Handboek water Olieafscheiders

Vergelijkbare documenten
Kenniscentrum InfoMil Olieafscheiders

Wavin Certaro NS Olieafscheiders. Optimale behandeling. van oliehoudend water

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor:

Ontwerp Watervergunning

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER

Beleidslijn toezicht en handhaving. Wassen van machines op agrarische bedrijven

Afwegingen bij Afvalwaterzuivering

De volgende stukken uit het Activiteitenbesluit heeft u nodig om de juiste lozingenroutes te kunenn bepalen:

Voor de inrichting zijn vergunningen ingevolge de Wet milieubeheer verleend op 30 maart 1993 en 13 januari 1998.

Activiteitenbesluit: Lozingen

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Deze controlelijst is ontwikkeld op basis van het bronbestand Natte brandstoffen t.b.v. checklist fysiek en checklist periodieken.

Bodembescherming. en de NRB in het Bal. Bodembescherming. verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig

Lozingen. Dag uur. 60 min

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

Hieronder vind u onze bevindingen. Ter verduidelijking zijn de meest relevante onderdelen van wetsteksten in kaders toegevoegd.

Besluit op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. DSM EP te Emmen

Gelijkwaardigheidsbesluit

1 2AUG ilundi T.a.v. de heer R. Kreefft Herenstraat CB BERKEL EN RODENRIJS. Ons kenmerk Uw kenmerk Datum

Afdeling Vergunningen Toezicht en Handhaving Aanvraagformulier maatwerkvoorschriften op basis van het Besluit lozen buiten inrichtingen

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM FRIESLAND FOODS DOMO BEILEN TE BEILEN

Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's besluit op het verzoek tot gedogen van waterschap Hunze en Aa s te Veendam.

DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT

Luimes VOF De heer R. Luimes Bomenweg PH MARKNESSE. Geachte heer Luimes,

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

Wijzigingsbesluit Bodemenergiesystemen. RWS Leefomgeving / Bodem+ Manfred Beckman Lapré

Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen. presentatie Peter Kouwenhoven

Officiële uitgave van het dagelijks bestuur van het Waterschap Scheldestromen. Beleidsregels berekening van vervuilingswaarde IBA systemen

RWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting

Watervergunning. Inhoudsopgave

Regeling art Verwijzingen en overige eisen Belangrijkste wijzigingen

Toelichting. Accreditatieschema AS SIKB 6700 Inspectie bodembeschermende voorzieningen, onderliggende protocollen en examenreglement

BRL 7700 regelgeving nu en in de toekomst. 15 mei 2017

Welkom bij de bijeenkomst: Wet- en regelgeving Bronneringen

De vergunning wordt aangevraagd door Pondera Consult B.V., namens TenneT TSO B.V.

^Ömgevingsd/msŕį Midden- en We»t-Brabant

Luchtkwaliteit Maarsbergen Haarbosch

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0

Melding Besluit lozen buiten inrichtingen. Introductie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Ontwerp-besluit. Nummer: 07-17

Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet voor:

Watervergunning. Inhoudsopgave

Handleiding handhaven (vethoudend) afvalwater

ONTWERP VERGUNNING. Zaaknummer: Z

De vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten

De vergunning wordt aangevraagd door Pondera Consult B.V., namens TenneT TSO B.V.

Betonindustrie onder algemene regels

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Activiteitenbesluit. Modernisering algemene regels Wet milieubeheer

Activiteitenbesluit milieubeheer

ISG De heer P. Carton Oostpolder XT EEMSHAVEN. Gedoogbeschikking. Geachte heer Carton,

Yara Sluiskil B.V. Postbus AA Sluiskil W-MWP170002/ Datum: 13 juni 2017

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Formulier aanvullende gegevens Activiteitenbesluit en alle meldingen voor een bodemsanering buiten een inrichting

Advies Opleiding & Installatie B.V. UITSLUITEND PER verzonden aan: marcel.balk@minbzk.nl

Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat

ARC ÂÉ~íL `fvlplaar. )z FH. bezoekadres. aanvullende informatie voor de aanvraag verstrekt. postadres Postbus 5006

Watervergunning. Inhoudsopgave

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

regelgeving bodembescherming 7 februari 2017

WET MILIEUBEHEER MAATWERK ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER

Op de voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu van, nr., Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

* *

Activiteitenbesluit. De rol van certificering en normalisatie. Richard Neerhof (VU)

Wijzigingsblad d.d. 1 januari 2019 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007

Antwoorden oefeningen agrarische lozingen

Ontwerp Watervergunning

Praktijkervaringen met de BRL SIKB mei 2017

FUIV[b. Grou, 26 mei 2015 VERZONDEN 27 MEI. 2B15. Besluit. Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing

Regelgeving & beleid. Symposium Bodemenergie in Zeeland 19 april 2012 Sanne de Boer - IF Technology

Besluit van 15 november 2007, houdende regels met betrekking tot het lozen vanuit particuliere huishoudens (Besluit lozing afvalwater huishoudens)

Besluit lozen buiten inrichtingen

Bijlage 1: certificatie/accreditatie regelingen

Activiteitenbesluit milieubeheer

Activiteitenbesluit milieubeheer

AIM - Milieuregels uit het Activiteitenbesluit

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017;

Het verzoek betreft rioolwaterzuiveringsinstallatie Rozenburg, gelegen aan de Boulevard 12 in Rozenburg.

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Waterkwaliteitsvoorschrift

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Reinigen met (heet) water onder druk / Stralen

Ontwerpbesluit op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Omgevingsvergunning Milieuneutrale verandering Westermeerwind BV

Ontwerpbeschikking AUG Meurs Motors en Vera's Honden opvang Weg en Bos DH BERGSCHENHOEK

Handleiding. Autowassen

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Vos Zand en Grind BV te Ellertshaar

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN

Ontwerp Watervergunning

Alles in huis voor een schone bodem

Transcriptie:

AgentschapNL Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Handboek water Olieafscheiders Olie is een ongewenste stof in het afvalwater. In besluiten en vergunningen worden daarom voorschriften gesteld aan oliehoudend afvalwater om de lozing van olie te beperken. Dit kan betekenen dat een olieafscheider geplaatst moet worden. Onderstaande tekst heeft in eerste instantie betrekking op de voorschriften zoals opgenomen in algemene regels als het Activiteitenbesluit en het in voorbereiding zijnde Besluit lozen buiten inrichtingen. In vergunningen (Water- of Wm/Wabovergunning) kunnen eventueel hiervan afwijkende voorschriften worden opgenomen, aangezien dat individuele beschikkingen zijn. Beste beschikbare technieken (BBT) Meerdere stromen op één afscheider Europese normen Wijzigingen in de regelgeving na inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit Eisen voor onderhoud olieafscheiders in NEN-EN 858-2 Onderhoud van olieafscheiders van voor 2008 Plaatsing van olieafscheiders Wassen van voertuigen Controlevoorziening Capaciteitsberekening volgens NEN-EN 858-2 Beste beschikbare technieken (BBT) Direct lozen in oppervlaktewater of bodem Is het algemeen is een directe lozing van oliehoudend afvalwater in oppervlaktewater of bodem ongewenst. In beginsel wordt geen olie direct in het milieu geloosd. In sommige gevallen is het echter vrijwel onvermijdelijk dat het te lozen afvalwater olie bevat, maar dan kunnen eisen gesteld worden in de watervergunning, bij lozen in het oppervlaktewater of omgevingsvergunning, bij lozen in of op de bodem. In de nationale regelgeving zijn uitsluitend algemene regels ten aanzien van het oliegehalte geformuleerd bij lozing in het oppervlaktewater ten gevolge van bodemsaneringen en proefbronneringen. Zie daarvoor artikel 3.1 van het Activiteitenbesluit en artikel 3.1 van het aankomende Besluit lozen buiten inrichtingen. Voor de grotere wateren (aangewezen wateren) geldt een grenswaarde van 500 microgram per liter (0,5 mg/l), voor de kleinere wateren (niet aangewezen) geldt een grenswaarde van 50 microgram per liter (0,05 mg/l). Deze waarden zijn niet realiseerbaar met een olieafscheider conform NEN-EN 858-1 en 2. Hiervoor zullen verdergaande technieken moeten worden toegepast. Lozen in het vuilwaterriool Bij lozen van oliehoudend afvalwater in het vuilwaterriool is de standaardlozingseis (BBT) 20 mg/liter minerale olie in enig steekmonster. Deze hoeveelheid komt overeen met één druppel olie in een emmer water. Het is dus heel weinig. De ondernemer kan zelf kiezen hoe hij deze norm bereikt: of door heel schoon te werken (good housekeeping), of door het plaatsen van een voorziening waarmee aan de norm wordt voldaan. Aan de BBT wordt ook voldaan indien behandeling van het oliehoudend afvalwater in een slibvangput Olieafscheiders InfoMil 1

en olieafscheider plaatsvindt en daarmee aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1. De concentratie aan minerale olie, bepaald volgens NEN-EN-ISO-9377-2, in enig steekmonster van het afvalwater na behandeling in een slibvangput en een olieafscheider is niet hoger dan 200 mg/liter 2. De combinatie van slibvangput en olieafscheider voldoet aan NEN-EN 858-1 (met wijzigingsblad A1) en -2. De norm van 200 mg/l geldt voor enig steekmonster. Om daaraan te voldoen zal de gemiddelde olieconcentratie veel lager moeten liggen. De reden waarom bij een olieafscheider conform NEN-EN 858 getoetst wordt aan de concentratiewaarde van 200 mg/l en niet aan 20 mg/l ligt in het feit dat mogelijk een iets hogere vracht aan olie wordt geloosd, maar daar staat tegenover dat een goed gedimensioneerde en goed onderhouden combinatie van slibvangput met olieafscheider voor het geheel aan nadelige milieugevolgen goed scoort in vergelijking met voorzieningen waarmee een concentratiewaarde van 20 mg/l wordt gerealiseerd. Zo hoeven geen chemicaliën aan het afvalwater te worden toegevoegd, vereist de voorziening geen energie en wordt een betrekkelijk geringe hoeveelheid slib geproduceerd. Meerdere stromen op één afscheider Er is niets op tegen om meerdere stromen op één afscheider te laten uitkomen, als de afscheider maar doelmatig werkt, voldoet aan de NEN-EN 858-1 en 2, en dus goed gedimensioneerd is. Uiteraard moet het effluent aan de gestelde lozingseis voldoen en moet de afscheider voor controle bereikbaar zijn. Als over één of meerdere van deze aspecten twijfel bestaat, bijvoorbeeld omdat door een nieuwe activiteit meer afvalwater wordt geproduceerd waarvoor de aanwezige afscheider te weinig capaciteit heeft, kan het bevoegd gezag hier uiteraard tegen optreden. Europese normen Om een goede werking van olieafscheiders te waarborgen, zijn vanaf 1990 normen ontwikkeld en vastgesteld waaraan afscheiders moeten voldoen. De normen hebben betrekking op onder meer het ontwerp (waaronder de dimensionering) en het onderhoud van de afscheiders. Op olieafscheiders en slibvangputten was NEN 7089 (inclusief tweede correctieblad 1993) van toepassing. De nationale normen zijn inmiddels vervangen door Europese normen. Nederland neemt deze normen integraal en ongewijzigd over in de nationale regelgeving als het Activiteitenbesluit. De NEN-EN 858 bestaat uit twee delen. Deel 1 heeft als ondertitel: ontwerp, eisen en beproeving, merken en kwaliteitscontrole, en deel 2: bepaling van nominale afmeting, installatie, functionering en onderhoud. Deel 1 heeft dus vooral betrekking op de afscheider zelf terwijl deel 2 zich richt op de wijze waarop de afscheider wordt toegepast. Deel 1 is een geharmoniseerde norm, wat betekent dat lidstaten verplicht zijn de norm ongewijzigd over te nemen. De afscheiders hebben daarmee een CE-markering. Dit om handelsbeperkingen tussen de lidstaten te voorkomen. Dat is niet het geval met deel 2. De aspecten die daarin staan mogen door de lidstaten aangescherpt worden, maar dat gebeurt niet in de Nederlandse wetgeving. Vanaf 1 januari 2007 moeten alle op de Europese markt verkochte olieafscheiders voldoen aan de NEN-EN 858-1 en zijn daarmee voorzien van een CE-markering. De overgangsregeling is zodanig dat de bestaande afscheiders blijven voldoen aan de regelgeving. Wijzigingen in de regelgeving na inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit NEN-EN 858 Olieafscheiders InfoMil 2

In het Activiteitenbesluit is de nieuwe NEN-EN 858-1 en 2 opgenomen, in de 8.40-amvb s werd nog verwezen naar de oorspronkelijke Nederlandse normen (NEN 7089). Bij het plaatsen van nieuwe olieafscheiders en slibvangputten moet daarom de nieuwe NEN-EN gehanteerd worden. Bij handhaving van bestaande olieafscheiders geldt dat zowel het aantoonbaar voldoen aan NEN 7089 als aan de nieuwe NEN-EN-normen in de geest van de wetgeving is. De overgangsregeling is zodanig dat de bestaande afscheiders blijven voldoen.belangrijk verschil in de nieuwe normen is de capaciteitsberekening. Bij toepassing van de berekening volgens de NEN-EN 858-2 dient een ondernemer in een aantal gevallen een grotere afscheider te plaatsen dan bij hantering van de berekening van de oude NEN. In de berekeningstabel kunt u de capaciteit berekenen op basis van de nieuwe NEN-EN 858-2. Het bevoegd gezag zal bij toepassing van de berekeningsmethode van de NEN-EN rekening moeten houden met de maximale lozing in de praktijksituatie en niet zomaar uitgaan van de berekende maximale lozing, de NEN-EN biedt hiervoor de mogelijkheid. De berekening van de capaciteit is namelijk sterk afhankelijk van de lozingssituatie. Zo zal bij een overdekte tankplaats of wasplaats minder regenwater via de afscheider lopen dan bij een niet overdekte tankplaats. Productcertificering Certificering van de olieafscheider op grond van een beoordelingsrichtlijn (BRL) of anderszins staat niet in het Activiteitenbesluit en zal ook niet worden opgenomen in het toekomstige Besluit lozen buiten inrichtingen. Dit in tegenstelling tot de amvb's van voor 1-1-2008 waarin de volgende constructie was opgenomen. De olieafscheider moest voldoen aan NEN 7089 en de wijze waarop het bedrijf kon aantonen dat de olieafscheider daaraan voldeed was certificering op grond van een BRL (beoordelingsrichtlijn), bijvoorbeeld BRL 5251 voor betonnen olieafscheiders. Deze koppeling met certificering is niet meer opgenomen in het Activiteitenbesluit, omdat uitsluitend afscheiders op de markt mogen worden gebracht die voldoen aan NEN-EN-858-1. Eisen voor onderhoud olieafscheiders in NEN-EN 858-2 In de voorschriften van het Activiteitenbesluit staan geen concrete voorschriften voor het onderhoud van de olieafscheider en slibvangput, dit is geborgd in NEN-EN 858-2. In de voorschriften van het Activiteitenbesluit wordt verwezen naar de NEN-EN 858-1 en 2 en dat is daarom leidend. In de NEN-EN 858-2 is aangegeven dat ten minste één keer per zes maanden onderhoud aan de olieafscheider dient plaats te vinden door vakkundig personeel. In NEN-EN 858-2 staat het volgende (vrij vertaald): Alle onderdelen van de olieafscheider die regulier onderhouden moeten worden, moeten altijd bereikbaar zijn. Onderhoud aan het systeem moet tenminste 1 keer per 6 maanden uitgevoerd worden door vakkundig personeel. Het onderhoud moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de instructies van de fabrikant en bevat tenminste de volgende onderdelen: slibvanggedeelte: bepaling slibvolume afscheider: meting dikte olielaag, controle functionering automatische vlotter, controle van het waarschuwingsinstrument bemonsteringsschacht: schoonmaken van het afvoerkanaal Olie en slib moet, zo nodig, verwijderd worden. Als olie en slib is verwijderd moet de afscheider gevuld worden met schoon water. Legen van de installatie wordt aanbevolen als de helft van het slibvolume in het slibvanggedeelte is gevuld of 80% van het opvangvolume van de afscheider is bereikt. Naar gelang de uitkomsten van het reguliere halfjaarlijkse onderhoud van de olieafscheider zoals dat in de NEN-EN 858-1 en 2 is omschreven, zal de afscheider geleegd dienen te worden. Olieafscheiders InfoMil 3

In de toelichting bij artikel 4.75 van het Activiteitenbesluit staat ten onrechte een termijn van één jaar genoemd. Dit is niet in overeenstemming met het bepaalde in het besluit. Het besluit verwijst in artikel 4.75 naar de NEN-EN 858-2 en daar wordt een termijn van 6 maanden genoemd, dat is dus bepalend. Ongeacht deze onderhoudsverplichtingen mag effluent in ieder geval nooit meer dan 200 mg/l olie bevatten. Genoemd onderhoud dient, volgens NEN-EN 858-2, plaats te vinden door vakkundig personeel. Zowel NEN-EN 858 als het Activiteitenbesluit stellen verder geen eisen aan dat personeel. Het enige criterium is dat de persoon in kwestie vakbekwaam is. Dat kan dus ook de ondernemer zelf zijn of een medewerker van het bedrijf. Uiteindelijk is het ter beoordeling van het bevoegd gezag of de persoon vakbekwaam is. De inhoud van een olieafscheider (en van de bijbehorende slibvangput) is gevaarlijk afval en moet dan ook worden ingezameld door een erkende inzamelaar. De ondernemer mag de olieafscheider wel zelf leeg halen, maar het verdient de voorkeur om ook dit door de inzamelaar te laten doen. De ondernemer moet namelijk altijd kunnen aantonen wat er met het gevaarlijk afval (en dus ook de olie) gebeurt. Dit kan bijvoorbeeld door het overleggen van een onderhoudscontract met een erkende inzamelaar. De NEN-EN stelt ook dat er van het onderhoud een registratie wordt bijgehouden, die beschikbaar is voor het bevoegd gezag. Het past ook binnen de zorgplicht die van de ondernemer wordt verwacht dat hij bijhoudt wanneer de afscheider is geleegd en gereinigd en wanneer onderhoud is gepleegd. Deze registratie kan gezien worden als een logboek en is dus via de NEN-EN wettelijk verplicht. In aanvulling op het halfjaarlijkse onderhoud staat een 5 jaarlijkse controle in de NEN-EN 858-2. Hierover staat het volgende in de NEN-EN-2 (vrij vertaald): In intervals van maximaal 1 keer per 5 jaar moet de afscheider geleegd worden en aan een algemene controle onderworpen worden. Deze controle omvat de volgende aspecten: lekkage van het systeem controle van de constructie controle van eventueel aangebrachte coatings het functioneren van de verschillende onderdelen het functioneren van elektronische instrumenten en installaties controle van de instelling van de automatische afsluiting, bijvoorbeeld drijvende bestanddelen De eisen die worden gesteld aan degene die deze controle uitvoert zijn dezelfde als bij het halfjaarlijks onderhoud. Uiteraard kan deze controle alleen maar grondig gebeuren als de afscheider leeg is. Voor de ondernemer is dit van belang omdat bij lekkage van de olieafscheider bodemverontreiniging kan ontstaan waarvoor de ondernemer verantwoordelijk is. Het saneren van een bodemverontreiniging kan een kostbare zaak zijn. Ook ten aanzien van de aanvoerleidingen naar de olieafscheiders ligt de verantwoordelijk bij eventuele lekkage, en de daardoor mogelijke bodemverontreiniging, bij de ondernemer. Bij het onderhouden van de olieafscheider en de slibvangput kunnen ARBO regels van toepassing zijn. Olieafscheiders InfoMil 4

Voor de afvalbedrijven geldt de ARBO-catalogus afvalbedrijven. Dit is natuurlijk ook relevant als bedrijven zelf het onderhoud van de installatie verzorgen. Onderhoud van olieafscheiders van voor 2008 Bestaande olieafscheiders die niet voldoen aan NEN-EN 858 zijn via de overgangsregeling van artikel 6.17 AB toegestaan. Een deel van die afscheiders voldoet aan NEN 7089, maar die NEN bevat geen onderhoudsvoorschriften. In bijlage A van NEN 7089 wordt een onderhoudsfrequentie van 1 maal per 2 maanden aanbevolen, maar die bijlage maakt expliciet geen deel uit van de NEN. Deze aanbeveling heeft dus niet de status van het onderhoudsregime zoals genoemd in NEN-EN 858-2, dat door de verwijzing vanuit het Activiteitenbesluit een wettelijke status heeft gekregen. Voor olieafscheiders van voor 1 maart 1997 is in het geheel geen onderhoudsregime beschikbaar. In het geval het besluit zaken niet expliciet regelt is de zorgplicht van artikel 2.1 van toepassing. In dit geval betreft dat vooral de volgende onderdelen van het tweede lid: a.... b. het zorgen voor een goede staat van onderhoud van de inrichting (en dus ook van de daar aanwezige installaties zoals olieafscheiders), c. de bescherming van de doelmatig werking van de voorzieningen voor het beheer van afvalwater, en d. het doelmatig beheer van afvalwater,... Uiteindelijk bepaalt het bevoegd gezag wat de concrete invulling van de zorgplicht per inrichting inhoudt. Hierbij kan er van worden uitgegaan dat indien het onderhoudsregime volgens NEN-EN 858-2 wordt toegepast voor de oudere olieafscheiders voldaan wordt aan de zorgplicht en dus aan de bepalingen van het besluit op dit punt. Plaatsing van olieafscheiders Met uitzondering van bij tankstations stellen de algemene regels geen specifieke eisen aan het plaatsten van een olieafscheider; de zorgplicht volgens artikel 2.1 van het Activiteitenbesluit is natuurlijk wel van toepassing. Een tankstation voor de openbare verkoop moet op grond van artikel 3.25 van de regeling bij het activiteitenbesluit beschikken over een vloeistofdichte vloer of verharding. Dit geldt ook voor een tankstation voor eigen gebruik indien meer dan 25.000 liter per jaar wordt getankt (artikel 4.94 van de Regeling bij het Activiteitenbesluit). Het tweede lid van artikel 3.25 zegt dat die vloeistofdichte vloer of verharding is aangelegd overeenkomstig het daartoe krachtens het Besluit bodemkwaliteit aangewezen normdocument door een bedrijf, dat daartoe beschikt over een erkenning op grond van dat besluit... Het Besluit bodemkwaliteit verwijst vervolgens naar de Regeling bij dat besluit waarin diverse BRL's worden genoemd waaraan moet worden voldaan. Deze BRL's zijn ook van toepassing op de aanleg van de bij de vloeistofdichte vloer behorende olieafscheider. Wassen van voertuigen Bij het wassen van motorvoertuigen geldt artikel 3.25 van het Activiteitenbesluit. De ondernemer dient bij de lozing van het afvalwater te voldoen aan BBT en kan de keuze maken tussen lozing zonder olieafscheider met een lozingseis van 20 mg/l minerale olie of lozen met een olieafscheider met een lozingseis van 200 mg/l olie. In het Besluit inrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer werd een Olieafscheiders InfoMil 5

uitzondering gemaakt voor het wassen van carrosserie. Hiervoor was een aparte lozingseis van 200 mg/l minerale olie zonder de verplichting van een olieafscheider. Dit onderscheid voor het wassen van carrosserie komt in het Activiteitenbesluit niet terug. Controlevoorziening Afvalwater waarvoor de concentratiegrenswaarde van 20 mg/l minerale olie dan wel 200 mg/l minerale olie geldt, moet vóór vermenging met een andere afvalwaterstroom, door een doelmatige en goed toegankelijke controlevoorziening worden geleid. Als het bevoegd gezag vermoedt dat de lozingseis wordt overschreden, zal ze dit moeten aantonen. Het bemonsteren en analyseren van het afvalwater is een taak voor het bevoegd gezag. Zij kan dit niet afwentelen op de ondernemer. De ondernemer moet de monstername wel mogelijk maken. In de NEN 6600-I staat de monsterneming van afvalwater beschreven. In voorschrift 2.3 lid 2 van het Activiteitenbesluit wordt voor de voorwaarden van monsterneming verwezen naar deze NEN 6600-I. Als het bevoegd gezag bij monsterneming problemen ondervindt met het voldoen aan de voorwaarden van de NEN 6600-I kan op grond van voorschrift 2.3 lid 3 van het Activiteitenbesluit hiervan worden afgeweken. In een situatie waarbij het bevoegd gezag een overschrijding van de concentratiegrenswaarde constateert waarbij de ondernemer goede monstername niet mogelijk maakt, kan het bevoegd gezag het bedrijf aanschrijven op het niet voldoen aan voorschrift 2.3 lid 2 met een indicatie van de overschrijding. Olieafscheiders InfoMil 6

Colofon Bron: http://www.infomil.nl/onderwerpen/waterbodem/handboek-water/activiteiten/technische/olieafscheiders/ Datum: 25 november 2010 Dit is een publicatie van: InfoMil www.infomil.nl InfoMil is een opdracht van het ministerie van VROM en onderdeel van Agentschap NL Agentschap NL Juliana van Stolberglaan 3 Postbus 93114 2509 AC Den Haag T 088-6002 90 90 www.agentschapnl.nl Agentschap NL is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken. Agentschap NL voert beleid uit voordiverse ministeries als het gaat om duurzaamheid, innovatie en internationaal. Agentschap NL is hèt aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor informatie en advies, financiering, netwerken en wet- en regelgeving.