Vierde editie 2008. De effecten van matige bierconsumptie. Inhoudsopgave



Vergelijkbare documenten
matige alcohol consumptie gezondheid

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Koolhydraten en de preventie van welvaartsziekten

Hart- en vaatziekten: risicoprofiel en leefstijladviezen. Cardiologie Centrum Waterland

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

J. Snel AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 13(11):14-15, november Dagelijks, matig alcoholgebruik verlaagt het risico op diabetes

Noten en gedroogde zuidvruchten passen in een gezond voedingspatroon

INFOBLAD. Meeste invloed. Gezond leven

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hart- en vaatziekten: risicoprofiel en leefstijladviezen

Preventie en behandeling hart- en vaatziekten

Voedingsadvies bij Diabetes Mellitus. Bij gebruik van GLP-1-analoog

Gezond gewicht. Wat kunt u er zelf aan doen? altijd dichtbij. Vraag ons gerust om advies.

Een gezonder leven met een lager cholesterol. Voorlichtingsmateriaal ten behoeve van patiënten met een verhoogd cholesterol

Oproep van uw huisarts voor het opstellen van een Cardiovasculair Risicoprofiel Risicofactoren hart- en vaatziekten in beeld

Een leven lang vitaal. Kwestie van geluk of goede genen? Kun je er zelf iets aan doen?

Gezondheid & Voeding

Pre-diabetes. Vasculair Preventie Centrum

Inhoud. Voeding en leefstijl bij en na kanker. 1. Voeding van vroeger tot nu. 1. Voeding van vroeger tot nu. 2.

Hart- en vaataandoeningen zijn de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen in de Westerse wereld. Daarom moeten we werk maken van:

Ken je cardiovasculair risico!

De invloed van ontstekingsreuma en -behandeling op hart- en vaatziekten

Workshop diabetes en koolhydratenbeperking bij overgewicht. Graag in samenwerking

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID. Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN

Samenvatting voor niet-ingewijden

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA HOGE BLOEDDRUK. DUIDELIJKE ANTWOORDEN

Hart- en vaatziekten. voor Marokkaanse Nederlanders. Zorg goed voor uw hart

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald

Gezond gewicht. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

De richtlijnen zijn bedoeld voor de ogenschijnlijk gezonde bevolking

Wetenschappelijke onderbouwing Nederlandse voedingsrichtlijnen

Hoe word je 100? (en willen we dat eigenlijk wel?)

Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen

Matig alcoholgebruik en gezondheid

Samenvatting. Samenvatting

METING TANITA INNERSCAN. NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V. Gewicht. Vetpercentage. Watergehalte % Spiermassa.

Diabetes of suikerziekte

DIABETOgen Test. Diabetes mellitus Typ II. Risico s in kaart. Diabetes Mellitus

ALCOHOL & GEZONDHEID. De wetenschap. Dr. ir. Trudy Voortman

Preventie consult. Huisartspraktijk J.B. Sanders

SAMENVATTING. 140 Samenvatting

Kent u de cijfers van uw hart?

niveau 2, 3, 4 thema 5.5

Hart- en vaatziekten. voor Nederlanders. Zorg goed voor uw hart

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Gezondheid & Voeding

Nederlandse Samenvatting

1 gram verteerbare koolhydraten levert 4 kcal (afkorting verteerbare koolhydraten =

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA CHOLESTEROL. DUIDELIJKE ANTWOORDEN

Glucophage 500 bijsluiter blz. 1 / 6

H Osteoporose (bij behandeling voor borstkanker)

stoppen zware drinkers minder vaak met het drinken van alcoholhoudende drank dan vrouwen met een lager alcoholgebruik.

Cholesterol. Alles wat je ooit wilde weten

INFORMATIE CURSUS WIJN EN GEZONDHEID

Diabetes mellitus. Victoza en voeding

Voeding en gezondheid

Func/onele achteruitgang

Glucophage 850 bijsluiter blz. 1 / 6

Seniorenraad Son en Breugel 22 juni 2018

Hoge bloeddruk: de inzichten van cellulaire geneeskunde. Hoe specifieke vitale celstoffen patiënten met hoge bloeddruk kunnen helpen

- Cacao als medicijn - Cacao, godenvoeding - Chocolade gunstig voor hart en bloedvaten. Cacao als medicijn

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden.

Gezonde voeding (voor ouderen)

Hoe vol is uw glas? Postbus 590, 6700 AN Wageningen T info@kennisinstituutbier.nl

Verlaag uw kans op een hart- of vaatziekte

Hart en Vaataandoeningen, Leefstijlziektes? of! Leo Schrijvers Cardioloog

Uw bezoek aan de vasculaire polikliniek.

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Dieetadviezen bij een ontstoken alvleesklier

Volkoren & gezondheid een begrijpelijk overzicht van de wetenschappelijke literatuur

Heartbeat. Ujala Radio. Leefwijzer is door Ujala Radio ontwikkeld voor met name Hindoestaanse Nederlanders. Leefwijzer 1.

Omega-3 vetzuren: wat... waarom... waar...

Diabetes (suikerziekte)

Individueel zorgplan vitale vaten

Nederlandse samenvatting

Rapport Gezondheids-APK

Versnellen melkproducten de ziekte van Huntington? Je bent wat je eet

Nieuwe Richtlijnen Goede Voeding

Botontkalking. Albert Schweitzer ziekenhuis oktober 2014 pavo 0298

NEDERLANDSE SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY)

Osteoporose. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Uw bezoek aan de vasculaire polikliniek

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

Er zijn verschillende meetmethodes waarmee u kunt vaststellen of u een gezond gewicht hebt:

Overgewicht Inhoud Inleiding Oorzaken van overgewicht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Leefstijl Nederlander niet verbeterd. Weer meer mensen met overgewicht

Inleiding Wat is jicht Hoe ontstaat jicht

Hoe verklein ik mijn kans op kanker? Volg de kleuren!

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen

Inhoud Hoe BRAVO ben jij?

Gezondheid & Voeding

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezondere leefstijl blijkt voor velen moeilijk haalbaar

Leefstijlkoers. De koers van uw leefstijl is gezond. Kijk op de volgende pagina voor een overzicht van uw leefstijl. 1 / 7

density lipoproteïne (LDL cholesterol) lijkt een belangrijke rol te spelen in de initiatie van Nederlandse samenvatting

Dagelijkse consumptie van yoghurt helpt hartziekten te voorkomen

TIA en dan. Transient ischemisch attack

Gezondheidsrisico s door nachtwerk. Nr. 2017/17. Samenvatting

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezonde leefstijl wint langzaam terrein. Licht dalende trend van zware drinkers

DIABETES- EN VASCULAIR SPREEKUUR

Cholesterol Cholesterol

Transcriptie:

03 Inhoudsopgave Inleiding 04 Belangrijkste bevindingen 07 Verantwoord en met mate, daar gaat het om 08 Matige bierconsumptie kan goed zijn voor uw hart 10 Coronaire hartziekten 12 - Cholesterolwaarde in het bloed 13 - Stolling 13 - Ontstekingen 13 - Insulineresistentie 13 Bier beschermt uw hart net zo goed als wijn 13 Andere hart- en vaatziekten 14 Complicerende factoren 14 - Leefstijl 14 - Drinkpatronen 15 - Voedingspatroon 15 Matige bierconsumptie kan ook bij andere aandoeningen een positief effect hebben 16 Diabetes Mellitus (suikerziekte) 17 Obesitas 17 Metabool syndroom 18 Botontkalking 19 Dementie 19 Ziekte van Parkinson 20 Galstenen 20 Welbevinden (psychotherapeutische waarde) 20 Welbevinden (lichamelijke gezondheid) 21 Veroudering 21 Mogelijke nadelige effecten van 22 Bier-specifieke bijdragen aan een gezond voedingspatroon 24 Mogelijke positieve effecten van de natuurlijke ingrediënten van bier 25 - Antioxidanten 25 - Vitaminen 26 - Mineralen 26 - Hop 27 Matige bierconsumptie maakt niet dik 27 Bier en de glycemische index en glycemische belasting 28 Literatuur 30

Inleiding 04 05 Inleiding Dit boekje geeft een overzicht van de actuele kennis over de positieve effecten van matige consumptie van alcoholhoudende dranken, in het bijzonder van bier. Het bevat de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek tot en met. Hoewel de meningen over dit onderwerp op bepaalde punten uiteenlopen, hebben we in dit boekje de meest actuele wetenschappelijke inzichten op dit gebied bijeengebracht. Achterin is een overzicht opgenomen van binnen het vakgebied getoetste publicaties waaraan de informatie is ontleend. De vorige uitgaven van dit boekje zijn ontstaan na eendaagse seminars in november 1999, oktober 2001 en oktober 2003. De seminars gingen over de positieve effecten van matige alcoholconsumptie op de gezondheid en over de gezondheidsbevorderende eigenschappen van bier. Deze vierde uitgave volgt op een symposium dat in mei 2006 gehouden is. Daar hebben deskundigen uit heel Europa actuele wetenschappelijke bevindingen over dit onderwerp besproken. Ook verwijst dit boekje naar de resultaten van onderzoek dat in 2007 en plaatsvond. Voorzitter van het sym posium was professor Jonathan Powell van het MRC Centre for Human Nutrition Research, Cambridge, Verenigd Koninkrijk. Onder de sprekers bevonden zich dr. Jean-Michel Lecerf, Frankrijk; dr. Norbert Frank, Duitsland; prof. dr. Arne Astrup, Denemarken; mevrouw Jane Staniforth, Verenigd Koninkrijk; dr. Henk Hendriks, Nederland; dr. Ramón Estruch, Spanje; dr. Ascensión Marcos, Spanje; en prof. Manfred Walzl, Oostenrijk. Een van de prominente sprekers was mevrouw Maria Rauch-Kallat, destijds Oostenrijks Minister van Gezondheid en Vrouwenzaken. Hun presentaties en de nadruk die zij daarbij legden op het belang van een gezonde leefstijl, zijn de belangrijkste redenen voor de Brewers of Europe om dit boekje te herzien. Deze uitgave is door de Brewers of Europe samengesteld met het doel om in niet-wetenschappelijke bewoordingen uiteen te zetten dat bier, een drank die al duizenden jaren niet meer weg te denken is uit ons voedingspakket, niet alleen goed smaakt, maar bij matig gebruik door volwassenen ook uitstekend past in en zelfs bevorderlijk is voor een gezond voedingspatroon en een gezonde leefstijl. Al die honderden verschillende soorten bier die overal in Europa worden gebrouwen, hebben de aantoonbaar gunstige effecten van alcohol met elkaar gemeen, evenals de potentiële positieve effecten van de natuurlijke ingrediënten van bier. Tijdens het eerste Beer and Health Symposium concludeerde de voorzitter onder andere dat bier, net als andere alcoholhoudende dranken, ertoe bijdraagt dat de kans op hartziekten afneemt. Ook zijn er aanwijzingen dat bierconsumptie specifieke positieve effecten heeft die niet bij andere dranken geconstateerd zijn, wat nader onderzoek rechtvaardigde. Sinds dat eerste symposium heeft het onderzoek zich verder ontwikkeld en zijn er nieuwe resultaten en ideeën gepubliceerd over de gunstige gezondheidseffecten van bier. Deze nieuwe uitgave geeft een overzicht van de onderzoeksresultaten die tot op heden gepubliceerd zijn met betrekking tot de bewezen en potentiële voordelen van. Alle informatie is herzien en geactualiseerd, in het bijzonder met betrekking tot de gunstige effecten als het verminderen van de kans op hartziekten en een toenemend aantal andere aandoeningen. Nieuwe onderdelen zijn onder andere: de betekenis van bier voor oudere consumenten; het belang van een gezonde leefstijl; eet- en drinkpatronen; en uitleg over bier in relatie tot de glycemische index en de glycemische belasting. Deze informatie is niet bedoeld om mensen die geen bier drinken, om welke reden dan ook, aan te zetten tot het consumeren van bier om gezondheidsredenen. De bedoeling van dit boekje is om mensen die graag bier drinken te informeren en gerust te stellen over hun bierconsumptie: bij matige consumptie zijn er geen gezondheidsrisico s en kunnen er per saldo zelfs positieve effecten optreden. Het is niet bedoeld om als voedingskundig advies te dienen. Met nadruk wijzen wij erop dat de negatieve gevolgen voor de gezondheid van overmatige alcoholconsumptie duidelijk zijn. Deze zijn elders al goed gedocumenteerd en worden in deze uitgave niet behandeld. Janet Witheridge The Brewers of Europe / Samensteller.

Belangrijkste bevindingen 06 07 Belangrijkste bevindingen Bier is een verfrissende drank waar men van kan genieten en die relatief weinig alcohol bevat. Het geeft plezier en bevordert voor veel mensen de sociale omgang. Het is voor bierdrinkers daarom geruststellend om te weten dat bierconsumptie ook deel kan uitmaken van een gezonde leefstijl. De natuurlijke ingrediënten in bier bevatten essentiële vitaminen, mineralen en antioxidanten, die alle een bijdrage kunnen leveren aan een gezond voedingspatroon. Bier is de enige voedingsbron van betekenis die hop bevat, waardoor de mogelijke positieve effecten van bier op de gezondheid uniek zijn. Uit onderzoek is gebleken dat van gunstige invloed is op vele gezondheidsaspecten. Het verlaagt de kans op hart- en vaatziekten (de belangrijkste oorzaak van overlijden en invaliditeit onder Europese volwassenen), diabetes, osteoporose etc. Matige bierconsumptie levert voor de meeste gebruikers ook een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van leven. De in dit boekje beschreven gezondheidsbevorderende effecten zijn het gevolg van matige, verantwoorde consumptie van bier. Te veel drinken echter schaadt de gezondheid. De schadelijke effecten worden hoofdzakelijk in verband gebracht met buitensporig drinken, maar voor sommige mensen en in sommige situaties kan zelfs matige consumptie al te veel zijn (misbruik). De onderzoeken die in deze brochure besproken zijn, geven een beeld van de huidige stand van zaken in de wetenschap over de positieve effecten van. Op dit moment zijn nieuwe onderzoeken gaande naar het preventieve effect van alcoholconsumptie. Er wordt onderzocht of het menselijk lichaam bepaalde componenten in voedsel en in dranken (zoals bier) kan benutten om ziekten te voorkomen.

Verantwoord en met mate, daar gaat het om. Verantwoord en met mate, daar gaat het om Matig drinken is drinken binnen de grenzen die gesteld worden door uw gezondheid, door de samenleving waarin u leeft en door uw verplichtingen ten opzichte van uw familie en vrienden. 09 In deze uitgave worden de gevolgen beschreven van een verantwoorde of matige bier consumptie. Met nadruk vermelden wij dat de genoemde gunstige effecten alléén gelden bij matige consumptie door gezonde volwassenen. Veel drinken, of het nu af en toe gebeurt of regelmatig, kan schadelijk zijn en vele chronische gezondheids problemen tot gevolg hebben. Evenzo kan drinken door minderjarigen, zelfs als dat met mate gebeurt, bijzonder schadelijk voor de gezondheid zijn. Dr. Skovenborg, spreker op het tweede Beer and Health Symposium, geeft de volgende definitie van matige consumptie: Matig drinken is drinken binnen de grenzen die gesteld worden door uw gezondheid, door de samenleving waarin u leeft en door uw verplichtingen ten opzichte van uw familie en vrienden: 1 tot 3 glazen per dag voor de meeste mannen. Omdat vrouwen gevoe liger zijn voor de effecten van alcohol, wordt hun aangeraden om minder te drinken dan mannen: 1 tot 2 glazen per dag. (De Nederlandse Gezondheidsraad adviseert als verantwoorde consumptie voor mannen maximaal 2 glazen per dag en voor vrouwen maximaal 1 glas per dag). De hoeveelheid alcohol in een glas bier kan flink verschillen, afhankelijk van glas inhoud en alcoholpercentage. Deze alcoholhoeveelheid varieert binnen Europa licht, al naar gelang de historische tradities en gewoonten. Onder een glas bier wordt in dit boekje een 0,25-literglas verstaan met een sterkte van tussen 4 en 5 volumeprocent alcohol (% vol.). Deze hoeveelheid komt ongeveer overeen met een alcoholgehalte van 10 gram. Verder moet worden opgemerkt, dat het opsparen van de dagelijkse maximale hoeveelheid, bijvoorbeeld om het in het weekend stevig op een drinken te zetten, zeer ongezond is. Hoewel dit nuttige richtlijnen zijn, is het belangrijk om erop te wijzen dat ze alleen betrekking hebben op gezonde volwassenen, en dat er situaties zijn waarin zelfs matige consumptie misbruik betekent. Dergelijke situaties zijn bijvoorbeeld een periode waarin men zwanger probeert te raken of tijdens de zwangerschap; vóór het autorijden of het bedienen van machines; bij gelijktijdig gebruik van bepaalde medicijnen; of bij bepaalde ziekten. Artsen zijn uiteraard terughoudend om geheelonthouders aan te sporen over te gaan tot matige consumptie omwille van mogelijke positieve gezondheidsaspecten. Zij vrezen dat een dergelijk advies zou leiden tot overmatige consumptie of door sommigen opgevat zou worden als een excuus om te drinken. Ook is het niet eenvoudig om de resultaten van bevolkingsonderzoek te vertalen naar medische adviezen. Wat voor de bevolking als geheel geldt, geldt misschien niet voor bepaalde personen: het kan zijn, dat iemand uit een familie komt met een drankprobleem, of er een afwijkende leefstijl op na houdt. Voor persoonlijk maatadvies kan men altijd het beste de huisarts raadplegen. De brouwers zijn zich terdege bewust van de gevaren van alcoholmisbruik. Daarom hebben zij talloze opvoedkundige programma s en campagnes opgezet om misbruik te vermijden, bijvoorbeeld om te voorkomen dat mensen met drank op achter het stuur plaatsnemen of dat zij te jong beginnen met drinken (voordat zij de wettelijk toegestane leeftijd hebben bereikt). Een recente publicatie door de Worldwide Brewing Alliance telt meer dan 570 van dergelijke initiatieven die door brouwers wereldwijd worden gefinancierd. Deze publicatie is verkrijgbaar via de website van The Brewers of Europe, www.brewersofeurope.org, klik op publications.

Matige bierconsumptie kan goed zijn voor uw hart. Matige bierconsumptie kan goed zijn voor uw hart In vergelijking met geheelonthouders en zware drinkers lopen matige drinkers een aanzienlijk kleinere kans op harten vaatziekten, doodsoorzaak nummer één in Europa. 11 FIGUUR 1 : ALCOHOL EN STERFTECIJFER BIJ VROUWEN * VS ANDERE LANDEN EUROPA RELATIEF STERFTERISICO 1,4 1,3 1,2 1,1 1,0 0,9 0,8 0,7 0,6 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 ALCOHOLCONSUMPTIE DOOR VROUWEN IN AANTAL GRAM PER DAG FIGUUR 2 : 1,4 ALCOHOL EN STERFTECIJFER BIJ MANNEN * VS ANDERE LANDEN EUROPA RELATIEF STERFTERISICO 1,3 1,2 1,1 1,0 0,9 0,8 0,7 0,6 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 ALCOHOLCONSUMPTIE DOOR MANNEN IN AANTAL GRAM PER DAG * Bron: Alcohol Dosing and Total Mortality in Men and Women: An Updated Meta-analysis of 34 Prospective Studies 3. Er is veel epidemiologisch onderzoek gedaan naar de verhouding tussen de gevaren en voordelen van alcoholconsumptie. Deze verhouding vertoont een U- of J-curve, waaruit blijkt dat het risico van vroegtijdig overlijden bij matige consumptie lager is dan hetzelfde risico bij zware drinkers en geheelonthouders, ongeacht de leeftijd 1. Ook is er een duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen. De positieve effecten doen zich bij vrouwen bij een lager consumptieniveau voor dan bij mannen 2. Uit een recente statistische (meta)analyse van 34 onderzoeken over de hele wereld is gebleken, dat alcoholconsumptie (maximaal 4 glazen (40 gram) per dag bij mannen, 2 glazen (20 gram) bij vrouwen) de kans op vroegtijdig overlijden met 18% doet afnemen in vergelijking met geheelonthouders en zware drinkers 3. De J-curve

Matige bierconsumptie kan goed zijn voor uw hart 12 13 in figuur 1 en 2 illustreert de relatie tussen alcoholconsumptie en het sterfterisico (door welke oorzaak ook) bij mannen en vrouwen in Europa, de Verenigde Staten en andere landen. In alle onderzochte landen blijkt, dat bij matige consumptie van alcohol houdende dranken de kans op vroegtijdig overlijden lager is dan datzelfde risico bij geheelonthouders en zware drinkers. Dit geldt voor zowel mannen als vrouwen. De conclusie van deze meta-analyse was, dat mensen die al gewend zijn aan geringe of matige consumptie van alcohol, gerust kunnen worden aangemoedigd daarmee door te gaan. Coronaire hartziekten (hartinfarct) Hart- en vaatziekten, waaronder herseninfarcten en coronaire hartziekten (zoals een hartinfarct), zijn onder volwassenen de belangrijkste oorzaak van overlijden en invaliditeit. Jaarlijks sterven 4 miljoen Europeanen aan deze ziekten, dat is bijna de helft van alle sterftegevallen. Ongeveer de helft van alle sterftegevallen door hart- en vaatziekten wordt door coronaire hartziekten veroorzaakt, terwijl beroerte verantwoordelijk is voor eenderde van die gevallen. Preventieve maatregelen zijn onder meer het wijzigen van de leefstijl, zoals een gezonder voedingspatroon en meer lichaamsbeweging. Ook matige consumptie van bier en andere alcoholhoudende dranken kan onderdeel uitmaken van zo n gezonde leefstijl 4. Er is overtuigend aangetoond dat mensen die met mate bier, wijn of gedistilleerd drinken, een veel kleinere kans (30-40%) hebben op hartziekten dan geheelonthouders of zware drinkers. Dit blijkt uit vele onderzoeken over de hele wereld. In het Global Status Report on Alcohol (WHO, 2004) wordt dit het meest gezondheidsbevorderende effect van alcohol genoemd 5. Bij deze onder zoeken wordt uitgegaan van ongeveer 3 alcoholhoudende consumpties per dag. Matige consumptie staat als risicobeperkende maatregel op één lijn met andere preventieve maatregelen, zoals het gebruik van aspirine, gewichtsbeheersing en lichaamsbeweging 6. Uit vergelijkend onderzoek naar matig alcoholgebruik en lichaamsbeweging bleek verder, dat beide in belangrijke mate bijdroegen aan een vermindering van het risico 7. Van dit positieve effect kunnen allerlei mensen profiteren: personen die een hoger risico op hart- en vaatziekten lopen bijvoorbeeld lijders aan hoge bloeddruk 8, diabetes 9 of metabool syndroom 10 maar ook mensen die minder risico lopen (bewust gezond leven) 11. Er zijn diverse, algemeen geaccepteerde verklaringen voor deze aangetoonde geringere kans op een hartinfarct. onderstaande mechanismen blijken voor vrijwel alle mannen te gelden. Bij vrouwen is dit percentage ca. 75% 12. Cholesterolwaarde in het bloed De cholesterolwaarde levert de grootste bijdrage aan de vermindering van de kans op een hartinfarct. Er is aangetoond dat het gehalte aan goed vet in het bloed (HDL-cholesterol) toe neemt bij alcoholconsumptie. Hogere spiegels goed vet hebben een aantoonbare invloed en zorgen voor een lagere kans op een hartinfarct. Onderzoek heeft aan getoond dat een glas bier per dag het HDLcholesterolgehalte aanzienlijk kan verhogen 13. Stolling Wetenschappers hebben ook aangetoond dat alcohol een gunstig bloedverdun nend effect heeft en dat het stollingseffect in het bloed hierdoor vermindert 14. Matige bierconsumptie blijkt hierbij van positieve invloed te zijn op de vetspiegel in het bloed 15. Ontstekingen Bij de ontstekingsziekte atherosclerose (aderverkalking), die kan leiden tot een hartinfarct, zorgt een lokale ontsteking van de vaatwand voor een verhoogde kans op vernauwing en verstopping. Er komen steeds meer bewijzen dat alcohol een ontstekingsremmend effect heeft en dat daardoor de kans op hart- en vaatziekten afneemt 16, 17. Insulineresistentie Insuline is het hormoon dat de bloedsuikerspiegel regelt. Een van de eerste fasen in de ontwikkeling van diabetes mellitus is het gevolg van het resistent worden van het lichaam tegen insuline. Matige alcoholconsumptie zou lagere insulineresistentiewaarden tot gevolg hebben en de kans op het krijgen van diabetes verminderen (zie pag. 17). Insulineresistentie wordt in verband gebracht met hart- en vaatziekten; ook door de insulineresistentie te verkleinen zou matige alcoholconsumptie de kans op hart- en vaatziekten kunnen reduceren 18. Bier beschermt uw hart net zo goed als wijn Het is de alcohol die voor het beschermend effect zorgt. Het is dus niet een bepaald type drank dat het alleenrecht kan claimen als het gaat om de reductie van harten vaatziekten. In talrijke onderzoeken is geprobeerd om het effect te vergelijken dat bier, wijn en gedistilleerd hebben op de gezondheid: de vraag is immers of deze dranken alle maal dezelfde bescherming bieden tegen hart- en vaatziekten. Uit de bevindingen blijkt dat het de alcohol zelf is die de voornaamste bescherming biedt 19. Het bescher mende effect van matige alcoholconsumptie wordt namelijk waargenomen in verschillende landen met verschillende culturen en drinkgewoonten. Dat, in samenhang met de bovenbeschreven mechanismen, bevestigt dat het vooral de alcohol is die voor het beschermend effect zorgt. Er is dus niet een bepaald type drank dat het alleenrecht 20 kan claimen als het gaat om de reductie van hart- en vaatziekten. Bevolkingsonderzoek toont over het algemeen aan dat de drank die het meest gedronken wordt door een bevolkingsgroep, de meest positieve effecten heeft 21. Dat is bijvoorbeeld te zien in landen als Duitsland en Tsjechië, waar veel bier gedronken wordt: daar is op grond van onderzoek het positieve effect van bier bevestigd 22, 23, 24.

Matige bierconsumptie kan goed zijn voor uw hart 14 15 Andere hart- en vaatziekten Ook is aangetoond dat door regelmatig licht tot matig te drinken de kans op andere hart- en vaatziekten afneemt. Naar aanleiding van statistisch onderzoek die een consistente afname 25 liet zien van de kans op een ischemische beroerte de meest voorkomende vorm van beroerte werden diverse aanvullende onderzoeken verricht. Hieruit bleek, dat dit risico met 50% afnam bij een consumptie van maximaal twee glazen alcoholhoudende drank per dag 26. Ook wordt matige alcoholconsumptie in verband gebracht met een lichte afname van het aantal mensen met hart- en vaatziekten en een afname van het sterftecijfer bij die mensen die eerder door een hartaanval 27 werden getroffen of een hartoperatie 28 ondergingen. Bij ouderen blijkt matige consumptie tevens het risico op slagaderlijke ziekten te verminderen 29. Complicerende factoren Het is van wezenlijk belang dat factoren die te maken hebben met de leefstijl, meegenomen worden in elk onderzoek naar de effecten van alcohol op de gezondheid. Naast wat mensen drinken, zijn er vele andere factoren die de gezondheid beïnvloe den. Daaronder vallen bijvoorbeeld leefstijl; eetgewoonten; gezondheid; gedrag; maatschappelijke positie en bestaande ziekten. Die factoren worden tot op zekere hoogte bepaald door erfelijke, sociale, culturele en zelfs geografische omstandigheden. Volgens sommige onderzoekers zou het kennelijk beschermende effect van matige consumptie weleens geheel aan deze factoren toe te schrijven zijn 30. Onderzoek heeft uitgewezen dat matige drinkers er in het algemeen een gezondere leefstijl op na houden dan geheelonthouders en zware drinkers 31. Een recente studie onderzocht uitsluitend personen met een gezonde leefstijl en constateerde verminderd risico op hartziekten bij matige alcoholconsumptie 11. In verschil lende publicaties is gesuggereerd dat wijn een positiever effect op de gezondheid zou hebben dan bier 32, maar uit onderzoek komt naar voren dat dit ogenschijnlijke verschil verklaard kan worden door andere factoren zoals eetgewoonten, andere verschillen in leefstijl die verband houden met de voorkeur voor wijn, en zelfs per soonlijkheidskenmerken 33, 34, 35. Het is bijvoorbeeld waarschijnlijk dat wijndrinkers er betere eetgewoonten op na houden 36, 31, 34. Ook doen wijndrinkers meer aan lichaams beweging en zijn ze minder geneigd om te roken. Of ze zijn hoger opgeleid, genieten een hoger inkomen en een betere maatschappelijke positie, allemaal factoren die van invloed zijn op een goede gezondheid 37. Het is daarom van wezenlijk belang dat er rekening wordt gehouden met al deze factoren bij het onderzoek naar de effecten van alcohol op de gezondheid. Leefstijl De toename van niet-overdraagbare ziekten vormt een grote belasting voor de gezondheidszorg in de geïndustrialiseerde landen. Onderzoek heeft aangetoond dat deze ziekten hun oorsprong vinden in een ongezonde leefstijl 38. Het is duidelijk dat een goede gezondheid wordt beïnvloed door alles wat we doen, inclusief een evenwichtige voeding, regelmatige lichaamsbeweging, matige alcoholconsumptie etc. Leefgewoonten zijn doorgaans typerend voor iemands leefstijl en worden gedurende het hele leven gevormd. Voor veel mensen is matige alcoholconsumptie een vast onderdeel van hun manier van leven 39, een belangrijk element in hun sociale leven en een manier om hun plezier in het leven aanzienlijk te vergroten. Plezier en geluk zijn immers essentiële ingrediënten van een gezonde leefstijl! Drinkpatronen Het drinkpatroon en de manier waarop mensen drinken, is ook een onderwerp van research. Het staat buiten kijf dat te veel drinken de gezondheid schaadt. Het gaat echter niet alleen om de vraag hoeveel, maar ook om hoe vaak 40, 41. Dit soort gegevens zijn echter moeilijk te interpreteren en de meningen lopen uiteen over hoe die informatie het best verzameld of geanalyseerd zou moeten worden 42, 43. Onderzoekers staan voor de taak om de effecten van alcoholconsumptie in zijn geheel genomen te scheiden van de invloed van drinkpatronen. Dit is nodig om vast te stellen hoe elk van deze variabelen van invloed is op de kans op ziekten, want waarschijnlijk gaat het hier om twee niet-gerelateerde risicofactoren 44. In het algemeen zijn wetenschappers het er wel over eens, dat elke dag met mate drinken beter is voor de gezondheid het vermindert vooral de kans op een hartinfarct dan slechts enkele keren per week een bepaalde (grotere) hoeveelheid 44. Mensen die soms doorzakken, hebben een verhoogd risico op een hartinfarct, zelfs als hun gemid delde wekelijkse drankinname matig is 45, 46. Onder doorzakken wordt in de wetenschappelijke literatuur verstaan het bij een enkele gelegenheid nuttigen van vijf of meer glazen alcoholhoudende drank. Mensen die doorzakken profiteren niet van de verlaagde kans op diabetes type II waarvan matige consumenten wél profiteren 47. Een van de mogelijke verklaringen hiervoor is het verhoogde risico op hoge bloed druk bij doorzakkers. Doorzakken houdt niet alleen een verhoogd risico op persoonlijk letsel in, het zou ook een sterk verhoogd (drie maal zo hoog) risico inhouden op het ontwikkelen van cognitieve achteruitgang of dementie op latere leeftijd, doordat hersencellen direct afsterven 48. Met nadruk moet worden gesteld, dat minder drinken de overlevingskansen van zware drinkers doet toenemen 49. Ook bestaat het vermoeden dat alcohol bij de maaltijd beter is dan het drinken op een lege maag, omdat is aangetoond dat het laatste een verhoogd risico op hoge bloeddruk met zich meebrengt 50. De onderzoekers zijn het over dit onderwerp echter niet unaniem eens. Voedingspatroon Ook het voedingspatroon vormt een belangrijk onderdeel van de leefstijl. Sommige diëten, zoals het Mediterraan dieet, worden in verband gebracht met een verhoogde levensverwachting 51. Naast een grotere hoeveelheid fruit, groenten en vis en minder gebruik van verzadigde vetten biedt dit dieet ruimte voor een bescheiden consumptie van alcohol. Uit vele onderzoeken blijkt dat een mediterrane levenswijze in combinatie met alcoholconsumptie in soortgelijke hoeveelheden steeds in verband kan worden gebracht met een geringere kans op ziekten 2. In combinatie met andere aspecten van een gezonde leefstijl zoals lichaamsbeweging en niet roken blijkt het Mediterraan dieet samen te hangen met een daling van ruim 50% van het sterftecijfer bij oudere Europeanen 52. Een combinatie van vier gezondheidsbevorderende gedragsfactoren (niet roken, lichaamsbeweging, matige alcoholconsumptie (maximaal 14 glazen per week) en dagelijkse consumptie van vijf porties groente en fruit) leidt volgens recent onderzoek tot een verlaging van de biologische leeftijd met 14 jaar 53. Ook zouden 3 van de 4 hartinfarcten ermee voorkomen worden 54.

Matige bierconsumptie kan ook bij andere aandoeningen een positief effect hebben. Uit steeds meer onderzoeken blijkt dat matige consumptie van alcoholhoudende dranken ook tegen andere aandoeningen bescherming kan bieden. 17 Er komen steeds meer aanwijzingen dat een leefstijl met lichte tot matige consumptie van alcoholische dranken tegen vele andere aandoeningen bescherming kan bieden, zoals diabetes mellitus, osteoporose en dementie. Hoe dit komt, is nog niet helemaal duidelijk. Er is meer onderzoek nodig om precies te achterhalen welke mechanismen er achter dit effect zitten. Net als bij hart- en vaatziekten lijkt matige consumptie bescherming te bieden tegen deze aandoeningen, terwijl overmatige consumptie schadelijk is 55. Ook kunnen de positieve effecten niet overtuigend toe geschreven worden aan één bepaald soort alcoholhoudende drank. Diabetes mellitus Ouderdomsdiabetes (diabetes mellitus type II) is een gezondheidsprobleem dat in de westerse wereld steeds vaker voorkomt en dat ca. 8% van de bevol king treft. Geschat wordt dat ruim 60 miljoen mensen aan deze ziekte lijden. Het gaat gepaard met vele levensbedreigende complicaties, waaronder hart- en vaatziekten. Verschillende studies tonen aan dat ouderdomsdiabetes minder vaak voorkomt bij mensen die met mate drinken dan bij geheelonthouders en zware drinkers. De vermindering van het risico is ca. 30% 56 en deze vermindering komt ook voor bij oudere vrouwen 57. Hoe het komt dat matige alcoholconsumptie tot deze risicovermindering leidt is niet geheel duidelijk, maar diverse mogelijkheden worden onderzocht 58, bijvoorbeeld de wijze waarop het lichaam insuline produceert kan erdoor veranderen 59. Obesitas Obesitas is een groot probleem voor de volksgezondheid. De reden daarvoor is dat zwaar overgewicht vaak gepaard gaat met vele andere aandoeningen, zoals diabetes type II, hart- en vaatziekten, degeneratieve arthritis en levercirrose. Men vermoedt dat zwaar overgewicht de levensverwachting met ongeveer tien jaar verkort. Obesitas wordt sterk beïnvloed door de leefstijl, waarbij vele factoren van invloed kunnen zijn op veran deringen in het lichaamsgewicht, zoals calorie- en vetinname en lichaams beweging, die op hun beurt weer verband houden met de sociaaleconomische positie. In de afgelopen 20 jaar is binnen de EU het aantal mensen dat kampt met obesitas en overgewicht verdrievoudigd, en het worden er steeds meer. Volgens een voorzichtige schatting zal dit percentage in 2020 60 tot 20,1% zijn opgelopen. In Europa zullen dan ruim 31 miljoen mensen zich moeten laten behandelen voor diabetes en de complicaties die daarmee samenhangen. Op de lange duur zal daardoor de gemiddelde levensverwachting binnen de EU dalen en zal de kwaliteit van leven van veel mensen afnemen 61. Matige alcoholconsumptie (10 tot 30 gram per dag) vertegenwoordigt ongeveer 10 procent van de totale energieopname in ontwikkelde landen. Tot voor kort werd aangenomen dat de consumptie van alcoholhoudende dranken, met name van bier, bijdroeg tot de oorzaak van deze epidemie van obesitas. Dit blijkt echter niet terecht als het gaat om lichte tot matige consumptie. Er kan dan zelfs een positief effect optreden, zoals een geringere kans op obesitas 62. Wel is van belang om op te merken, dat dit niet opgaat bij een consumptieniveau van meer dan drie glazen per dag.

Matige bierconsumptie kan ook bij andere aandoeningen een positief effect hebben 18 19 Onderzoek heeft uitgewezen dat er een verband bestaat tussen zware alcoholconsumptie (ongeacht de soort drank) en een verhoogd lichaamsgewicht en abdominale obesitas (vetophoping in de buik, een hogere risicofactor voor het ontwikkelen van hart- en vaatziekten) 63. De manier waarop mensen alcohol drinken, is ook van invloed op het gewicht. Duidelijk is, dat bij een onderzoek naar het effect van alcoholconsumptie op het gewicht vooral gekeken moet worden naar het drinkpatroon. Het gemiddelde volume is van minder belang. Bij bepaalde mensen die onregelmatig of veel drinken, kan alcohol tot overgewicht leiden, omdat alcohol dan als energiebron dient en de consumptie van voedsel stimuleert. Uit diverse onderzoeken komt echter naar voren dat mensen die regelmatig (dagelijks) kleine hoeveelheden consumeren, slanker blijken te zijn dan degenen die af en toe doorzakken 64, 65. In één van die onderzoeken wordt aangetoond dat bij een vast consumptieniveau het risico op obesitas als gevolg van alcohol bijna 30% lager ligt indien die alcoholconsumptie over 7 dagen per week wordt verspreid dan wanneer diezelfde hoeveelheid in 2-4 dagen per week 66 wordt geconsumeerd. De redenen hiervoor blijven onderwerp van discussie. Een mogelijke reden is dat de consumptie van bier en andere alcohol houdende dranken bij de maaltijd het energieverbruik stimuleert omdat het de lichaamstemperatuur verhoogt, maar dat dit alleen efficiënt gebeurt bij regelmatige consumptie van kleine hoeveelheden 67, 68. Het is echter moeilijk alle factoren die met de leefstijl verband houden (zoals de mate van lichaamsbeweging) erbij te betrekken en statistisch te verklaren. Mogelijk speelt een combinatie van meerdere factoren een rol. Metabool syndroom De diagnose metabool syndroom is van toepassing op mensen die aan een combinatie van aandoeningen lijden, waaronder obesitas; insulineresistentie; hoge triglyceridewaarde; te lage HDL-waarde ( goed cholesterol) en hoge bloeddruk. Het metabool syndroom hangt samen met een verhoogde kans op het ontwikkelen van diabetes mellitus type II, hart- en vaatziekten en levercirrose. Steeds meer mensen momenteel al één op de zes Europeanen - hebben deze aandoening. Hoewel een ongezonde leefstijl tot het ontwikkelen van het metabool syndroom kan leiden, proberen wetenschappers vast te stellen welke rol lichte alcoholconsumptie daarbij zou kunnen spelen 69. Er komen steeds meer aanwijzingen dat er een verband bestaat tussen lichte tot matige alcoholconsumptie en een verminderd risico op het metabool syndroom 70. Botontkalking Osteoporose (botontkalking) komt veelvuldig voor bij ouderen, vooral bij vrouwen na de overgang. Broze botten breken sneller. Een op de drie vrouwen en één op de vijf mannen boven de vijftig jaar lopen botbreuken als gevolg van osteoporose op. Botbreuken zijn een belangrijke oorzaak van pijn en overlijden bij ouderen en kosten de Europese samenleving jaarlijks ca. 30 miljard. Als gevolg van verschuivingen in de samenstelling van de bevolking zal het aantal gevallen van botbreuken en de daarmee samenhangende kosten in de komende decennia verdubbelen, tenzij een effectieve preventieve strategie wordt ontwikkeld om dit te voorkomen 71. Uit steeds meer studies blijkt, dat de relatie tussen de consumptie van alcoholhoudende dranken en osteoporose een U-curve vertoont, dat wil zeggen: lichte tot matige consumptie van alcohol heeft een gunstig effect op de botten 72, wat de kans op osteoporose en bot breuken zou kunnen verlagen. Volgens één onderzoek lopen matige gebruikers 38% minder risico op het ontwikkelen van osteoporose dan geheelonthouders 73, terwijl een ander onderzoek laat zien dat de kans op een heupfractuur 20% kleiner is 74. Dit beschermende effect zou gedeeltelijk verklaard kunnen worden uit het gegeven dat matige alcoholconsumptie de geleidelijke afname van botmassa een toenemend verschijnsel bij het ouder worden tegengaat (resorptie), maar daarmee is dat effect niet geheel verklaard. Uit steeds meer onderzoeken blijkt de biologische betekenis van silicium voor de gezondheid van botten. Het in bier aanwezige silicium (zie pagina 26) vormt mogelijk een verklaring voor (een deel van) deze positieve effecten 75. Hier wordt nog onderzoek naar gedaan. Dementie Meer dan drie miljoen ouderen (65+) in de Europese Unie lijden aan dementie (cogni tieve achteruitgang door ouderdom). Omdat de levensverwachting omhoog gaat, komt dementie steeds vaker voor en wordt deze aandoening een toenemende bron van zorg. Uit steeds meer onderzoeken blijkt, dat de relatie tussen alcoholconsumptie en cognitieve vermogens volgens een J- of U-curve verloopt. Dat wil zeggen dat bij mensen van middelbare leeftijd en ouderen die licht tot matig alcohol consumeren betere cognitieve prestaties en minder cognitieve achteruitgang wordt waargenomen dan bij geheelonthouders of zware drinkers in dezelfde leeftijdcategorieën 76. Sommige studies laten een aanzienlijke vermindering (van ongeveer een kwart) van het risico zien 77, 78. Er zijn verschillende verklaringen voor dit positieve effect mogelijk, waaronder: de afgenomen vernauwing van de bloedvaten in de hersenen 79, de psychologische voordelen van matige consump tie en misschien wel de verminderde kans op diabetes. Er is meer onderzoek nodig voordat dit zichtbare effect volledig kan worden verklaard. Onderzoekers zijn het er vooralsnog niet over eens of alcohol consumptie van invloed is op de ziekte van Alzheimer. Zowel toe- als afnemende kans op deze ziekte wordt in de onderzoeksliteratuur gemeld. De verminderde kans op de ziekte van Alzheimer wordt ook in verband gebracht met het Mediterraan dieet 80. Het is dus goed mogelijk dat andere leefstijl-gerelateerde factoren van belang zijn om het risico vast te kunnen stellen op het krijgen van deze ziekte 81. Ook komt uit onderzoek naar voren dat sociale activiteit en helpen om de cognitieve ach-

Matige bierconsumptie kan ook bij andere aandoeningen een positief effect hebben 20 21 teruitgang te vertragen die vaak gepaard gaat met ouderdom 82. Bij zulke activiteiten gaat het bijvoorbeeld om het bezoek aan cafés of bars, de omgang met vrienden, of lidmaatschap van een club. Ziekte van Parkinson De ziekte van Parkinson is een algemene neurodegeneratieve ziekte die vooral mensen van vijftig jaar of ouder treft. Diverse studies hebben aangetoond dat er een kleinere kans ontstaat om de ziekte van Parkinson te krijgen bij matige consumptie (waaronder matig drinken van bier 83 ) in combinatie met andere leefstijl-gerelateerde factoren 84. Galstenen De vorming van galstenen is een van de meest voorkomende en kostbare ziekten van het spijsverteringsstelsel in de westerse samenleving. Op zestigjarige leeftijd heeft bijna 30 procent van zowel mannen als vrouwen weleens last gehad van galstenen. Verschillende onderzoeken laten een verband zien tussen matige alcoholconsumptie en een verminderde kans op galstenen 85. Dit is geconstateerd bij de consumptie van alle soorten drank. Het risico is het laagst bij de mensen die regelmatig kleine hoeveelheden drinken. Er zijn diverse plausibele verklaringen voor deze constatering, waaronder het effect van alcoholhoudende dranken op het cholesterolniveau en een verminderde galconcentratie. Welbevinden (psychotherapeutische waarde) Een van de belangrijkste redenen waarom matige consumptie van bier en andere alcoholhoudende dranken wijdverbreid is, is dat veel mensen het ontspannende, prettige effect van een of twee drankjes fijn vinden. De psychotherapeutische waarde hiervan dient als potentiële gezondheidsbevorderende factor te worden beschouwd 86. De positieve psychologische effecten van matig drinken worden door vele experts onderschreven, maar zijn moeilijk wetenschappelijk aan te tonen. Een recent litera tuuroverzicht bevestigt de eerdere bevindingen dat matige alcoholconsumptie stress en spanningen vermindert en bijdraagt aan een gevoel van welbevinden 87. Het artikel meldt: Matige drinkers blijken, meer dan geheelonthouders of zware drinkers, allerlei psychologische voordelen te ervaren. Onderzoekers richten zich nu onder meer op het meten van de subjectieve gezondheid, dat wil zeggen: de manier waarop mensen hun gezondheid ervaren/ omschrijven, en op de rol die alcoholconsumptie speelt bij de geestelijke gezondheid. Uit één van die onderzoeken is gebleken, dat vrouwen die regelmatig met mate alcohol consumeren, geestelijk gezonder zijn dan vrouwen die in het geheel niet drinken 88. Uit vele onderzoeken blijkt bovendien, dat mensen die recent een matige hoeveelheid alcohol hebben geconsumeerd, gezelliger, vriendelijker en hulpvaardiger zijn. Deze constatering vindt ook steun in recent onderzoek, waaruit tevens blijkt dat matige alcoholconsumptie mensen aangenamer in de omgang doet zijn en de neiging tot ruzieachtig gedrag doet afnemen 89. Er is echter meer onderzoek nodig om de mechanismen te verklaren die tot dit verbeterd functioneren leiden en om de (eventuele) rol van de sociale omgeving in kaart te brengen. Welbevinden (lichamelijke gezondheid) Subjectieve gezondheid blijkt een sterke voorspeller te zijn van sterfterisico 90. Wetenschappers tonen steeds meer belangstelling voor de relatie tussen deze voorspellende functie en het gebruik van alcohol. Uit diverse onderzoeken komt naar voren dat matige drinkers een beter dan gemiddelde gezondheid hebben 91, 39, 88. Ook ervaren zij zichzelf als gezonder 92. Hierdoor voelen zij zich ook beter en staan zij positiever tegenover hun gezondheid. Op dit gebied is aanvullend onderzoek nodig. Veroudering Over de hele wereld neemt de levensverwachting toe en stijgt het aantal ouderen in hoog tempo. Nu al zijn meer dan 580 miljoen mensen ouder dan 60 jaar. In 2025 zijn dat er waarschijnlijk 1,2 miljard 93. Hierdoor zal het aantal mensen met diabetes, dementie en osteoporose toenemen, met als gevolg oplopende kosten van de gezondheidszorg en een verdere achteruitgang van de kwaliteit van leven. Onderzoekers richten zich daarom op het in kaart brengen van risicofactoren zoals leefstijl en voedingspatronen, en op het ontwikkelen van strategieën om deze effecten te voorkomen. In de afgelopen jaren zijn ook diverse artikelen verschenen waarin de gezondheid en het welbevinden van ouderen wordt onderzocht. Oudere mensen hebben een andere biologische reactie op alcohol. Ze lopen meer risico te vallen en doorgaans gebruiken ze ook meer medicijnen. De vraag is dus gerechtvaardigd of het wel verantwoord is om bij het ouder worden alcohol te blijven gebruiken. Uit onderzoek blijkt, dat de eerder genoemde U- curve ook op ouderen van toepassing is en dat matige drinkers langer leven en gezonder zijn dan geheelonthouders of zware drinkers 94. Hoewel de alcohol nog steeds voor het belangrijkste positieve effect verantwoordelijk is, spelen mogelijk ook andere factoren een rol: matig drinken bevordert de gezelligheid, het geeft een prettig effect, en het stimuleert de eetlust en de opname van voedsel. Dit lijkt erop te duiden dat een gezonde leefstijl niet inhoudt, dat men moet stoppen met het drinken van bier of andere alcoholhoudende dranken. Het gaat erom dat men met mate drinkt 95.

Mogelijke nadelige effecten van. Mogelijke nadelige effecten van Voor som mige mensen kan het risico dat alcoholconsumptie met zich meebrengt, groter zijn dan de mogelijke voordelen, ook bij matige consumptie. 23 Uit veel wetenschappelijk onderzoek blijkt dat er een verband bestaat tussen matige consumptie en lagere sterftecijfers bij mensen van middelbare leeftijd en bejaarden in de geïndustrialiseerde wereld. Dit verband is grotendeels toe te schrijven aan het lagere sterfterisico als gevolg van coronaire hartziekten (waaronder hartinfarcten). Alcoholconsumptie wordt echter in verband gebracht met een aantal vormen van kanker, en hoewel deze ziekten voornamelijk met zware consumptie worden geassocieerd, kan er op basis van de beschikbare onderzoeken nog geen algemeen geldende veilige limiet worden bepaald waaronder men geen risico loopt 96. Dit betekent, dat voor sommige personen de risico s groter zijn dan de potentiële voordelen, ook bij matige consumptie. Het drinken van alcohol wordt bijvoorbeeld in verband gebracht met een licht verhoogd risico op borstkanker 97. Ook lijkt alcohol te leiden tot een verhoogd risico op het krijgen van jicht 98. Uit de onderzoeksliteratuur blijkt dat het mijden van alle alcoholhoudende dranken door sommigen niet wordt aanbevolen vanwege de verhoogde kans op hart- en vaatziekten 99. De Europese Code tegen Kanker 100 beveelt zelfs matige alcoholconsumptie aan, waarbij men overigens wel aantekent dat wat onder matig moet worden verstaan van persoon tot persoon kan variëren, afhankelijk van factoren als leeftijd, fysiologische conditie en voedingspatroon. Huisartsen kunnen het risico voor hun individuele patiënten nauwkeuriger inschatten op basis van hun gezondheid en aan de hand van informatie omtrent ziekten binnen de familie, zoals kanker, bepaalde soorten beroertes en hoge bloeddruk. Andere situaties waarin elke consumptie van alcohol valt af te raden, zijn bijvoorbeeld vóór het autorijden, tijdens de zwangerschap, bij gelijktijdig gebruik van bepaalde medicijnen, bij jongeren onder de 16 of bij het bedienen van machines.

Bier-specifieke bijdragen aan een gezond voedingspatroon. Bier bevat essentiële vitaminen en mineralen, die een bijdrage kunnen leveren aan een gezond voedingspatroon. Bier-specifieke bijdragen aan een gezond voedingspatroon 25 Bier wordt gemaakt van gezonde grondstoffen: gemoute gerst, granen, hop, gist en water. Al deze ingrediënten dragen bij aan een gezond, evenwichtig dieet. Zoals bij elke natuurlijke voeding, zijn er ook in bier duizenden componenten te vinden, zoals antioxidanten, vitaminen (met name vitamine B), mineralen als silicium en vezels. Bier bestaat voor 93 procent uit water en is een dorstlessende drank met een relatief laag alcoholgehalte. Hoewel veel essentiële vitaminen en mineralen 101 kan leveren, is het belangrijk om niet te vergeten dat één enkele voedingsbron nooit in staat is om het volledige scala aan noodzakelijke voedingsstoffen te verschaffen. Dat betekent dat bier altijd met mate moet worden gedronken en deel moet uitmaken van een evenwichtig voedingspatroon. Mogelijk positieve effecten van de natuurlijke ingrediënten van bier Ook vitaminen en antioxidanten zouden een beschermende werking kunnen hebben. Wetenschappers die onderzoek hebben gedaan naar de gereduceerde kans op een hartinfarct bij bierdrinkers, melden dat deze afname van het risico sterker is dan verwacht zou mogen worden op grond van de alcohol alleen. Zij vermoeden dat andere com ponenten in bier zoals vitaminen en antioxidanten ook een beschermende werking zouden kunnen hebben 102. Het onderzoek naar die andere componenten in bier gaat door en in de laboratoria 103 zijn al positieve effecten zoals een ontstekingsremmende werking aangetoond. Onderzoek naar de eigenschappen van alcoholvrij bier laat zien dat de mogelijke gunstige werking van de natuurlijke ingrediënten naar alle waarschijnlijkheid ook geldt bij consumptie van dit type bier 104. In een kleinschalig onderzoek zijn de effecten van alcoholvrij bier en alcoholhoudend bier vergeleken. Hieruit bleek dat alcoholvrij bier direct na het consumeren een gunstig bloedverdun nend effect kan hebben 105. Bier is ook een bron van oplosbare vezels die worden verkregen uit de celwanden van gerst. Twee glazen bier bevatten gemiddeld 10 procent van de dagelijks aan bevolen hoeveelheid oplosbare vezels, en bij sommige biersoorten loopt dat aandeel zelfs op tot 30 procent 106. Behalve dat vezels goed zijn voor de stoelgang, hebben ze nog een positief effect: ze dragen bij aan het vertragen van de spijs vertering en aan de opname van voedsel. Ook helpen ze om het cholesterolniveau te verlagen, wat de kans op hartaandoeningen 107 en vatbaarheid voor het metabool syndroom 108 kan verminderen. Sommige onderzoeken hebben uitgewezen dat matige bierdrinkers een zekere bescherming hebben opgebouwd tegen de bacterie Helicobacter pylori 109. Deze bac terie veroorzaakt de meeste maagzweren en vormt een mogelijke risicofactor voor maagkanker. Er wordt verondersteld dat de consumptie van bier (en wijn) het gemakkelijker maakt deze bacterie te vernietigen, mogelijk door een antibacterieel effect. Antioxidanten Bier bevat natuurlijke antioxidanten die mogelijk een gezondheidsbevorderend effect hebben. Natuurlijke antioxidanten komen voor in fruit, groenten en granen. Ze zijn ook te vinden in bier, dankzij de ingrediënten mout (gerst) en hop 110. De totale hoeveelheid antioxidanten in bier hangt

Bier-specifieke bijdragen aan een gezond voedingspatroon 26 27 af van het type bier en dus ook van de grondstoffen en de brouwmethode die gebruikt zijn. Per glas (ervan uitgaande dat elk glas ongeveer evenveel alcohol bevat) bevat bier meer dan tweemaal zoveel antioxidanten als witte wijn, maar slechts de helft van die in rode wijn 111. Veel van de antioxidanten in rode wijn bestaan echter uit grote moleculen en worden waarschijnlijk minder snel door het lichaam opgenomen dan de kleinere moleculen die zich in bier bevinden. Onderzoek heeft aangetoond dat de hoeveelheid antioxidanten in het bloed stijgt na het drinken van bier. Dat sug gereert dat de antioxidanten in bier makkelijk worden opgenomen 112, misschien zelfs sneller dan die uit vast voedsel 104. Dierproeven wijzen uit dat antioxidanten in bier een direct effect hebben op de vermindering van de kans op hart- en vaatziekten 113. Antioxidanten zijn van belang voor de gezondheid omdat ze vermoedelijk de kans op een hartaanval verkleinen doordat ze de stolling van bloed verhinderen 114. Door hun werking tegen vrije radicalen spelen ze mogelijk ook een rol in de bescherming tegen kanker 115. Zo kunnen de antioxidanten in bier een posi tief effect hebben op de gezondheid van de consument. Vitaminen Bier is rijk aan foliumzuur en andere B-vitaminen. door wetenschappelijk onderzoek aangetoond. B- vitaminen blijken beter door het lichaam te worden opgenomen wanneer deel uitmaakt van het voedingspatroon 116. De vitaminen en mineralen in bier dragen niet alleen bij aan een gezond voe dingspatroon, maar kunnen de gezondheid ook nog op een andere manier van dienst zijn. Uit recent onderzoek blijkt dat de B-vitaminen (B6, B9 en B12) bierdrinkers aanvullende bescherming kunnen bieden tegen hart- en vaatziekten in vergelijking met mensen die wijn of gedistilleerd drinken 117. Een hoog homocysteïnegehalte wordt, net als slecht cholesterol (LDL), in verband gebracht met een verhoogde kans op een hartaanval. Bevolkingsonderzoek in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Tsjechië en Denemarken wijst uit dat, in tegenstelling tot de consumptie van andere alcohol houdende dranken, het homocysteïneniveau verlaagt. De oorzaak hiervan lijkt het hoge vitamine-b-gehalte in bier te zijn 118, 119, 120, 121, 122. Er is klinisch onderzoek gaande om te zien of het folium zuur (vitamine B9) in bier mogelijk verantwoordelijk is voor de vermindering van het homocysteïnegehalte. Mineralen Bier voorziet in rijke mate in de behoefte aan silicium in de dagelijkse voeding. Er lijkt ook verband te bestaan tussen matige consumptie en een hogere mineraaldichtheid van de botten (zie blz. 19). Er zijn echter maar weinig onderzoeken die zich speciaal richten op het effect van de verschillende soorten dranken. Bier is een rijke bron van silicium 124 die snel door het lichaam 125 wordt opgenomen. Het blijkt de voornaamste siliciumleverancier te zijn in de voeding van mannen 126. Dit silicium is afkomstig van twee natuurlijke bronnen: water en gerst 127. Steeds duidelijker komt uit onderzoek het verband tussen de inname van silicium en gezonde botten 128 naar voren. In laboratoriumonderzoek is aangetoond dat deze inname sommige aspecten van de botvorming 129 bij de mens verbetert en bij dieren de mineraaldichtheid van het bot verbetert, bij orale inname 130. Vrouwen die siliciumsupplementen kregen toegediend, bleken ook een hogere mineraaldichtheid van de botten te ontwikkelen 131. Er wordt onderzoek gedaan om te zien of het silicium dat voortkomt uit, daadwerkelijk bijdraagt aan de bescherming tegen osteoporose. Dit zou het beschermende effect, zoals dat hierboven beschreven is, ten dele kunnen verklaren. Silicium in bier draagt mogelijk ook bij aan de vermindering van het risico op de ziekte van Alzheimer 132. op de gezondheid niet helemaal duidelijk is, kunnen de mogelijke positieve effecten van bier op de gezondheid uniek worden genoemd. Elk jaar neemt het aantal publicaties toe over de mogelijk therapeutische effecten van de uit hop verkregen stoffen. Vele onderzoeken hebben aangetoond dat de flavonoïden in hop ons kunnen beschermen tegen sommige ziektes. Ze kunnen 133, 134 bijvoorbeeld sommige vormen van kanker helpen bestrijden, de gezondheid van de botten bevorderen 72, het risico op diabetes reduceren 135, het niveau van het goed cholesterol verhogen 136 of obesitas tegengaan 137. Omdat het meeste onderzoek op dit gebied heeft plaatsgevonden in het laboratorium, is nog niet duidelijk of deze stoffen via in voldoende concentratie worden ingenomen om van effecten voor de gezondheid te kunnen spreken. Er staat aanvullend onderzoek op stapel om de potentiële effecten te onderzoeken en om vast te stellen of de hopflavonoïden in bier goed door het menselijk lichaam worden opgenomen 138, 139. Matige bierconsumptie maakt niet dik Er is een verband tussen bierconsumptie en slechte voedselkeuze. Net als brood, dat ook van graan is gemaakt, is bier een goede bron van diverse vitaminen die voor de mens noodzakelijk zijn. Bij het brouwen van bier laat men de gerst eerst kiemen (mouten), wat de voedingswaarde van de gebruikte granen in feite ver hoogt. Bier is vooral rijk aan de meeste B-vitaminen, zoals niacine, riboflavine (B2), pyridoxine (B6), foliumzuur (B9) en cobalamine (B12). Voor die vegetariërs die van bier houden, is dit een natuurlijke bron van vitamine B12. De biologische beschikbaarheid van deze vitaminen is Bier bevat een uitgebalanceerde hoeveelheid essentiële mineralen. Er zit relatief veel kalium en weinig natrium in 106. Het bevat weinig calcium en is rijk aan magnesium, dat bescherming kan bieden tegen de vorming van gal- en nierstenen. Dit zou een reden kunnen zijn waarom door het dagelijks drinken van een glas bier de kans op nierstenen lijkt af te nemen 123. Het zou natuurlijk ook kunnen dat een verhoogde wateropname en een verhoogde urineproductie en uitscheiding hierbij een rol spelen. Hop Mogelijk positieve effecten op de gezondheid die uniek zijn voor bier. Hop wordt al vele jaren in de kruidengeneeskunde gebruikt. Om het bier te conserveren en smaak te geven, worden kleine hoeveelheden van de bloemen van de hop gebruikt. Bier is de enige voedingsbron van betekenis die hop bevat. Hoewel het effect Bier bevat geen vet of cholesterol en weinig vrije suikers. De calorieën in bier zijn hoofdzakelijk toe te rekenen aan de alcohol die erin zit. Bier bevat minder calorieën dan andere dranken, maar wordt vaker in grotere hoeveelheden gedronken (zie tabel 1). Het begrip bierbuik wordt in verband gebracht met obesitas bij bier drinkers in diverse gebieden in Europa. Zoals eerder op pagina 17 is opge-

Bier-specifieke bijdragen aan een gezond voedingspatroon 28 29 merkt, is het niet waarschijnlijk dat dit het gevolg is van. Het zou dus kunnen dat excessief drinken of andere gedragspatronen die kenmerkend zijn voor bierdrinkers hier de oorzaak van zijn. Zo hebben verschillende onderzoeken een verband aan getoond tussen bierconsumptie en slechte voedselkeuze 140, 31, 34. De bierbuik kan ook het gevolg zijn van calorierijke en vette voeding (zie tabel op pagina 29). In een recent onderzoek is nagegaan wat er waar is van de opvatting dat bierdrinkers ge middeld zwaarder zijn dan geheelonthouders of liefhebbers van wijn of gedistilleerd. De conclusie is dat het onwaarschijnlijk is dat bierdrinken leidt tot obesitas zoals gemeten aan de hand van de Body Mass Index (BMI) of de taille-omvang 141. Bij dit onderzoek bleek ook dat matige biercon sumptie bij vrouwen leidt tot een lagere BMI. Bier en de glycemische index (GI) en glycemische belasting (GB) Bier kan onderdeel uitmaken van een gezond vermageringsdieet en onderzoek wijst uit, dat het geen aanbeveling verdient om matige bierdrinkers elk gebruik van bier te ontraden. Aan de hand van de glycemische index en de glycemische belasting wordt voedsel ingedeeld op basis van het effect op de bloedsuikerspiegel. Voedsel met een hoge glycemische index of glycemische belasting geeft glucose sneller af aan het bloed, terwijl voedsel met een lage glycemische index trager wordt afgebroken waardoor glucose geleidelijker aan de bloedstroom wordt afgegeven. Sommige voedingsdeskundigen raden mensen die willen afvallen en gezond willen blijven, de consumptie van voedsel met een lage glycemische index of glycemische belasting aan. In de glycemische index wordt voedsel vergeleken op basis van gelijke hoeveelheden koolhydraten. De glycemische belasting wordt berekend op basis van de glycemische index én de hoeveelheid koolhydraten in de voeding. Omdat bij de GB gekeken wordt naar de hoeveelheid genuttigde koolhydraten per portie, levert deze maat in veel gevallen bruikbaarder uitkomsten op. Bier heeft weliswaar een hoge glycemische index, maar omdat er zo weinig koolhydraten in een glas bier zitten is de GB-waarde van bier laag tot gemiddeld 142. Tabel I geeft een vergelijkend overzicht van de GI en GB van bier en andere dranken en enkele voedingsmiddelen. Op grond van deze informatie en het gegeven, dat een glas alcoholhoudende drank vóór de maaltijd de glycemische belasting van de maaltijd helpt verlagen 58, kan worden gesteld dat mensen die regelmatig met mate bier drinken 62 zich niet van elk gebruik van bier hoeven te onthouden. TABEL 1: AANTAL CALORIEËN, GLYCEMISCHE INDEX EN GLYCEMISCHE BELASTING VAN BIER EN ANDERE DRANKEN EN VOEDINGSWAREN DIE VAAK IN COMBINATIE MET BIER WORDEN GECONSUMEERD. Dranken Calorieën per 100 ml Bronnen: www.calorieking.com / www.glycemicindex.com Standaardportie in ml* Calorieën per standaardportie Glycemische Index GI Pilsener (5.0%vol.) 43 250 108 100 6** Bier (alcoholvrij) 18 250 45 Tafelwijn (12% vol.) 84 150 126 Gedistilleerd (40% vol.) 250 25 62 Likeuren (40% vol.) 320 25 80 Volle melk 62 258 160 31 3.8 Cola/frisdrank 40 261 105 63 17.1 Appelsap (ongezoet) 50 263 131 44 11.6 Sinaasappelsap (ongezoet) 47 263 124 53 9.9 Tomatensap 21 354 75 33 3.6 Energiedrank 64 270 173 95 40.6 Etenswaren Calorieën per 100 g Standaardportie in g* Calorieën per standaardportie Glycemische Index GI Chips 547 50 274 51 12.1 Noten (gezouten/gebrand) 585 50 293 24 4 Hamburger (normaal) 250 110 275 Hamburger (groot) 309 176 543 Pizza (middelgroot) 264 150 396 60 20.8 Patat 335 150 503 75 50.1 Worst 340 100 340 28 1.5 Sandwich 250 140 350 Bagel 275 100 275 * De grootte van een standaardportie kan per Europees land verschillen. ** Op basis van gemiddeld aantal koolhydraten van 2,5g/100ml. Voor sommige bieren geldt een hogere/lagere waarde. Glycemische Belasting GB op basis van standaardportie Glycemische Belasting GB op basis van standaardportie

Literatuur 30 31 1 Thun MJ, Peto R, Lopez A et al. (1997). Alcohol consumption and mortality among middle-aged and elderly US adults. New England J of Medicine, 337(24):1705-1714. 2 Corrao G, Rubbiati L, Bagnardi V, Zambon A and Poikolainen K (2000). Alcohol and coronary heart disease: a meta-analysis. Addiction, 95(10):1505-1523. 3 Di Castelnuovo A, Costanzo S, Bagnardi V et al. (2006). Alcohol dosing and total mortality in men and women: An updated meta-analysis of 34 prospective studies. Archives of Internal Medicine, 166:2437-2445. 4 Page 19 of ftp://ftp.cordis.europa.eu/pub/lifescihealth/docs/ cardio_proceedings_190304.pdf 5 www.who.int/substance_abuse/publications/global_status_ report_2004_overview.pdf 6 Manson J, Tosteson H, Ridker PM et al. (1992). The primary prevention of myocardial infarction. New England Journal of Medicine, 326(21):1406-1416. 7 Østergaard Pedersen J, Heitmann BL, Schnohr P and Grønbæk M (). The combined influence of leisure-time physical activity and weekly alcohol intake on fatal ischaemic heart disease and all-cause mortality. European Heart Journal, 29:1 9. 8 Beulens JWJ, Rimm EB, Ascherio A et al. (2007). Alcohol consumption and risk for coronary heart disease among men with hypertension. Annals of Internal Medicine, 146:10-19. 9 Tanasescu M, Hu FB, Willett WC et al. (2001). Alcohol consumption and risk of coronary heart disease among men with type 2 Diabetes Mellitus. Journal of the American College of Cardiology, 38(7):1836-1842. 10 Gigleux I, Gagnon J, St-Pierre A et al. (2006). Moderate alcohol consumption is more cardio protective in men with metabolic syndrome. Journal of Nutrition, 136:3027-3032. 11 Mukamal KJ, Chiuve SE and Rimm EB (2006). Alcohol consumption and risk for coronary heart disease in men with healthy lifestyles. Arch Intern Med, 166:2145-2150. 12 Mukamal KJ, Jensen MK, Grønbæk M et al. (2005). Drinking frequency, mediating biomarkers, and risk of myocardial infarction in women and men. Circulation, 112:1406-1413. 13 McConnell MV, Vavouranakis I, Wu LL et al. (1997). Effects of a single daily alcoholic beverage on lipid and haemostatic markers of cardiovascular risk. American Journal of Cardiology, 80(9):1226-1228. 14 Rimm EB, Williams P, Fosher K et al. (1999). Moderate alcohol intake and lower risk of coronary heart disease: meta-analysis of effects on lipids and haemostatic factors. British Medical Journal, 319:1523-1528. 15 Romeo J, González-Cross M, Wärnberg J, Díaz LE and Marcos A (). Effects of moderate beer consumption on blood lipid profile in healthy Spanish adults. Nutrition, Metabolism and Cardiovascular Disease, 18(5):365-372. 16 Sierksma A, van de Gaag MS, Kluft C and Hendriks HFJ. (2002). Moderate alcohol consumption reduces plasma C-reactive protein and fibrinogen levels; a randomized, dietcontrolled intervention study. European Journal of Clinical Nutrition. 56:1130-1136. 17 Imhof A, Woodward M, Doering A et al. (2004). Overall alcohol intake, beer, wine and systemic markers of inflammation in Western Europe: results from three MONICA samples (Augsburg, Glasgow, Lille). European Heart Journal, 25:2092-2100. 18 Konrat C, Mennen LI, Cacès E et al. (2002). Alcohol intake and fasting insulin in French men and women. The D.E.S.I.R. study. Diabetes and Metabolism, 28:116-123. 19 Rimm EB. (2000). Alcohol and cardiovascular disease. Nutrition: Current Atherosclerosis reports, 2:529-535. 20 Doll R. (1997). One for the Heart. British Medical Journal, 315:1664-1668. 21 Mukamal KJ, Conigrave KM, Mittleman MA et al. (2003). Roles of drinking pattern and type of alcohol consumed in coronary heart disease in men. New England Journal of Medicine, 348(2):109-118. 22 Keil U, Chambless LE, Döring A et al. (1997). The relation of alcohol intake to coronary heart disease and all-cause mortality in a beer drinking population. Epidemiology, 8(2):150-156. 23 Hoffmeister H, Schelp F-P, Mensink GBM et al. (1999). The relationship between alcohol consumption, health indicators and mortality in the German population. International Journal of Epidemiology, 28(6):1066-1072. 24 Bobak M, Skodova Z and Marmot M. (2000). Effect of beer drinking on risk of myocardial infarction: Population based case control study. British Medical Journal, 320:1378-1379. 25 Reynolds K, Lewis LB, Nolan JDL et al. (2003). Alcohol consumption and risk of stroke: A meta-analysis. Journal of the American Medical Association, 289(5):579-588. 26 Elkind MSV, Sciacca R, Boden-Albala B et al. (2006). Moderate alcohol consumption reduces risk of ischemic stroke: The Northern Manhattan Study. Stroke, 37(11):13-19. 27 Muntwyler J, Hennekens CH, Buring JE et al. (1998). Mortality and light to moderate alcohol consumption after myocardial infarction. Lancet, 352:1882-1885. 28 Niroomand F, Hauer O, Tiefenbacher CP et al. (2004). Influence of alcohol consumption on restenosis rate after percutaneous transluminal coronary angioplasty and stent implantation. Heart, 90(10):1189-1193. 29 Mukamal KJ, Kennedy M, Cushman M et al (). Alcohol consumption and lower extremity arterial disease among older adults: The Cardiovascular Health Study. American Journal of Epidemiology, 167(1): 34-41. 30 Naimi TS, Brown DW, Brewer RD et al. (2005). Cardiovascular risk factors and confounders among non drinking and moderate-drinking US adults. Am. J. Prev. Med. 28(4):369-373. 31 Ruidavets J-B, Battaille V, Dallongville J et al. (2004). Alcohol intake and diet in France, the prominent role of lifestyle. European Heart Journal, 25:1153-1162. 32 Klatsky AL, Friedman GD, Armstrong MA and Kipp H. (2003). Wine, liquor, beer and mortality. American Journal of Epidemiology, 158: 585-595. 33 Mortensen EL, Jensen HH, Sanders SA et al. (2001). Better psychological functioning and higher social status may largely explain the apparent health benefits of wine. Archives of Internal Medicine, 161:1844-1848. 34 Barefoot JC, Grønbæk M, Feaganes JR et al. (2002). Alcoholic beverage preference, diet, and health habits in the UNC Alumni Heart Study. American Journal of Clinical Nutrition, 76: 466-472. 35 McGregor D, Murray RP and Barnes GE. (2003). Personality differences between users of wine, beer and spirits in a community sample: The Winnipeg health and drinking survey. Journal of Studies of Alcohol, 64:634-640. 36 Johansen D, Friis K, Skovenborg E and Grønbæk M (2006). Food buying habits of people who buy wine or beer: cross sectional study. British Medical Journal, 332:519-522. 37 Nielsen NR, Schnohr P, Jensen G, and Grønbæk M. (2004). Is the relationship between type of alcohol and mortality influenced by socio-economic status? J Intern Med, 255(2):280-288. 38 Nissinen A, Berrios X and Puska P (2001). Communitybased non-communicable disease interventions: lessons from developed countries for developing ones. Bulletin of the World Health Organisation, 79(10):963-970. 39 Rosell M, de Faire U and Hellénius M-L. (2003). Low prevalence of the metabolic syndrome in wine drinkers is it the alcohol beverage or the lifestyle? European Journal of Clinical Nutrition, 57: 227-234. 40 Puddey IB, Rakic V, Dimmitt SB and Beilin LJ (1999). Influence of pattern of drinking on cardiovascular disease and cardiovascular risk factors a review. Addiction, 94(5):649-663. 41 Rehm J, Sempos CT and Trevisan M. (2003). Average volume of alcohol consumption, patterns of drinking and risk of coronary heart disease a review. Journal of Cardiovascular Risk, 10:15-20. 42 Room R (2000). Measuring drinking patterns: the experience of the last half century. J. of Substance Abuse, 12:23-31. 43 Breslow RA, Guenther PM and Smothers BA (2006). Alcohol drinking patterns and diet quality: The 1999 2000 National Health and Nutrition Examination Survey. American Journal of Epidemiology, 163:359-366. 44 Baglietto L, English DR, Hopper JL et al (2006). Average volume of alcohol consumed, type of beverage, drinking pattern and the risk of death from all causes. Alcohol and Alcoholism 41(6):664-671. 45 Rehm J, Greenfield TK and Rogers JD ( 2001). Average volume of alcohol consumption, patterns of drinking, and all-cause mortality: results from the US National Alcohol Survey. Am J Epidemiology, 153(1):64-71. 46 Murray RM, Connett JE, Tyas SL et al. (2002). Alcohol volume, drinking pattern, and cardiovascular disease morbidity and mortality: Is there a U-shaped function. American Journal of Epidemiology, 155(3):242-248. 47 Carlsson S, Hammar N, Grill V and Kaprio V (2003). Alcohol Consumption and the Incidence of Type 2 Diabetes: A 20- year follow-up of the Finnish Twin Cohort Study. Diabetes Care, 26(10):2785-2790. 48 Järvenpää T, Rinne JO, Koskenvuo M et al. (2005). Binge drinking in midlife and dementia risk. Epidemiology, 16(6):766-771. 49 Fillmore KM, Kerr WC and Bostrom A (2003). Changes in drinking status, serious illness and mortality. J Studies of Alcohol, 64:278-285. 50 Stranges S, Wu T, Dorn JM et al. (2004). Relationship of alcohol drinking pattern to risk of hypertension: A population based study. Hypertension, 44:813-9. 51 Trichopoulou A, Orfanos P, Norat T et al. (2005). Modified Mediterranean diet and survival: EPIC-elderly prospective cohort study. BMJ, 330:991-998. 52 Knoops KTB, de Groot LCPGM, Kromhout D et al. (2004). Mediterranean diet, lifestyle factors, and a 10-year mortality in elderly European men and women. JAMA, 292(12):1433-1439. 53 Khaw KT, Wareham N, Bingham S (). Combined impact of health behaviours and mortality in men and women: the EPIC-Norfolk prospective population study. PLoS Medicine, 5(1):e12. 54 Åkesson A, Weismayer C, Newby PK and Walk A (2007). Combined effect of low-risk dietary and lifestyle behaviors in primary prevention of myocardial infarction in women. Arch Intern Med,167(19):2122 2127. 55 Athyros VG, Liberopoulos EN, Mikhailidis DP et al. (). Association of drinking pattern and alcohol beverage type with the prevalence of Metabolic Syndrome, Diabetes, Coronary Heart Disease, Stroke and Peripheral Arterial Disease in a Mediterranean Cohort. Angiology, 68(6):689-687. 56 Koppes LL, Bouter LM, Deckker, Heine RJ and JM Hendriks HF (2005). Moderate alcohol consumption lowers the risk of Type II Diabetes: a meta-analysis of prospective observational studies. Diabetes Care, 28:719-725. 57 Beulens JWJ, Grobee DE, Stolk RW et al. (2005). Alcohol consumption and risk of Type 2 Diabetes among older women. Diabetes Care 2005;28(12):2933-2938. 58 Brand-Miller JC, Kaniz F, Middlemiss C et al (2007). Effect of alcoholic beverages on postprandial glycemia and insulinemia in lean, young, healthy adults. Am. J. Clin. Nutr 85:1545-1551. 59 Kenkre PV, Lindeman RD, Yau L et al. (2003). Serum insulin concentrations in daily drinkers compared with abstainers in the New Mexico elder health survey. Journal of Gerontology Series A: Biological Sciences and Medical Sciences, 58(10):960-963. 60 WHO infobase analysed by Rand Europe in Annex 3 of European Commission staff working document accompanying the White Paper from the Commission to the European Parliament and the Council. A strategy for Europe on Nutrition, Overweight and Obesity related health issues - http:// ec.europa.eu/health/ph_determinants/life_style/nutrition/ documents/nutrition_impact_sum_en.pdf

Literatuur 32 33 61 European Commission White Paper: A Strategy for Europe on Nutrition, Overweight and Obesity related health issues - http://ec.europa.eu/health/ph_determinants/life_style/ nutrition/documents/nutrition_wp_en.pdf 62 Arif AA and Roher JE ( 2005). Patterns of alcohol drinking and its association with obesity: Data from the Third National Health and Nutrition Examination Survey, 1988-1994. BMC Public Health, 5:126. 63 Wannamethee SG, Shaper AG and Whincup PH. (2005). Alcohol and adiposity: Effects of quantity and type of drink and time relation with meals. Int. J of Obesity, 29:1436-1444. 64 Dorn JM, Hovey K, Muti P et al. (2003). Alcohol drinking patterns differentially affect central adiposity as measured by abdominal height in women and men. Journal of Nutrition, 133:2655-2662. 65 Breslow RA and Smothers BA (2005). Drinking patterns and body mass index in never smokers: National Health Interview Survey 1997-2001. American J. of Epidemiology, 161:368-376. 66 Tolstrup JS, Heitmann BL, Tjønneland et al. (2005). The relation between drinking pattern and body mass index and waist and hip circumference. Int. J. of Obesity, 29:490-497. 67 Buemann B and Astrup A. (2001). How does the body deal with energy from alcohol?. Nutrition, 17:638-641. 68 Raben A, Agerholm-Larsen L, Flint A, Holst JL and Astrup A. (2003) Meals with similar energy densities but rich in protein, fat, carbohydrate, or alcohol have different effects on energy expenditure and substrate metabolism but not on appetite and energy intake. American Journal of Clinical Nutrition, 77:91-100. 69 Djousse L, Arnett DK, Eckfeldt JH et al. (2004). Alcohol consumption and metabolic syndrome: does the type of beverage matter? Obesity Research, 12(9):1375-1385. 70 Freiberg MS, Vasan RS, Cabral HJ et al. (2004). Alcohol consumption and the prevalence of the metabolic syndrome in the US. Diabetes Care, 27(12):2954-2959. 71 Osteoporosis in the EU: improving the assessment of fracture risk. Highlights of the 4th meeting of the European Union Osteoporosis Consultation Panel, hosted by the European Parliament Osteoporosis Interest Group at the Bavarian Representation, Brussels, Belgium on 19 April, 2006. Page 4 - Improving the assessment of fracture risk: the WHO approach. http://www.iofbonehealth.org/download/ osteofound/filemanager/publications/pdf/eu-report-2006.pdf 72 Jugdaohsingh R, O Connell MA, Sripanyakorn S and Powell JJ (2006). Moderate alcohol consumption and increased bone mineral density: Potential ethanol and non-ethanol mechanisms. Proceedings of the Nutrition Society, 65:291-310. 73 Siris ES, Miller PD, Barrett-Connor E et al. (2001). Identification and fracture outcomes of undiagnosed low bone mineral density in post menopausal women. JAMA, 286(22):2815-2822. 74 Mukamal KJ, Robbins JA, Cauley JA et al. (2007). Alcohol consumption, bone density, and hip fracture among older adults: the cardiovascular health study. Osteoporosis Intl. 18:593-602. 75 Jugdaohsingh R, Tucker K, Qiao N et al. (2004). Dietary silicon intake is positively associated with bone mineral density in men and postmenopausal women of the Framingham offspring cohort. Journal of Bone and Mineral Research, 19(2): 297-307. 76 Ganguli M, Vander Bilt J, Saxton JA et al. (2005). Alcohol consumption and cognitive function in late life: A longitudinal community study. Neurology, 65:1210-1217. 77 Zuccalà G, Onder G, Pedone C et al. (2001). Dose-related impact of alcohol consumption on cognitive function in advanced age: results of a multicenter survey. Alcoholism: Clinical and Experimental Research, 25(12):1743-1748. 78 Mukamal KJ, Kuller LH, Fitzpatrick Al et al. (2003). Prospective study of alcohol consumption and risk of dementia in older adults. Journal of the American Medical Association, 289(11):1405-1413. 79 Espeland MA, Gu L, Masaki KH et al. (2005). Association between reported alcohol intake and cognition: Results from the women s health initiative memory study. American Journal of Epidemiology, 161:228-238. 80 Scarmeas N, Stern Y, Tang M-X et al. (2006). Mediterranean diet and risk for Alzheimer s disease. Annals of Neurology, 59:912-921. 81 Lindsay J, Laurin D, Verreault R et al. (2002). Risk factors for Alzheimer s disease: A prospective analysis from the Canadian Study of health and aging. American Journal of Epidemiology, 156(5):445-453. 82 Singh-Manoux A, Richards M and Marmot M. (2003). Leisure activities and cognitive function in middle age: evidence from the Whitehall II study. Journal of Epidemiology and Community Health. 57(11);907-913. 83 Hernán M, Chen H, Schwarzschild MA et al. (2003). Alcohol consumption and incidence of Parkinson s Disease. Annals of Neurology, 54:170-175. 84 Paganini-Hill A. (2001). Risk factors for Parkinson s disease: the Leisure World Cohort Study. Neuro-epidemiology, 20:118-124. 85 Leitzmann MF, Giovannucci EL, Stampfer MJ et al. (1999). Prospective study of alcohol consumption patterns in relation to symptomatic gallstone disease in men. Alcoholism: Clinical and Experimental Research, 23(5):835-841. 86 Meister KA, Whelan EM and Kava R. (2000). The health effects of moderate alcohol intake in humans: An epidemiologic review. Critical Reviews in Clinical Laboratory Sciences, 37(3):261-296. 87 Peele S and Brodsky A. (2000). Exploring psychological benefits associated with moderate alcohol use: A necessary corrective to assessments of drinking outcomes?. Drug and Alcohol Dependence, 60:221-247. 88 Stranges S, Notaro J, Freudenheim JL et al. (2006). Alcohol drinking pattern and subjective health in a population-based study. Addiction, 101:1265-1276. 89 Aan het Rot M, Russell JJ, Moskowitz S and Young SN (). Alcohol in context: Findings from event-contingent recording studies of everyday social interactions. Alcoholism: Clinical and Experimental Research 32(3);459-471. 90 Wannamethee G and Shaper AG (1991). Self Assessment of health status and mortality in middle-aged British men. Int J Epidemiol, 20:239-245. 91 French MT and Zavala SK (2007). The health benefits of moderate drinking revisited: Alcohol use and self-reported health status. American Journal of Health Promotion, 21(6):484-491. 92 Guallar-Castillón P, Rodríguez-Artalejo F, Díez Gañán L et al. (2001). Consumption of alcoholic beverages and subjective health in Spain. Journal of Epidemiology and Community Health, 55:648-652. 93 http://www.euro.who.int/document/hea/eactagepolframe.pdf 94 Mukumal KJ, Chung H, Jenny NS et al. (2006). Alcohol consumption and the risk of coronary heart disease in older adults: The Cardiovascular Health Study. Journal of the American Geriatrics Society, 54(1):30-37. 95 Byles J, Young A, Furuya H and Parkinson L (2006). A drink to healthy aging: The association between older women s use of alcohol and their health-related quality of life. Journal of the American Geriatric Society, 54(9):1341-1347. 96 World Cancer Research Fund / American Institute for Cancer Research. Food, Nutrition, Physical Activity, and the Prevention of Cancer: a Global Perspective. (2007).Washington DC: AICR. http://www.dietandcancerreport.org/?p=er 97 Collaborative group on hormonal factors in breast cancer. (2002). Alcohol, tobacco and breast cancer - collaborative reanalysis of individual data from 53 epidemiological studies, including 58 515 women with breast cancer and 95 067 women without the disease. British Journal of Cancer, 87: 1234-1245. 98 Sugie T, Imatou T, Miyazaki M and Une H (2005). The effect of alcoholic beverage type on hyperuricemia in Japanese male office workers. Journal of Epidemiology, 15(2):41-47. 99 Bofetta P and Hashibe M. (2006). Alcohol and cancer. Lancet Oncology, 7:149-156. 100 http://www.cancercode.org/code.htm, Europe Against Cancer programme of the European Community, 2003. 101 Bebb HT, Hauser HB, Witschi JC et al. (1971). Calorie and nutrient contribution of alcoholic beverages to the usual diets of 155 adults. American Journal Clinical Nutrition, 24(9):1042-1052. 102 Brenner H, Rothenbacher D, Bode G et al. (2001). Coronary heart disease risk reduction in a predominantly beer-drinking population. Epidemiology, 12(4): 390-395. 103 Winkler C, Wirleitner B, Schroecksnadel K et al. (2006). Beer down-regulated activated peripheral blood mononuclear cells in vitro.int. immunopharmacol., 6:390-395. 104 Bourne L, Paganga G, Baxter D et al. (2000). Absorption of ferulic acid from low alcohol beer. Free Radical Research, 32(3):273-280. 105 Bassus S, Mahnel R, Scholz T et al. (2004). Effect of dealcoholized beer (Bitburger Drive ) consumption on hemostasis in humans. Alcohol Clin Exp Res, 28(5):786-791. 106 Bamforth CW. (2002). Nutritional aspects of beer a review. Nutrition Research, 22:227-237. 107 Wilson TA, Nicolosi RJ, Delaney B et al. (2004). Reduced and high molecular weight barley beta-glucans decrease plasma total and non-hdl-cholesterol in hypercholesterolemic Syrian golden hamsters. Journal of Nutrition, 134 (10):2617-2622. 108 Shimizu C, Kihara M Aoe S et al. (). Effect of high ß-glucan barley on serum cholesterol concentrations and visceral fat area in Japanese men A randomised, doubleblinded, placebo- controlled trial. Plant Foods Human Nutrition, 63;21-25. 109 Murray LJ, Lane AJ, Harvey IM et al. (2002). Inverse relationship between alcohol consumption and active Helicobacter pylori infection: the Bristol Helicobacter project. American Journal of Gastroenterology, 97(11):2750-2755. 110 Shahidi F and Naczk M. (1995). Food Phenolics; sources, chemistry, effects, applications. Technomic Publishing Co, Lancaster Basel. Chapter 5:128. 111 Suter PM. (2001). Alcohol and mortality: if you drink, do not forget fruits and vegetables. Nutrition Reviews, 59(9):293-297. 112 Nardini M, Natella F, Saccini C and Ghiselli A, (2006). Phenolic acids from beer are absorbed and extensively metabolized in humans. J. Nutritional Biochemistry,17:14-22. 113 Vinson JA, Mandarano M, Hirst M et al. (2003). Phenol antioxidant quantity and quality in foods: Beers and the effect of two types of beer on an animal model of atherosclerosis. Journal of Food Chemistry, 51:5528-5533. 114 Pignatelli P, Pulcinelli FM, Celestini A et al. (2000). The flavonoids quercetin and catechin synergistically inhibit platelet function by antagonizing the intracellular production of hydrogen peroxide. American Journal of Clinical Nutrition, 72:1150-1155. 115 Tagashira M, Watanabe M and Uemitsu N (1995). Antioxidative activity of hop bitter acids and their analogues. Bioscience, Biotechnology, Biochemistry, 59(4):740-742. 116 Romeo J, Díaz L, González-Goss M, Wärnberg J and Marcos A. (2006). Contribución a la ingesta de macro y micronutrients que ejerce un consumo moderado de cerveza. Nutr. Hosp., 21(1): 84-91. 117 Van der Gaag MS, Ubbink JB, Sillanaukee P, Nikkari S and Hendriks FS (2000). Effect of consumption of red wine, spirits and beer on serum homocysteine. Lancet, 355:1522. 118 Jacques PF, Bostom AG, Wilson PWF et al. (2001). Determinants of plasma total homocysteine concentration in the Framingham Offspring cohort. American Journal of Clinical Nutrition, 73:613-621. 119 Ubbink JB, Fehily AM, Pickering J et al. (1998). Homocysteine and ischaemic heart disease in the Caerphilly cohort. Atherosclerosis, 140(2):349-356.

Literatuur 34 120 Mennen LI, de Courcy GP, Guilland C-C et al. (2003). Relation between homocysteine concentrations and the consumption of different types of alcoholic beverages: the French supplementation with antioxidant vitamins and minerals study. American Journal of Clinical Nutrition, 78:334-338. 121 Mayer Jr. O, Simon J and Rosolová H. (2001). A population study of the influence of beer consumption on folate and homocysteine concentrations. European Journal of Clinical Nutrition, 55(7):605-609. 122 Husemoen LLN, Thomsen TF, Fenger M and Jørgensen T (2004). Effect of lifestyle factors on plasma total homocysteine concentrations in relation to MTHFR(C677T) genotype. Inter99(7). European J. Clinical Nutrition, 58:1142-1150. 123 Hirvonen T, Pietinen P, Virtanen M et al. (1999). Nutrient intake and use of beverages and the risk of kidney stones among male smokers. American Journal of Epidemiology, 150(2):187-194. 124 Powell JJ, McNaughton SA, Jugdaohsingh R et al. (2005). A provisional database for the silicon content of foods in the United Kingdom. British J. of Nutrition, 94: 804-812. 125 Sripanyakorn S, Jugdaohsingh R, Elliot H, Walker C, Mehta P, Shoukru S, Thompson RPH and Powell JJ (2004). The silicon content of beer and its bioavailability in healthy volunteers. British Journal of Nutrition, 91(3):1-8. 126 Jugdaohsingh R, Anderson SHC, Tucker K, Elliot H, Keil DP, Thompson RPH and Powell JJ (2002) Dietary silicon intake and absorption. American Journal of Clinical Nutrition, 75: 887-893. 127 Bellia JP, Birchall JD and Roberts NB (1994). Beer: a dietary source of silicon. Lancet, 343:235. 128 Sripanyakorn S, Jugdaohsingh R, Thompson RPH and Powell JJ (2005). Dietary silicon and bone health. British Nutrition Bulletin, 30 222-230. 129 Refitt DM, Ogstin N, Jugdaohsingh R, Cheung HFJ, Evans BAJ, Thompson RPH, Powell JJ and Hampson GN (2003). Orthosilicic acid stimulates collagen type I synthesis and osteoblastic differentiation in human osteoblast-like cells in vitro. Bone, 32:127-135. 130 Rico H, Gallego-Lago JL, Hernández ER et al. (2000). Effect of Silicon supplement on osteopenia induced by ovariectomy in rats. Calcified Tissue International, 66(1):53-55. 131 Eisinger J and Clairet D. (1993). Effects of silicon, fluoride, etidronate and magnesium on bone mineral density: a retrospective study. Magnesium Research, 6(3):247-249. 132 González-Muñoz MJ, Peña A and Meseguer I, (). Role of beer as a possible protective factor in preventing Alzheimer s disease. Food and Chemical Toxicology, 46(10:49-56. 133 Gerhauser C, Alt A, Heiss E et al. (2002). Cancer chemopreventive activity of xanthohumol, a natural product derived from hop. Molecular Cancer Therapeutics, 1:959-969. 134 Dell Eva R, Ambrosini C, Vannini N et al (2007). AKT/NF-kB Inhibitor Xanthohumol targets cell growth and angiogenesis in hematologic malignancies. Cancer, 110(9):2007-2011. 135 Yajima H, Ikeshima E, Shiraki M (2004). Isohumulones, bitter acids derived from hops, activate both peroxisome proliferatoractivated receptor (PPAR) alpha and gamma and reduce insulin resistance. J. Biol Chem, 279(32):33456-33462. 136 Miura Y, Hosono M, Oyamada C, et al. (2005). Dietary isohumulones, the bitter components of beer, raise plasma HDL-cholesterol levels and reduce liver cholesterol and triaclyglycerol contents similar to PPAR-alpha activations in CL57BL/6 mice. British Journal of Nutrition 93: 559-567. 137 Yang JY, Della-Fera MA, Rayalam S and Baile CA (2007). Effect of xanthohumol and isoxanthohumol on 3T3-L1 cell apoptosis and adipogenesis. Apoptosis, 12:1953-1963. 138 Nookandeh A, Frank N, Steiner F et al. (2004). Xanthohumol metabolites in faeces of rats. Phytochemistry, 65(5):561-579. 139 Possemiers S, Bolca S, Grootaert C et al. (2006). The prenylflavonoid isoxanthohumol from hops (Humulus lupulus L.) is activated into the potent phytoestrogen 8-Prenylnaringenin in vitro and in the human intestine. Journal of Nutrition, 136:1862-1867. 140 Pryer JA, Nichols R, Elliot P et al. (2001). Dietary patterns among a national random sample of British adults. Journal of Epidemiology and Community Health, 55:29-37. 141 Bobak M, Skodova Z and Marmot M. (2003). Beer and Obesity: a cross-sectional study. European Journal of Clinical Nutrition, 57:1250-1253. 142 Walker C and Kavangh T. (2006). The obesity debate- where does beer fit in? Proceedings of the Convention of the Institute of Brewing and Distilling. (Asia Pacific Section.), Hobart, 12pp.