder naast 60 Chinezen een enkele Europeaan. 1 Figuur 25: De aanlegsteiger te Moearatambesi rond 1900. Ook in Moearatambesi heeft de openstelling van een tijdelijk hulppostkantoor op 1 september 1903 alles te maken met militaire acties in de regio Djambi, o.a. te Saroelangoen, die toen actueel waren. In tegenstelling echter tot hetgeen Bulterman beweert, was er geen sprake van een hulpveldpostkantoor. 12,15 Op 29 december van datzelfde jaar wordt het kantoor opgewaardeerd tot een postkantoor om op 30 september 1908 weer gesloten te worden. Een kleine twee jaar later op 1 januari 1910 wordt er weer een hulppostkantoor geopend. Als hulppostkantoor heeft het steeds geressorteerd onder het kantoor te Djambi. 5,7 In eerste instantie heeft het als hulppostkantoor een naamstempel gebruikt met de kantoornaam geschreven als MOEARATAMBESI. Later in 1910, dus als het weer als hulppostkantoor functioneert, wordt nog een tweede naamstempel gebruikt, de kantoornaam wordt dan echter geschreven als MOEARATEMBESI. Dit is overigens de enige keer, dat in de Nederlands Indische periode in het stempel de kantoornaam met een E als TEMBESI wordt gespeld. Beide naamstempels zijn vrijwel identiek, 39-40 mm lang en komen in zwart en violet voor. 4 13

In figuur 26 kunnen wij u drie van de vier varianten van het naamstempel op los zegel of knipsel laten zien. Links in figuur 28 het vroege gebruik van het eerste naamstempel op een brief, helaas slechts in zwart-wit, die begin november 1903 van Moearatambesi via Djambi verstuurd is naar Meester Cornelis op Java. Figuur 26: Drie varianten van het naamstempel van MOEARATA(E)MBESI in zwart en violet. In de periode van 1904-1908 wordt er te Moearatambesi één type van het vierkantstempel gebruikt. En in figuur 27 laten wij u drie voorbeelden zien, die vrijwel de gehele gebruiksperiode van begin 1904 tot eind 1908 bestrijken.6 Figuur 27: Het vierkantstempel van MOEARATAMBESI gebruikt op 3 februari 1904, 5 september 1907 en 30 september 1908. De aangetekende briefkaart rechts uit figuur 28 is twee jaar na de brief links eveneens vanuit Moearatambesi verstuurd, maar nu naar de Avenue du Midi te Bruxelles in Belgique. In plaats van het naamstempel gebruikte Moearatambesi toen als postkantoor een vierkantstempel. Via Djambi en het Nederlands Indisch postagentschap te Singapore allemaal prachtige vierkantstempels is de kaart een maand later in Brussel aangekomen. Figuur 28: Links een brief verstuurd van Moearatambesi naar Meester Cornelis op Java. Rechts een briefkaart van Moearatambesi via Djambi en Singapore verstuurd naar België. 14

In de periode van medio augustus 1912 tot begin februari 1917 worden te Moearatambesi twee types van het kortebalkstempel beschreven. 7 Beide types hebben een smalle balk, 10 strepen in de beide segmenten en 3 # onder in de ring. Het eerste type heeft een gesloten buitenrand terwijl het tweede type, waarvan overigens op de ZWP-site slechts één afstempeling bekend is en die centraal in figuur 29 staat afgebeeld, een dubbele biffagerand laat zien. Onderstaande figuur maakt eveneens duidelijk, dat bij deze ene afstempeling de datumbalk ondersteboven is ingevuld. Figuur 29: De twee types van het kortebalkstempel van MOEARATAMBESI gebruikt op 27 augustus 1912, 4 april 1913 en 9 februari 1917. In de inleidende paragraaf van dit hoofdstuk over de landstreek Djambi hebben wij al gesuggereerd, dat het jaar 1916 in Moearatambesi gekenmerkt werd door de nodige onrusten. Bezemer zegt daar het volgende over: In Augustus 1916 hadden te Moeara Těmběsi ongeregeldheden plaats, weldra gevolgd door dergelijke in Moeara Těbo en Saroelangoen, in welke plaats de controleur Walter met zijn personeel werd vermoord. Het verzet breidde zich snel uit, doch vanuit de hoofdplaats Djambi, van Padang Pandjang en Palembang en vanuit Batavia werden ten spoedigste troepen gezonden onder leiding van kolonel Kroesen wien het weldra gelukte, de rust te herstellen. 1 Ook het Nieuwsblad van het Land van Heusden en Altena van 13 september 1916 schrijft over deze onlusten:.zijn 6 dezer [6 september 1916] uit Djambi vijf brigades infanterie vertrokken naar Moeara Tambesi, waar de rebellen op den tweede dezer vijftig dooden hadden en twee onzer licht gewond werden.twee compagnieën gaan heden van Palembang naar Moeara Roepit in het westen der gelijknamige residentie, en troepen van Soengei Penoe, vermoedelijk die uit Padang over Indiapoera gezonden zijn, naar Bangko. De opstandelingen hebben Moeara Tambesi stormenderhand genomen, na den dokter-djawa en den marktmeester te hebben vermoord. De pradjoerits (inlandsche politie) zijn tot de Sarekat Islam overgeloopen. 14 Ook de telefoonverbindingen in de regio waren enige tijd buiten werking en in oktober 1916 sloeg de opstand nog over naar het meer zuidelijk, aan de rivier de Rawas gelegen plaatsje, Soeroelangoen (fig. 1). Figuur 30: De vier langebalkstempels van MOEARATAMBESI gebruikt op 11 maart 1918, in juni 1933, in mei 1931 en in mei 1941. Vanaf eind juni 1917 zijn dan te Moearatambesi achtereenvolgens vier verschillende types van het langebalkstempels gebruikt: de types 1a, 1b, 1c en 6 (fig. 30). Bij het langebalk- 15

stempel type 1a van Moearatambesi wordt de kantoornaam met hoge en smalle letters in een woord geschreven. Bij de andere drie types zijn veel bredere letters gebruikt en is de kantoornaam in twee woorden geschreven als MOEARA- / TAMBESI. Type 1c, derde van links in figuur 30, heeft een gesloten buitenrand. De andere drie types hebben alle een biffage. De gebruiksperioden van de vier types van het langebalkstempel van Moearatambesi overlappen elkaar niet. 7 De Japanse en Republikeinse jaren Van het langebalkstempel type 6 van Moearatambesi is vooroorlogs gebruik bekend tot in november 1941 en het is dan ook niet verwonderlijk, dat we dit stempeltype ook tijdens de eerste jaren van de Japanse bezetting tegenkomen. Figuur 31: Het langebalkstempel 6 van MOERARATAMBESI gebruikt op 27 november 1943, in januari 1944 en op 2 april en 9 mei 1944 (alle dynastiek). In figuur 31 kunnen wij u een aantal voorbeelden laten zien van het langebalkstempel type 6 gebruikt gedurende de Japanse bezetting, alle vier met een dynastieke jaartelling van eind november 1943 tot begin mei 1944. Een Christelijke jaartelling tijdens Japans gebruik hebben wij van dit kantoor niet gevonden. Figuur 32: Het Japanse stempel 220 van MOEARATAMBESI ( ムアラタンビシ ) gebruikt op 20 juli en 5 augustus 1944 (=19). Vanaf medio 1944 wordt ook in Moearatambesi het Japanse stempel type 220 in gebruik genomen. Helaas kunnen wij u in figuur 32 slechts een aantal voorbeelden laten zien met slecht leesbare of incomplete stempels. 16

Van het Republikeinse Interim gezag, dat tot aan de overdracht van de soevereiniteit eind 1949 naadloos heeft aangesloten op de Japanse bezettingsperiode, kunnen wij u in figuur 33 een tweetal voorbeelden tonen, beide uit de eerste helft van 1949. Bij het linker voorbeeld is het jaartal met de hand bijgeschreven en de uuraanduiding wordt in beide gevallen niet gebruikt. Figuur 33: Het langebalkstempel 6 van MOEARATAMBESI gebruikt op 7 januari en 5 mei 1949. Hersteld Nederlands gezag Op 6 januari 1949 meldt Van de Velde als territoriaal bestuursambtenaar te Djambi aan de hoge vertegenwoordiger van de kroon (Beel): In de eerste plaats is het van belang te vermelden, dat onze troepen hedenochtend zonder de geringste tegenstand de plaats Moearatembesi hebben bezet, dat is de tweede onderafdelingshoofdplaats van de afdeling Beneden- Djambi, stroomopwaarts van de stad Djambi aan de Batang Hari gelegen op een afstand van 92 KM langs de weg over Tempino, Badjoebang en Moearaboelian. Ook in de drie laatstgenoemde plaatsen is een kleine militaire bezetting gelegerd. 19 Of dit herstel van het Nederlands militair gezag in Moearatambesi ook geresulteerd heeft in een onder Nederlands Indisch gezag functionerend postkantoor is ons niet duidelijk geworden. Wij hebben er in ieder geval geen aanwijzingen voor gevonden. De staat Indonesië Ook uit de eerste decennia van de jaren na de stichting van de staat Indonesië hebben wij bijzonder weinig materiaal ter inzage gekregen. Figuur 34: Stempel en stempelfragmenten uit de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw gebruikt te MOEARATAMBESI. 17

Het lijkt dan ook nauwelijks verantwoord een uitspraak te doen over het stempelgebruik in het Moearatambesi uit deze periode. Het meest linker object van figuur 34 wekt echter op zijn minst de indruk, dat in die periode het oude vooroorlogse langebalkstempel type 6 nog tot begin vijftiger jaren in gebruik is geweest. Immers het rode 30 sen zegeltje (Zbl. no. 107) is op 1 januari 1953 uitgegeven. Later is ook in deze plaats het langebalkstempel type 30 met nummer 1 in het ondersegment, centraal in figuur 34 afgebeeld, in gebruik gekomen. De kantoornaam in dit nieuwe stempeltype wordt dan in de aangepaste spelling geschreven als MUARATEMBESI. MOEARATEBO Moearatebo is de hoofdplaats van de gelijknamige afdeling en ligt op de linker oever van de rivier Tebo, daar waar deze uitmondt in de Batang Hari (fig. 1). In 1915 kende de afdeling ongeveer 20.000 inwoners met naast een dertigtal Chinezen een tiental Europeanen. Het hoofdmiddel van bestaan was destijds naast rubber de rijstcultuur die, ondanks alle nattigheid in de directe omgeving, op droge gronden werd uitgevoerd. 1 Op 30 november 1908 wordt hier een hulppostkantoor geopend, dat twee jaar later opgewaardeerd wordt tot een postkantoor om op 16 augustus 1916 weer gesloten te worden. Binnen twee maanden op 10 oktober van datzelfde jaar om precies te zijn wordt het weer als postkantoor geopend. Op 4 september 1932 tenslotte wordt het voor de tweede maal een hulppostkantoor en als zodanig ressorteert het onder het kantoor te Djambi. 5,7 Alvorens over te gaan tot een beschrijving van het reguliere stempelgebruik van het kantoor te Moearatebo willen wij u toch eerst met dank aan het Tropen Museum te Amsterdam iets heel bijzonders laten zien. Figuur 35 toont een prachtig voorbeeld van de zogenaamde Pos Terbang ofwel Vliegpost of Verenpost. Figuur 35: Pos Terbang ofwel Verenpost van het postkantoor te MOEARATEBO. 18

Volgens de omschrijving van het museum laat het getoonde object een Spoedbrief van het Gouvernementstelegraafkantoor te Muara Tebo met gevederd zegel zien. De envelop bevatte oorspronkelijk een telegram dat door boodschappers (woudlopers), die elkaar bij elk dorp afwisselden, van Moearatebo naar zijn eindbestemming werd gebracht. De zwarte en witte veer geven hierbij aan dat er dag en nacht moest worden doorgelopen. Gezien de opmerking linksboven Spoed XXX moest de bezorging van het telegram dan ook met absolute voorrang worden uitgevoerd. Rechts op de envelop is de naam van het Gouvernementstelegraafkantoor (M Tebo) nog net te ontcijferen. In de eerste twee jaar van zijn bestaan, dus als het kantoor een hulppostkantoor is, wordt er te Moearatebo een 31 mm lang, zwart naamstempel zonder kader gebruikt (fig. 36).4 Figuur 36: Het naamstempel, grootrondstempel en kortebalkstempel van MOEARATEBO. De twee rondstempels zijn gebruikt op 3 november 1911 en 21 maart 1914. Van eind november 1910 tot medio december 1912 is te Moearatebo het gebruik van een grootrondstempel bekend.17 Dit stempel is goed te zien op de envelop links in figuur 37, waarbij onmiddellijk opvalt dat het datumsegment 180 ten opzichte van de kantoornaam gedraaid staat. Vervolgens wordt in de periode van juni 1912 tot augustus 1916 te Moearatebo een type kortebalkstempel gebruikt. Het betreft hier een stempeltype met een smalle balk, 10 strepen in beide segmenten, een gesloten buitenrand en 3 # onder in de ring (fig. 36). Figuur 37: Links een brief die in april 1911 van Moearatebo verstuurd naar Vlaer & Kol te Utrecht in Holland en rechts het gebouw van de bankiers aan de Oude Gracht anno 2016. Tenslotte zijn vanaf maart 1919 in Moearatebo achtereenvolgens drie verschillende types van het langebalkstempel in gebruik geweest: de types 1a-b, 2 en 14.7 19

Figuur 38: De langebalkstempels 1, 2, en 14 van MOEARATEBO gebruikt in Juni 1919, mei 1940, op 18 juni 1918, 21 juni 1939 en 17 januari 1942. Van deze langebalkstempels kennen de types 1a-b en 2 een lange gebruiksperiode van 21 respectievelijk 22 jaar. In figuur 38 laten wij dan ook van beide stempels een vroege en een late datum zien. Het langebalkstempel type 14 van Moearatebo is eind juni 1940 in gebruik genomen. In tegenstelling tot de eerste twee types heeft type 14 een 24-uuraanduiding en bovendien zijn de letters M en R van de kantoornaam enigszins anders van vorm. Voor verdere informatie over deze details wordt weer verwezen naar de site van ZWP.7 Figuur 39: Links het verbeterde bivak en rechts een moment van ontspanning voor de woning van een officier in 1920 te Moearatebo.18 De Japanse en Republikeinse jaren Het langebalkstempel type 14 van Moearatebo is dus het stempel dat gebruikt is tot aan de Japanse inval. Figuur 40: Het langebalkstempel 14 van MOEARATEBO gebruikt op 4 januari, 9 en 17 december 1943 en op 21 april 1944 (alle dynastiek). 20

Het is dus niet verwonderlijk dat we dit stempel ook gebruikt zien worden tijdens de eerste jaren van de Japanse bezetting. Het gaat hier dan om het stempeltype 14/030. In figuur 40 tonen wij een viertal voorbeelden van dit langebalkstempel gebruikt met een dynastieke datering uit de jaren 1943 en 1944. Een Christelijke datering zijn we van het kantoor te Moearatebo niet tegengekomen. Bij het meest rechtse object van figuur 40 zien we, overigens niet voor het eerst in dit verhaal over Djambi, een Japanse opdruk verschijnen die strikt genomen bij Sumatra s Westkust thuishoort (DN 884v). De Japanse tekst staat voor Dai Ni Hon Yubin, hetgeen letterlijk vertaald staat voor Groot Japan Post. Tot eind 1942 begin 1943 was de residentie Djambi postaal onderdeel van Midden Sumatra en rapporteerde aan het hoofdpostkantoor te Padang. Toen men aldaar de Dai Ni Hon Yubin opdrukken ging gebruiken, heeft men in december 1942 een aantal van de stempels van deze opdrukken (DN 871 en 884) en de daarbij behorende instructies naar het postkantoor te Djambi gestuurd. Kort daarop echter werd de residentie Djambi postaal ondergebracht bij Zuid Sumatra en rapporteerde aan het hoofdpostkantoor te Palembang. Zodoende kan men in de residentie Djambi postzegels tegenkomen die qua opdruk typisch zijn voor Sumatra s Westkust en die postaal vernietigd zijn met de Japanse stempels van het type 220 en 221 van de residentie Palembang. De Japanse opdruk DN 871v staat o.a. op de objecten rechts in figuur 12 en 31. Vanaf medio 1944 wordt ook in Moearatebo het Japanse stempel type 220 in gebruik genomen en in figuur 41 kunnen wij u drie redelijk complete voorbeelden laten zien. Figuur 41: Het Japanse stempel 220 van MOEARATEBO ( ムアラテボ ) gebruikt op 12 mei en op 12 en 26 juni 1944 (=19). Ook in deze regio van Djambi gaat het Japanse militair en civiel gezag direct over in dat van de Republiek Indonesia en de voorbeelden van figuur 42 laten zien dat dan nog steeds het vooroorlogse langebalkstempel type 14 wordt gebruikt. Beide hebben weer een Christelijke datering. 21

Figuur 42: Het langebalkstempel 14 van MOEARATEBO gebruikt op 16 februari en 1 juli 1948. Hersteld Nederlands gezag In het verslag van Van der Wal lezen we over de toestand te Moearatebo en omstreken het volgende: Het valt uiteraard zeer te betreuren, dat tot nog toe met de beschikbare troepen alleen Beneden-Djambi kon worden bezet. Het feit dat onze troepen niet konden doorstoten naar Moearatebo en Sarolangoen heeft ten gevolge gehad, dat de T.N.I. zich in die plaatsen heeft gereorganiseerd en dat de republikeinse boepati [districtshoofd] van Moearatebo zich volgens de berichten heeft uitgeroepen tot resident. Voor Raden Kertopati is dit wel een grote teleurstelling, omdat het een halfslachtige toestand is. Volgens hem heeft Djambi nu alleen voeten en geen handen. Indien het mogelijk zou zijn, om door vergroting van he aantal troepen in Djambi de gehele residentie onder controle te brengen, zou de toestand in politiek opzicht aanzienlijk meer bevredigen. 19 De internationale politieke ontwikkelingen van het jaar 1949 hebben een verdere uitbreiding van de troepensterkte in Djambi niet erg waarschijnlijk gemaakt. Het is dan ook zeer de vraag of zich in Moearatebo en omstreken een Nederlands Indisch civiel gezag heeft weten te vestigen. Wij hebben daar geen postale aanwijzingen voor gevonden. De staat Indonesië Van de periode na de overdracht van de soevereiniteit eind december 1949 hebben wij bijzonder weinig materiaal gevonden. Het grotendeels incomplete stempel van figuur 43 laat zien, dat in het begin van de jaren vijftig nog steeds het oude, vooroorlogse Nederlands Indische langebalkstempel type 14 wordt gebruikt. Figuur 43: Het langebalkstempel 14 van MOEARATEBO gebruikt in juni 1950. In figuur 44 twee Indonesische postwissels die eind augustus 1951 respectievelijk begin maart 1959 van Moearatebo verstuurd zijn naar Lawang op Java en naar Lahat in de Palembangse Bovenlanden. 22

Figuur 44: Twee Indonesische postwissels die in de vijftiger jaren van 20e eeuw van Moearatebo verstuurd zijn naar Lawang respectievelijk Lahat. Op het linker voorbeeld nogmaals het langebalkstempel type 14 van Moearatebo. Rechts in 1959 is het stempel ondertussen vervangen door het langebalkstempel type 30 met de kantoornaam dan in de nieuwe spelling geschreven als MUARATEBO. BADJOEBANG Figuur 45: Bedjoebang aan de rivier de Batang Hari. Als we vanuit de stad Djambi de sterk meanderende Batang Hari stroomopwaarts richting Moearatembesi opvaren, dan ligt even voorbij de nederzetting Loeboekroesa aan de linker oever het plaatsje Bedjoebang ofwel Badjoebang (fig. 45). De naam wordt al genoemd in het verslag van de heren Zentgraaff en Van Goudoever als een van de hoopvolle vindplaatsen van olie in de directe omgeving van de stad Djambi.3 De olie-industrie zal dan ook wel de reden zijn geweest, dat hier in 1937 een hulppostkantoor werd geopend en als zodanig ressorteerde het onder het hoofdpostkantoor te Palembang. Vanaf het begin wordt hier een langebalkstempel type 6 gebruikt en het vooroorlogse gebruik van dit stempel is bekend tot in januari 1942 (fig. 46).5,7 23

Figuur 46: Het langebalkstempel 6 van BADJOEBANG gebruikt op 11 april 1940 en op 4 augustus en 5 december 1941. De Japanse en Republikeinse jaren Uit de periode van de Japanse bezetting hebben we drie voorbeelden van het gebruik van het langebalkstempel type 6 van Badjoebang gevonden. Links in figuur 47 op een knipsel met twee Japanse zegeltjes (DN J10) met als datum 13 april 1944 en rechts op een 10 c. zegeltje van de definitieve Japanse uitgave voor Sumatra (DN 007) waarvan de datum helaas niet in beeld is. Strikt genomen kan dit laatste object ook nog na augustus 1945, dus in de periode van het Republikeinse Interim gezag zijn gebruikt. Figuur 47: Het langebalkstempel 6 van BADJOEBANG gebruikt op 25 januari en 13 april 1944 (alle dynastiek). Centraal in figuur 47 staat een W3-formulier van Japanse makelij (wiselkawat) met een Republikeins administratief stempel BAJUBANG. Op 25 januari 1944 (25/1-04) heeft een financiële transactie van ƒ30 plaatsgevonden en deze is een dag later op het postkantoor te Djambi geaccordeerd. Vanaf medio 1944 wordt ook in Badjoebang het Japanse stempel type 220 in gebruik genomen en in figuur 48 kunnen wij u een aantal redelijk complete voorbeelden laten zien. 24

Figuur 48: Het Japanse stempel 220 van BADJOEBANG ( パジュパン ) gebruikt in juli en december 1944 (=19) en op 11 juli 1945 (=20). Tijdens Operatie Kraai eind 1949 was het belangrijkste doel de olievelden ten zuiden van de stad Djambi zo snel mogelijk onbeschadigd in handen te krijgen. In het verslag van Van der Wal lezen we daar het volgende over: Op 29 December werd deze actie ingezet. Door een plotseling opkomende grondmist juist boven de droppingszones moesten de vliegtuigen met parachutisten het laatste moment weder terugkeren omdat niet gesprongen kon worden. Intussen waren Djambi en omgeving toch gealarmeerd en werd aangevangen met het uitvoeren der voorbereide vernielingen. In de namiddag trok de grondmist op en tegen 16.00 u. kon gesprongen worden nabij de olievelden Badjoebang, Tempino en Kenali Asem. Slechts op laatstgenoemde velden bleken branden en vernielingen te hebben plaats gehad en eveneens op het nabij gelegen vliegveld Paal Merah. 19 Hoewel in maand januari 1949 de politieke toestand in en rond de olieterreinen ten zuiden van Djambi als volkomen rustig wordt beschreven, is het ons niet duidelijk geworden of hier daadwerkelijk ook een civiel Nederlands gezag is hersteld. We hebben er in ieder geval geen postale aanwijzingen voor gevonden. De staat Indonesië Figuur 49: Het langebalkstempel 6 van BADJOEBANG gebruikt op 16 februari 1950, 6 september 1952 en 1 december 1953. De zegeltjes uit figuur 49 laten in ieder geval zien dat na de overdracht van de soevereiniteit in de vijftiger jaren van de vorige eeuw in Badjoebang nog het vooroorlogse, Nederlands Indische langebalkstempel type 6 wordt gebruikt. KOEALATOENGKAL In het noordoostelijke deel van de residentie Djambi ligt aan de monding van de rivier de Toengkal het plaatsje Moearatoengkal of Koealatoengkal. De termen Koeala, Koewala of 25

Kwala zijn evenals Moeara Indonesische voorvoegsels die veelal gebruikt worden bij plaatsen die gelegen zijn aan de monding van een rivier. Op het kaartje van figuur 1 heet de plaats Moearatoengkal als postkantoor wordt er echter steeds gesproken over Koealatoengkal. Op 1 november 1932 wordt hier en hulppostkantoor geopend, dat in eerste instantie ressorteert onder Djambi en vanaf 1934 onder Palembang. 5,7 In Koealatoengkal worden achtereenvolgens twee types van het langebalkstempel gebruikt: eerst een type 6 en vanaf eind 1940 een type 14. In beide stempeltypes wordt de kantoornaam met betrekkelijk grote letters geschreven als KOEALA / TOENGKAL (fig. 50). Figuur 50: De langebalkstempels 6 en 14 van KOEALATOENGKAL gebruikt op 7 februari 1934, 1 december 1938, 30 januari en 13 september 1941. De Japanse en Republikeinse jaren Figuur 51: Het langebalkstempel 14 van KOEALATOENGKAL gebruikt op 10 maart en 8 juli 1943 en op 23 juli 1945 (alle dynastiek). Het langebalkstempel type 14 van Koealatoengkal is het stempeltype dat we gedurende de eerste jaren van het Japanse bestuur zien gebruiken. Figuur 51 laat een drietal voorbeelden zien een dynastieke datering uit van begin maart 1943 tot eind juli 1945, dus tot een drietal weken voor de Japanse capitulatie. Vanaf medio 1944 wordt ook in Koealatoengkal het Japanse stempel type 220 in gebruik genomen. Van de twee voorbeelden uit figuur 52 is vooral bij het linker object de kantoornaam in het Katakana wel te ontcijferen. 26

Figuur 52: Het Japanse stempel 220 van KOEALATOENGKAL ( クアラトンカル ) gebruikt op 12 april en 9 augustus 1944 (=19). Uit de periode van Republikeins Interim gezag in deze regio, die in ieder geval heeft geduurd tot eind januari 1949, hebben wij geen enkel postaal stuk gevonden. Hersteld Nederlands gezag Wat weten we van de deze regio van Djambi na de Japanse capitulatie in augustus 1945? Eigenlijk bijzonder weinig. In ieder geval is het gebied niet eerder dan aan het eind van de 2 e Politionele Actie door de Nederlands troepen bezet. In het korte verslag van de territoriaal bestuursadviseur voor Djambi (Van de Velde) meldt hij over de politieke toestand, nadat hij eerst zijn tevredenheid heeft uitgesproken over de volkomen rust in het gebied in en rond de hier bovengenoemde olievelden, het volgende: Helaas kan hetzelfde nog niet worden gezegd van de havenplaats Koeala Toengkal, die op 21 januari door onze troepen werd bezet. Hoewel de landing zonder noemenswaarde tegenstand kon worden uitgevoerd en door de snelle actie van onze troepen en de verrassing van de T.N.I. de voorgenomen vernielingen gelukkig niet konden worden uitgevoerd, is de tegenstand van de gewapende republikeinse benden daardoor in het geheel niet gebroken. Hierbij spelen verschillende factoren een rol, waarvan mijns inziens de voornaamste zijn de afgesloten ligging van Koeala Toengkal in een moerasachtige omgeving, welke buitengewoon geschikt is voor het schuil houden van kleine gewapende benden en in de tweede plaats de bijzondere aard van de in deze streken wonende bevolking, welke hoofdzakelijk uit Bandjarezen en Boeginezen bestaat. Over de bestuurlijk moeilijkheden is hij wat positiever; In Moeara Tembesi, Moeara Sabak en Koeala Toengkal werden eveneens Djambische bestuursambtenaren, die bekend zijn ter plaatse, aangesteld, voorlopig met de titel van wedana. Zij worden geregeld door de Nederlandse bestuursambtenaren bezocht en met raad en daad bijgestaan. Evenals elders was het aantal ambtenaren, dat in de verschillende republikeinse diensten werd aangetroffen, overweldigend. De schifting en inpassing werd spoedig ter hand genomen en heeft wekenlang veel werk gekost. 19 De hoopvolle verwachtingen van Van de Velde als territoriaal bestuursadviseur doen toch op zijn minst vermoeden, dat er in de eerste maanden van 1949 serieuze pogingen zijn ondernomen om het civiel Nederlandse gezag te herstellen. Of dit ook heeft geresulteerd in een Nederlands Indisch postkantoor in Koealatoengkal is ons niet duidelijk geworden. We zijn in ieder geval geen materiaal tegengekomen dat in die richting zou kunnen wijzen. De staat Indonesië De drie zegels uit figuur 53 laten in ieder geval zien, dat gedurende de eerste jaren na de soevereiniteitsoverdracht in Koealatoengkal het vooroorlogse langebalkstempel type 14 nog gewoon wordt gebruikt. 27

Figuur 53: Het langebalkstempel 14 van KOEALATOENGKAL gebruikt op 8 maart 1952 en op 13 juni en 14 november 1955. MOEARASABAK Op het kaartje van figuur 1 helemaal bovenaan in dit hoofdstuk is te zien, dat iets zuidoostelijk van Koealatoengkal aan monding van de rivier de Nioer in de delta van de Batang Hari de nederzetting Moearasabak is gesitueerd. Zowel Bulterman als Van Heusden vermelden dit plaatsje in hun lijst van bestelhuiskantoren, die in de dertiger jaren van de vorige eeuw het bestelhuisstempel type F (ZWP-type B) hebben ontvangen. 20,21 Beide auteurs laten ons bovendien weten dat het bestelhuis onder het postkantoor te Djambi ressorteerde. Wij hebben geen vooroorlogse afstempeling van dit bestelhuis kunnen vinden. Maar in de DN-catalogus van de heren Van Nieuwkerk en Vosse staat in de tabel op pagina 331 het gebruik van dit stempel wel beschreven tijdens de Japanse bezetting (RR). Het moet dus ook voor de oorlog al gebruikt zijn geweest. Figuur 54: Een digitaal knipsel uit een veilingcatalogus met een deel van het bestelhuisstempel van MOEARASABAK. Bij de weinige afstempelingen die van de Japanse bezettingsjaren bekend zijn, zou het gebruik van donkerrode inkt typerend zijn; mondelinge mededeling van Rob Van Nieuwkerk. Helaas kunnen wij u niet meer bieden dan het zwart-witte voorbeeld uit figuur 54. Figuur 55 laat zien dat het bestelhuis Moearasabak ook nog gedurende de eerste naoorlogse jaren als zodanig heeft gefunctioneerd. De Nederlands Indische briefkaart is op 11 september 1949, dus ruim na de 2 e Politionele Actie, vanuit Moearasabak verstuurd naar Batavia Centrum. Ondertussen wordt een nieuw type bestelhuisstempel (ZWP-type C2) gebruikt en de datum van verzending staat keurig met potlood cursief in het stempel vermeld (11/9-49). Twee dagen later passeert de kaart het postkantoor van Djambi, alwaar dit postaal wordt vereeuwigd met het langebalkstempel type 14 van dit kantoor. 28

Figuur 55: Een briefkaart in september 1949 van Moearasabak via Djambi verstuurd naar Batavia Centrum. Uit de hierboven aangehaalde paragraaf over de politieke toestand in Koealatoengkal valt overigens op te maken, dat in een uithoek als Moearasabak het Nederlands civiel gezag zich in het jaar 1949 toch redelijk lijkt te hebben hersteld. Met andere woorden, de briefkaart is enkele maanden voor de soevereiniteitsoverdracht van een Nederlands Indisch bestelhuis, via het onder Nederlands Indisch civiel gezag functionerend postkantoor te Djambi verstuurd naar het centrum van de hoofdstad, dat toen voor slechts enkele maanden nog onder Nederlands Indisch gezag stond. Literatuur 1) T.J. Bezemer; Beknopte Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië, Martinus Nijhoff, s Gravenhage, 1921. 2) E. Locher-Scholten; Sumatraans sultanaat en koloniale staat. De relatie Djambi-Batavia (1830-1907) en het Nederlandse imperialisme, KITLV Uitgeverij, Leiden, 1994. 3) H.C. Zentgraaff, W.A. Van Goudoever; Sumatraantjes, Uitgevrij W. Van Hoeve, s Gravenhage, vijfde druk, 1947. 4) P.R. Bulterman; Nederlands Indië Langstempels 1864 1950, De Nederlandse Postzegelveiling, 2004 en 2010. 5) P. Storm van Leeuwen; Poststempelcatalogus Nederlands - Indië 1864 1942, Nederlandse Vereeniging van Postzegelhandelaren, 1995. 6) A.W. ten Geuzendam; De vierkantstempels van Nederlands Oost Indië 1892 1916, 1976. 7) M.H. Severijn; Poststempelatlas, verschenen in 18 Bijlagen van het ZWP Mededelingenblad, 1999-2011. 8) R.G.A. Ackerstaff; Frauduleus handelen en het vernietigen van frankeerzegels in Nederlands Indië, De Postkoets, 2011. 9) S. De Meer, F. Loomeijer; De schat van Corpus Christi VOC-kaarten boven water, Stichting Maritiem Museum Rotterdam, Walburg Pers, 2007. 29