taalkaart Humor Humor tk Wat ga je doen? Je leert wat een cartoon is. Je maakt er zelf een. Op verkenning Kijk naar de cartoons. door: Adriaan Maters Bron: cartoonist John Körver Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg Wat is een cartoon? Schrijf de letter van het goede antwoord op. a. een stripverhaal b. een humoristische tekening c. een illustratie bij een verhaal Wat voor soort cartoons zijn dit? Schrijf de letters van de zinnen op. Zet het nummer van de goede cartoon erachter. a. een spottende tekening over een gebeurtenis uit het nieuws b. een tekening van een komische situatie met een boodschap c. een karikatuur van een bekend persoon tm_e_tk_0.indd 9-0-08 :5:5
4 5 Wat wil de tekenaar met cartoon duidelijk maken? Schrijf de letter van het goede antwoord op. a. Het is in ziekenhuizen verboden om te roken. b. Roken is slecht voor de gezondheid. c. Op een röntgenfoto kun je dwars door iemand heen kijken. Waar kun je cartoons tegenkomen? Kies meer antwoorden. Schrijf de letters op. a. in een krant b. in een rekenboek c. in een tijdschrift d. in een leesboek e. op het internet Uitleg 6 en cartoon is een humoristische tekening. Cartoons beelden op een grappige manier een gebeurtenis of situatie uit. Dat kan ook een actuele situatie zijn, bijvoorbeeld over de politiek. De cartoonist (de tekenaar) laat met zijn cartoon op een overdreven en vaak spottende manier zien wat er aan de hand is. Daarom wordt een cartoon ook wel een spotprent genoemd. en cartoon kan ook een karikatuur zijn van een bekend persoon. Door het uiterlijk van die persoon op een overdreven manier te tekenen, wordt het heel grappig. In de karikatuur laat de tekenaar ook zien wat die persoon bijzonder maakt of wat hij heeft gedaan. en cartoon bestaat altijd uit één tekening. In de cartoon kan een spreekwolk staan, maar dat hoeft niet. Als de cartoon gaat over een actuele situatie, staat er vaak een titel bij. Hierdoor is het duidelijk waar de cartoon over gaat. Cartoons staan vaak in kranten en tijdschriften. Maar ook op het internet kun je cartoons tegenkomen. Aan de slag 7 Je gaat zelf een cartoon maken. Bepaal eerst de soort cartoon. Kies uit: een grappige situatie een actuele situatie een karikatuur. 8 9 Bedenk dan over welke situatie de cartoon gaat of van welke bekende persoon je een karikatuur wilt maken. Je kunt hierbij krantenberichten gebruiken. Bedenk wat de situatie humoristisch maakt. Denk hierbij aan: Welke mensen hebben er iets mee te maken? Waar speelt het zich af? Hoe kun je het overdrijven? Maak nu de cartoon op een los vel papier. Laat duidelijk zien waar de cartoon over gaat. Je kunt ook een tekstwolk gebruiken. Als jouw cartoon gaat over een actuele situatie, is het handig om in de titel te schrijven waar het over gaat. Tip: Maak eerst schetsen op een Tip: kladblaadje. Hang de cartoon op in de klas of zet hem in de schoolkrant. tm_e_tk_0.indd 9-0-08 :54:0
lf woorden Wat ga je doen? Je leert wat een elfje is. Je schrijft er zelf een. Op verkenning tk taalkaart lf woorden Lees deze elfjes. Spekglad Natte neuzen Glijden en vallen Toch is het geweldig! Winter Tijger Vlammend oranje Sluipend tussen struiken Mooi in zijn wildheid Bedreigd door: Lieke Gijzel Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg Vader Vrolijke rimpels Uren samen kletsen Ik mis hem verschrikkelijk Herinnering Waarom zou zo n gedichtje een elfje heten, denk je? Schrijf je antwoord op. Lees de zinnen. Schrijf de letters op. Schrijf erachter: waar of niet waar. a. De regels van het gedicht vormen samen één zin. b. De eerste en laatste regel van het gedicht bestaan uit één woord. c. Het gedicht rijmt. d. De tweede regel telt altijd twee woorden. e. De vierde regel telt altijd vier woorden. f. In de laatste regel staat hetzelfde woord als in de eerste regel. 4 De beschrijving van de tijger is in de tweede regel Vlammend oranje. Welke beschrijving had daar ook gepast? Schrijf de letter van het goede antwoord op. a. prachtig en wild b. grillig gevlekt c. oranje, zwart en wit tm_e_tk_0.indd 9-0-08 :55:05
Lees wat de kinderen zeggen. Bedenk met wie je het eens bent. Schrijf de naam of namen op. Het laatste woord vertelt precies waar het elfje over gaat. Het eerste en laatste woord van een elfje passen heel goed bij elkaar. Debby lfjes kun je zo lang maken als je zelf wilt. Jaron Amy Bron: IStockphoto 5 Uitleg 6 Gedichtje Kort, krachtig Schrijf vijf regels Tel steeds de woorden lf en elfje is een kort gedicht dat bestaat uit elf woorden. Vandaar de naam elfje. De woorden zijn verdeeld over vijf regels. De eerste regel heeft één woord, de tweede twee, de derde drie en de vierde vier. De vijfde regel heeft weer één woord en vat het gedicht samen. Bij het lezen van dit laatste woord begrijp je precies waar het gedicht over gaat. Het eerste en het laatste woord passen meestal heel goed bij elkaar. Anders dan bij andere gedichtvormen, staat bij een elfje elke regel op zichzelf. Je mag één of meer zinnen dus niet in stukken hakken. en elfje schrijf je onder elkaar in een ruitvorm. Het is dan niet alleen leuk om te lezen, maar ook mooi om te zien. Aan de slag 7 Je gaat nu zelf een elfje schrijven. Bedenk eerst een onderwerp. Schrijf daarna het elfje met behulp van de aanwijzingen. r staat ook een voorbeeld achter. regel : één woord over het onderwerp Geel regel : twee woorden die het onderwerp beschrijven Donzig, zacht regel : drie woorden die zeggen wat er gebeurt Dobbert, spettert, kwaakt regel 4: vier woorden die een gevoel beschrijven Wat een lief gezicht regel 5: één woord dat alles samenvat endje 8 Schrijf je elfje op een vel papier. Denk aan de ruitvorm. Zorg dat het er mooi uitziet. Maak er een tekening bij. tm_e_tk_0.indd 4 9-0-08 :55:5
taalkaart Sterke verhalen Wat ga je doen? Je leert wat grootspraak is. Je schrijft zelf een sterk verhaal. Lees de twee gesprekken. a. Hebben jullie gisteren met voetballen gewonnen? Ja, met -0. Dankzij mijn meesterlijke voetbaltechniek. Ik kreeg de bal in de 89e minuut en speelde tien spelers uit. Ik gaf de bal een enorme schop en hij vloog met een fantastische krul in de linker bovenhoek van de goal. De keeper had geen enkele kans. Het hele publiek ging uit z n dak en ik werd op handen over het speelveld gedragen Hakim b. Sterke verhalen Op verkenning tk Luuk Ach, dat is nog niets. De mijne heeft er. n hij heeft een verend stuur en een verend zadel. Met mijn fiets rijd ik iedereen eruit! Hoe vind je mijn nieuwe fiets? Hij heeft zeven versnellingen en ik vind hem heel blits. Hadassa door: Adriaan Maters Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg Ireen Wat denk jij? Schrijf de letter van het goede antwoord op. a. Luuk vertelt de waarheid, hij speelde de sterren van de hemel. b. Luuk liegt. Waarschijnlijk heeft hij geen enkel doelpunt gemaakt. c. Het is grootspraak wat Luuk zegt: hij heeft het doelpunt wel gemaakt, maar hij overdrijft. In het echt is het helemaal niet zo gegaan. Wat vind jij van wat Luuk zegt? Schrijf je antwoord op. 4 Wat doet Ireen? Schrijf de letter van het goede antwoord op. a. Ze vertelt dat ze zelf ook een mooie fiets heeft. b. Ze schept heel erg op over haar eigen fiets. tm_e_tk_0.indd 5 9-0-08 :56:7
5 Wat denk je dat Hadassa van Ireens reactie vindt? Schrijf je antwoord op. 6 Lees wat deze kinderen over hun vader zeggen. Wie van hen gebruikt grootspraak? Schrijf de namen op. Mijn vader is piloot. Hij heeft alle landen van de hele wereld gezien. n hij spreekt ook alle talen. Hij is de beste piloot van de wereld. Mijn vader werkt in de tuinbouw. Hij teelt in de kas allerlei groenten, zoals tomaten, komkommers en sla. Bron: IStockphoto Sam Mijn vader is een beroemd metselaar. Hij heeft al zeker duizend huizen gemetseld. Als hij wil, metselt hij wel een heel huis in één dag. Marthe Gabi Uitleg 7 Wanneer iemand een verhaal vertelt waarbij wordt overdreven of zelfs opgeschept, dan noem je dat grootspraak. Zo n verhaal noem je een sterk verhaal. Je kunt aan de werkelijkheid van zo n sterk verhaal erg twijfelen. Zo kan iemand vertellen dat zijn auto zo snel is, dat hij niet geflitst kan worden door de politie. Of dat hij een vis heeft gevangen van wel twee meter lang. Vaak wordt een opschepperig verhaal verteld om de aandacht te krijgen van anderen. Die zijn dan onder de indruk van wat er verteld wordt. Maar je kunt ook het tegenovergestelde bereiken. De luisteraars geloven je niet en vinden je maar een opschepper. Ook kun je iemand kwetsen door altijd maar te vertellen dat je het beter kunt, of iets mooiers hebt. Aan de slag 8 Je gaat nu zelf een sterk verhaal schrijven. Bedenk een gebeurtenis die je echt hebt meegemaakt. Schrijf kort op waar het gebeurde, wie erbij waren en wat er gebeurde. 9 Schrijf nu over dezelfde gebeurtenis, maar dan heel erg overdreven. Maak het veel spannender of specialer dan het eigenlijk was. Doe het zo, dat het nog net echt gebeurd zou kunnen zijn. 0 Vertel nu jouw sterke verhaal aan je buur. Gelooft hij wat je zegt of vindt hij het maar grootspraak? tm_e_tk_0.indd 6 9-0-08 :56: