Provincie Antwerpen Arrondissement Mechelen GEMEENTEBESTUUR SINT-AMANDS Huishoudelijk reglement op de gemeentelijke begraafplaatsen opgemaakt 2012 ingang van 1 januari 2013
Inhoudsopgave 1. TOEPASSINGSGEBIED... 3 2. VASTSTELLING OVERLIJDEN... 3 3. LIJKBEZORGING... 3 4. UURREGELING... 4 5. BEVOEGDHEDEN GEMACHTIGDEN VAN DE GEMEENTE... 4 6. BEGRAVINGEN... 5 6.1 ALGEMENE BEPALINGEN... 5 6.2 NIET-GECONCEDEERDE BEGRAVINGEN... 5 6.3 GECONCEDEERDE BEGRAVINGEN... 6 7. CONCESSIES... 6 7.1. ALGEMENE BEPALINGEN... 6 7.2. CONCESSIEAANVRAAG... 7 7.3. CONCESSIETERMIJN... 7 7.4. CONCESSIEHERNIEUWINGEN... 7 7.5. VROEGTIJDIGE BEËINDIGING CONCESSIE... 9 7.6. VERVALLEN CONCESSIES... 9 8. GRAFTEKENS, BOUW EN BEPLANTINGSWERKEN... 10 8.1 ALGEMENE BEPALINGEN... 10 8.2 BEPLANTINGEN, BLOEM -EN SIERSTUKKEN... 10 8.3 GRAFMONUMENTEN... 11 8.3.1. Niet-geconcedeerde gronden... 11 8.3.2. Geconcedeerde gronden... 12 8.3.3. Geconcedeerde en niet-geconcedeerde columbariumnis... 12 8.3.4. Geconcedeerd en niet-geconcedeerd urnenveld... 12 8.3.5. Geconcedeerde en niet-geconcedeerde kindergraven... 12 8.3.6. Geconcedeerd en niet-geconcedeerd ereperk... 12 8.3.7. Naamplaatje Herdenkingszuil... 12 8.4 GEMEENTELIJKE BEPALINGEN... 13 9. ONDERHOUD EN VERWAARLOZING DER GRAVEN... 14 10. PATRIMONIUMLIJST... 14 11. ONTGRAVINGEN... 14 11.1. ALGEMENE BEPALINGEN... 14 11.2. INTREKKING GECONCEDEERDE GROND OF NIS... 15 12. ORDEMAATREGELEN... 15 13. SLOTBEPALINGEN... 17
3 1. TOEPASSINGSGEBIED Art. 1. De gemeente Sint-Amands beschikt over drie begraafplaatsen: - Begraafplaats Sint-Amands te Hekkestraat. - Begraafplaats Oppuurs te Meir. - Begraafplaats Lippelo te Doelstraat. De begraafplaatsen beschikken ieder over een afscheidsruimte. 2. VASTSTELLING OVERLIJDEN Art. 2. Op de gemeentelijke begraafplaatsen mogen de stoffelijke resten worden bezorgd van personen die ofwel: - op het ogenblik van het overlijden, te Sint-Amands in het bevolkings-, wacht-of vreemdelingenregister ingeschreven zijn; - beschikken over een plaats in een concessie 1 ; - in de gemeente gehuisvest waren, maar overleden zijn in een instelling of bij familieleden buiten de gemeente; - niet-inwoner zijn van de gemeente op het ogenblik van hun overlijden, mits het aangaan van een concessie die moet worden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen. Bij overlijden van één van onze inwoners buiten het grondgebied van Sint-Amands, moet de toelating tot begraven van de gemeente van overlijden, minimum twee dagen voor de begrafenis bezorgd worden aan de dienst burgerlijke stand van de gemeente Sint-Amands. 3. LIJKBEZORGING Art. 3. Het lijkenvervoer wordt waargenomen door private ondernemingen of door andere daarvoor opgeleide personen onder toezicht van de burgemeester. Het vervoer van stoffelijke overschotten, gekist of in een lijkwade, gebeurt op de meest passende wijze. Het vervoer van asurnen 2 is vrij, doch dient op de meest passende wijze te gebeuren. Het transport dient steeds in de kortst mogelijke afstand te gebeuren. 1 Concessie: een administratief contract waarbij de lokale overheid een gebruiker toelaat een perceel van het openbaar domein exclusief en tijdelijk te gebruiken voor een begraving. 2 Urne: vaas in aardewerk of kunststof ter bewaring van de as van een gecremeerd stoffelijk overschot. De urne mag niet hoger zijn dan 26cm, en niet breder dan 18cm.
4 Het vervoer van stoffelijke overschotten naar een andere gemeente is verboden, behoudens machtiging van de burgemeester of zijn gemachtigde. Wanneer de openbare gezondheid vergt dat de begraving vroeger plaats heeft, zal de burgemeester, na advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand te hebben ingenomen, datum en uur van de begraving bepalen. 4. UURREGELING Art. 4. De teraardebestelling van stoffelijke overschotten, asverstrooiing en de bijzetting in een columbarium 3 of urnenveld 4 kan iedere werkdag van 9u tot 16.30u en op zaterdag van 9u tot 12u. Op zaterdag worden uitzonderlijk asverstrooiingen en bijzettingen in columbarium of urnenveld toegestaan van 13u tot 16.30u. Er kan niet worden begraven, bijgezet of uitgestrooid op zondagen en wettelijke feestdagen: 1 januari, 2 januari, Pasen, paasmaandag, 1 mei, O.H. Hemelvaart, Pinksteren, pinkstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 2 november, 11 november, 25 december en 26 december De begraafplaatsen zijn permanent toegankelijk voor het publiek, behoudens afwijkingen vastgesteld door de burgemeester. Voor dienstnoodwendigheden kunnen de begraafplaatsen op bevel van de burgemeester tijdelijk gesloten worden. 5. BEVOEGDHEDEN GEMACHTIGDEN VAN DE GEMEENTE Art. 5. Uitsluitend gemachtigden van de gemeente zijn ertoe bevoegd te zorgen voor: - het bevestigen van een plaatje met volgnummer aan de kist of de urn; - het delven van een graf voor begravingen of bijzettingen in volle grond; - het (her)vullen van de kuil; - het openen en sluiten van bestaande kelders; - het openen, plaatsen en afsluiten van een urnengraf 5 in het urnenveld door middel van een afdekplaat; - het openen, plaatsen en afsluiten van een nis in een columbarium door middel van een afdekplaat. 3 Columbarium: urnenmuur 4 Urnenveld: een rustplaats voor urnen in de grond. 5 Urnengraf: een graf waarin urnen worden geplaatst in het urnenveld.
5 6. BEGRAVINGEN 6.1 ALGEMENE BEPALINGEN Art. 6. De gemeentelijke begraafplaatsen zijn bestemd voor: - het begraven van stoffelijke overschotten; - het bijzetten van urnen in een columbariumnis; - het bijzetten van urnen in een urnenveld; - het verstrooien van as op de strooiweide 6. In overeenstemming met artikel 2 lid 5 van het D.L.B. 7 kunnen uitsluitend inwoners van de gemeente Sint-Amands kosteloos begraven worden volgens de vormen van begraving of bijzetting beschreven in art. 7. De begravingen, bijzettingen en verstrooiingen worden verricht op delen van de begraafplaats aangewezen door de technische dienst; en dit in de vastgestelde volgorde. Een begraving vindt plaats in volle grond. Bovengronds begraven wordt niet toegestaan, alsook begravingen in nieuwe grafkelders. 6.2 NIET-GECONCEDEERDE BEGRAVINGEN EN BIJZETTINGEN 8 Art. 7. Een niet-geconcedeerd(e) grond, urnengraf of nis is voor maximum 1 persoon. Uitsluitend inwoners van de gemeente Sint-Amands komen voor dit type begraving in aanmerking. Gedurende een periode van 10 jaar wordt een niet-geconcedeerd(e) grond, urnengraf of nis bewaard. Na afloop van deze termijn kan dergelijk graf worden verwijderd of leeggemaakt, nadat gedurende 1 jaar een afschrift van de beslissing tot verwijdering van graven werd uitgehangen aan de ingang van de begraafplaats én bij het graf, urnengraf of de nis. Wanneer niet geconcedeerde nissen of urnengraven moeten worden vrijgemaakt, zorgt het gemeentebestuur voor de verstrooiing van de as op de verstrooiingsweide van de begraafplaats. De verstrooiing zal worden aangekondigd aan de ingang van de begraafplaats. Tijdens de verstrooiing is de begraafplaats tijdelijk afgesloten voor bezoekers. 6 Strooiweide: een afgescheiden grasperk waarop uitsluitend as van een gecremeerd stoffelijk overschot wordt uitgestrooid. 7 D.L.B. : decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en lijkbezorging. 8 Niet-geconcedeerd: een gratis vorm van begraven waarbij de lokale overheid de verplichte grafrust van minstens 10 jaar waarborgt.
6 6.3 GECONCEDEERDE BEGRAVINGEN EN BIJZETTINGEN Art. 8. Een geconcedeerd(e) grond, urnengraf of nis is voor 1 of 2 personen, behoudens begravingen beschreven in art. 8 2 3. Op de begraafplaatsen zijn er aparte percelen voorzien voor begravingen op: 1. het Islamitisch perk: Op de begraafplaats van Oppuurs is een apart begraafperceel ingericht voor de belijders van de islamitische godsdienst. Op dit perceel worden de graven in de richting van Mekka geplaatst. 2. het kinderperk: Het kinderperk is bestemd voor begravingen in volle grond van kinderen jonger dan 12 jaar. Een kindergraf is voor maximum 1 persoon. 3. het ereperk: Een graf op het ereperk is voor maximum 1 persoon. Op het erepark te Sint-Amands kunnen worden begraven in volle grond: - Oud-strijders van de oorlog 1940-1945; - Erkende politieke gevangenen; - Erkende gewapende weerstanders die in het bezit zijn van een bewijs van Nationale Erkentelijkheid. Art. 9. De duur van de concessietermijn wordt beschreven in art. 12. 7. CONCESSIES 7.1. ALGEMENE BEPALINGEN Art. 10. Op de gemeentelijke begraafplaatsen worden concessies verleend die betrekking hebben op: - een perceel grond; - een urnengraf in het urnenveld; - een nis in het columbarium. Concessies worden niet toegekend voor het overlijden van één van de begunstigden of de enige begunstigde. Het college van burgemeester en schepenen is gemachtigd om concessies te verlenen op de gemeentelijke begraafplaatsen, conform de modaliteiten van dit reglement en de
7 tarieven voorzien in het retributiereglement dat wordt vastgesteld door de gemeenteraad. De concessies geven geen recht op eigendom. Zij zijn onvervreemdbaar en kunnen niet worden overgedragen, behoudens toekomstige kinderen en kleinkinderen. Er mag aan een concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die waarvoor ze werd verleend door het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om: - grafconcessies te verlenen; - grafconcessies te hernieuwen; - grafconcessie te beëindigen in geval van onderhoudsverzuim; - grafconcessies te beëindigen na aanvraag van een van de begunstigde. 7.2. CONCESSIEAANVRAAG Art. 11. Een concessie wordt schriftelijk aangevraagd bij het college van burgemeester en schepenen. De concessieaanvraag vermeldt de identiteit van de aanvrager en de begunstigde(n). De concessie(termijn) neemt aanvang op de datum van de eerste begraving van de persoon wiens stoffelijk overschot zal worden begraven in volle grond, in het columbarium of in het urnenveld. Zij eindigt na verloop van de toegestane termijn. De concessie is niet overdraagbaar. De houder beschikt over het exclusieve recht om te bepalen wie gebruik kan maken van de concessie. 7.3. CONCESSIETERMIJN Art. 12. Een concessie voor 1 of 2 personen wordt verleend voor een periode van 25 jaar. 7.4. CONCESSIEHERNIEUWINGEN Art. 13. De concessies kunnen op aanvraag van enige belanghebbende hernieuwd worden. De hernieuwing kan enkel geweigerd worden indien blijkt dat op het moment van de aanvraag de concessie verwaarloosd is. De duur van de hernieuwing bedraagt 25 jaar. Minstens 1 jaar voor het verstrijken van concessietermijnen of van de hernieuwingen, wordt door de technische dienst een akte opgemaakt waarin wordt meegedeeld welke concessies kunnen worden hernieuwd. Een aanvraag tot hernieuwing moet ingediend worden voor het verstrijken van de concessie bij het college van burgemeester en schepenen.
8 Een afschrift van deze akte wordt 1 jaar lang uitgehangen aan: - het graf, het urnenveld of de nis; - de ingang van de begraafplaats(en) Art. 14. Een hernieuwing zonder bijzetting: De aanvraag dient ingediend te worden voor de vervaldatum van de concessie. De concessie wordt hernieuwd voor eenzelfde periode en tegen de prijs en voorwaarden die gelden op het ogenblik van de aanvraag. Als er geen aanvraag voor hernieuwing is gedaan, volgens de procedure beschreven in art. 13, dan vervalt de concessie. Art. 15. Een hernieuwing met bijzetting: De concessie kan op uitdrukkelijke aanvraag van iedere belanghebbende voor een nieuwe periode van dezelfde duur worden hernieuwd naar aanleiding van een nieuwe bijzetting in de bestaande concessie. In geval er geen hernieuwing wordt aangevraagd tijdens of na de begraving - én indien deze begraving zich minder dan 10 jaar voor het verstrijken van de concessie voordoet - dan moet het graf voor een termijn van 10 jaar behouden blijven. De termijn begint te lopen vanaf de datum van het overlijden. Bijvoorbeeld: persoon A overlijdt in 1990 en koopt een concessie voor 1 of 2 personen voor 25 jaar. De concessie loopt dus af in 2015. Indien persoon B overlijdt in 2010, dan wordt (overeenkomstig atikel 7 177 van het D.L.B.) bepaald dat het graf gedurende 10 jaar behouden moet blijven (verplichte grafrust). De termijn loopt dus af in 2020 en niet in (oorspronkelijk) 2015. Art. 16. De retributie voor hernieuwingen vermeld in art. 14 en 15 wordt proportioneel berekend op het aantal jaren dat de vervaldatum van de bestaande concessie overschrijdt: Aantal jaren dat de nieuwe concessietermijn de lopende concessie overschrijdt X verschuldigd bedrag dat bij de nieuwe concessietermijn hoort Aantal jaren van nieuwe concessietermijn Bijvoorbeeld: persoon A overlijdt in 1990 en koopt een concessie voor 1 of 2 personen voor 25 jaar. Hij betaalt hiervoor 500 euro. De concessie vervalt in 2015. Persoon B overlijdt in 2010.De concessie kan dan hernieuwd worden voor 25 jaar: de concessie blijft dan geldig tot 2035 (=2010 + 25 jaar). De familie betaalt hiervoor: 20 jaar (uiteindelijke verlenging van de oorspronkelijke tijd) X 500 (prijs van de concessie) = 10.000 : 25 jaar (nieuwe concessietermijn) = 400.
9 Art. 17. Art. 18. Door de wet van 20 juli 1971 werden de eeuwigdurende concessies afgeschaft en omgezet in hernieuwbare concessies van 50 jaar. Op verzoek van ieder belanghebbende kunnen deze kosteloos worden hernieuwd. Er mogen geen bijzettingen gebeuren in concessies waarvan de termijn verstreken is. 7.5. VROEGTIJDIGE BEËINDIGING CONCESSIE Art. 19. Een concessie kan, na de verplichte grafrust van 10 jaar, vroegtijdig worden teruggenomen in volgende gevallen: - op verzoek van iedere belanghebbende (aangezien iedereen een concessie kan aanvragen, kan ook iedereen de voortijdige beëindiging van een concessie indienen); - ingeval van, overeenkomstig art. 37, vastgestelde verwaarlozing. Gedurende 6 maanden zal een bericht worden aangeplakt aan het graf. In dit bericht zal worden vermeld dat een belanghebbende deze concessie niet wenst te behouden en dat het graf zal worden weggeruimd. Het bericht zal ook vermelden waar men terecht kan om hiertegen een bezwaar te uiten. Het college van burgemeester en schepenen kan 6 maanden na de aanplakking - én op voorwaarde dat er geen bezwaar werd geuit - de concessie terugnemen. Art. 20. Wanneer een concessie om welke reden dan ook een einde neemt, worden de graftekens die niet zijn weggenomen en de nog bestaande ondergrondse constructies eigendom van het gemeentebestuur. De betaalde concessieprijs kan noch geheel, nog gedeeltelijk worden teruggevorderd. 7.6. VERVALLEN CONCESSIES Art. 21. De gronden, nissen en urnengraven die het voorwerp uitmaken van vervallen grafconcessies, zullen worden ontruimd na 31 december van het jaar waarin de concessies vervallen. Indien de graftekens niet worden weggenomen binnen de gestelde termijn, zullen deze door het gemeentebestuur worden verwijderd. Ingeval van vervallen concessies voor een columbariumnis of urnengraf, zorgt het gemeentebestuur voor de verstrooiing van de as op de strooiweide. De verstrooiing zal worden aangekondigd aan de ingang van de begraafplaats.
10 8. GRAFTEKENS, BOUW EN BEPLANTINGSWERKEN 8.1 ALGEMENE BEPALINGEN Art. 22. Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn verwanten zich er tegen verzetten, heeft eenieder het recht op het laten plaatsen van grafteken zonder afbreuk te doen aan het recht van de concessiehouder. Het plaatsen van een grafteken vereist steeds de schriftelijke toestemming van de technische dienst. Een aanvraagformulier kan worden bekomen op de technische dienst. Graftekens welke worden geplaatst zonder toestemming van de technische dienst kunnen worden verwijderd op kosten van de firma die ze geplaatst hebben. Art. 23. Het plaatsen van een grafteken is niet verplicht, doch moet de concessiehouder aan het graf een plaatje of gedenkteken voorzien waarop minstens volgende gegevens van de overledene worden vermeld: - voornaam en naam; - datum van geboorte; - datum van overlijden. Art. 24. Ten vroegste 6 maanden na het begraven van het stoffelijk overschot kan een grafzerk geplaatst worden. Het plaatsen van een afdekplaat voor een columbariumnis of urnengraf kan van zodra de begraving heeft plaatsgevonden. Uitsluitend het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om expliciet voor de inrichting en de aanleg van de begraafplaats individuele afwijkingen aan grafzerken toe te staan. 8.2 BEPLANTINGEN, BLOEM -EN SIERSTUKKEN Art. 25. Graf. 1. Beplantingen: Niet schadelijk of hinderlijke beplantingen met een maximum hoogte van 50 cm zijn geoorloofd in losse bodem van het graf. Deze mogen niet buiten de afmetingen van het graf overhellen of uitgroeien. 2. Sierstukken: Het is geoorloofd een graf te versieren met sierstukken zoals bloempotten, kransen en beelden die geen aanstoot geven. Eerder genoemde elementen moeten wel worden verwijderd indien zij stuk of van geen nut meer zijn. De bloemen en planten die op de graven zijn aangebracht moeten steeds in goede staat zijn. Wanneer ze afgestorven zijn, moeten nabestaanden de bloemen of planten
11 verwijderen. Bij gebreke hiervan zal de opruiming geschieden door de zorgen van het gemeentebestuur. Bloem en sierstukken die werden geplaatst naar aanleiding van Allerheiligen worden ten gepaste tijden verwijderd door de gemeentelijke diensten. De aankondiging zal bekend worden gemaakt aan de ingang van de begraafplaats. 3. Afsluitingen en andere: Rond de graven mogen geen afsluitingen of omheiningen worden geplaatst. Kniel en bidbanken zijn niet toegelaten. Art. 26. Columbarium strooiweide. Op de afsluitplaten kan een siervaasje worden aangebracht. Het is verboden aan het columbarium of op de strooiweide permanente sierstukken te bevestigen of neer te leggen. Bloemstukken en bloemenkransen kunnen naar aanleiding van een bijzetting of asverstrooiing aan de voet van het columbarium en aan de rand van de strooiweide worden neergelegd op de door de grafmaker aangeduide locatie. Nadat de bloemen zijn afgestorven worden deze verwijderd door de gemeentelijke diensten. Art. 27. Urnenveld. Het is verboden om beplanting, bedekkingsmateriaal of andere voorwerpen te plaatsen tussen de ruimte te midden van de gedenkstenen Het is verboden om op de gedenksteen vaste constructies te plaatsen, alsook het aanbrengen van vaste beplanting. Art. 28. Het gemeentebestuur staat niet in voor de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen. Bij overtreding van bovenstaande bepalingen zullen niet reglementaire elementen op risico en geheel ten laste van de overtreder worden opgeruimd door de gemeentelijke diensten. De overtreder kan na afloop geen verhaal halen op de verwijderde stukken. 8.3 GRAFMONUMENTEN 8.3.1. NIET-GECONCEDEERDE GRONDEN Art. 29. Een grafteken of zerk op een niet-geconcedeerd graf moet beantwoorden aan volgende voorschriften: - Materiaalkeuze: natuursteen; - Afmetingen: 1,80m (L) x 0,80 m (B) x 1,20 m (max. H);
12 8.3.2. GECONCEDEERDE GRONDEN Art. 30. Een grafteken of zerk op een geconcedeerd graf moet beantwoorden aan volgende voorschriften: - Materiaalkeuze: natuursteen; - Afmetingen: 2 m (L) x 1m (B) x 1,20m (max. H); 8.3.3. GECONCEDEERDE EN NIET-GECONCEDEERDE COLUMBARIUMNIS Art. 31. De afsluitplaat van een columbariumnis moet beantwoorden aan volgende voorschriften: - Materiaalkeuze: natuursteen; - Afmetingen: 0,33m (L) x 0,30m (B) x 0,02m (D); De bevestiging van de afdekplaat gebeurt met bouten. 8.3.4. GECONCEDEERD EN NIET-GECONCEDEERD URNENVELD Art. 32. De afsluitplaat van een urnengraf moet beantwoorden aan volgende voorschriften: - Materiaalkeuze: natuursteen; - Afmetingen: 0,50m (L) x 0,50m (B) x 0,05m (D); De afdekplaat moet geplaatst zijn zodat het bovenvlak van de steen gelijk ligt met het maaiveld. 8.3.5. GECONCEDEERDE EN NIET-GECONCEDEERDE KINDERGRAVEN Art. 33. Een grafteken of zerk op het kinderperk moet beantwoorden aan volgende voorschriften: - Materiaal: natuursteen; - Afmetingen: 1m (L) x 0,6m (B) x 0,80m (max. H); 8.3.6. GECONCEDEERD EN NIET-GECONCEDEERD EREPERK Art. 34. Een grafteken of zerk op het ereperk moet beantwoorden aan volgende voorschriften: - Materiaal: natuursteen; - Afmetingen: 0,85m (H) x 0,55m (B) x 0,20m (D); 8.3.7. NAAMPLAATJE HERDENKINGSZUIL Art. 35. Op iedere begraafplaats zijn één of meerdere herdenkingszuilen opgericht waarop nabestaanden een plaatje kunnen aanbrengen van de personen van wie de as werd uitgestrooid.
13 De gedenkplaatjes (0,10m (H) x 0,15m (L)) worden door toedoen van de nabestaanden op de herdenkingszuil bevestigd, uitsluitend door middel van lijm artikelen of dubbelzijdige plakband. 8.4 GEMEENTELIJKE BEPALINGEN Art. 36. De firma of aangestelde personen die de grafzerken plaatsen moeten in acht nemen: - dat aarde, materiaal, bouwstukken of andere voorwerpen niet terecht komen op andere graven, grafzerken, wandelgangen en dergelijken. - dat de werken zonder onderbreking worden uitgevoerd. - dat graafwerken en oprichting van bouwstukken geschieden volgens de afmetingen beschreven in hfdst. 8.3 Grafmonumenten. - dat bij een begrafenis de lanen en paden worden vrijgemaakt. - dat bij een bijlegging in een bestaande concessie de grafzerk of het grafteken niet geplaatst wordt op een wandelpad. - dat graftekens moeten in de grond worden geplant opdat overhellen onmogelijk wordt. Daartoe mag enkel de aarde goed worden aangedrukt. Overtollige grond die vrijkomt bij het plaatsen moet worden afgevoerd door de firma die het grafteken geplaatst heeft. - dat het verboden is om graftekens te plaatsen op de datums in overeenstemming met art. 4. - dat vanaf de voorlaatste werkdag van oktober t.e.m. 11 november, behoudens toestemming van het college van burgemeester en schepenen, het verboden is om graftekens te plaatsen of graafwerken uit te voeren. Dit verbod geldt niet voor het neerleggen van bloemstukken en sierstukken. - dat schade aangebracht aan het openbaar bestuur, graven of andere graftekens geheel ten laste is van de aansprakelijke persoon.
14 9. ONDERHOUD EN VERWAARLOZING DER GRAVEN Art. 37. De graftekens en hun omgeving moeten voortdurend in perfecte staat van bewaring en onderhoud worden gehouden tijdens de concessieperiode. De verantwoordelijke families of belanghebbenden moeten ieder grafteken dat bouwvallig of vervallen is, laten wegnemen of herstellen. Verwaarlozing kan worden vastgesteld als het graf doorlopend onzindelijk, vervallen, ingestort, bouwvallig of door plantengroei overwoekerd is. De staat van verwaarlozing wordt in een akte vastgesteld door de burgemeester of zijn gemachtigde en één jaar aangeplakt aan bij het graf. Bij het verstrijken van de termijn en bij niet herstelling wordt de concessie beëindigd door het college van burgemeester en schepenen. Wanneer de toestand van een grafmonument zodanig slecht is dat deze een gevaar vormt voor zijn omgeving, kan het gemeentebestuur een spoedprocedure opstarten. Gedurende 3 maanden zal een bericht worden aangeplakt aan het graf. Indien na de gestelde termijn geen herstellingen werden uitgevoerd, treedt de burgemeester op als hoofd van de administratieve politie en vrijwaart hij zodoende de openbare veiligheid. Na het verstrijken van de termijn wordt het grafteken, zonder verwijl en zonder verhaal op gehele of gedeeltelijk vergoeding, weggenomen. 10. PATRIMONIUMLIJST Art. 38. Het college van burgemeester en schepenen maakt autonoom een lijst op van graven met lokaal historisch belang. De graven op deze lijst zullen 50 jaar worden bewaard en onderhouden door het gemeentebestuur overeenkomstig artikel 26 2 van het D.L.B. 11. ONTGRAVINGEN 9 11.1. ALGEMENE BEPALINGEN Art. 39. Ontgravingen vóór het verstrijken van de tienjarige grafrust zijn enkel mogelijk op bevel van de gerechtelijke overheid en op verzoek wegens ernstige redenen van belanghebbenden overeenkomstig art. 68, mits een voorgaande machtiging van de burgemeester. De kosten voor een ontgraving worden vastgesteld conform de tarieven van het retributiereglement van de ontgravingen die gelden op het moment van de aanvraag. De aanvraag tot ontgraving kan enkel schriftelijk aangevraagd worden door: - overlevende echtgeno(o)t(e); 9 Ontgraving: het uit een graf halen van een stoffelijk overschot of asurn met als bedoeling deze te herbegraven.
15 - samenwonende partner; - bloedverwanten 1e graad. Ingeval van herbegraving moet vooraf een toelating worden bekomen op een gemeentelijke begraafplaats of een begraafplaats buiten de gemeente. Ingeval van crematie na opgraving wordt de as behandeld overeenkomstig artikel 19 en 24 van het D.L.B. Praktische voorwaarden: - Bij de ontgraving worden enkel door de burgemeester gerechtigde personen toegelaten. - De begraafplaats wordt gesloten op het tijdstip van de ontgraving. - Dag en uur van de ontgraving worden door de burgemeester bepaald. 11.2. INTREKKING GECONCEDEERDE GROND OF NIS Art. 40. De concessiehouder kan ingeval van intrekking van een geconcedeerde grond of nis wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden geen aanspraken maken op enige schadevergoeding. De concessiehouders hebben enkel recht op de kosteloze verwerving van een grondperceel van eenzelfde oppervlakte of een nis van hetzelfde volume, op een gemeentelijke begraafplaats of een begraafplaats buiten de gemeente, tot het einde van de concessietermijn. De eventuele kosten van de overbrenging van de stoffelijke overschotten, urnen of graftekens op het grondgebied Sint-Amands zijn ten laste van het gemeentebestuur. Art. 41. De concessiehouder kan ingeval van wijziging van de bestemming van de begraafplaatsen geen aanspraken maken op enige schadevergoeding. De concessiehouders hebben enkel recht op de kosteloze verwerving van een grondperceel van eenzelfde oppervlakte of een nis van hetzelfde volume, op een gemeentelijke begraafplaats of een begraafplaats buiten de gemeente, tot het einde van de concessietermijn. De eventuele kosten van de overbrenging van de stoffelijke overschotten, urnen of graftekens op het grondgebied Sint-Amands zijn ten laste van het gemeentebestuur. 12. ORDEMAATREGELEN Art. 42. Op de begraafplaatsen is het verboden gelijk welke daad te stellen of een houding aan te nemen die de welvoeglijkheid van de begraafplaats en het eerbied verschuldigd aan de overledenen stoort of kan storen. Meer bijzonder is het verboden:
16 - schade te berokkenen aan grafmonumenten, omheiningen of andere gedenktekens die graven sieren. - grafschriften te plaatsen die oneerbiedig zijn of die aanleiding geven tot wanorde. - de gemeentelijke afscheidsruimtes voor andere doeleinden te gebruiken behoudens het houden van een afscheidsceremonie tijdens een begrafenis. - de asverstrooiingsweide te betreden en er graftekens of versierselen te plaatsen, behoudens bloemen of bloemstukken. - beplantingen het zicht op de identificatiegegevens op het grafteken te belemmeren. door hun groei over graven of wandelpaden. - afval, papier of verpakkingsmaterialen achter te laten, tenzij in ter beschikking staande afvalkorven en/of containers. De afvalbakken mogen niet benut worden voor het deponeren van huishoudelijk afval en/of tuinafval. - reclamebriefjes, aanplakbiljetten, opschriften of aankondigingen te verspreiden of aan te brengen, behoudens in gevallen bepaald bij het decreet of het huishoudelijk reglement. - honden of andere dieren mee te nemen, tenzij geleidehonden voor visueel gehandicapten of andere mindervaliden, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen met waak-, speur- en verdedigingshonden. - met voertuigen de begraafplaats binnen te rijden, tenzij om uitzonderlijke redenen waartoe toelating wordt verleend door de burgemeester of zijn gemachtigde. Dit verbod is niet van toepassing voor de lijkwagen, rijtuigen voor mindervaliden en dienstvoertuigen. - zich luidruchtig op te stellen Art. 43. Art. 44. Het gemeentelijk politiereglement is van toepassing in geval van diefstal of beschadiging van op de graven geplaatste voorwerpen. Overtredingen op het huishoudelijk reglement van de begraafplaatsen kunnen overeenkomstig de wet van 13 mei 1999 gesanctioneerd worden met een administratieve geldboete die kan oplopen tot 250.
17 13. SLOTBEPALINGEN Art. 45. Gevallen die niet in het huishoudelijk reglement worden beschreven worden beslecht door het college van burgemeester en schepenen, in zoverre zij niet door het D.L.B. aan een andere overheid worden toegewezen en niet in strijd zijn met het nietdiscriminatieprincipe. De gemeenteraad wordt op de eerstvolgende zitting op de hoogte gebracht van de genomen beslissing. Art. 46. Art. 47. Dit reglement wordt van kracht onmiddellijk na de vereiste afkondiging. Dit reglement vervangt het voorgaande reglement op de gemeentelijke begraafplaatsen van 28 februari 2007. Vastgesteld in zitting van de gemeenteraad op datum van 26 november 2012 Namens de gemeenteraad, get. de gemeentesecretaris get. De burgemeester voor eensluidend afschrift Sint-Amands, de gemeentesecretaris de burgemeester