Veiligheidsstrategie Oost-Brabant

Vergelijkbare documenten
"Op weg naar een beleidsplan voor de politie-eenheid Oost-Brabant i.o."

- Concept - Factsheet inrichting regio Oost-Brabant

GELDERLAND_ZUID. Nationale Politie. vanaf 1 januari Oost-Brabant i.o.

GELDERLAND_ZUID. Nationale Politie. vanaf 1 januari Oost-Brabant

Regionaal Beleidsplan Oost-Brabant

Regionaal Beleidsplan Oost-Brabant

Taak en invloed gemeenteraad op de. Integrale veiligheid

Hierbij wil ik u informeren over het Regionaal Beleidsplan Politie Oost-Brabant

PROGRAMMABEGROTING

Bijlage 3 Jaaruitvoeringsplan Tweestromenland 2015

Raadsinformatieavond. Gemeente Woerden. Bert Roemeling Petrie Velthof. 12 februari 2015

GELDERLAND_ZUID. Nationale Politie

Vernieuwend Werken per

Nationale Politie Inrichtingsplan Integer Betrouwbaar Moedig Verbindend

Veiligheidsbeeld gemeente Amersfoort

Betreft Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek Veiligheid kent geen grenzen.

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Beoogd effect. Ag. nr.: Reg. nr.: Datum:

Integrale veiligheid. Uitvoeringsplan 2013 / 2014

Onderwerp: Regionaal Beleidsplan Veiligheid Noord Nederland 2013 en Kennisnemen van het Concept Regionaal Beleidsplan Noord Nederland

Integraal veiligheidsbeleid

Integrale Veiligheidsrapportage. Gemeente Littenseradiel. Januari t/m december 2011

KWARTIERMAKER NATIONALE POLITIE KNP GELDERLAND_ZUID. Vorming Nationale Politie - Gemeenteraad Geldermalsen

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Politierapportage. Eenheid Noord-Nederland. District Fryslân. Basiseenheid A5 Sneek. Samenvatting 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, oktober 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapportage driehoeksmonitor Lokaal Criminaliteits- en Veiligheidsbeeld Basisteam Zaanstad

Jaarwerkplan lokale prioriteiten

GELDERLAND_ZUID. Nationale Politie

Commissie Middelen Roerdalen 23 januari 2012

Beleidsplan Integrale Veiligheid

Register van Gemeenschappelijke Regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet Gemeenschappelijke regelingen

Bouwaanvragen agrarische bedrijven t/m 20 september 2013 aanvragen per gemeente per week. week 13 (t/m 29-3) week 11 (t/m 15-3) week 12 (t/m 22-3)

Wat is een Veiligheidshuis?

Raadsbesluit. Status Besluitvormend: Kadernota Oordeelvormend: Veiligheidsplan Besluitvormend: Veiligheidsfonds

Raadsinformatiebrief Nr. :

Veiligheidsbeeld gemeente Amersfoort

Leefbaarheid: feiten in beeld Sociale veiligheid

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, oktober 2014

Raadsvoorstel. Status Besluitvormend: Kadernota Oordeelvormend: Veiligheidsplan Besluitvormend: Veiligheidsfonds

GELDERLAND_ZUID. Nationale Politie

Prioriteiten en doelstellingen voor Openbare Orde en Veiligheid Gemeente Sliedrecht

agendanummer afdeling Simpelveld VI- onderwerp Kadernotitie Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Simpelveld

Koersbepaling Politie Haaglanden 2012 e.v.

GEVOLGEN VOOR JA/NEE ROUTING DATUM Communicatie Ja College 13 september 2011 Financieel

Actieplan Veiligheid 2018

gemeente Eindhoven RaadsvoorstelBeleidskader integrale veiligheid

# $ " % " &'( # ) '* * )# )+ %, ' -- ) ) %.' -'% " )/ * * 0 #/' & ')' " ' '

Integraal Veiligheidsbeleid Deel 2, Veiligheid in Bronckhorst

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/47

Analyse cijfers prioriteiten Veiligheid 2012 t/m 2016

Veiligheid in Leusden. We kijken even terug naar 2018.maar vooral vooruit!

Jaaroverzicht Versie Definitief. Jaaroverzicht 2011 district Maas en Leijgraaf

GELDERLAND_ZUID KWARTIERMAKER NATIONALE POLITIE NATIONALE POLITIE. Datum afdruk:

Jaarverslag Eenheid Noord- Holland

Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek

Raadsnota. Aan de gemeenteraad,

Jaarplan 2004 politie Geertruidenberg-Drimmelen

Integraal Veiligheidsbeleid gemeente Castricum

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, mei 2014

MEMO AAN DE GEMEENTERAAD

28642 Sociale veiligheid openbaar vervoer Politie. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Den Haag, 27 januari 2014

DISTRICTSJAARPLAN District De Eilanden

Voorstel prioriteiten voor de nieuwe Veiligheidsstrategie

Raadsstuk. Onderwerp: integraal veiligheids- en handhavingsbeleid BBV nr: 2014/367894

Dag van de BOA. Ondermijning en de rol van toezicht en handhaving. 27 mei Arjen Gerritsen Burgemeester van Almelo

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT

Toespraak Annemarie Jorritsma Thema: Woninginbraken Bestuurdersdiner lokale veiligheid 29 oktober 2013

Arbeidsmarktinformatie. Noord-Brabant, september 2012

Inwonertal Brabant groeit met ruim 9000

Indeling bibliotheken in groot, middelgroot en klein

Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit

Veiligheid. Integrale Veiligheid. Rampenbestrijding

Veiligheidsprogramma 2015

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Presentatie commissie veiligheid gem. Emmen. 15 maart 2012

Veilig Langedijk. Veiligheid is van ons allemaal.

Centrum voor Maatschappelijke Deelname (CMD) Tel: Brabant Noordoost

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport "Follow the Money"

Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2017

Veiligheidscijfers Soest 2015 samenwerking loont

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, november 2016

O O *

Veld: 1 Veilige woon en leefomgeving

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, december 2015

Samenwerking tussen en in de Veiligheidshuizen

Veiligheidsanalyse. m.b.t. integraal veiligheidsbeleid Gemeente Geertruidenberg en Drimmelen

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, juni 2016

Persbericht. Groei Brabantse woningvoorraad in jaren niet zo hoog

Arbeidsmarktinformatie. Noord-Brabant, oktober 2013

Huisvesting van asielzoekers en vergunninghouders

Wijkwerkplan Albrandswaard november 2009

IVBOB. Illlllllll IIII llllllll II. Platform Samenwerkende Ouderenorganisatíes Brabant IO /01/2016. VBOB Project Cliëntondersteuning

Datum 26 september 2011 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de bescherming van juweliers en andere middenstanders

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

Prioritering Beleidskader Veiligheid Veiligheidsanalyse 2018

Jaarplan Veiligheid 2018 met uitvoeringsprogramma s en verlengen kadernota Integrale Veiligheid (wensen en bedenkingen)

Integrale veiligheidsaanpak Den Helder & Texel. Rob Out

Raadsmededeling - Openbaar

Transcriptie:

Veiligheidsstrategie Oost-Brabant 2013-2014 1

Voorwoord PM 2

Veiligheidsstrategie Oost-Brabant 2013-2014 1. Prioriteiten eenheid Oost-Brabant 1.1. Prioriteiten van partners als uitgangspunt 1.2. Gemeenschappelijke prioriteiten in Oost-Brabant 1.2.1. Prioriteit Geweld 1.2.2. Prioriteit Woninginbraken 1.2.3. Prioriteit Overlast en criminaliteit door jeugdgroepen 1.2.4. Prioriteit Ondermijnende georganiseerde criminaliteit 1.2.5. Prioriteit Verkeersveiligheid 2. Basisdienstverlening 2.1 Basisteams 2.2. Slagkracht voor onze professionals 3. Smeden van brede veiligheidscoalitie 3.1. Veiligheidsregio's Brabant-Noord en Brabant-Zuidoost 3.1.1. Rampen- en crisisbeheersing 3.1.2. Meldkamer 3.1.3. Evenementen 3.2. Herijking veiligheidshuizen 3.3. RIEC 4. Verdeling operationele sterkte over onderdelen eenheid Oost-Brabant Bijlage 1: Overzicht vergelijking prioriteiten gemeentelijke Integrale Veiligheidsplannen Bijlage 2: Aanvullende cijfers op de prioriteiten 3

1. Prioriteiten eenheid Oost-Brabant 1.1. Prioriteiten van partners als uitgangspunt Het aanpakken van onveiligheid doen we gezamenlijk: lokaal, regionaal en landelijk. De gemeente bepaalt als regisseur van het lokale veiligheidsbeleid samen met haar partners de lokale prioriteiten. Op landelijk niveau benoemt de minister van Veiligheid en Justitie ook landelijke prioriteiten voor de politie en het Openbaar Ministerie. Regionaal zijn we vooral gericht op winst door samenwerking. Veel gemeentelijke prioriteiten komen overeen. Niet toevallig zijn dit voor een groot deel ook de landelijke prioriteiten. Door op deze gezamenlijke prioriteiten verregaand samen op te trekken ontstaat een grotere effectiviteit van de aanpak. Dit gegeven vormt het uitgangspunt voor deze gezamenlijke regionale Veiligheidsstrategie. De regionale prioriteiten komen dus nadrukkelijk niet in de plaats van de lokale prioriteiten. Ze zijn (slechts) een weergave van de veiligheidsthema s waarop we in Oost-Brabant willen samenwerken. Een samenwerking die niet vrijblijvend is. We zijn immers van elkaar afhankelijk. 1.2. Gemeenschappelijke prioriteiten Oost-Brabant Het veiligheidsbeeld in de eenheid Oost-Brabant is gericht op problemen van lokaal en regionaal niveau. Ter voorbereiding op de uitwerking van het beleidsplan is deskresearch verricht en zijn de gemeenten geconsulteerd. Op basis van deze analyse valt een vijftal (gemeenschappelijke) thema's te destilleren. In bijlage 1 volgt het resultaat van de geïnventariseerde prioriteiten van de 41 gemeenten in Oost-Brabant en de politie. De indeling is gebaseerd op het Kernbeleid Veiligheid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Met het Openbaar Ministerie heeft een eerste contact plaatsgevonden over de prioriteiten. Op het eerste gezicht kan het Openbaar Ministerie zich vinden in de voorgestelde prioriteiten, maar vervolgoverleg moet nog plaatsvinden. Als gemeenschappelijke prioriteiten zijn gedestilleerd: 1. Geweld (straatroof, overvallen, huiselijk geweld, uitgaansgeweld en geweld tegen overheidsdienaren); 2. Woninginbraken; 3. Overlastgevende en criminele jeugdgroepen; 4. Ondermijnende georganiseerde criminaliteit (mensenhandel en -smokkel, drugs (incl. hennep), Finec, Cybercrime en Kinderpornografie); 5. Verkeersveiligheid. Jaarlijks zullen we de prioriteiten actualiseren, met het besef dat we voor duurzame verbeteringen langdurig zullen moeten investeren. In onderstaande tabel wordt op de voorgestelde prioriteiten per gemeente het aantal incidenten per 1.000 inwoners / woningen gepresenteerd. Basis voor de presentatie is het landelijke VNG-model op reikwijdte zoals dat in het managementinformatiesysteem GIDS van de politie is opgenomen. Per prioriteit bevat dit de volgende uitsplitsing die nader uitgewerkt is in bijlage 2: Geweld: bevat mishandeling (fysiek geweld, waaronder ook straatroof en overval), bedreiging (psychisch geweld), ruzie/vechtpartij en zeden; Diefstal/inbraak woning: bevat zowel aantal incidenten als aangiften woninginbraken; Overlastgevende Jeugd: bevat vandalisme/baldadigheid en overlast jeugd; Georganiseerde criminaliteit: bevat drugshandel en overige incidenten georganiseerde criminaliteit waaronder mensenhandel, oplichting, vervalsing, fraude, wapenbezit en computercriminaliteit; Verkeersveiligheid: bevat ongevallen (dodelijk, letsel, materieel), verlaten plaats ongeval, parkeerproblemen/ verkeersstremmingen, snelheidsovertredingen, rijden onder invloed en overig wegverkeer. 4

Incidenten 2011 >10% tov gem Oost-Brabant >-10%<10% tov gem Oost-Brabant Overlast gevende jeugd per 1.000 inwoners Geweld per 1.000 inwoners Diefstal/ inbraak woning per 1.000 woningen Georganiseerde criminaliteit per 1.000 inwoners Verkeers veiligheid per 1.000 inwoners Asten 4,1 10,2 14,0 3,7 37,7 Bergeijk 2,1 7,8 15,6 2,7 20,3 Bernheze 3,3 6,1 10,3 2,8 19,2 Best 4,7 9,4 12,1 4,8 32,0 Bladel 5,2 8,0 11,5 3,1 28,2 Boekel 3,2 11,3 8,3 2,5 13,0 Boxmeer 5,8 9,1 10,4 3,5 29,3 Boxtel 7,4 15,0 15,9 3,1 36,4 Cranendonck 1,9 10,9 9,5 4,2 28,6 Cuijk 5,3 17,8 10,0 4,1 31,4 Deurne 3,2 12,1 10,4 2,6 24,0 Eersel 3,0 8,8 14,7 5,6 37,2 Eindhoven 7,9 23,3 18,6 5,9 41,5 Geldrop-Mierlo 4,9 13,1 15,3 3,0 34,9 Gemert-Bakel 3,7 12,2 6,8 3,6 27,8 Grave 5,2 11,0 10,7 3,3 21,5 Haaren 4,3 6,3 14,5 1,8 26,4 Heeze-Leende 3,1 6,7 12,1 3,1 41,8 Helmond 6,4 21,8 16,3 4,5 29,3 Heusden 4,9 11,8 9,6 4,5 27,5 Laarbeek 2,8 9,0 7,6 2,4 29,9 Landerd 1,9 8,1 13,8 2,5 25,4 Maasdonk 3,3 5,2 15,7 3,3 18,9 Mill en Sint Hubert 2,9 7,6 6,5 2,5 18,6 Nuenen c.a. 5,2 8,5 14,7 2,0 29,0 Oirschot 3,3 8,6 14,1 2,3 36,6 Oss 7,0 14,4 15,9 3,8 26,1 Reusel-De Mierden 2,5 10,7 9,7 3,5 18,7 Schijndel 4,0 12,5 9,2 3,6 28,0 s-hertogenbosch 10,2 23,9 18,2 5,5 41,6 Sint Anthonis 2,5 5,5 9,5 1,6 16,4 Sint-Michielsgestel 2,9 8,1 11,5 3,0 18,9 Sint-Oedenrode 4,3 10,9 12,2 3,6 27,7 Someren 2,7 7,4 10,0 2,0 27,0 Son en Breugel 6,2 8,6 14,4 2,4 34,1 Uden 5,4 17,0 10,9 4,9 30,1 Valkenswaard 3,1 14,0 10,2 4,4 33,3 Veghel 4,0 13,4 12,1 4,2 37,9 Veldhoven 5,9 8,2 13,0 3,5 24,2 Vught 8,3 14,7 11,2 3,7 42,1 Waalre 2,7 7,0 16,3 3,0 26,9 Oost-Brabant 5,8 15,0 14,1 4,1 32,1 Afwijkingen groter dan 10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn rood gekleurd Afwijkingen tussen -10% en +10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn oranje gekleurd Afwijkingen groter dan -10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn wit gekleurd 5

1.2.1. Prioriteit Geweld Inleiding Geweld komt in Oost-Brabant nog steeds teveel voor in onze buurten en wijken, in uitgaansgelegenheden, thuissituaties en in het Openbaar Vervoer. Wij willen en zullen geweld niet tolereren. Overvallen, straatroof, uitgaansgeweld, geweld tegen werknemers met een publieke taak (VPT) en huiselijk geweld zijn binnen het delict geweld als gezamenlijke prioriteit gekozen. Hoeveel ze ook van elkaar verschillen, er is in elk geval één duidelijke overeenkomst: de enorme impact op de slachtoffers, omdat de lichamelijke integriteit van slachtoffers op grove wijze wordt aangetast. Gemiddeld worden 15 geweldsincidenten per 1000 inwoners gemeld, waarbij de gemeenten s-hertogenbosch, Eindhoven en Helmond de hoogste score binnen de regio kennen, maar ook in de kleinere gemeenten worden inwoners geconfronteerd met geweldsincidenten. Per geweldssoort is sprake van een verschillend beeld. Zo is het aantal straatroven en het aantal overvallen in de afgelopen jaren sterk gestegen. Straatroof en overvallen doen zich met name voor in de grote steden in Oost-Brabant. Volgens de Integrale Veiligheidsmonitor 2011 wordt in de regio BN 6,2% van de inwoners geconfronteerd met geweldsincidenten, in BZO is dat 8,8 %. Hoewel deze scores onder het landelijk gemiddelde van 9,1% liggen, is het noodzaak gericht aandacht te besteden aan de geweldsproblematiek. De meeste gemeenten besteden binnen hun integraal veiligheidsplan aandacht aan geweld op straat en aan huiselijk geweld. Ambitie 2013-2014 De komende jaren willen we een gestage daling van het aantal geweldsmisdrijven realiseren. We leveren een bijdrage aan de landelijke doelstelling door in 2014 te komen tot minder dan 1900 overvallen en een oplossingspercentage van 40%. Bij huiselijk geweld streven we ernaar tot een jaarlijkse stijging van het aantal aangiften met 5% te komen. Dit om met name vrouwen aan te moedigen om geweld niet te accepteren of normaal te vinden. Verder zetten wij in op: Adequate aanpak van straatroof, teneinde te voorkomen dat de -vaak jeugdige- daders doorgroeien naar zwaardere vormen van criminaliteit; Adequate aanpak van huiselijk geweld, waarbij altijd ambtshalve wordt opgetreden. Deze aanpak moet leiden tot minder recidive; Het vergroten van de pakkans geweldsmisdrijven; Intensivering van de samenwerking in de keten; Het doorbreken van de situatie dat men geweld/agressie normaal vindt; Verhogen van de tevredenheid bij slachtoffers. Aanpak Om de genoemde vormen van geweld effectief aan te kunnen pakken komen de verschillende veiligheidspartners goed op elkaar afgestemd in actie. Daarbij is het uitwisselen van informatie, zowel onderling, als met actoren in het onderwijs, de zorg, de horeca en het bedrijfsleven een basisvoorwaarde voor succes. Gesteund door het casusoverleg in de Veiligheidshuizen maken politie en OM steeds meer de omslag van een zaaks- naar een persoons- en probleemgerichte aanpak. Specifieke afspraken: Overvallen: gemeente, brancheorganisaties,politie en OM realiseren verbeteringen in de voorkoming en aanpak van overvallen. Gemeenten doen dit door een juiste follow up en preventie, politie door voortzetting van het zogenoemde donkere dagen offensief, en het OM door persoonsgerichte opsporing en vervolging; Straatroof: via een effectief gebleken aanpak op de hotspots; Huiselijk geweld: Binnen huiselijk geweld krijgen twee thema's extra aandacht namelijk kindermishandeling en ouderenmishandeling. Hiervoor werkt de politie intensief samen met andere partners. Met name wordt de uitvoering van het "protocol voor meldingen Kindermishandeling" door bureau Jeugdzorg, OM en Politie verder doorontwikkeld. Het aantal meldingen bij de politie zal zeker toenemen door de komst van Wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. 6

Aanpak VPT: Dit thema wordt door het programma VPT van het Min van Binnenlandse Zaken in de regio geïntensiveerd. Het doel is om convenanten af te sluiten tussen Politie-OM-Bestuur en grote werkgevers in de regio die een publieke taak hebben. Dit intensiveringprogramma gaat in najaar 2012 van start. Door het Ministerie wordt een projectleider voor onze regio aangesteld. Uitgaansgeweld: gemeenten met een forse uitgaansproblematiek gaan een handhavingsarrangement aan met horecaondernemers, OM en politie (bijv. Keurmerk Veilig Uitgaan). Het Openbaar Ministerie maakt afspraken in de strafrechtketen specifiek gericht op het voorkomen van recidive bij plegers van geweldsmisdrijven. Regionaal wordt een persoonsgerichte aanpak opgezet specifiek gericht op geweldplegers. De Veiligheidshuizen spelen hierin een cruciale rol. Drank- en drugsmisbruik vormt vaak de katalisator voor geweld. We zullen in onze aanpak hierop inspelen, met bijvoorbeeld de Halt-afdoening Boete-of-kanskaart. Veiligheidtrategie Midden-Nederland 2012-2014 7

1.2.2. Prioriteit Woninginbraken Inleiding De aanpak van woninginbraken heeft al verschillende jaren prioriteit van de politie. In de laatste jaren is sprake van een sterke stijging van het aantal woninginbraken (in 2009 waren er 6878 aangiften woninginbraken tegen 7794 in 2011). Een woninginbraak heeft een grote impact op de bewoners die slachtoffer zijn geworden. De slachtofferkans in 2011 is 1,36 woninginbraken per 100 woningen. 28 van de 41 gemeenten binnen de regio overschrijden de landelijke norm van maximaal 1% inbraak in woningen. Duidelijk is dat de politie het probleem woninginbraken niet alleen kan oplossen en een integrale aanpak van de problematiek noodzakelijk is. Nagenoeg alle gemeenten binnen Oost-Brabant hebben de aanpak van woninginbraken benoemd als speerpunt van beleid. Om de kans dat er een woninginbraak wordt gepleegd te verminderen, wordt niet alleen geïnvesteerd in een repressieve aanpak, maar wordt tevens aandacht gegeven aan een proactieve en preventieve aanpak. Het (lokale) bestuur voert de regie over de gezamenlijke aanpak van woninginbraken. Voor de gemeenten is verder een rol weggelegd in het kader van preventie, voorlichting en het gebruik van keurmerk veilig wonen. Ook kan de sociale controle binnen buurten worden versterkt, bijv. door het opzetten van BuurtInformatieNetwerken (BIN). Het openbaar ministerie heeft de regie over het opsporingsgerichte deel van de aanpak. Uiteraard is bij de aanpak van woninginbraken ook een belangrijke rol weggelegd voor de burgers. Niet alleen bij het treffen van preventieve maatregelen, maar ook in het kader van het vergroten van de heterdaadkracht is burgerparticipatie een belangrijk aspect, bijvoorbeeld door het gebruik van Burgernet. Ambitie De regio-eenheid Oost-Brabant levert een bijdrage in de aanpak van woninginbraken door: Een verbetering van de verdachtenratio van woninginbraken van 5,5 per 100 woninginbraken in 2010 naar 7,0 in 2013 en 7,5 in 2014; Een oplossingspercentage van tenminste 15%; Verminderen van de slachtofferkans tot gemiddeld 1,20% in 2014; Het aantal aangiften woninginbraak terugbrengen tot het niveau van 2009: 6878 aangiften woninginbraak; Sporenonderzoek bij elke woninginbraak en bij bruikbare sporen inzetteam FTO; Elke gemeente die de aanpak van woninginbraken heeft geprioriteerd, beschikt op 1 januari 2013 over een actieplan woninginbraken 2013-2014; Gemeenten stemmen afspraken over proactie, preventie en voorlichting af binnen het basisteam. Gebruik kan worden gemaakt van de handreiking plan van aanpak woninginbraken; Binnen de aanpak van criminele jeugdgroepen gericht aandacht aan woninginbraken. De aanpak richt zich op een persoonsgerichte, groepsgerichte en omgevingsgerichte aanpak; Recidive is met betrekking tot alle misdrijven een belangrijke factor. Omdat woninginbraak zo'n hardnekkig probleem blijkt, is het van groot belang om een scherp zicht te krijgen op recidiverende veroordeelden. Het OM richt zich primair op het verlagen van de kans op recidive bij woninginbrekers. Daarmee kan ook werkelijk inhoud worden gegeven aan het begrip "persoonsgericht" werken. Strategie De regionale eenheid Oost-Brabant volgt daarbij onderstaande strategie: Verbeteren informatievoorziening door politie aan partners, o.a. door analyses en zicht op hotspots en hotshots; Vergroten bewustwording burgers en burgerparticipatie; Gericht toezicht in buurten door burgerparticipatie, inzet BOA s en mobiele camera s; Donkere dagen offensief; 8

Verhogen van de heterdaadkracht; Persoonlijke nazorg door de wijkagent bij elke woninginbraak; Inzet pro-actief team op de zgn. hotspots, hotshots en hottimes; Gerichte aanpak per basisteam van aantal veelplegende woninginbrekers; Vrijkomende woninginbrekers worden in Veiligheidshuis besproken en adoptie door wijkagent. 9

1.2.3. Prioriteit overlast en criminaliteit door jeugdgroepen Inleiding De minister van Veiligheid en Justitie heeft aangegeven dat alle criminele groeperingen binnen 2 jaar zijn aangepakt. De Integrale Veiligheidsmonitor 2009 geeft aan dat 9,4 % van de bewoners vaak overlast ondervindt van groepen jongeren. Problemen met overlastgevende jeugd doen zich in de gehele regio voor. Niet voor niets is de aanpak van jeugdproblematiek speerpunt van beleid in alle gemeenten binnen Oost-Brabant. In Oost-Brabant komen 5 criminele, 13 overlastgevende en 50 hinderlijke jeugdgroepen voor. Gemiddeld is sprake van 5,8 incidenten overlastgevende jeugd per 1000 inwoners. Inventarisatie bij de 41 gemeenten binnen de regio-eenheid Oost-Brabant bevestigt dat de jeugdproblematiek deel uit moet maken van de strategische agenda van de regio-eenheid Oost-Brabant. Ambitie 2013-2014 De regio-eenheid Oost-Brabant levert een bijdrage aan het inperken van de jeugdproblematiek door: Borging van de politiële jeugdtaak in de basiseenheden en recherche. Een gerichte aanpak van criminele jeugd en criminele jeugdgroeperingen, onder regie van het Openbaar Ministerie. Het gaat hierbij om het in beeld brengen van jeugdgroepen, het integraal aanpakken van criminele jongeren en het tegengaan van criminaliteit en overlast onder specifieke jongeren. Het vroegtijdig signaleren van risicojeugd, waaronder 12-minners, middels het signaleringsinstrument 12- Prokid. Een uniforme en consequente aanpak in het tot staan brengen van overlast - individueel en in groepsverband - door jeugdigen en jongeren onder regie van de gemeenten. Effectueren van de Kalsbeeknorm. Het terugdringen van alcoholmisbruik door jeugdigen en jongeren in openbare gelegenheden en in het publieke domein. Het leveren van een bijdrage aan de regionale projecten van de gemeenten ( "Laat Je Niet Flessen" en "Alcohol 16min geen goed begin" aangaande het terugdringen van gebruik van alcohol en drugs bij jeugd en het aanpakken van hun leveranciers. Leveren van bijdragen aan Schoolveiligheid binnen basis- en middelbare scholen, als partner, in het kader van de politiële taken als handhaving en repressie. Gemeenschappelijke aanpak jeugdigen (HALT en JPP). Strategie De regio-eenheid Oost-Brabant volgt daarbij onderstaande strategie: Richten op het vasthouden en versterken van de werkprocessen binnen het thema jeugd. Het accent zal daarbij liggen op handhaving en repressie conform de landelijke kaders. Een versterkte informatiepositie, die moet leiden tot een nog striktere aanpak van problematische jeugdgroepen. Essentie is de overdracht van informatie aan ketenpartners. Risicojongeren en 12-minners met risicofactoren (ProKid) worden overgedragen aan de jeugdhulpverlening. Ketenaanpak gerichter en intensiever inzetten inzake problematische jeugdigen en jongeren. Strafrecht inzetten voor criminele jeugdigen en jongeren. Versterken van de aanpak van minderjarige veelplegers, waarbij financiële ontneming van crimineel gewin bijzonder aandacht heeft De inzet en doorontwikkeling van de toepassingen van social media en internet om de informatiepositie van de politie te versterken. Het maken van samenwerkingsafspraken met basis- en middelbare scholen, en uitvoeren van taken in het kader van handhaving en repressie. 10

1.2.4. Prioriteit Ondermijnende georganiseerde criminaliteit Mensenhandel en -smokkel Het issue mensenhandel en mensensmokkel omvat zowel het uit winstbejag illegaal binnen en buiten Nederland brengen van personen, de seksuele uitbuiting van vooral vrouwen en minderjarigen, als het uitbuiten van arbeidskrachten in een afhankelijkheidsrelatie. Hierbij gaat het vaak om ernstige schendingen van mensenrechten, waarbij de persoonlijke integriteit wordt aangetast. De aanpak en bestrijding van mensenhandel en - smokkel is één van de prioriteiten die genoemd is in het lokaal- en kabinetsbeleid. Ook het Openbaar Ministerie heeft de bestrijding van mensenhandel en -smokkel tot prioriteit benoemd. Voor de periode 2013-2014 zou de bestrijding van mensenhandel en -smokkel speerpunt van beleid voor de regionale eenheid Oost-Brabant moeten zijn. Voorwaarde daarbij voor een doelmatige bestrijding is een goed georganiseerde ketenaanpak met een belangrijke focus op een efficiënte interne en externe multidisciplinaire samenwerking. De bestrijding van mensenhandel en -smokkel is niet alleen een verantwoordelijkheid van de politie, maar een regiobrede. Drugs/productie en -handel (inclusief hennep) Het Regionaal Criminaliteitsbeeld van 2011 bevestigt het alarmerend beeld over de greep van georganiseerde criminele groeperingen op de drugshandel en meer specifiek de hennepteelt. Wat ooit begon als een tamelijk onschuldige kleinschalige vorm van crimineel gedrag, is uitgegroeid tot een keiharde wereld met extreme winsten, geweld en liquidaties. Krachtige maatregelen moeten nu de bedrijfsmatige hennepteelt terugdringen. Uit onderzoek blijkt dat veel relatief kleine kwekerijen schakels zijn met een gespreid risico voor criminele organisaties, maar gezamenlijk een netwerk vormen met vaak bovenregionale dwarsverbanden. Het beeld is dat geen enkele kwekerij op zichzelf staat. Hennepcriminelen gaan op zoek naar elkaars locaties om elkaar te rippen of de handel moeilijk te maken. In het netwerk zien we spanningen en een toename van geweld. Waar aanvankelijk de aanpak overwegend gericht was op bestrijding van overlast en het snel ontruimen, zien we dat een groot deel van de betrokkenen zelf, of in de directe kring recidiveert. Het niet doorpakken, resulteert in veel gevallen in de inrichting van nieuwe hennepkwekerijen. Kwekers worden vaak niet in persoon aangetroffen. Verhuurders en huurders - als die al in beeld komen - worden vaak beperkt gehoord, waarna het onderzoek stopt. Het ontmantelproces is niet of nauwelijks gericht op het vaststellen en vastleggen van informatie die kan leiden tot het onderkennen van criminele ketens. In de korpsen Brabant-Zuid-Oost en Brabant-Noord bestond tot de tweede helft van 2010 een wisselende en gefragmenteerde aanpak. Vanaf die tijd is er sprake van een integrale aanpak om de georganiseerde hennepteelt adequaat aan te pakken. Dit vergt zowel interne als externe afstemming. Handhaven en opsporen dienen waar mogelijk in elkaars verlengde te liggen. Naar aanleiding van Kamervragen heeft de Minister van Veiligheid en Justitie een "Taskforce Drugsgerelateerde georganiseerde Criminaliteit in Brabant", opgericht. De activiteiten van de Taskforce zijn in Oost-Brabant in eerste instantie gericht op de aanpak van de problematiek in Eindhoven, Helmond en 's-hertogenbosch en zal zich moeten verbreden naar een aanpak binnen Oost-Brabant. Deze Taskforce treedt hierbij op als één front tegen de georganiseerde misdaad langs drie lijnen: Criminele bendes die achter de wietteelt- en handel zitten worden opgerold. Onderliggende criminele structuren worden afgebroken. Crimineel vermogen wordt afgepakt. FINEC (witwaspraktijken/ Afnemen crimineel vermogen) De afgelopen decennia worden getypeerd door globalisering, ontwikkeling van nieuwe technologieën, openstelling van markten, uitbreiding van vrijhandel en de deregulering van de financiële markten. Dit leidt tot grote bewegingsvrijheid van kapitaal. Niet alleen legale, maar ook illegale ondernemingen en markten profiteren van deze nieuwe ontplooiingsmogelijkheden. De onder- en de bovenwereld raken steeds meer vervlochten, wat resulteert in een toename van economische, financiële en milieucriminaliteit. Vanuit het standpunt dat misdaad niet mag lonen, is het noodzakelijk om als politie tot 11

een slimmere, effectievere en efficiëntere aanpak te komen. Een dergelijke aanpak kan alleen succesvol zijn als deze wordt ontwikkeld en uitgevoerd in nauw overleg en samenhang met de ketenpartners. Er moet daarom worden ingezet op een rechtvaardiger samenleving door het overheidsbreed afpakken van crimineel vermogen. Onder de paraplu van de Taskforce B5 wordt thans ook extra geïnvesteerd in het afpakken. Cybercrime De afgelopen twee decennia heeft ICT een enorme vlucht genomen. Denk bijvoorbeeld aan mobiele telefonie en de toegang tot internet. Deze ontwikkeling ging gepaard met de toenemende mogelijkheden voor de misdaad: cybercrime. De misdaad kan enerzijds ICT inzetten als middel, maar anderzijds kan ICT ook het doel van de misdaad worden. Zo is een aantal traditionele vormen van criminaliteit gedigitaliseerd, waarbij criminelen ICT als hulpmiddel gebruiken. Delicten zoals kinderporno (zie ook paragraaf 4.4.5) oplichting (bijvoorbeeld via marktplaats), smaad en mensenhandel (loverboys) worden steeds meer via het web gepleegd. Criminelen maken daarbij dankbaar gebruik van afgeschermde netwerken, handige computerprogrammeurs, websites zoals marktplaats.nl en facebook.com, technologische nieuwtjes en softwareprogramma's. Wanneer traditionele delicten met behulp van ICT worden gepleegd, dan spreekt men ook wel van cybercrime in ruime zin. Er is met de komst van ICT echter ook een nieuwe vorm van criminaliteit ontstaan. Bij deze criminaliteitsvorm is ICT niet alleen maar een middel, maar vormt ICT een doel op zich. Daarbij gaat het om bijvoorbeeld gegevensdiefstal (spyware, phishing, software piraterij) of het verstoren van ICT systemen (virus- of verstikkingsaanvallen). Zo is er in de loop der jaren een levendige handel ontstaan in onder andere virussen en botnets. In dit geval spreekt men van cybercrime in enge zin. Kinderpornografie De toenemende mogelijkheden van ICT hebben de vervaardiging, verspreiding en bezit van kinderporno vereenvoudigd. Kinderporno is hierdoor laagdrempeliger geworden én lastiger te ontdekken of aan te pakken. Het downloaden van kinderpornografisch materiaal(internet) is niet de enige strafbare vorm; juist bij het vervaardigen (waarbij misbruik daadwerkelijk plaatsvindt) en verspreiden van kinderporno ligt de bron van het kwaad. Verder lijkt een negatieve spiraal op te treden waarbij ernstiger misbruik van kinderen gecombineerd gaat met een telkens groter wordend aanbod van kinderpornografisch materiaal. Mede daarom is in het kader van het offensief tegen ondermijnende en georganiseerde criminaliteit door de minister van V.&J. besloten tot een integrale aanpak van cybercrime en van kinderporno en kindersekstoerisme. 1.2.4.1. Executie Realiseren van de executieafspraken conform het landelijk normeringskader zoals vastgesteld door het PaG. Dit betekent concreet dat: o minimaal 60% van de arrestatiebevelen voor vrijheidsstraffen positief wordt afgedaan; o minimaal 70 % van de geldboetevonnissen positief wordt afgedaan. o Terugbrengen van de werkvoorraad OPS volgens de vastgestelde normen; dit betekent dat de lijsten vanuit het Landelijk Programma Versterking Executie Strafrechtszaken wordt uitgebioerd binnen de beschikbare capaciteit op basis van IGP-opdrachten. 12

1.2.5. Prioriteit Verkeersveiligheid Inleiding Verkeer moet en kan nog veiliger. Verkeersgevaarlijk gedrag en gebruik van alcohol in het verkeer zijn veelal oorzaak van grote (maatschappelijke) schade en (dodelijke) slachtoffers. Aan de doelstellingen uit "Duurzaam Veilig" op weg naar maximaal 500 doden en 12.250 gewonden in het jaar 2020 zal de regionale eenheid Oost-Brabant haar bijdrage leveren. Alle gemeenten besteden in hun integraal veiligheidsplan aandacht aan de lokale verkeersveiligheidsproblematiek. Het team verkeershandhaving kan door middel van kwalitatieve controles ook een bijdrage leveren aan integrale aanpak van verkeersonveiligheid. De Basisteams zullen ook hun aandeel hierin nemen. Als Verkeerspolitie" zal de regionale eenheid Oost-Brabant onverminderd bezig blijven met verkeersgedrag en doorstroming, verkeersnormen en verkeersongevallen. Ook is er aandacht voor bijzondere wetgeving op het gebied van vervoer en voertuigcriminaliteit (ITC controles). Vanuit de brede taakstelling houdt de politie zich in het verkeer bezig met algemeen gedrag, normen en ongevallen voor zover die zich voordoen op knooppunten en in de stromen van verkeer op de weg. Mede daarom controleert de regionale eenheid Oost-Brabant op het handhaven van de norm: met name gericht op het agressief verkeersgedrag, dragen van de autogordel, door rood licht rijden, alcohol in het verkeer, snelheid, niet-handsfree bellen en het dragen van een helm.; incidenteel worden ook andere, min of meer actuele items opgepakt. Ambitie 2013-2014 Het korps stelt zich ten doel om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de verkeersveiligheid en- leefbaarheid, waardoor er uiteindelijk minder slachtoffers, minder schade en minder verkeersonveiligheidgevoel ontstaat ten opzichte van voorgaande jaren. Wij zetten in op: Het leveren van een bijdrage aan landelijk minder slachtoffers in 2020, te weten maximaal 500 doden en 12.250 slachtoffers. Goede analyseproducten m.b.t. regionale en lokale problematiek. Realiseren van convenantafspraken met LPTV (uren op relevante thema's). Meer gebruik van bestuurlijke maatregelen. Strategie Op basis van een goede informatiepositie, gegevensverzameling en -analyse richten we de politiecapaciteit op black-spots en trajecten. Specifieke aandacht voor aansprekende thema's en "gevoelige" doelgroepen. Bundeling van krachten geschiedt op basis van gemaakte afspraken met partners (o.a. wegbeheerders en belangenorganisaties) vervat in een jaarlijkse campagnekalender. De inzet van politie richt zich vooral op handhaving, als sluitstuk van de integrale aanpak. (Enforcement als naast educatie en Engineering, onderdeel van de drie E's). Hierbij hoort ook handhavingcommunicatie. Daar waar mogelijk zitten we als kundig gesprekspartner met verkeersadvisering en -signalering inzake infrastructuur en verkeersmaatregelen juist aan de voorkant. 13

2. BASISDIENSTVERLENING De regio-eenheid wordt zó ingericht dat de afgesproken prestaties geleverd kunnen worden. Dit stelt eisen aan de effectiviteit van de bedrijfsvoering. De prestaties zijn echter divers: lokaal maatwerk, afspraken met de Minister van Veiligheid en Justitie, het Openbaar Ministerie en regionale afspraken. In de regio-eenheid wordt de uitvoering van de basisdienstverlening gegarandeerd. De basisdienstverlening vloeit voort uit de kerntaken van de politie. Het bevat producten en diensten die passen bij de gebiedsgebonden aanpak. De basisdienstverlening garandeert een basisniveau aan politiezorg dat door het basisteam wordt geleverd. De regio-eenheid ontwikkelt een eenduidige visie op handhaving met Gebiedsgebonden Politiezorg als vertrekpunt en interventiemogelijkheden op personen, doelgroepen en stromen. De basisdienstverlening bestaat uit de processen: intake, noodhulp, handhaven en opsporen. 2.1. Basisteams Vanuit het gebiedsgebonden politiewerk worden probleemgericht en informatiegestuurd (IGP) de veiligheidsproblemen aangepakt. Het basisteam verricht handhavings- en toezichttaken en verzorgt de noodhulp en de intakefunctie. De volgende basisdienstverlening wordt verzorgd: De omvang en samenstelling van de basisteams staan garant voor de volgende handhavingactiviteiten: Algemene handhaving van wet en regelgeving, toezicht evenementen, horecatoezicht, jeugdproblematiek, dierenpolitietaak, (huiselijk ) geweld, O-GGZ problematiek, verkeerstoezicht, vreemdelingentaak (1e lijns), executietaken, uitvoering korpscheftaken. De wijkzorg wordt primair uitgevoerd door de wijkagent. In de gehele regio wordt per 5000 inwoners één wijkagent aangesteld. De wijkagenten verrichten 80% van hun tijd aan werkzaamheden t.b.v. hun wijk. Uitgangspunt is dat de noodhulp wordt ingezet op alle prio 1 en 2 meldingen, waarbij op dit moment nog wordt uitgegaan van een aanrijtijd van 15 minuten in 80% van de prio 1 meldingen. Aanpak van veelvoorkomende criminaliteit, zaakscoördinatie op opsporing en uitvoering van de persoonsgerichte aanpak. Voor het probleemgericht aanpakken van de veelvoorkomende criminaliteit kan het basisteam een beroep doen op de ondersteuning vanuit de districtsrecherche. Burgers kunnen meldingen, aangiften, verzoeken om informatie of klachten via de multichannel-aanpak bij de politie neerleggen, dwz. telefonisch, via internet, op locatie, aan het bureau of via 3D contact. 2.2. Slagkracht voor onze professionals Veiligheidsvraagstukken krijgen in de regel veel publieke en politieke aandacht. Het functioneren van de veiligheidsorganisaties wordt voortdurend onder vergrootglas gelegd. Onder andere hierdoor worden er steeds nieuwe en hogere eisen gesteld aan de uitvoering van taken door professionals binnen het veiligheidsdomein. Met als gevolg dat menig administratieve, bureaucratische en juridische barrière is ontstaan. Anderzijds zorgen ze voor vertraging en leiden nogal eens af van de kern van het werk: het oplossen van maatschappelijke problemen waar bewoners en ondernemers hulp bij nodig hebben. Ambitie 2013-2014 De veiligheidsprofessionals van onze organisaties kennen de vraag van bewoners en ondernemers, weten wat de lokale context is en hoe die te beïnvloeden. Het doel voor de komende jaren is om meer slagkracht te organiseren voor de professionals door de administratieve lastendruk te beperken en de ruimte voor vakmanschap te vergroten. De eenheid wil zijn politiemensen zichtbaar en inzetbaar op straat laten werken en de verwerking daar waar het kan zo efficiënt mogelijk organiseren. Ter ondersteuning van hun dagelijks werk beschikken onze professionals over de juiste ICT-middelen. 14

De partners dringen binnen de eigen organisatie zoveel als mogelijk de administratieve lasten voor professionals zoveel als mogelijk terug, onder andere door optimalisering van interne communicatie en kortere interne procedures en besluitvormingstrajecten. Voor de politie geldt voor 2014 een expliciete doelstelling van 25% vermindering administratieve lasten. Ook het project ZSM beoogt hieraan een substantiële bijdrage te leveren. De heterdaadkracht wordt verbeterd door ervoor te zorgen dat operationele informatie, kennis en expertise real time kan worden ontsloten. 15

3. SMEDEN VAN EEN BREDE VEILIGHEIDSCOALITIE Er is vrijwel niet één veiligheidsprobleem dat zich slechts in 1 gemeente voordoet, laat staan door slechts één partij opgelost kan worden. Afstemming op boven-lokaal niveau tussen veiligheidspartners is dan ook vaak noodzakelijk., om op lokaal niveau goed veiligheidsbeleid te ontwikkelen en in de uitvoering resultaten te boeken. Ambitie Ter bevordering van de veiligheid zullen gemeenten, politie en Openbaar Ministerie in oost-brabant geen kans onbenut laten in de aanpak door de samenwerking te bevorderen. Zowel de samenwerking met elkaar als met bewoners en maatschappelijke organisaties. 3.1. Veiligheidsregio's Brabant-Noord en Brabant Zuidoost In de nieuwe eenheid Oost-Brabant functioneren twee veiligheidsregio's. De twee veiligheidsregio's omvatten samen 41 gemeenten. 3.1.1. Rampenbestrijding en crisisbeheersing Door de Minister van V&J is bepaald dat in het beleidsplan van de regionale eenheid een passage wordt gewijd aan de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Binnen de veiligheidsregio BZO is een beleidsplan Crisisbeheersing en Rampenbestrijding 2011-2015 vastgesteld, binnen de veiligheidsregio BN staat het plan in de steigers voor verdere afronding en vaststelling. Voorgesteld wordt om, binnen het samen te stellen beleidsplan voor de eenheid Oost-Brabant, te volstaan met een verwijzing naar de beleidsplannen met bijbehorend risicoprofiel. 3.1.2. Meldkamer PM 3.1.3. Evenementen Binnen de basisdienstverlening valt de verlening van noodhulp en de bereikbaarheid en aanspreekbaarheid van de politie. Binnen de basisdienstverlening valt niet het thema evenementen. Evenementen leveren een positieve bijdrage aan het culturele en sociaal-maatschappelijke leven binnen een gemeente, maar brengen ook de nodige risico's met zich mee voor de fysieke en sociale veiligheid. Bovendien zijn grote ontwikkelingen te constateren in de informatie- en communicatietechnologie en met name in het gebruik van de verschillende vormen van social media. Internetcommunicatie verloopt relatief snel, terwijl het zich onttrekt aan het zicht van buitenstaanders en aan de controle van de overheid. Via internet afgesproken acties (micromobilisatie) kunnen tot onverwachte en onwenselijke situaties leiden. Daarnaast zorgt informatie-uitwisseling via internet en mobiele telefoons er steeds vaker voor dat de officiële crisiscommunicatie achter de feiten aanloopt. 3.2. Herijking veiligheidshuizen PM 3.3. RIEC PM 16

4. VERDELING OPERATIONELE STERKTE OVER DE ONDERDELEN OOST-BRABANT In de formatietool 3.1behorende bij het inrichtingsplan Oost-Brabant, is de volgende sterkteverdeling opgenomen per 2015: Organisatieonderdeel Formatie (fte's) Leiding 4 Staf 65 DROC 71,6 DRR 405,1 DRIO 198,9 DROS 319,9 District 's-hertogenbosch (ovb) 847 District Eindhoven 706 District Helmond 512 Totaal 3129,5 Het inrichtingsplan, inclusief formatie 2015, wordt in april 2012 vastgesteld. In het, in ontwikkeling zijnde, realisatieplan Oost-Brabant wordt een transitiepad uitgewerkt. Dit transitiepad is mede bepalend voor de politiële sterkte in de jaren 2013 en 2014. De sterkte voor deze jaren vindt een vertaling in de betreffende jaarplannen. Het eerste jaar van het beleidsplan 2015-2018 wordt gebaseerd op de, in het inrichtingsplan bepaalde, sterkte voor 2015 van -vooralsnog- 3129,5 fte. Overigens vindt uitwerking van dit beleidsplan niet eerder plaats dan in het jaar 2014. 17

Bijlage 1: Vergelijking prioriteiten gemeentelijke integrale veiligheidsplannen Oost-Brabant Thema opgenomen in IV plan Overlast gevende jeugd Geweld Diefstal/ inbraak woning Georganiseerde criminaliteit Verkeers veiligheid Asten v v Bergeijk v v v v Bernheze v v v v v Best v v v Bladel v v v v v Boekel v v v v v Boxmeer Boxtel v v v v v Cranendonck v v v Cuijk v Deurne v v v v Eersel v v v v v Eindhoven v v v v Geldrop-Mierlo v v v Gemert-Bakel v v v v Grave v v v v Haaren v v v v Heeze-Leende v v v Helmond v v v v Heusden v v v v v Laarbeek v v v v v Landerd v v v v v Maasdonk v v v v v Mill en Sint Hubert v v HG v v Nuenen c.a. v v v v Oirschot v v v v Oss v v v v Reusel-De Mierden v v v v v Schijndel s-hertogenbosch v v v Sint Anthonis v Sint-Michielsgestel v v v v v Sint-Oedenrode v v v v Someren v v v Son en Breugel v v v v Uden v v v v v Valkenswaard v v v v Veghel v v HG v v v Veldhoven v v v v Vught v v v v v Waalre v v v v 18

Bijlage 2: Aanvullende cijfers op de prioriteiten Incidenten 2011 >10% tov gem Oost-Brabant >-10%<10% tov gem Oost-Brabant Geweld per 1.000 inwoners 1.3.07. Mishandeling (fysiek geweld) 1.3.08. Bedreiging (psychisch geweld) 1.3.09. Ruzie/vecht partij (geweld) 1.3.10. Zeden (geweld) waarvan Straatroof per 1.000 inwoners waarvan Overval per 1.000 inwoners Asten 10,2 2,7 2,1 4,4 0,9 0,06 0,12 Bergeijk 7,8 2,3 1,5 3,2 0,7 0,00 0,06 Bernheze 6,1 1,8 1,1 2,8 0,4 0,03 0,00 Best 9,4 3,0 1,4 4,2 0,9 0,21 0,10 Bladel 8,0 2,2 1,2 3,6 1,0 0,00 0,05 Boekel 11,3 2,6 1,5 6,2 0,9 0,10 0,00 Boxmeer 9,1 1,9 1,5 4,9 0,8 0,10 0,03 Boxtel 15,0 3,5 2,3 8,3 0,8 0,03 0,07 Cranendonck 10,9 2,7 2,4 4,7 1,2 0,10 0,05 Cuijk 17,8 4,6 2,2 10,0 1,0 0,16 0,08 Deurne 12,1 4,0 2,6 4,8 0,8 0,06 0,03 Eersel 8,8 2,2 2,5 3,4 0,7 0,00 0,06 Eindhoven 23,3 9,3 4,0 8,6 1,4 1,11 0,21 Geldrop-Mierlo 13,1 3,3 2,0 7,0 0,8 0,10 0,18 Gemert-Bakel 12,2 4,1 2,0 5,3 0,7 0,10 0,03 Grave 11,0 2,6 2,1 5,4 0,9 0,23 0,15 Haaren 6,3 1,5 1,4 2,8 0,7 0,00 0,07 Heeze-Leende 6,7 2,2 1,0 2,0 1,4 0,13 0,20 Helmond 21,8 7,5 4,2 8,9 1,3 0,58 0,20 Heusden 11,8 3,1 2,3 5,5 0,8 0,07 0,09 Laarbeek 9,0 2,4 1,3 4,7 0,6 0,00 0,05 Landerd 8,1 2,7 0,7 4,1 0,5 0,00 0,07 Maasdonk 5,2 1,2 1,2 2,4 0,4 0,09 0,00 Mill en Sint Hubert 7,6 0,6 1,1 5,0 0,9 0,00 0,00 Nuenen c.a. 8,5 2,6 1,8 3,2 0,8 0,18 0,27 Oirschot 8,6 3,3 1,6 3,0 0,8 0,06 0,06 Oss 14,4 3,7 2,7 7,1 0,8 0,07 0,08 Reusel-De Mierden 10,7 4,4 1,7 3,9 0,7 0,00 0,00 Schijndel 12,5 2,3 2,3 6,9 1,1 0,00 0,04 s-hertogenbosch 23,9 7,3 4,1 11,0 1,4 0,79 0,14 Sint Anthonis 5,5 1,1 1,1 2,7 0,6 0,00 0,00 Sint-Michielsgestel 8,1 1,7 1,5 4,3 0,6 0,04 0,14 Sint-Oedenrode 10,9 2,1 1,5 5,6 1,8 0,17 0,00 Someren 7,4 2,5 1,0 3,5 0,4 0,05 0,16 Son en Breugel 8,6 3,1 1,3 3,4 0,8 0,19 0,13 Uden 17,0 4,2 3,7 8,2 0,9 0,15 0,10 Valkenswaard 14,0 5,3 2,7 4,8 1,1 0,29 0,10 Veghel 13,4 2,8 2,8 7,1 0,6 0,16 0,00 Veldhoven 8,2 2,6 1,3 3,6 0,7 0,18 0,11 Vught 14,7 3,7 3,4 6,5 1,1 0,19 0,08 Waalre 7,0 1,1 1,6 3,8 0,5 0,00 0,12 Oost-Brabant 15,0 4,7 2,7 6,6 1,0 0,36 0,11 Afwijkingen groter dan 10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn rood gekleurd Afwijkingen tussen -10% en +10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn oranje gekleurd Afwijkingen groter dan -10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn wit gekleurd 19

Incidenten 2011 >10% tov gem Oost-Brabant >-10%<10% tov gem Oost-Brabant Incidenten Diefstal /inbraak woning per 1.000 woningen Aangiften Diefstal /inbraak woning 2009 Woning voorraad per 1-1- 2009 Slachtofferk ans 2009 per 100 woningen Aangiften Diefstal /inbraak woning 2011 Woning voorraad per 1-1- 2010 Slachtofferk ans 2011 per 100 woningen Asten 14,0 34 6.457 0,53 88 6.522 1,35 Bergeijk 15,6 103 7.012 1,47 101 7.059 1,43 Bernheze 10,3 148 10.971 1,35 114 11.174 1,02 Best 12,1 98 11.617 0,84 132 11.632 1,13 Bladel 11,5 77 7.566 1,02 85 7.666 1,11 Boekel 8,3 14 3.374 0,41 26 3.374 0,77 Boxmeer 10,4 68 11.261 0,60 111 11.299 0,98 Boxtel 15,9 126 12.283 1,03 192 12.372 1,55 Cranendonck 9,5 72 8.290 0,87 77 8.415 0,92 Cuijk 10,0 126 10.058 1,25 98 10.200 0,96 Deurne 10,4 55 12.428 0,44 130 12.770 1,02 Eersel 14,7 82 7.060 1,16 100 7.196 1,39 Eindhoven 18,6 1.957 95.251 2,05 1.702 96.969 1,76 Geldrop-Mierlo 15,3 190 16.486 1,15 244 16.655 1,47 Gemert-Bakel 6,8 65 10.919 0,60 73 11.138 0,66 Grave 10,7 39 4.914 0,79 49 4.962 0,99 Haaren 14,5 86 4.907 1,75 69 4.967 1,39 Heeze-Leende 12,1 33 6.072 0,54 74 6.197 1,19 Helmond 16,3 337 37.693 0,89 577 37.871 1,52 Heusden 9,6 173 16.981 1,02 162 16.985 0,95 Laarbeek 7,6 38 8.459 0,45 65 8.519 0,76 Landerd 13,8 32 5.470 0,59 73 5.520 1,32 Maasdonk 15,7 71 3.925 1,81 61 3.940 1,55 Mill en Sint Hubert 6,5 22 4.299 0,51 28 4.322 0,65 Nuenen c.a. 14,7 126 9.155 1,38 125 9.229 1,35 Oirschot 14,1 74 6.566 1,13 89 6.648 1,34 Oss 15,9 355 34.487 1,03 531 34.743 1,53 Reusel-De Mierden 9,7 33 4.691 0,70 46 4.841 0,95 Schijndel 9,2 63 9.021 0,70 79 9.031 0,87 s-hertogenbosch 18,2 910 61.236 1,49 1.090 62.526 1,74 Sint Anthonis 9,5 15 4.397 0,34 39 4.434 0,88 Sint-Michielsgestel 11,5 122 11.048 1,10 126 11.097 1,14 Sint-Oedenrode 12,2 49 6.822 0,72 81 7.059 1,15 Someren 10,0 65 6.926 0,94 68 7.029 0,97 Son en Breugel 14,4 52 6.314 0,82 89 6.372 1,40 Uden 10,9 110 16.525 0,67 179 16.898 1,06 Valkenswaard 10,2 124 13.680 0,91 133 13.768 0,97 Veghel 12,1 107 14.809 0,72 172 14.859 1,16 Veldhoven 13,0 238 17.956 1,33 233 18.710 1,25 Vught 11,2 129 10.495 1,23 109 10.569 1,03 Waalre 16,3 100 7.097 1,41 111 7.138 1,56 Oost-Brabant 14,1 6.718 564.978 1,19 7.731 572.675 1,35 Afwijkingen groter dan 10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn rood gekleurd Afwijkingen tussen -10% en +10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn oranje gekleurd Afwijkingen groter dan -10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn wit gekleurd 20

Incidenten 2011 >10% tov gem Oost-Brabant >-10%<10% tov gem Oost-Brabant 3.1. Overlast gevende jeugd per 1.000 inwoners 3.1.1. Vandalisme / baldadigheid 3.1.2. Overlast jeugd Asten 4,1 1,2 2,8 Bergeijk 2,1 1,2 0,9 Bernheze 3,3 1,0 2,3 Best 4,7 1,3 3,4 Bladel 5,2 0,5 4,7 Boekel 3,2 1,1 2,1 Boxmeer 5,8 1,9 3,9 Boxtel 7,4 1,9 5,5 Cranendonck 1,9 0,7 1,2 Cuijk 5,3 1,3 4,0 Deurne 3,2 1,3 2,0 Eersel 3,0 0,8 2,1 Eindhoven 7,9 1,1 6,8 Geldrop-Mierlo 4,9 1,2 3,7 Gemert-Bakel 3,7 1,3 2,4 Grave 5,2 1,3 3,9 Haaren 4,3 1,0 3,2 Heeze-Leende 3,1 1,4 1,8 Helmond 6,4 1,3 5,1 Heusden 4,9 1,0 3,8 Laarbeek 2,8 0,8 2,0 Landerd 1,9 0,6 1,3 Maasdonk 3,3 0,4 2,8 Mill en Sint Hubert 2,9 1,3 1,6 Nuenen c.a. 5,2 0,8 4,4 Oirschot 3,3 0,4 2,9 Oss 7,0 0,9 6,1 Reusel-De Mierden 2,5 1,0 1,5 Schijndel 4,0 1,0 3,1 s-hertogenbosch 10,2 1,7 8,5 Sint Anthonis 2,5 0,8 1,6 Sint-Michielsgestel 2,9 0,8 2,1 Sint-Oedenrode 4,3 0,8 3,5 Someren 2,7 1,0 1,7 Son en Breugel 6,2 1,0 5,2 Uden 5,4 1,4 4,0 Valkenswaard 3,1 1,0 2,1 Veghel 4,0 1,1 2,9 Veldhoven 5,9 1,0 4,8 Vught 8,3 1,1 7,2 Waalre 2,7 1,0 1,8 Oost-Brabant 5,8 1,2 4,6 Afwijkingen groter dan 10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn rood gekleurd Afwijkingen tussen -10% en +10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn oranje gekleurd Afwijkingen groter dan -10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn wit gekleurd 21

Incidenten 2011 >10% tov gem Oost-Brabant >-10%<10% tov gem Oost-Brabant Georganiseerde criminaliteit per 1.000 inwoners 5.2.1. Drugshandel 5.2.2. Overige incidenten georganiseerde criminaliteit Asten 3,7 1,3 2,4 Bergeijk 2,7 1,0 1,7 Bernheze 2,8 0,6 2,2 Best 4,8 1,7 3,2 Bladel 3,1 0,9 2,2 Boekel 2,5 0,8 1,7 Boxmeer 3,5 1,0 2,5 Boxtel 3,1 0,9 2,2 Cranendonck 4,2 2,1 2,2 Cuijk 4,1 1,0 3,1 Deurne 2,6 1,0 1,6 Eersel 5,6 2,7 2,9 Eindhoven 5,9 1,6 4,3 Geldrop-Mierlo 3,0 1,1 1,8 Gemert-Bakel 3,6 1,9 1,6 Grave 3,3 1,3 2,0 Haaren 1,8 0,5 1,3 Heeze-Leende 3,1 1,2 1,9 Helmond 4,5 1,5 3,0 Heusden 4,5 1,8 2,6 Laarbeek 2,4 0,9 1,5 Landerd 2,5 0,5 1,9 Maasdonk 3,3 0,8 2,5 Mill en Sint Hubert 2,5 0,8 1,6 Nuenen c.a. 2,0 0,6 1,4 Oirschot 2,3 0,6 1,7 Oss 3,8 1,5 2,3 Reusel-De Mierden 3,5 0,8 2,7 Schijndel 3,6 1,2 2,4 s-hertogenbosch 5,5 2,0 3,5 Sint Anthonis 1,6 0,0 1,6 Sint-Michielsgestel 3,0 0,4 2,6 Sint-Oedenrode 3,6 1,6 2,1 Someren 2,0 0,5 1,5 Son en Breugel 2,4 0,8 1,6 Uden 4,9 1,3 3,6 Valkenswaard 4,4 1,8 2,7 Veghel 4,2 1,2 2,9 Veldhoven 3,5 1,6 1,9 Vught 3,7 1,0 2,8 Waalre 3,0 1,0 2,1 Oost-Brabant 4,1 1,4 2,8 Afwijkingen groter dan 10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn rood gekleurd Afwijkingen tussen -10% en +10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn oranje gekleurd Afwijkingen groter dan -10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn wit gekleurd 22

Incidenten 2011 Verkeers 4.1.01. 4.1.02. 4.1.03. 4.1.04. 4.1.05. 4.1.06. 4.1.07. 4.1.08. 4.1.09. 4.1.10. 4.1.11. veiligheid per Ongevallen Ongevallen Ongevallen Verlaten Parkeer Snelheids Rijden onder Overig Ongevallen Varen/vliege Overige 1.000 dodelijke letsel materiële plaats problemen en overtreding invloed wegverkeer water n onder incidenten >10% tov gem Oost-Brabant >-10%<10% tov gem Oost-Brabant inwoners afloop schade ongeval verkeers en invloed rail-, waterverkeer stremming en vlieg Asten 37,7 0,1 0,9 7,2 5,8 11,8 0,1 2,9 8,8 0,0 0,0 0,1 Bergeijk 20,3 0,3 1,2 4,7 4,0 3,8 0,1 1,3 4,8 0,0 0,0 0,0 Bernheze 19,2 0,0 1,6 4,0 4,0 2,5 0,1 1,4 5,5 0,0 0,0 0,0 Best 32,0 0,1 0,9 6,4 5,7 8,1 0,6 2,0 8,1 0,0 0,0 0,1 Bladel 28,2 0,2 1,1 4,9 6,2 6,3 2,3 2,0 5,2 0,0 0,0 0,0 Boekel 13,0 0,0 1,3 2,8 2,7 1,5 0,1 0,6 3,9 0,0 0,0 0,0 Boxmeer 29,3 0,0 1,3 5,6 4,6 5,4 0,9 1,7 9,6 0,0 0,0 0,2 Boxtel 36,4 0,1 1,0 5,1 6,2 6,4 0,6 2,1 14,8 0,0 0,0 0,1 Cranendonck 28,6 0,1 1,1 6,1 4,6 6,5 0,1 1,7 8,3 0,0 0,0 0,1 Cuijk 31,4 0,0 1,0 5,4 4,9 4,7 0,2 3,0 11,9 0,1 0,0 0,2 Deurne 24,0 0,0 1,1 4,9 4,2 6,7 0,0 1,3 5,7 0,0 0,0 0,2 Eersel 37,2 0,2 1,0 7,4 5,6 10,0 1,4 2,1 9,4 0,0 0,0 0,0 Eindhoven 41,5 0,0 1,2 8,8 10,1 8,7 1,1 3,2 8,2 0,0 0,0 0,1 Geldrop-Mierlo 34,9 0,0 0,7 6,8 5,8 9,0 0,2 2,4 9,9 0,0 0,0 0,1 Gemert-Bakel 27,8 0,1 1,6 4,4 4,2 5,4 0,2 3,6 8,3 0,0 0,0 0,1 Grave 21,5 0,1 0,9 3,2 5,1 2,8 0,6 1,6 7,1 0,0 0,0 0,0 Haaren 26,4 0,1 1,8 5,1 3,2 4,0 0,7 1,8 9,5 0,0 0,0 0,1 Heeze-Leende 41,8 0,0 1,2 9,8 5,6 12,5 0,4 2,5 9,5 0,0 0,0 0,3 Helmond 29,3 0,0 1,1 6,1 5,8 6,7 0,4 2,1 6,9 0,0 0,0 0,1 Heusden 27,5 0,0 1,1 4,6 3,8 6,4 0,4 1,7 9,4 0,0 0,0 0,0 Laarbeek 29,9 0,2 1,1 5,3 3,7 8,8 0,3 2,7 7,7 0,0 0,0 0,1 Landerd 25,4 0,0 1,3 6,0 3,5 2,9 0,5 2,7 8,4 0,0 0,0 0,0 Maasdonk 18,9 0,0 0,9 4,6 2,6 2,5 0,3 2,7 5,4 0,0 0,0 0,0 Mill en Sint Hubert 18,6 0,0 1,0 2,9 3,1 3,5 1,3 1,5 5,5 0,0 0,0 0,0 Nuenen c.a. 29,0 0,0 0,8 6,3 4,4 7,0 1,5 2,3 6,5 0,0 0,0 0,1 Oirschot 36,6 0,1 1,7 11,1 4,4 9,8 0,2 1,2 8,0 0,0 0,0 0,0 Oss 26,1 0,0 1,6 5,1 4,8 4,4 0,4 2,8 7,0 0,0 0,0 0,1 Reusel-De Mierden 18,7 0,0 0,8 3,6 4,4 3,6 0,4 1,4 4,5 0,0 0,0 0,0 Schijndel 28,0 0,0 1,6 4,3 5,7 5,3 0,2 1,6 9,1 0,0 0,0 0,1 s-hertogenbosch 41,6 0,0 2,0 6,8 8,0 5,8 0,6 2,9 15,5 0,0 0,0 0,1 Sint Anthonis 16,4 0,0 1,8 3,4 1,9 2,4 0,5 0,9 5,5 0,0 0,0 0,0 Sint-Michielsgestel 18,9 0,1 1,3 2,6 3,1 2,7 0,4 1,4 7,4 0,0 0,0 0,0 Sint-Oedenrode 27,7 0,1 1,6 4,6 4,3 5,7 0,2 2,0 9,3 0,0 0,0 0,0 Someren 27,0 0,1 0,9 5,5 4,4 7,8 0,1 1,8 6,4 0,0 0,0 0,1 Son en Breugel 34,1 0,2 1,1 7,5 6,0 7,9 0,6 1,4 9,4 0,0 0,0 0,0 Uden 30,1 0,0 1,7 4,9 6,0 4,6 0,4 2,8 9,7 0,0 0,0 0,0 Valkenswaard 33,3 0,1 0,7 6,9 6,3 9,2 0,2 2,5 7,4 0,0 0,0 0,1 Veghel 37,9 0,1 2,0 7,9 5,2 6,0 0,3 3,0 13,2 0,0 0,0 0,1 Veldhoven 24,2 0,0 0,7 4,5 6,1 4,7 0,1 2,7 5,4 0,0 0,0 0,1 Vught 42,1 0,0 1,7 5,3 6,5 8,6 0,9 2,4 16,4 0,0 0,0 0,2 Waalre 26,9 0,0 0,8 5,2 3,2 7,6 1,2 1,5 7,5 0,0 0,0 0,0 Oost-Brabant 32,1 0,0 1,3 6,2 6,0 6,5 0,6 2,4 9,0 0,0 0,0 0,1 Afwijkingen groter dan 10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn rood gekleurd Afwijkingen tussen -10% en +10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn oranje gekleurd Afwijkingen groter dan -10% tov het gemiddelde van Oost-Brabant zijn wit gekleurd 23