Het heeft een aantal belangrijke voordelen boven andere tekstverwerkers:

Vergelijkbare documenten
LATEX Cursus voor beginners

Een introductie tot L A TEX

Een introductie van L A TEX

Frederik De Schrijver & Lennert Acke. 1 december Inleiding tot LATEX

L A TEX voor beginners

Inleiding tot LaTeX. Peter Dedecker 30 november 2006

L A TEX ESA 2007/2008. Eelco Schatborn 6 september 2007

Introductie L A TEX. André de Meijer 1. Versie 3.4. Oktober Mathematisch Instituut, Universiteit Utrecht

L A TEX-workshop (Handleiding)

Samenvatting L A TEX-cursus

L A TEX-workshop (Handleiding)

L A TEX ESA 2007/2008. Eelco Schatborn 10 september 2007

MiKTEX en L A TEX Introductie

L A TEX-cursus 4 e sessie: verdieping

MiKT E X en L A T E X Introductie

intro.tex Nov 28, 03 14:36 Page 1/5

L A TEX-cursus 2 e sessie: wiskunde in L A TEX

L A TEX-workshop (Handleiding)

Additionele opmerkingen aangaande L A TEX op notebooks

Wiskunde en Computers: L A TEX

L A TEX-cursus 3 e sessie: Plaatjes, figuren en referenties in L A TEX

L A TEX cursus sessie 5: Classes & packages

Een L A TEX-Handleiding voor beginners

L A TEX-workshop (Handleiding)

Wiskunde en Computers: L A TEX

Marko Boon. 21 juni Inleiding 1. 2 Het maken van een nieuw document 2. 4 Speciale symbolen 5. 5 Tabellen 5. 6 Plaatjes 6.

behorende bij het college Modelleren 1 (2H053)

ACM Student Chapter Pieter Belmans L A TEX

L A TEX-cursus 5 e sessie: scriptie in L A TEX

Inleiding tot LaTeX. Peter Dedecker 27 oktober 2009

Inleiding tot L A TEX

UNIVERSITY OF TWENTE. L A T E X: een introductie. Formal Methods & Tools. Mark Timmer December 2011

Handleiding L A TEX. Piet van Oostrum Vakgroep Informatica, Universiteit Utrecht. Versie 5 30 januari 2001

L A TEX-cursus week 6 (Handleiding)

L A TEX-workshop (Handleiding)

Latex Cursus. Eigen Naam

L A TEX-cursus week 5 (Handleiding)

Cursusje L A TEX. M.A. Theijssen

UNIVERSITY OF TWENTE. L A T E X: een (beknopte) introductie. Formal Methods & Tools. Mark Timmer Juni 2017

Courbois Software WebDesignEditor. WYSIWYG-Editor

Handleiding Word>Markdown

Hoe een rapport schrijven

Inleiding Latex als wiskundige tekstverwerker

Stappenplan voor een werkstuk in Word

Airyfunctie. b + π 3 + xt dt. (2) cos

Basisvaardigheden Microsoft WORD 2010

Handleiding. Piet van Oostrum. Juli Rijksuniversiteit Utrecht Vakgroep informatica

Stappenplannen voor een werkstuk in Word

De Notulen-class. A Eskwadraat TEXniCie hektex@a-eskwadraat.nl. 18 maart 2015

Gebruikershandleiding Edit

Handleiding teksteditor

Word cursus tekstverwerken - deel 1

Vragen opmaken in de editor

L A TEX-workshop (Handleiding)

4. Plak de gekopieerde tekst op de plaats van de cursor als pure tekst. 5. Plak de gekopieerde tekst op de plaats van de cursor vanuit Word

Proefexamen TEKSTVERWERKEN

Handleiding Wordpress

L A T E X & Snel. Wiskunde en Informatica. Makkelijk. Mark IJbema Thomas ten Cate Marten Veldthuis

INTERSTENO 2013 Ghent Wereldkampioenschap professionele tekstverwerking

Les W-01: HTML. Een website bouwen in HTML. 2006, David Lans

Handleiding Grote schriftelijke presentatie groep 6/7/8

WISKUNDE EN ICT. 1 Wiskundige symbolen N, R, 2 Symbolen

L A TEXcursus 5 e sessie: plaatjes en afbeeldingen

Programmeren in L A TEX

INHOUD: 1. INDEX 2. Tekst opties instellen 3. Andere kleur kiezen dan de getoonde. Cellen bewerken: Foto s en/of afbeeldingen toevoegen:

Vragen opmaken in de editor

INTERSTENO 2011 Paris World championship professional word processing

PLAATJES IN L A TEX WI1605

De notulen-class. A Eskwadraat TEXniCie 9 december 2017

Stappenplan voor een werkstuk in Word

De contract-class. A Eskwadraat TEXniCie hektex@a-eskwadraat.nl. 6 mei 2014

L A TEX-workshop (Handleiding)

Tekst Opmaken Module 3

L A TEX-workshop (Handleiding)

Hoofdstuk 4: Eenvoudige opmaak van alinea s

L A TEX-workshop (Handleiding)

Handleiding Content Management Systeem

Handleiding Tridion voor authors en editors

Recursive-Descent Parsing

Het Wepsysteem. Het Wepsysteem wordt op maat gebouwd, gekoppeld aan de gewenste functionaliteiten en lay-out van de site. Versie september 2010

Handleiding Word de graad

Editie Handleiding Tiny MCE. Tiny MCE Uitgebreide handleiding Sanmax bvba Mieënbroekstraat Genk T E info@sanmax.

Schrijfgids voor wiskunde

SNEL WERKEN MET EXCEL

Maken van een practicumverslag

Word cursus tekstverwerken - Hoofdstuk 8

ICT ICT 01. Voordat je begint met het maken van een tekst. moet je weten wat het toetsenbord kan. J.P.Siebelink. Office 2003

PAGINA BEHEER. Heel belangrijk is dat u niet vergeet op te slaan anders gaan al uw wijzigingen verloren, deze knop vind u bovenin de pagina!!!

WORD in kleine stapjes

I Het maken van een nieuwsbrief

Introductie L A T E X

PLAKKEN Nadat u een gedeelte heeft geknipt of gekopieerd kunt u met dit icoon de selectie weer in het veld plakken.

3. Opmaak van documenten

HANDLEIDING. Boek maken in OpenOffice

Gebruikershandleiding XOPUS XML-editor

Toelichting op enkele knoppen: (als u de muis bij een knop houdt, verschijnt een tekst met een korte aanwijzing (tooltip) bij deze knop).

Huisstijl Handboek voor HS Development B.V.

HTML-EDITOR GEBRUIKEN

Inhoudsopgave Visual Steps - Dit is de inhoudsopgave van de Visual Steps-titel Cursusboek MOS Word 2016 en 2013 Basis

Transcriptie:

Inleiding L A TEX (uit te spreken als Latech en niet als de kinky party-outfit) is een macro-pakket waarmee wetenschappelijke artikelen met boekdruk-kwaliteit kunnen worden opgezet. Vooral bij het opzetten van grote complexe documenten is L A TEX zeer handig om te gebruiken. Het heeft een aantal belangrijke voordelen boven andere tekstverwerkers: Er zijn diverse layouts beschikbaar. Mathematische formules en tabellen kunnen zeer netjes gemaakt worden. L A TEX werkt met ascii files. Deze kunnen tientallen jaren mee, i.t.t. files van bijvoorbeeld Word en Wordperfect. Complexe dingen zoals voetnoten, literatuuropgaven, inhoudsopgaven en simpele tekeningen kunnen makkelijk gemaakt worden. 1 Hoe te beginnen 1.1 De opbouw van een latex bestand Een minimaal L A TEX bestand ziet er als volgt uit: \documentclass[options]{class} preamble \begin{document} het document \end{document} Voor class moet tussen de accolades een van de volgende klassen aangegeven worden: article. Voor wetenschappelijke artikelen met amerikaanse layout. report. Langere stukken met meerdere hoofdstukken zoals scripties. book. Voor boeken letter. Voor brieven. Bij documentclass kunnen verschillende options worden toegevoegd. aantal van de belangrijkste zijn: Een 11pt, 12pt. Geeft de grote van de letter aan. Als je geen groote aangeeft wordt deze automatisch 10pt. titlepage. Zorgt voor een losse titelpagina in documentclass article. notitlepage. Zorgt voor geen losse titelpagina in documentclass report en book. 1

twoside. Zorgt ervoor dat een document dubbelzijdig gedrukt kan worden, de linker en rechter pagina hebben dan namelijk andere marges. a4paper. Zorgt ervoor dat alles netjes op een a4tje komt. De amerikaanse papierformaten zijn namelijk anders. In de preamble kunnen definities gezet worden om de standaard layout van de klasse wat te veranderen. Hier kan bijvoorbeeld gekozen worden voor een ander lettertype of kunnen uitbreidingen van L A TEX geladen worden. De preamble kan ook leeg zijn. Pakketten laad je door \usepackage[optie]{pakket} toe te voegen aan de preamble. Een aantal belangrijke pakketten zijn: babel. Uitbreiding voor documenten die talen gebruiken anders dan het engels. Als optie worden de gebruikte talen meegegeven (bijvoorbeeld dutch ). graphicx. Uitbreiding die het mogelijk maakt plaatjes in te voegen uit andere programma s. Als het latex bestand uiteindleijk omgezet wordt naar een dvi, dan moet de optie dvips meegegeven worden. Als het latex bestand omgezet gaat worden naar een pdf bestand, dan moet de optie pdftex meegegeven worden. De totale regel wordt dus \usepackage[dvips]{graphicx} of \usepackage[pdftex]{graphicx}. latexsym. Maakt extra latex symbolen beschikbaar. D.m.v. \begin{...} en \end{...} wordt er structuur gegeven aan het document. Tussen deze commandos komt een bepaald type tekst. In dit geval geven \begin{document} en \end{document} het begin en einde van het document aan. Deze structuren kunnen nesten. 1.2 En dan.. Een L A TEX bestand is van het type file.tex. Je kunt dit omzetten naar een pdf, dvi of ps bestand. Dit kan m.b.v. de volgende commando s in een terminal. omzetten tex naar dvi dvi naar ps dvi naar pdf ps naar pdf tex naar pdf commando latex file.tex dvips file.dvi -o file.ps dvipdf file.dvi ps2pdf file.ps pdflatex file.tex 1.3 Andere latex-commando s en bijzondere symbolen Commando s kunnen in L A TEX voor verschillende doelen gebruikt worden. Er zijn commando s om de structuur van het document aan te geven. Zoals 2

\section of \subsection voor de hoofdstukken (deze worden dan automatisch genummerd en eventueel opgenomen in de inhoudsopgave). Andere commando s geven symbolen aan zoals \LaTeX voor L A TEX. Platte tekst (tekst zonder formules, tabellen, opsommingen, etc) kan gewoon ingetypt worden. Er moet echt op een paar dingen worden gelet. L A TEX verzorgt de layout van het document. Het is niet van belang waar in je document spaties en regelovergangen staan, L A TEX trekt zich daar niks van aan. Een rij spaties ziet L A TEX als één spatie en spaties aan het begin en eind van een regel worden genegeerd. Als je niet wilt dat je spaties genegeerd worden kan je zogenaamde harde spaties neerzetten, in de vorm van tildes (~). Dit kan niet aan het einde van een regel. Een of meer lege regels, geldt als het einde van de alinea. Dit betekent niet dat er in de uitvoer ook lege regels komen. Het hangt van de documentclass af hoe de alinea s worden weergegeven. Als de documentclass article, report of book is, wordt er bij een nieuwe alinea ingesprongen. Als je niet een nieuwe alinea wilt beginnen, maar wel een regel af wilt breken, kan je dit doen met een harde enter. Dit zijn twee backslashes achter elkaar (\\). Als je twee harde enters na elkaar zit, komt er een witte regel in de uitvoer. Sommige symbolen kunnen niet zomaar gebruikt worden omdat ze een speciale betekenis hebben. Hieronder volgt een tabel met daarin de formules voor een aantal symbolen. Als je een symbool nodig hebt kun je meestal wel op internet vinden wat de formule daarvoor is. symbool latexcode symbool latexcode $ \$ & \& % \% # \# } \} { \{ é \ e ō \=o è \ e ö \ o ë \ e ō \b o ê \^e æ \ae á \ a å \aa ä \ a ǒ \v o â \^a ọ \d o 3

2 Opmaak 2.1 Grootte In L A TEX kan je gebruik maken van verschillende lettertype groottes. Van klein naar groot heb je de tekstgroottes: tiny, scriptsize, footnotesize, small, normalsize, large, Large, LARGE, huge, Huge. Hieronder het stukje tekst Sjoerd in verschillende groottes: L A TEXcode {\tiny Sjoerd} {\normalsize Sjoerd} {\Large Sjoerd} {\LARGE Sjoerd} resultaat Sjoerd Sjoerd Sjoerd Sjoerd 2.2 Vet, schuin, smallcaps, lettertype Binnen een lettertype kan je de tekst nog een beetje aanpassen. Hieronder een paar voorbeelden: L A TEXcode \textit{maaike} \textbf{maaike} \textsc{maaike} resultaat Maaike Maaike Maaike Ook kan je verschillende lettertypes gebruiken hieronder een paar voorbeelden: L A TEXcode \textrm{roman} \textsf{sans Serif} \texttt{typewriter} resultaat Roman Sans Serif Typewriter 2.3 Uitlijnen Tekst wordt normaal gesproken links uitgelijnd, centreren en rechts uitlijnen kan echter ook. Zet de betreffende tekst dan tussen \begin{center} en \end{center} om het te centreren (tussen \begin{flushright} en \begin{flushright} om rechts uit te lijnen). 4

3 Documentindeling 3.1 Titels Een document kan worden verdeeld in stukken tekst met een titel. Zo kan je hoofdstukken (werkt alleen in article), secties, subsecties, subsubsecties, paragrafen en subparagrafen met titels maken. L A TEXcodes hiervoor zijn: \chapter{titel}, \section{titel}, \subsection{titel}, \subsubsection{titel}, \paragraph{titel} en \subparagraph{titel} Deze titels tussen de tekst worden automatisch genummerd, wil je dat niet, dan moet je een asteriks toevoegen: \section*{titel}. 3.2 cross-referenties om in de tekst te verwijzen naar het nummer van een (andere) paragraaf, kan je gebruik maken van cross-referenties. Als je bij een paragraaf of een sectie een label plaatst, kan je later naar dit label referreren. Als je ergens in de tekst dit hebt staan: \section{neuronen}\label{neu} Neuronen zijn... Kan je later naar het label neu referreren. Met \ref voor het nummer van de sectie/paragraaf/hoofdstuk en met \pageref voor het paginanummer. Zo kan je dus met de volgende L A TEXcode: In paragraaf \ref{neu} op pagina \pageref{neu} hebben we het reeds gehad over neuronen. Deze zin maken: In paragraaf 2.1 op pagina 13 hebben we het reeds gehad over neuronen. LET OP! bij gebruik van cross-referenties, zijn twee runs van L A TEXnodig! 5

3.3 Inhoudsopgave Door op de plek waar je een inhoudsopgave wilt hebben \tableofcontents neer te zetten, krijg je na twee runs van L A TEXeen nette inhoudsopgave. 4 Lijsten en tabellen 4.1 Lijsten Een ongenum- In een lijst kunnen verschillende items worden opgesomd. merde opsomming creëer je met deze L A TEXcode: \begin{itemize} \item Sjoerd \item Maaike \end{itemize} Wat het volgende resultaat heeft: Sjoerd Maaike De genummerde variant gaat als volgt: \begin{enumerate} \item Sjoerd \item Maaike \end{enumerate} Wat het volgende resultaat heeft: 1. Sjoerd 2. Maaike Vervolgens is er nog een beschrijvende opsom mogelijkheid met de volgende L A TEXcode: \begin{desription} \item[sjoerd] coole mentor van de aller gezelligste mentorgroep van KI, ook is hij studentassistent bij computervaardigheden. \item[maaike] hippe studentassistente, mentor van de op één na gezelligste 6

mentorgroep van KI. \end{description} Wat het volgende resultaat heeft: Sjoerd coole mentor van de aller gezelligste mentorgroep van KI, ook is hij studentassistent bij computervaardigheden. Maaike hippe studentassistente, mentor van de op één na gezelligste mentorgroep van KI. Om een opsomming binnen een opsomming te gebruiken, kan je de L A TEXcode voor een opsomming nesten. dit ziet er zo uit: \begin{itemize} \item Sjoerd \begin{itemize} \item Sjoerd item \#1 \item Sjoerd item \#2 \end{itemize} \item Maaike \begin{itemize} \item Maaike item \#1 \item Maaike item \#2 \end{itemize} \end{itemize} Wat het volgende resultaat heeft: Sjoerd Maaike Sjoerd item #1 Sjoerd item #2 Maaike item #1 Maaike item #2 7

4.2 Tabellen Voor het maken van een tabel gebruik je: \begin{tabular}{l c r}... &... &... \\... &... &... \\... &... &... \\ \end{tabular} De l, r en c geven aan of een kolom links of rechts uitgelijnd, of gecentreerd is. Met & geef je een overgang naar een volgende kolom weer en met \\ de overgang naar een volgende rij. De tussen de l, r en c zorgen voor strepen tussen de kolommen. Met \hline krijg je een streep tussen de twee rijen waar je de code gebruikt. Hieronder een voorbeeldje: \begin{tabular}{ l rc r} \hline Maarten & Mart & Sjoerd & Maaike \\ Mart & Sjoerd & Maaike & Maarten \\ \hline Maarten en Sjoerd & Maaike en Mart & Gert en Lambert & Nancy en Chris \\ \end{tabular} Wat resulteert in: Maarten Mart Sjoerd Maaike Mart Sjoerd Maaike Maarten Maarten en Sjoerd Maaike en Mart Gert en Lambert Nancy en Chris 8

5 Wiskundige tekst 5.1 Math-mode Formules worden in math-mode gezet. Het begin en einde hiervan wordt aangegeven door dollartekens ($). Er gelden in math-mode niet dezelfde regels als bij platte tekst. Lege regels zijn bijvoorbeeld niet toegestaan en er kunnen veel commando s en symbolen gebruikt worden die in gewone tekst niet beschikbaar zijn. Hieronder volgen een aantal voorbeelden van formules in math-mode. latexcode resultaat $ x = y + 2 $ x = y + 2 $ x^2 + y_2 = z^{2}_{10} $ x 2 + y 2 = z10 2 su$^{\rm per}_{\rm b}$script su per b script $\infty \omega$ ω $5 \times 4$ 5 4 $\sqrt[4]{2x}$ 4 2x $\lim_{n \to \infty} x_n = 0$ lim n x n = 0 n $\sum_{i=1}^n a_i$ i=1 a i $x_1, \ldots, x_n$ x 1,..., x n $x_1 + \cdots + x_n$ x 1 + + x n $\vdots$ en $\ddots$. en... $\underline{x-y} + \overline{y-x}$ x y + y x $x \equiv a \pmod{n}$ ( x a (mod n) ${n \choose k}$ n k) $\Gamma(x,y)$ Γ(x, y) $\int \limits_{-\infty}^{+\infty}$ + $\int_{0}^{\pi}$ $\underbrace{x-y+z}_{26}$ 5.2 Display-mode π 0 x y + z }{{} 26 Formules die apart geplaatst moeten worden (niet in de tekst), worden gezet in display-mode. Ze komen dan automatisch op een apparte regel. Het begin en einde hiervan wordt aangegeven met \[ en \]. De manier waarop de formule geschreven moet worden is hetzelfde als in math-mode, maar de uitkomst is ruimer opgezet dan het resultaat van math-mode. Een voorbeeld hiervan: Een veel gebruikte formule is \[ x^2 + y^2 = z^2 \] de formule van pythagoras 9

Een veel gebruikte formule is x 2 + y 2 = z 2 de formule van pythagoras De formules in display-mode worden automatisch gecentreerd. Als je liever links uit wilt lijnen, dan kan je dit doen door de optie fleqn mee te geven in de optielijst van het document. 5.3 Genummerde formules Door een formule tussen \begin{equation} en \end{equation} te schrijven krijg je hetzelfde effect als in display-mode. Een formule krijgt nu echter een nummer, waarnaar ook gerefereerd kan worden. Dit referen gebeurt m.b.v. een label door \label{...} toe te voegen binnen de equation omgeving. Vervolgens kan hier elders in de tekst naar gerefereerd worden m.b.v. \ref{...}. Ditzelfde principe van refereren kan ook op andere dingen toegepast worden, zoals sections en chapters. Hier volgt een voorbeeld van refereren bij formules: \begin{equation} \label{pyth} x^2 + y^2 = z^2 \end{equation} Als $x=2$ en $y=3$, dan volgt uit (\ref{pyth}) dat $z$... Als x = 2 is en y = 3, dan volgt uit (1) dat z... 5.4 breuken x 2 + y 2 = z 2 (1) Breuken kunnen gezet worden in math- en display-mode m.b.v. \frac. Hierbij kan je ook goed zien dat de opzet in display-mode ruimer is dan bij math-mode. Een voorbeeld: \sum_{i=1}^n a_i + x=\frac{-b \pm \sqrt{b^2-4ac}}{2a} Dit wordt in math-mode: n i=1 a i + x = b± b 2 4ac 2a En in display-mode: n i=1 a i + x = b ± b 2 4ac 2a 10

5.5 Meerregelige formules Voor meerregelige formules is er de eqnarray-mode. Het begin en einde hiervan wordt aangegeven door \begin{eqnarray} en \end{eqnarray}. De formules hierin worden automatisch genummerd, als een formule geen nummer moet krijgen kan dat m.b.v. \nonumber. Een voorbeeld: \begin{eqnarray} x = 5 \nonumber \\ y + a + b = c \end{eqnarray} x = 5 y + a + b = c (2) 5.6 Matrices Matrices en matrix-achtige vormen worden gemaakt in de display- of equationomgeving m.b.v. de array-omgeving. Het begin en einde hiervan worden aangegeven door \begin{equation} \begin{array}{...} en \end{array}{...} \end{equation}. Op de plek van de puntjes wordt voor elke rij in de matrix aangegeven of de waardes links, rechts of gecentreerd gezet moeten worden. Verder werkt deze array ook als een tabular, je kunt bv \hline gebruiken. Een voorbeeld: \begin{equation} \begin{array}{c l c r} a+b & uv & x-y & 27 \\ \hline a-b & u+v & z & 134 \\ \hline b & 3u+vw & y & 3.2 \\ \end{array} \end{equation} a + b uv x y 27 a b u + v z 134 b 3u + vw y 3.2 (3) Je kunt deze zogenaamde matrices ook positioneren ten opzichte van elkaar. Dit kan m.b.v. twee parameters; t - bovenkant van de array is de basislijn. b - onderkant van de array is de basislijn. Een voorbeeld hiervan: 11

\begin{equation} x = \begin{array}{c} a_1 \\ \vdots \\ a_n \end{array} + \begin{array}[t]{c} b_1 \\ \vdots \\ b_n \end{array} - \begin{array}[b]{c} c_1 \\ \vdots \\ c_n \end{array} \end{equation} c 1 x = a 1. a n + b 1. b n. c n (4) Als je, zoals vaak bij matrices gebeurt, grote haken of andere delimeters wilt gebruiken, dan kan dit m.b.v. de volgende codes: delimeter latexcode ( \left( ) \right) [ \left[ ] \right] { \left\{ } \right\} Eerst geef je aan aan welke kant van de array het teken moet komen te staan (left of right), daarna geef je aan om welk teken het gaat. Je moet altijd zowel links als rechts een teken gebruiken, maar deze hoeven niet hetzelfde te zijn. Als je niks neer wilt zetten aan een van de kanten, gebruik je \right. of \left.. Een voorbeeld: \begin{equation} \left( \begin{array}{c} \left[ \begin{array}{cc} x_{11} & x_{12} \\ x_{21} & x_{22}\\ \end{array} \right] \\ y \\ z \end{array} \right)\end{equation} 12

[ x11 x 12 ] x 21 x 22 y z (5) 5.7 Tekst in formules Als je tekst in formules wilt plaatsen kan je dit doen d.m.v. een zogenaamde mbox. De tekst wordt dan niet schuin gedrukt maar als gewone tekst. Een voorbeeld: \begin{equation} x = 5 \mbox{ zegt sjoerd} \end{equation} x = 5 zegt sjoerd (6) 13

6 Plaatjes In een L A TEXbestand kan je ook plaatjes toevoegen. Dit kan alleen als het een.eps bestand is. De L A TEXcode hiervoor luidt alsvolgt: \begin{figure} [htb] \begin{center} \includegraphics{olifantje.eps} \end{center} \end{figure} en heeft het volgende resultaat: Je kan het plaatje schalen met \scalebox{x}, in het volgende voorbeeld met factor 2: \scalebox{2}{\includegraphics{olifantje.eps}} 14

7 Referenties Om bij citaten te verwijzen naar andere werken, kan je een literatuurlijst toevoegen. Hieronder de L A TEXcode daarvoor: \begin{thebibliography}{10} \bibitem{sjoe1}s. Jong, de {\em Het Neuron}. Standaard. 2003 \bibitem{sjoe2}s. Jong, de {\em De Hersenen}. Repro. 2002 \bibitem{sjoe3}s. Jong, de {\em Ki, de studie}. Standaard. 2003 \end{thebibliography} Wat resulteert in: References [1] S. Jong, de Het Neuron. Standaard. 2003 [2] S. Jong, de De Hersenen. Repro. 2002 [3] S. Jong, de Ki, de studie. Standaard. 2003 In de tekst kan je dan met de volgende L A TEXcode een verwijzing maken: Zie \cite{sjoe2} voor meer over dit onderwerp Met als resultaat: Zie [2] voor meer over dit onderwerp 15