De kleine Frans voor Dummies. Dodi-Katrin Schmidt Michelle M. Williams Dominique Wenzel

Vergelijkbare documenten
De kleine Duits voor Dummies. Paulina Christensen en Anne Fox

Inhoud in vogelvlucht

Inhoud. Over de auteurs... xi. Inleiding... 1

Italiaans voor Dummies op reis. Francesca Romana Onofri en Karen Antje Möller

Engels. Gail Brenner

De inhoud in vogelvlucht

Frans voor Dummies 2e editie

Inhoud. Inleiding... 9

Programma van Toetsing en Doorstroming

1 Spelling en uitspraak

Inhoud. Inleiding... 11

Inhoud. Inleiding... 9

Inhoud. 1 Spelling en uitspraak. 2 Grammatica

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden

Inhoud. Over de auteur... x. Inleiding... 1

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

Inhoud. Over de auteur... xi. Inleiding... 1

Inhoud in vogelvlucht

11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Frans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten.

Inhoud. Over de auteur... xi. Inleiding... 1

GRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL

Inhoud in vogelvlucht

2e editie Paulina Christensen Anne Fox Wendy Foster

De inhoud in vogelvlucht

Meer dan grammatica!

Toetsen juni Wat moet ik leren voor. Frans. Toetsenplanning juni de leerjaar De eik Wellen

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

pagina 1 van 5 VAN IN

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

De kleine Nederlands voor Dummies. Margreet Kwakernaak

het begin van dit boek

Het taalconflict in België Vlamingen gedropt in Wallonië

Over de auteur. Inleiding 1

EL ABANICO CURSUSSEN SPAANS ROTTERDAM STUDIEGIDS

Aantekening Frans les pronoms personnels

De KERNCURSUS opbouw, doelstellingen, inhoud, lesmateriaal

Je Engels opfrissen. Lars M. Blöhdorn

Inhoud. 1 Spelling 10

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

1 TTO Gym. Ma maison de rêve / Mijn droomhuis

Hoe leer ik uit... Naam: Klas:

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Leerstoflijnen. Periode. Klas 2 Theoretisch

Totaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid

Toelichting. Leerdoelenoverzicht - niveau 2a

Handige lessen Zweeds

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

SPAANS LES 1 Español

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk)

Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3

Leerwerkboek. Chinees. Go 100

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Nederlands voor Arabisch taligen A0 A1/A2

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Studiewijzer TaalCompetent

HLZ Toetsweek klas H1A en H1B

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON 2

HLZ Toetsweek klas V1A

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

Visuele Leerlijn Spelling

Eigen vaardigheid Taal

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Een voorbeeldopgave: Ik geef de hond te eten. Wat is de? Een werkwoord, een lidwoord, een zelfstandig

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

Samenvatting Frans Grammaticatijden

Suc6 Cursussen voor mensen. Suc6 Cursusboek 2014/2015

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Inhoud. Inleiding... 9

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

Spelling & Formuleren. Week 2-7

Je spreekt thuis verschillende talen? Dat is goed voor je kind!

Inhoud. Les 19 Hetzelfde woord, Les 20 De klok. Les 21 Vergelijkende trap. Les 22 Samentrekking (van woorden) Les 23 Intonaties. Les 24 Tegenstelling

VSO leerlijn Engels (uitstroom arbeid)

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Checklist duidelijk geschreven taal

Stel je gezond weekmenu samen

Praten leer je niet vanzelf

Programma van Inhoud en Toetsing

BEGINNERSCURSUS DAG 2

PLUSLESSEN MAVO

TAALVERZORGING KGT 2 SPORTIEF PERRON 1

15 et qui paie le loyer?

Transcriptie:

De kleine Frans voor Dummies Dodi-Katrin Schmidt Michelle M. Williams Dominique Wenzel Amersfoort, 2016

Inhoud Inleiding.............................................................. 9 Hoofdstuk 1: Je spreekt al een beetje Frans............................. 15 Het Frans dat je al spreekt.....................................15 Trouwe bondgenoten bons alliés..........................16 Naaste verwanten.........................................16 Idiomatische en populaire uitdrukkingen.......................17 Het Franse alfabet............................................19 Elementaire uitspraakregels...................................20 Klinkers..................................................20 Het accentteken...........................................21 De stomme e..............................................21 De nasale klinkers.........................................21 De medeklinkers..........................................22 De liaison................................................23 Elisie.....................................................24 Klemtoon................................................24 Gebarentaal gebruiken........................................25 Hoofdstuk 2: Franse basisgrammatica.................................. 27 Eenvoudige zinsconstructies...................................27 Naamwoorden............................................28 Bijvoeglijke naamwoorden..................................28 Werkwoorden.............................................29 Bijwoorden...............................................29 Dingen die in het Frans gemakkelijker zijn.......................30 Werkwoorden................................................31 Regelmatige werkwoorden..................................31 Onregelmatige werkwoorden...............................32

6 De kleine Frans voor Dummies Verleden, heden en toekomst..................................33 De strijd der geslachten.......................................34 Getallen.....................................................37 Hoofdstuk 3: Kennismaken............................................. 39 Groeten en afscheid nemen....................................39 Vragen hoe het met iemand gaat................................41 Antwoord geven op de vraag Hoe gaat het?.....................41 Jezelf en anderen voorstellen...................................42 Het werkwoord zijn: être......................................44 Waar kom jij vandaan?.....................................46 Je taal spreken................................................50 Hoofdstuk 4: Praten over koetjes en kalfjes............................. 55 Sleutelvragen stellen..........................................55 Simpele vragen stellen........................................57 Babbelen over de familie......................................58 Het werkwoord aller..........................................59 Een praatje over het weer......................................60 Getallenkwestie..............................................61 Zeggen waar je woont.........................................63 Hoofdstuk 5: Uit eten gaan en boodschappen doen....................... 67 Alles over maaltijden..........................................67 De maaltijden.............................................68 Thuis eten: de tafel dekken.................................70 Uit eten in een restaurant......................................71 Praten met de ober........................................72 Weten wat er op het menu staat.............................73 Eten en drinken...........................................76 De lidwoorden...............................................77 Eten kopen op de markt.......................................79 Maten en gewichten.......................................80 Dingen met elkaar vergelijken...............................80 Handige werkwoorden voor op de markt.....................81 Naar de supermarkt en andere winkels..........................83

Inhoud 7 Hoofdstuk 6: Winkelen................................................ 87 Uit winkelen.................................................87 Alleen maar kijken........................................88 Je weg vinden in de winkel..................................89 Hulp krijgen..............................................90 Kleren kopen.................................................92 De juiste maat vinden......................................92 Kledingmaterialen.........................................93 Jezelf aankleden...........................................94 De overtreffende trap gebruiken................................98 Als het bijvoeglijk naamwoord vooraf gaat aan het zelfstandig naamwoord............................................98 Als het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord komt..................................................99 Hoofdstuk 7: Sport en ontspanning.................................... 105 Praten over sport............................................105 Skiën....................................................106 Naar het strand.............................................109 Je tent opzetten..............................................111 Het werkwoord gaan: aller.................................112 Leven in het verleden: de verleden tijd..........................113 Het gebruik van de verleden tijd met être....................115 Zeggen wat je nodig hebt.....................................118 Bezittelijke voornaamwoorden...............................118 Voorzetselvoorwerp.........................................119 Hoofdstuk 8: Spreek beter Frans: onderweg en op reis.................. 123 Waar - vragen stellen........................................123 Waar - vragen beantwoorden.................................124 Wij/men....................................................125 Ontkennende gebiedende wijs.................................126 Het gebruik van de gebiedende wijs............................126 Afstanden uitdrukken (tijd en ruimte).........................127 Rangtelwoorden.............................................127 Met alle winden mee waaien..................................129 Bijvoeglijke naamwoorden....................................131 Wat je moet weten over il faut.................................132

8 De kleine Frans voor Dummies Niets persoonlijks tegen persoonlijke voornaamwoorden.........133 Alle data op een rijtje........................................134 Precieze data.............................................135 Minder precieze data.....................................135 Klokkijken in het Frans.......................................135 Het juiste tijdstip............................................137 Hoofdstuk 9: Noodsituaties........................................... 141 Medische hulp inroepen......................................141 Verleden tijd vervoegen met être..............................145 Beroving, diefstal, agressie....................................147 Hoofdstuk 10: Tien favoriete Franse zegswijzen........................ 151 C est un fait accompli.....................................151 Quel faux pas!...........................................151 Comme il faut...........................................152 Bon appétit!.............................................152 Quelle horreur!..........................................152 Oh là là! La catastrophe!..................................152 À tout à l heure!.........................................152 C est la vie!..............................................152 Comme ci, comme ça.....................................153 C est le ton qui fait la musique!............................153 Index............................................................... 155

Inleiding Waarom zou je De kleine Frans voor Dummies lezen? Zie je jezelf al in een Franstalig land reizen, wonen of werken en op je gemak met de bewoners praten? Is Frans spreken een van je doelen? Of wil je dat beetje Frans dat je al kent weer opfrissen? Wat de reden ook is om Frans te willen leren spreken, De kleine Frans voor Dummies kan je hierbij helpen. Dit boekje is overzichtelijk ingedeeld, duidelijk geschreven en heel prettig leesbaar. Bovendien is het heel compact en daardoor handig voor onderweg. Met zachte hand begeleidt De kleine Frans voor Dummies je naar een bijna moeiteloos te behalen succes. Natuurlijk, in elk hoofdstuk zul je eenvoudige en wat lastigere passages (bijvoorbeeld over grammaticale problemen) tegenkomen. Maar deze moeilijke taalkwesties krijg je steeds in kleine doses toegediend, zodat je je er niet in verslikt. Alledaags Frans komt in veel opzichten overeen met alledaags Nederlands. Elke taal biedt eenvoudiger en moeilijker manieren (en allerlei gradaties daartussenin) om iets te verwoorden. Ook voor iemand die nog maar net begonnen is met het leren van een bepaalde vreemde taal is het mogelijk zich met een minimum aan woorden en met wat basiskennis van de grammatica adequaat in die taal uit te drukken. Daarvoor is kennis van allerlei ingewikkelde taalkwesties (zoals de voltooid verleden tijd en de aanvoegende wijs) niet per se onmiddellijk nodig. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je in dit boek overweldigd wordt door dergelijke taaie kost. Integendeel, je zult de lessen in dit boek leuk vinden! Het speelkwartier is begonnen: c est l heure de la récréation.

10 De kleine Frans voor Dummies Over dit boek Je kunt dit boekje gebruiken hoe je maar wilt, of je nu wat woordjes en zinnetjes wilt leren waar je mee uit de voeten kunt als je Frankrijk bezoekt, of alleen maar Hallo, hoe gaat het? wilt kunnen zeggen. Je hoeft het boekje ook niet hoofdstuk na hoofdstuk door te sjokken, lees gewoon de paragrafen die je interesseren. Let op: Als je nog nooit eerder Frans hebt geleerd, lees dan wel de eerste twee hoofdstukken voor de uitspraak van de verschillende klanken en de Franse basisgrammatica. Omwille van de duidelijkheid hanteren we in dit boek de volgende conventies: Franse termen staan allemaal vetgedrukt, zodat ze opvallen. Achter de Franse termen wordt steeds de uitspraak weergegeven. Deze is cursiefgedrukt en staat tussen haakjes. Zo dus: (uitspraak). Werkwoordstijden: om dingen niet onnodig ingewikkeld te maken, beperken we ons in dit boek tot drie werkwoordstijden. Dit zijn: de tegenwoordige tijd (présent), de voltooid verleden tijd (passé composé) en de toekomende tijd (future proche). In de Franse taal bestaan meer tijden, maar met deze drie kun je je goed uitdrukken over heden, verleden en toekomst. Als je de andere werkwoordstijden in het Frans wilt leren, verwijzen we je graag naar het boek Franse werkwoorden voor Dummies (ISBN 978-90-430-1423-6). Neem ook eens een kijkje op www.dummies.nl. Elke taal heeft zo zijn eigen manieren om dingen uit te drukken. Zo ook het Frans. Vandaar dat de Nederlandse betekenis die we bij een Franse zegswijze geven lang niet altijd de letterlijke vertaling van dat Franse equivalent is. Het gaat erom dat je de strekking snapt of voelt van wat er gezegd is.

Inleiding 11 De pictogrammen die in dit boek gebruikt worden Om de verschillende soorten informatie makkelijker te kunnen vinden, hebben we in de linkermarge de volgende pictogrammen opgenomen: Dit pictogram brengt handige tips onder de aandacht. BELANGRIJK Dit pictogram wijst je op nuttige of interessante informatie die je niet moet vergeten. PAS OP! Om je te helpen taalkundige, grammaticale en culturele faux pas te vermijden, gebruiken we dit pictogram. GRAMMATICA EN ZO CULTURELE BAGAGE Talen zitten vol onregelmatigheden waarover je kunt struikelen als je er niet op verdacht bent. De tekst bij dit pictogram gaat over grammaticale regels en andere taalkundige wetenswaardigheden. Als je op zoek bent naar informatie over cultuur en reizen, kijk dan naar deze pictogrammen. Ze vestigen je aandacht op interessante weetjes over de landen waar Frans wordt gesproken. Van hier naar daar Een taal leren is vooral erin duiken en het gewoon proberen (hoe slecht je uitspraak ook is in het begin). Dus waag de sprong! Begin bij het begin en pik er een hoofdstuk uit dat je interesseert. Het zal niet lang duren voor je Oui! kunt antwoorden op de vraag: Parlez-vous français?

Hoofdstuk 1 Je spreekt al een beetje Frans In dit hoofdstuk: Het Frans dat je al spreekt herkennen Populaire uitdrukkingen Een hele mond vol: de elementaire uitspraakregels In dit hoofdstuk laten we je zien welke overeenkomsten er zijn tussen het Nederlands en het Frans. Vervolgens presenteren we enkele Franse uitdrukkingen die je waarschijnlijk al kent en begrijpt, en daarna gaan we de uitspraak bespreken. Het Frans dat je al spreekt Onbewust ken je al heel wat Franse woorden, ook via het Engels. We gaan je bewust maken van je latente Franse kennis. De enige valkuil waar je voor moet uitkijken, is dat sommige van die Nederlandse woorden een andere betekenis hebben in het Frans, en dat de uitspraak bijna altijd anders is.

16 De kleine Frans voor Dummies Trouwe bondgenoten bons alliés In de volgende lijst vind je een aantal bons alliés (bõ-za-ljee ): woorden die in het Frans en in het Nederlands precies hetzelfde gespeld worden en ook hetzelfde betekenen! Het enige wat misschien verschilt, is de uitspraak. acteur (ak-tûr) auteur (oo-tûr) bureau (buu-roo) client (klie-ã) radio (ra-djoo) restaurant (rès-to-rã) service (sèr-vies) service (sèr-vies) sport (spor) excellent (èk-sè-lã) garage (gha-raazj) machine (ma-sjien) moment (mo-mã) taxi (tak-sie) tennis (tè-nies) transport (trã-spor) urgent (uur-zjã) violet (vjo-lè) visite (vie-ziet) Naaste verwanten Tabel 1.1 laat woorden zien die in het Frans en in het Nederlands hetzelfde betekenen en die helemaal of bijna hetzelfde worden gespeld. Tabel 1.1: Woorden met gelijke betekenis en kleine verschillen in de spelling Frans Nederlands adresse (a-drès) adres banque (bãk) bank

Hoofdstuk 1: Je spreekt al een beetje Frans 17 Frans classe (klas) comédie (ko-mee-die) congrès (kõ-ghrè) culture (kuul-tuur) démocratie (dee-moo-kra-sie) hôtel (oo-tèl) musique (muu-ziek) nationalité (na-sjo-na-lie-tee) problème (pro-blèm) répétition (ree-pee-tie-sjõ) suggestion (suugh-zjès-tjõ) tragédie (tra-zjee-die) Nederlands klas comedie congres cultuur democratie hotel muziek nationaliteit probleem repetitie suggestie tragedie Idiomatische en populaire uitdrukkingen Het Frans kent net als het Nederlands veel idiomatische uitdrukkingen: ongewone manieren om gevoelens en gedachten uit te drukken. De betekenis van deze zegswijzen zal misschien vreemd op je overkomen als je probeert ze woord voor woord te vertalen. Hieronder volgen een paar van deze nuttige uitdrukkingen die je vaak hoort in het Frans: Allez! Un petit effort! (a-lee, ũ pu-tie-tè-for) (Kom op! Nog even doorzetten!) à mon avis (a mõ-na-vie) (naar mijn mening) bien sûr (bj suur) (natuurlijk) de rien (du rj ) (graag gedaan) d accord (da-kor) (oké)