SoloStar. informatiebrochure



Vergelijkbare documenten
OptiPen Pro 1. informatiebrochure

Toujeo Informatiebrochure

Ik gebruik deze perzikkleurige pen: ja. Suliqua. Informatiebrochure SANL.LALI

GEBRUIKSINSTRUCTIES. JuniorSTAR is een halve eenheden, navulbare insulinepen.

GEBRUIKERSHANDLEIDING. Humuline NPH KwikPen 100 IE/ml LEES DEZE HANDLEIDING VOOR GEBRUIK

Gebruikershandleiding KwikPen ABASAGLAR 100 E/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen Insulin glargine

Gebruikershandleiding KwikPen ABASAGLAR 100 E/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen Insulin glargine

GEBRUIKS- INSTRUCTIES

AllStar PRO instructies

Het gebruik van APIDRA in injectieflacon

NutropinAq Pen. instructies voor gebruik samen met NutropinAq

In elkaar zetten. Haal NovoPen 3 uit het etui door met uw vinger bovenaan op de pendop te drukken. Draai de pendop los en trek hem van de pen af.

GEBRUIKSINSTRUCTIES JuniorSTAR is een herbruikbare insulinepen, instelbaar per halve eenheid.

Zacht en veilig spuiten. Tips en trucs voor het injecteren van insuline.

Zacht en veilig injecteren. Tips en trucs voor het injecteren van insuline.

BYDUREON 2 mg poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie met verlengde afgifte

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Lyxumia 10 microgram oplossing voor injectie Lyxumia 20 microgram oplossing voor injectie lixisenatide

Gebruikershandleiding. Taltz 80mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen. Ixekizumab

STAPPENGIDS VOOR BEREIDING EN TOEDIENING VAN DE NPLATE (ROMIPLOSTIM)-INJECTIE

INSTRUCTIES VOOR HET BEREIDEN EN TOEDIENEN VAN DE SOMAVERT INJECTIE

Instructies voor het voorbereiden en toedienen van een subcutane injectie ORENCIA. Lees deze instructies zorgvuldig en volg ze daarna stap voor stap.

Studietip Protocol : glycemie bepalen met digitale glucometer. Protocol optrekken insuline

Een injectie Menopur maakt u zelf klaar, waarna u het middel inspuit in de buikplooi.

Gebruikershandleiding. Taltz 80mg oplossing voor injectie in voorgevulde injectiespuit. Ixekizumab

NovoPen Echo Gebruikershandleiding

CINRYZE (C1-REMMER [HUMAAN])

Een illustratief hulpmiddel voor het thuis toedienen van Nplate

Gebruikershandleiding

<GEADRESSEERDE> <ADRES> <POSTCODE WOONPLAATS> <Datum> Ref.: lvd/015086

CINRYZE (C1-REMMER [HUMAAN])

Veiliger werken. BD AutoShield Duo. Veiligheidspennaald met dubbele automatische naaldbescherming 0,30mm (30G) x 5mm

HOE GEBRUIK IK ABASAGLAR

HANDLEIDING VOOR STAPSGEWIJZE TOEDIENING VAN ORENCIA (ABATACEPT)

Prikinstructie Gonal-F / Pergoveris

Informatiebrochure voor patienten met diabetes type I

Wie zijn ze, wat doen ze? De nieuwste insulines toegelicht, wanneer worden zij ingezet?

INLEIDING LEES DEZE INSTRUCTIES ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U DE PUREGON PEN VOOR DE EERSTE MAAL GEBRUIKT. ZE ZIJN ONDERVERDEELD IN RUBRIEKEN.

Zachte en veilige injecties Tips en trucs voor het injecteren van insuline

Zelfinjectie bij erectiestoornissen. Poli Urologie

BD, BD logo and BD Micro-Fine are trademarks of Becton, Dickinson and Company BD. Praktische tips bij het injecteren

Methotrexaat. Voorlichting en spuitinstructie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Aprokam 50 mg poeder voor oplossing voor injectie. Cefuroxim

Behandeling van reumatische klachten met medicijnen

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Lantus SoloStar 100 eenheden/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen.

INJECTIEHANDLEIDING BETREFFENDE ASFOTASE-ALFA VOOR OUDERS EN ZORGVERLENERS VAN JONGE PATIËNTEN

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Opticrom, oogdruppels, oplossing 20 mg/ml Opticrom Unit Dose, oogdruppels, oplossing 20 mg/ml

Interferon therapie (dmv injecties) PATIËNTENBROCHURE

Informatie over het toedienen van insuline

Het plaatsen van een PEG-sonde krijgt u alleen wanneer u langer dan vier tot zes weken moet worden gevoed met sondevoeding.

Zelfinjectie bij erectiestoornissen

BIJSLUITER: Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nogmaals door te lezen.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Lantus 100 eenheden/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen insuline glargine

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Victoza 6 mg/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen Liraglutide

(asfotase alfa) 40 mg/ml 100 mg/ml oplossing voor injectie (asfotase-alfa) INJECTIEHANDLEIDING. Ouders/zorgverleners van jonge patiënten

Opdracht 4b: DOSSIERBESPREKING

BENEPALI SNELGIDS. Benepali Voorgevulde injectiespuit (PFSyringe) NL v3.0 Goedgekeurd: 04/2019

Als u niet zeker bent of één van de situaties hierboven op u van toepassing is, raadpleeg dan uw arts of apotheker alvorens STELARA te gebruiken.

Spuitinstructie Golimumab met de smartject

ZypAdhera. Informatie bestemd voor professionelen uit de gezondheidszorg en verpleegkundigen Risicobeleidsplan

PATIËNTENHANDLEIDING VOOR ZELFINJECTIE

Easypump elastomeer infuussysteem. Afdeling Apotheek

Verzorging van de waaknaald bij kinderen

Instructies voor bereiding van Risperdal Consta

Autoject 2. Vaste naald voor intracaverneuze injecties AFB 1 AFB 2 AFB 3 AFB 4 BEHUIZING VAN DE INJECTIESPUIT ZUIGER VENSTER HOOFDDEEL INJECTOR

Instructie zelf onderhuids toedienen biological

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

zelfinjectie bij erectiestoornissen

Lees aandachtig de bijsluiter alvorens u het geneesmiddel Erelzi 50 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen gebruikt.

L300 Plus-hulpmiddelen

BEKNOPTE LEIDRAAD VOOR THUISTOEDIENING VAN NPLATE (ROMIPLOSTIM)

Cetrotide 0,25 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Cetrorelixacetaat

Handleiding Hogedrukpan Field Koch

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Toujeo 300 eenheden/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen Insuline glargine

Insuflon canule. Info voor ouders of verzorgers

Enbrel 50 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde MYCLIC -pen (etanercept)

Gebruik van antistolling tegen trombose

Injectievloeistof in ampul of flacon klaarmaken voor toediening per injectie

Insuline toedienen via een insulinepen

Het NESS L300 Plus-systeem instellen

Lees deze bijsluiter op een rustig moment aandachtig door, ook als dit geneesmiddel al eerder aan u werd toegediend. De tekst kan gewijzigd zijn.

SingStar Microphone Pack Gebruiksaanwijzing. SCEH Sony Computer Entertainment Europe

Instructie zelf toedienen methotrexaat (MTX) door patiënt of mantelzorger

Gebruik van antistolling tegen trombose

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. PROTAGENS 2% oogdruppels, oplossing Povidon

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER GlucaGen HypoKit 1 mg (1 IE), poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Glucagonhydrochloride

Babyhaler. Informatie voor ouders of verzorgers

FORSTEO PATIËNTENBROCHURE. Handleiding voor een goed en trouw gebruik van de Forsteo pen

Lyxumia 20 microgram oplossing voor injectie. lixisenatide

Onderhoud prothese, liner, handschoen

ZELFINJECTIETHERAPIE BIJ ERECTIESTOORNISSEN

Bijsluiter: Informatie voor de gebruiker. Norditropin NordiFlex 15 mg/1,5 ml, oplossing voor injectie in een voorgevulde pen somatropine

BIJSLUITER: informatie voor de gebruiker. Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit dupilumab

Register your product and get support at Hairdryer HP8260. NL Gebruiksaanwijzing

BIJSLUITER. NAFAZOLINENITRAAT 0,025% en 0,05% oogdruppels

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Norditropin FlexPro 15 mg/1,5 ml, oplossing voor injectie in een voorgevulde pen somatropine

Zelf Fragmin spuiten

In geval van vermoedelijke onjuiste toediening van Depo-Eligard moeten de testosteronespiegels bepaald worden.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Allergodil oogdruppels, oogdruppels, oplossing 0,5 mg/ml. azelastinehydrochloride

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

Transcriptie:

SoloStar informatiebrochure

2

Inhoudsopgave Bewaren 4 Belangrijke informatie voor gebruik van de SoloStar 5 Leer uw SoloStar kennen 6 Stap 1. Controleer uw insuline 7 Stap 2. Bevestigen van de naald 7 Stap 3. Veiligheidstest 8 Stap 4. Instellen van de dosis 9 Stap 5. Injecteren van de insulinedosis 10 Stap 6. Verwijderen en weggooien van de naald 11 3

Inleiding SoloStar is een wegwerppen om insuline te injecteren. U kunt doses van 1 tot 80 eenheden, in stappen van 1 eenheid, instellen. Er is een Lantus SoloStar voor het toedienen van de Lantus insuline en een Apidra SoloStar voor het toedienen van de Apidra insuline. De Lantus SoloStar is grijs van kleur, de Apidra SoloStar is donkerblauw van kleur. Deze brochure is ontwikkeld om u te informeren over het gebruik van de SoloStar bij het injecteren van uw insuline. Het is niet bedoeld ter vervanging van professionele medische adviezen. Neem bij vragen contact op met uw zorgverlener (arts, diabetesverpleegkundige of apotheker) of bezoek www.solostar.nl. U kunt ook 24 uur per dag bellen met 0800-235 526 887 voor hulp of advies over de SoloStar. Bewaren Bewaar ongebruikte SoloStar pennen in de koelkast, bij voorkeur in de groentelade of in de deur van de koelkast zodat de insuline niet kan bevriezen. Als de SoloStar koel bewaard wordt laat de pen dan 1 to 2 uur voor injectie op kamertemperatuur komen. Koude insuline is pijnlijker bij het injecteren. Onderhoud Bescherm de SoloStar tegen stof en vuil. De buitenkant van de SoloStar kan met een vochtige doek worden schoongemaakt. Echter niet onderdompelen, wassen of smeren want dan kan de pen beschadigen. SoloStar is ontworpen op nauwkeurigheid en veiligheid. De pen moet voorzichtig behandeld worden. Voorkom situaties waarbij de SoloStar beschadigd kan raken. Gebruik een nieuwe SoloStar als u denkt dat uw huidige SoloStar beschadigd is. 4

Belangrijke informatie voor gebruik van de SoloStar n Voor gebruik moet een nieuwe naald zorgvuldig bevestigd worden. n Gebruik alleen naalden geschikt voor gebruik op de SoloStar: de BD Microfine naalden van BD Consumer Healthcare en de Penfine naalden van Ypsomed. n Voor iedere injectie dient een veiligheidstest uitgevoerd te worden. n Gebruik nooit een beschadigde SoloStar, of één waarvan u niet zeker bent dat deze correct werkt. n Zorg altijd voor een reserve SoloStar in geval uw Solostar kwijt of beschadigd raakt. 5

Leer uw SoloStar kennen Beschermdop Buitenste naaldbeschermhuls Binnenste naaldbeschermhuls Naald (niet bijgevoegd) Naald Beschermzegel Rubber membraan Insuline reservoir Pen Dosis instelring Doseerknop Dosis indicator 6

Stap 1. Controleer de insuline A. Controleer het label op de pen om er zeker van te zijn dat u de juiste insuline hebt. De Lantus SoloStar is grijs en heeft een paarse doseerknop. De Apidra SoloStar is blauw en heeft een donkerblauwe doseerknop B. Verwijder de dop van de pen. C. Controleer het uiterlijk van de insuline. Lantus en Apidra zijn kleurloze insuline oplossingen. Gebruik de SoloStar niet als de insuline er troebel of verkleurd uitziet of als er vaste deeltjes in zitten. Stap 2. Bevestigen van de naald Voor iedere injectie dient een nieuwe, steriele naald gebruikt te worden. Dit om besmetting en verstopte naalden te voorkomen. A Verwijder de beschermzegel van de naald. B Houd de naald in het verlengde van de pen en plaats de naald zorgvuldig en recht op de pen (draai of druk, afhankelijk van het type naald). n Als de naald niet recht wordt bevestigd kan het rubber membraan beschadigen en lekkage optreden, of de naald kan breken. 7

Stap 3. Veiligheidstest Voor iedere injectie dient een veiligheidstest uitgevoerd te worden. Dit verzekert u van een accurate dosis doordat: n u zeker bent dat de pen en naald goed werken n luchtbelletjes verwijderd worden A. Stel een dosis van 2 eenheden in door de dosis instelring te draaien. B. Verwijder de buitenste naaldbeschermhuls en bewaar deze om na injectie de naald weg te gooien. Verwijder de binnenste naald - beschermhuls en gooi weg. C. Houd de pen met de naald naar boven. D. Tik zachtjes tegen het insulinereservoir zodat aanwezige luchtbellen opstijgen richting de naald. E. Druk de doseerknop volledig in. Controleer of er insuline uit de punt van de naald komt. 8

Het kan nodig zijn de veiligheidstest een aantal malen te herhalen voordat u de insuline ziet. n Indien er geen insuline uit de punt van de naald komt, controleer dan op luchtbelletjes en herhaal de veiligheidstest nog tweemaal om deze te verwijderen. n Als er nog steeds geen insuline uit de punt van de naald komt kan de naald verstopt zijn. Wissel van naald en doe de veiligheidstest opnieuw. n Als er geen insuline uit komt na het verwisselen van de naald kan het zijn dat de SoloStar beschadigd is. Gebruik deze SoloStar niet. Stap 4. Instellen van de dosis U kunt de dosis met stappen van 1 eenheid instellen, met een minimum van 1 eenheid en een maximum van 80 eenheden. Indien u een hogere dosis dan 80 eenheden nodig hebt, dient u dit met twee of meer injecties te doen. A. Na de veiligheidstest moet de dosis indicator 0 aangeven. 9

Stap 4. Instellen van de dosis B. Stel de gewenste dosis in (in het voorbeeld hieronder is een dosis van 30 eenheden ingesteld). Als u voorbij uw dosis draait, kunt u terug draaien naar de gewenste dosis. n Druk niet op de doseerknop tijdens het draaien van de dosis instelring, want dan komt er insuline uit. n U kunt de dosis instelring niet verder draaien dan de aanwezige hoeveelheid insuline in de pen. Forceer de dosis instelring niet. In geval de pen niet meer uw volledige dosis bevat kunt u de aanwezige hoeveelheid injecteren en de rest van uw dosis met een nieuwe SoloStar toedienen. Of u gebruikt een nieuwe SoloStar voor uw volledige dosis. Stap 5. Injecteren van de insulinedosis A. Injecteer volgens de instructies van uw arts of uw diabetesverpleegkundige. B. Steek de naald in de huid. C. Injecteer de dosis door de doseerknop volledig in te drukken. Tijdens de injectie gaat de dosis indicator terug naar 0. 10

Stap 5. Injecteren van de insulinedosis D. Houd de doseerknop volledig ingedrukt. Tel langzaam tot 10 voordat de naald uit de huid wordt gehaald, zodat de volledige dosis insuline geïnjecteerd wordt. Stap 6. Verwijderen en weggooien van de naald Verwijder de naald na iedere injectie en bewaar de SoloStar zonder naald. Zo voorkomt u: n Contaminatie en/of infectie n Lucht in het insulinereservoir en insuline lekkage, waardoor onnauwkeurigheid in de dosering kan ontstaan. A. Plaats de buitenste naaldbeschermhuls weer op de naald, en gebruik deze om de naald van de pen te draaien. Plaats nooit de binnenste naaldbeschermhuls weer op de naald, dit om het risico op prikincidenten te verkleinen. n Als de injectie door een ander gegeven wordt moet deze bijzonder voorzichtig zijn bij het verwijderen en weggooien van de naald. B. Naalden moeten veilig weggegooid worden, volg de instructies van uw arts of uw diabetesverpleegkundige. C. Plaats de dop weer op de pen, bewaar de pen tot uw volgende injectie. 11

sanofi-aventis Netherlands B.V. Kampenringweg 45 D-E 2803 PE Gouda tel.: 0182-557755 www.diabetesplein.nl NL.GLA.07.11.04