LEONARD NOLENS TUSSENSPEL LEERPLAN OORSPRONKELIJK BEDOELD VOOR LESVERLOOP MINDER DAN 12 LEERLINGEN. Taaldag Antwerpen februari p.

Vergelijkbare documenten
LEONARD NOLENS TUSSENSPEL

Project Op zoek naar poëziekenners?

Project Op zoek naar poëziekenners?

5.8. Stijlfiguren: Tekststijlen: Boekverslag door S. 770 woorden 3 april keer beoordeeld. Nederlands

6.8. Herhaling. Parallellisme. Opsomming (enumeratie) Climax, anticlimax. Antithese (tegenstelling) Paradox. Hyperbool. Retorische vraag.

Samenvatting Nederlands Gedichten

Samenvatting Nederlands Poezië en cabaret

Samenvatting door een scholier 948 woorden 16 maart keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Literatuur in zicht hoofdstuk 1 poëzieanalyse

Boekverslag Nederlands Beemdgras door Judith Herzberg

Onderdeel: lezen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling (RTTI) Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: lezen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

3.4. Begrippenlijst door B woorden 1 februari keer beoordeeld. Nederlands. Begrippen

Praktische opdracht Nederlands Project poëzie

WORKSHOP CREATIEF SCHRIJVEN: POËZIE

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Prestatie. 8.2 Metrum en ritme. 8.3 Vormvaste gedichten en vrij vers. 8.4 Rijm. Samenvatting door een scholier 2042 woorden 10 oktober 2006

Oefening op de stijlfiguren

Onderdeel: Startprogramma -- EBR Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

a) Zoek kenmerken van barokkunst. Wat is er typisch voor deze kunstuiting en waarom? Het belangrijkste kenmerk van barokkunst is dat zij overdadig

Gedichtendossier: Naam: Collin Kamps. Klas: 4T1. Leerkracht: Mevr. Owel. Vak: Nederlands

Samenvatting Nederlands Literatuur cursus 1 t/m 4 samenvatting

Boekverslag Nederlands Voor wie ik liefheb wil ik heten door Neeltje Maria Min

Gedichtbespreking Literatuurkunde Marco Borsato - De Speeltuin (Onderweg)

Gedichtendossier. Datum: 8 januari Pagina 1 van 8

FOTO. 9. Straks ben ik even oud als hij op deze c 10. foto. Nog even, en wat is geweest d 11. wordt weer zoals het was in den beginne: e.

Alliteratie

Momentopname tijdsverloop (proza), in een gedicht is er meestal alleen sprake van een ogenblik of één gebeurtenis (gevoel en gedachtes)

Dag 1 Puntje, komma, streepje Af!

Vragen literatuur 6-VWO Deze vragenlijst is grotendeels gebaseerd op de Coach van Noordhoff. Literaire begrippen

Mijn gekozen gedicht: Toon Hermans

Boekverslag Nederlands Een lege plek om te blijven door Rutger Kopland

Samenvatting Nederlands Cursus 1,2 en 3

Literatuur Geschiedenis en theorie Hoofdstuk 10 Gedichten

Boekverslag Nederlands Een lege plek om te blijven

RUBRIEKSINDELING. Instituut Algemene Literatuurwetenschap

TEST NEDERLANDS. Test 2: poëzieanalyse

Boekverslag Nederlands Nagelaten gedichten door Jan Arends

Tekst lezen en een tekstschema maken

In het gras van Anna Enquist en Het onzichtbare labyrinth van Gerrit Komrij

Boekverslag Nederlands Alles op de fiets door Rutger Kopland

Dag 1 Puntje, komma, streepje Af!

onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging)

8.2. Samenvatting door een scholier 2174 woorden 13 april keer beoordeeld. Literatuurkunde

LES. les 1 rap rat, rap! THEMA 5. dit kan ik al! deze les gaat over... de a van rat. aan de slag! man, man, man SPELLINGBOEK

Sophie Gerritsen 4T1 Mw. Owel

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Samenvatting Nederlands 1,2,5,6

Navorming rond poëzie Sandrine Lambert

2.3 Literatuur Schriftelijke vaardigheden Lezen LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL LEERPLAN ALGEMEEN:

Vakonderdeel: MONDELING TAALGEBRUIK: SPREKEN EN LUISTEREN

VOLO 1 visietekst muzische domeinen

Leve de lente! (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre

DOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN ONDERWIJS- EN LEERACTIVITEITEN (STRATEGIE) MEDIA EN WERKVORMEN

Workshop 6 oktober 2010 Mieke Vermeulen. opzet van de workshop Gedichten lezen en schrijven en hoe je dat doet met de leerlingen van je groep

Verwonderen STICHTING KIND EN VOEDING. Groep 4, 5 en 6

Boekverslag Nederlands De tweede helft door Anna Enquist

Strofe Een strofe is de verbinding van een aantal verzen tot één metrisch geheel. Voor en na de strofe bevindt zich een witregel.

Het gaat over een man die sigaren rookt. Het is meteen wel te begrijpen. Het is geen moeilijk gedicht.

Antwoorden Nederlands Taal zonder mij - Kristien Hemmerechts (boektoppers)

Programma van Inhoud en Toetsing

Docentenhandleiding: les stijlfiguren in reclames

4,4. Boekverslag door een scholier 1284 woorden 17 juni keer beoordeeld. Eerste uitgave 1975 Nederlands. Bespreking van gedichtenbundel

Zakelijke gegevens. Boekverslag door I woorden 17 juni keer beoordeeld. Nederlands

Tussen kijken en zien: Eugène Brands Kunstenaarsbijdrage

Gedichtendag 2012 Stroom. Naar aanleiding van de gedichtendag op 26 januari Leerkracht: Cara Figoureux Nederlands

Het gedicht Kampioen

Inleiding. Samenvatting door een scholier 1301 woorden 29 januari keer beoordeeld. Nederlands

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties

huisstijl provincie antwerpen TAALGEBRUIK

Poëzie: Mi have een droom

Algemeen Nederlands Verbond (ANV) Oost-en Zeeuws-Vlaanderen

Samenvatting Nederlands Module 3

LEESPROJECT LEESPROJECT II - oefeningen

Lesstof overzicht Station vanaf

VERDIEPENDE CATECHESEBEURT NA HET BEZOEK AAN LET IT SHINE 2019

Accent op materiaal. onderdeel: schimmenspel. Titel les/thema Schaduwbeelden Graad: 2. Leerplandoelnummer Leerplandoel uitgeschreven

Boekverslag Nederlands Ik had als kind een huis en haard door Willem Wilmink

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID

Leeswijzer Poëzie, najaar 2010

Boekverslag Nederlands Voor wie ik liefheb wil ik heten door Neeltje Maria Min

Kat Lieve kat Mijn lieve kat Ik hou van jou Altijd. Ogen Zwart omrand Staren mij aan Tranen vallen naar beneden Liefdesverdriet

TAALBESCHOUWING: BEPALINGEN

Project poëzie. Succes!

Dichter bij Vrijheid. Docentenhandleiding Boek 2.

Lestip 'Die hoed zit goed'

Deel 1 Zaken om vooraf bij stil te staan Deel 2 Een basis maken: over inspiratie Deel 3 Van idee naar gedicht

Het is herfst (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre

Gedichtbespreking Nederlands Doe maar, dicht maar

Luister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord.

Boekverslag Nederlands Koffers Zeelucht door Hagar Peeters

Collectie KLA: Griekse en Latijnse taal- en letterkunde

2 keer beoordeeld 12 februari 2015

Imelda Schutte. Mevrouw Buschers. Klas 4T1. Inleverdatum

Lessuggestie Pesten. Gedichtenbundel Warboel: Pagina 6-7

Stem op ons! Hoe onderzoek je de effectiviteit van politieke slogans?

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Wat een goede roep. Geert De Kockere & Facebookfriends P I G M A L I O N

De vreeze des HEEREN is het beginsel der Wijsheid. Inhoudsopgave.

Transcriptie:

Taaldag Antwerpen februari 2011 LEONARD NOLENS TUSSENSPEL LEERPLAN p.46-47 3.4.2 Leerinhouden Lyriek algemene kenmerken poëtische taal soorten veel voorkomende typische dichtvormen, al dan niet gebonden aan bepaalde periodes of stromingen, zoals rondeel, ballade, sonnet, vrij vers, visuele poëzie analyse thema klank en rijm ritme en metrum vers en strofebouw vormelementen en stijlfiguren klanknabootsing alliteratie en assonantie vergelijking en metafoor personificatie symbool en allegorie paradox hyperbool en litotes humor ironie sarcasme, cynisme parodie, satire OORSPRONKELIJK BEDOELD VOOR 6 tso industriële wetenschappen b-richting LESVERLOOP MINDER DAN 12 LEERLINGEN -Klassiek onderwijs-leergesprek -Leerkracht neemt de leiding PVD, 2010 Leonard Nolens Tussenspel 1 / 11

MEER DAN 12 LEERLINGEN -Groepjes van 4 -inleiding door de leerkracht: 2 IN STILTE -leerlingen krijgen een fragment en krijgen telkens 150 om hun antwoorden te noteren -daarna geven ze hun antwoorden door aan hun groepsleden, die ze lezen in 30 -dit herhaal je zes keer -> totaaltijd: 30 (optioneel: op het einde neemt een leerling de leiding voor een kort gesprek over het gedicht, de ervaringen, bevindingen, ) KLASSIKALE BESPREKING -18 PVD, 2010 Leonard Nolens Tussenspel 2 / 11

HAND-OUTS VOOR DE LEERLINGEN Je krijgt het gedicht Tussenspel van Leonard Nolens te lezen; maar je krijgt het gedicht in stukjes De dichter beschrijft in het gedicht iets/iemand. Maar het is niet onmiddellijk duidelijk waarover de dichter het heeft. Je probeert telkens te benoemen wat de dichter in het gedicht aan het beschrijven is; pas op het einde van het gedicht kom je het mogelijke antwoord te weten. Het is de bedoeling dat je telkens je mening bijstuurt naarmate je meer van het gedicht te lezen krijgt. Ondertussen bekijken we de poëtische taal en de technieken die de dichter gebruikt wat nauwkeuriger. Misschien is dat Poëtische taal/technieken wat dit moet zijn. Wat valt er op aan de schikking van de tekst? Rots- Is dit typisch voor een gedicht? vast zat het vanmorgen in een zwarte vlek, een klad beslijkte sneeuw, hier, vlak Rijm? Waar vind je rijm? voor mijn deur. Worden er woorden/zinnen herhaald? Ik had het ding niet eens gezien. Ik sliep nog half misschien. Vind je een personificatie in de tekst? Zijn buitenste verschilde nergens van zijn binnen- kant. PVD, 2010 Leonard Nolens Tussenspel 3 / 11

Er was ook geen Poëtische taal/technieken beginnen aan. Ik tilde het Welke vergelijking(en) vind je in de tekst? voorzichtig op, het tolde uit mijn hand en rolde daar van het trottoir Gebruikt de dicht rijm in dit fragment? gelijk een steen, maar wel doorzichtig, luchtig, lichtig, maar Zijn er bepaalde klanken die overheersen? zo af en gaaf, compact gelijk een steen. Vind je alliteraties? Welke eigenschappen krijgt het? PVD, 2010 Leonard Nolens Tussenspel 4 / 11

Ik nam het op, het liet zich glad en flitsend, weerloos brandend door mijn handen gaan, het flikkerde van links naar rechts, het stak mijn ogen uit van rechts naar links, een veel te Op welke twee manieren kan je ik nam het op (werkwoord opnemen ) interpreteren? Opnemen: - - Vind je nog worden die je op verschillende kan interpreteren? Vind je nog woorden met meer dan een betekenis? hechte, veel te echte zon. Vind je nog mogelijke woordspelingen? Welke tegenstellingen vind je? Zijn er bepaalde klanken die overheersen in dit fragment? PVD, 2010 Leonard Nolens Tussenspel 5 / 11

Ik streelde Poëtische taal/technieken haar structuur, ik zoende haar natuur. Is er een (mogelijke) personificatie in dit fragment? Mijn buurman keek zich blind en noemde mij een kind, een monster van aanbidding, een bedronken Vind je vergelijking(en), metaforen? acoliet, bespottelijk en niet om aan te zien. Ik sliep nog half misschien. acoliet= aanhanger, volgeling, misdienaar PVD, 2010 Leonard Nolens Tussenspel 6 / 11

Welke tegenstellingen ontdek je? Ik zoende maar en zoende, maar dat ding, het zoende mij en gaf zijn smaak niet af. Sterk water was het, koud vuur, hard licht dat ik geen dag over mijn lippen krijg. Het plakte aan mijn tong. PVD, 2010 Leonard Nolens Tussenspel 7 / 11

Misschien is dat Poëtische taal/technieken wat dit moet zijn, hol Wat valt er op aan de schikking van en toch vervuld, de tekst? vol- maakte samenvatting van het niets, Waarvoor staat het klompje raadsel- ijs volgens jou symbool? spel van een verspeelde dag: een klompje ijs. PVD, 2010 Leonard Nolens Tussenspel 8 / 11

Het ligt er langzaam Wat vind je van deze overgang? te verdwijnen, maar verdwijnt in een waaien en stromen van alles en is, is. Waarmee vergelijkt de dichter zichzelf? Misschien is dat Wat vind je van deze vergelijking? wat ik moet zijn. Lees het gedicht nog eens. Vind je nog meer woordspelingen? Vind je nog meer betekenis(sen)? Uit welke bundel komt het gedicht? Wat merk je aan de spelling? Waarom schrijft de dichter de titel zo? PVD, 2010 Leonard Nolens Tussenspel 9 / 11

Tussenspel Misschien is dat wat dit moet zijn. Rots- vast zat het vanmorgen in een zwarte vlek, een klad beslijkte sneeuw, hier, vlak voor mijn deur. Ik had het ding niet eens gezien. Ik sliep nog half misschien. Zijn buitenste verschilde nergens van zijn binnenkant. Er was ook geen beginnen aan. Ik tilde het voorzichtig op, het tolde uit mijn hand en rolde daar van het trottoir gelijk een steen, maar wel doorzichtig, luchtig, lichtig, maar zo af en gaaf, compact gelijk een steen. Ik nam het op, het liet zich glad en flitsend, weerloos brandend door mijn handen gaan, het flikkerde van links naar rechts, het stak mijn ogen uit van rechts naar links, een veel te hechte, veel te echte zon. Ik streelde haar structuur, ik zoende haar natuur. Mijn buurman keek zich blind en noemde mij een kind, een monster van aanbidding, een bedronken acoliet, bespottelijk en niet om aan te zien. Ik sliep nog half misschien. Ik zoende maar en zoende, maar dat ding, het zoende mij en gaf zijn smaak niet af. PVD, 2010 Leonard Nolens Tussenspel 10 / 11

water was het, koud vuur, hard licht dat ik geen dag over mijn lippen krijg. Het plakte aan mijn tong. Sterk Misschien is dat wat dit moet zijn, en toch vervuld, maakte samenvatting van het niets, spel van een verspeelde dag: een klompje ijs. hol vol- raadsel- Het ligt er langzaam te verdwijnen, maar verdwijnt in een waaien en stromen van alles en is, is. Misschien is dat wat ik moet zijn. PVD, 2010 Leonard Nolens Tussenspel 11 / 11