taalkaart 1 Humor Humor

Vergelijkbare documenten
taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een.

taalkaart 1 Mijn diploma Mijn diploma

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Hotel. plezier. via internet

Schrijf twee dingen op die je in Circus Magic kunt zien.

lesmateriaal Taalkrant

Tekst lezen en een tekstschema invullen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

FICTIEDOSSIER NEDERLANDS LEERJAAR 3 EN 4 BK

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie?

Oorlog in Hoorn. Uitleg Opdrachten. Mind Map

Stel: je wordt op een ochtend wakker en je merkt dat je onzichtbaar bent geworden. Wat ga je doen? Hoe voel je je? Schrijf er een verhaaltje over.

Les 1: Een sprookje schrijven

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe?

Begrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94

Les 1: Een sprookje schrijven

Titel. Uitgeverij. 2. Bekijk de voorflap en de achterflap. Over wat denk je dat het boek zal gaan?

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Tekst lezen en een tekstschema invullen

Leerlingenboekje les 7 en 8. Naam. Schrijfopdracht 6 Een spannend dierenverhaal. Groep 6

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

GROEP 3 GROEP 4 GROEP 5 GROEP 6 GROEP 7 GROEP 8. limme Taal. Kranten en tijdschriften

Lesbrief bij Romeo is op Julia en Layla op Majnun

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

id-o-matic fantasiekaarten wie woont hier? 1 Foto: Wikimedia Commons: Uberprutser

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Kat Lieve kat Mijn lieve kat Ik hou van jou Altijd. Ogen Zwart omrand Staren mij aan Tranen vallen naar beneden Liefdesverdriet

Druk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook.

Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Voordoen (modelen, hardop denken)

* Dit is belangrijk.?? Dit snap ik niet. / Dit is een moeilijk woord.

Onweerstaanbare wijsneus Kik en Joep Lesbrief

Bedenken: een tekening maken van de held

Chat dit jaar met Jozef en Maria

Taal op niveau Spreken Op weg naar niveau

Wat ga je schrijven: een verhaal over een held die een uitdaging aangaat

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A

Basisschool de Triangel. Het houden van een spreekbeurt.

Lessuggestie Heimwee. Gedichtenbundel Warboel: Pagina

Liefdesgedichten schrijven

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens?

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Waarom ga je schrijven? Om mensen ervan te overtuigen dat een plek in je buurt opgeknapt moet worden.

maken de kinderen een elfje, een gedicht met 11 woorden, rondom dit thema.

Activiteit Campagne voeren

Beoordeling power-point groep 5

Waarom ga je schrijven: Jeugdjournaalfilmpje kijken

Mijn doelen voor dit jaar

Verdiepingsbijeenkomst over hoe we in het Avondmaal verbonden zijn met Christus en met elkaar als één lichaam.

Tekstsoortenles Overtuigende teksten niveau A

De volgende onderdelen moeten in het verslag worden verwerkt:

Waarom ga je schrijven? om de directeur te overtuigen. Wat voor tekst schrijf je? een overtuigende tekst. Voorbereiden van je overtuigende tekst

HANDLEIDING BLOK 1, WEEK 1, LES 1 GROEP 4

1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind

Moedig je groep aan voordat jullie aan het werk gaan. Wanneer iemand even vastzit, zeg je bijvoorbeeld: Kom op, je kunt het wel.

1 Ik vind dat 2 Ik vind dat 3 Ik vind dat 4 Ik vind dat 5 Ik vind dat 6 Ik vind dat 7 Ik vind dat

JE EIGEN BUURT OMSTREEKS 1935

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

Les 2 Samenvatten. Leestekst: Lachen. 1. "We gaan vandaag weer proberen om de tekst die jullie krijgen samen te vatten."

WAT IS HET PROBLEEM?

Boekverslag & presentatie

Tekst lezen en een woordenweb maken

Wat vul je in? Vul in ei of ij. Alle spelers gaan.. trainingskamp. Verschillende landen spelen. Eén keer.. de vier jaar wordt het WK gehouden.

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Lieve juf. werkblad 1. 8 Dichter bij de taal Boom uitgevers Amsterdam,

25 leesbelevingsactiviteiten

Waar zie je de bijzondere vogel en hoe ziet hij eruit?

Belangrijk dichtwerkboekje van

TEST JEZELF (WERKBLAD BIJ ANIMATIE 3)

Gedichten werkboekje. Naam: Groep:

Liefdesgedichten schrijven

Hoe maak ik een werkstuk?

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

loombandjes [spreek uit: loembandjes] speciaal [spreek uit: speesjaal] YouTube [spreek uit: joetjoep] 2014 tweeduizend - veertien

GROEP 3 GROEP 4 GROEP 5 GROEP 6 GROEP 7 GROEP 8. limme Taal. Kranten en tijdschriften

Les 1: Een verhaal dat zich afspeelt in de toekomst

* Dit is belangrijk.?? Dit snap ik niet / dit is een moeilijk woord. Verkopen voor het goede doel

Het leesspel Voorbereiding: Doel van het spel: Het spel:

Sinterklaas Een feestelijke lees- en schrijfactiviteit voor alle alfaniveaus (Bron: Annemarie Nuwenhoud)

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Voorspellen, tekst lezen en verwijswoorden begrijpen

inhoud Zorgen voor elkaar Aan tafel - brood en water

HEMELS HUWELIJK KALENDER 52 X WIJ TIJD VOOR ELKAAR. Willem en Marian de Vink

Teken een architect. Lees het volgende verhaal:

Tekst lezen en moeilijke woorden

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd

Waar groeit mijn eten? handleiding afsluitende les

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Voor jongeren in het praktijkonderwijs

Thema 4 Lezen de prentenboeken 2. het versje 3. klappen. 2. het vers 2. Een vers is een lied of gedicht.

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden.

Transcriptie:

taalkaart Humor Humor tk Wat ga je doen? Je leert wat een cartoon is. Je maakt er zelf een. Op verkenning Kijk naar de cartoons. door: Adriaan Maters Bron: cartoonist John Körver Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg Wat is een cartoon? Schrijf de letter van het goede antwoord op. a. een stripverhaal b. een humoristische tekening c. een illustratie bij een verhaal Wat voor soort cartoons zijn dit? Schrijf de letters van de zinnen op. Zet het nummer van de goede cartoon erachter. a. een spottende tekening over een gebeurtenis uit het nieuws b. een tekening van een komische situatie met een boodschap c. een karikatuur van een bekend persoon tm_e_tk_0.indd 9-0-08 :5:5

4 5 Wat wil de tekenaar met cartoon duidelijk maken? Schrijf de letter van het goede antwoord op. a. Het is in ziekenhuizen verboden om te roken. b. Roken is slecht voor de gezondheid. c. Op een röntgenfoto kun je dwars door iemand heen kijken. Waar kun je cartoons tegenkomen? Kies meer antwoorden. Schrijf de letters op. a. in een krant b. in een rekenboek c. in een tijdschrift d. in een leesboek e. op het internet Uitleg 6 en cartoon is een humoristische tekening. Cartoons beelden op een grappige manier een gebeurtenis of situatie uit. Dat kan ook een actuele situatie zijn, bijvoorbeeld over de politiek. De cartoonist (de tekenaar) laat met zijn cartoon op een overdreven en vaak spottende manier zien wat er aan de hand is. Daarom wordt een cartoon ook wel een spotprent genoemd. en cartoon kan ook een karikatuur zijn van een bekend persoon. Door het uiterlijk van die persoon op een overdreven manier te tekenen, wordt het heel grappig. In de karikatuur laat de tekenaar ook zien wat die persoon bijzonder maakt of wat hij heeft gedaan. en cartoon bestaat altijd uit één tekening. In de cartoon kan een spreekwolk staan, maar dat hoeft niet. Als de cartoon gaat over een actuele situatie, staat er vaak een titel bij. Hierdoor is het duidelijk waar de cartoon over gaat. Cartoons staan vaak in kranten en tijdschriften. Maar ook op het internet kun je cartoons tegenkomen. Aan de slag 7 Je gaat zelf een cartoon maken. Bepaal eerst de soort cartoon. Kies uit: een grappige situatie een actuele situatie een karikatuur. 8 9 Bedenk dan over welke situatie de cartoon gaat of van welke bekende persoon je een karikatuur wilt maken. Je kunt hierbij krantenberichten gebruiken. Bedenk wat de situatie humoristisch maakt. Denk hierbij aan: Welke mensen hebben er iets mee te maken? Waar speelt het zich af? Hoe kun je het overdrijven? Maak nu de cartoon op een los vel papier. Laat duidelijk zien waar de cartoon over gaat. Je kunt ook een tekstwolk gebruiken. Als jouw cartoon gaat over een actuele situatie, is het handig om in de titel te schrijven waar het over gaat. Tip: Maak eerst schetsen op een Tip: kladblaadje. Hang de cartoon op in de klas of zet hem in de schoolkrant. tm_e_tk_0.indd 9-0-08 :54:0

lf woorden Wat ga je doen? Je leert wat een elfje is. Je schrijft er zelf een. Op verkenning tk taalkaart lf woorden Lees deze elfjes. Spekglad Natte neuzen Glijden en vallen Toch is het geweldig! Winter Tijger Vlammend oranje Sluipend tussen struiken Mooi in zijn wildheid Bedreigd door: Lieke Gijzel Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg Vader Vrolijke rimpels Uren samen kletsen Ik mis hem verschrikkelijk Herinnering Waarom zou zo n gedichtje een elfje heten, denk je? Schrijf je antwoord op. Lees de zinnen. Schrijf de letters op. Schrijf erachter: waar of niet waar. a. De regels van het gedicht vormen samen één zin. b. De eerste en laatste regel van het gedicht bestaan uit één woord. c. Het gedicht rijmt. d. De tweede regel telt altijd twee woorden. e. De vierde regel telt altijd vier woorden. f. In de laatste regel staat hetzelfde woord als in de eerste regel. 4 De beschrijving van de tijger is in de tweede regel Vlammend oranje. Welke beschrijving had daar ook gepast? Schrijf de letter van het goede antwoord op. a. prachtig en wild b. grillig gevlekt c. oranje, zwart en wit tm_e_tk_0.indd 9-0-08 :55:05

Lees wat de kinderen zeggen. Bedenk met wie je het eens bent. Schrijf de naam of namen op. Het laatste woord vertelt precies waar het elfje over gaat. Het eerste en laatste woord van een elfje passen heel goed bij elkaar. Debby lfjes kun je zo lang maken als je zelf wilt. Jaron Amy Bron: IStockphoto 5 Uitleg 6 Gedichtje Kort, krachtig Schrijf vijf regels Tel steeds de woorden lf en elfje is een kort gedicht dat bestaat uit elf woorden. Vandaar de naam elfje. De woorden zijn verdeeld over vijf regels. De eerste regel heeft één woord, de tweede twee, de derde drie en de vierde vier. De vijfde regel heeft weer één woord en vat het gedicht samen. Bij het lezen van dit laatste woord begrijp je precies waar het gedicht over gaat. Het eerste en het laatste woord passen meestal heel goed bij elkaar. Anders dan bij andere gedichtvormen, staat bij een elfje elke regel op zichzelf. Je mag één of meer zinnen dus niet in stukken hakken. en elfje schrijf je onder elkaar in een ruitvorm. Het is dan niet alleen leuk om te lezen, maar ook mooi om te zien. Aan de slag 7 Je gaat nu zelf een elfje schrijven. Bedenk eerst een onderwerp. Schrijf daarna het elfje met behulp van de aanwijzingen. r staat ook een voorbeeld achter. regel : één woord over het onderwerp Geel regel : twee woorden die het onderwerp beschrijven Donzig, zacht regel : drie woorden die zeggen wat er gebeurt Dobbert, spettert, kwaakt regel 4: vier woorden die een gevoel beschrijven Wat een lief gezicht regel 5: één woord dat alles samenvat endje 8 Schrijf je elfje op een vel papier. Denk aan de ruitvorm. Zorg dat het er mooi uitziet. Maak er een tekening bij. tm_e_tk_0.indd 4 9-0-08 :55:5

taalkaart Sterke verhalen Wat ga je doen? Je leert wat grootspraak is. Je schrijft zelf een sterk verhaal. Lees de twee gesprekken. a. Hebben jullie gisteren met voetballen gewonnen? Ja, met -0. Dankzij mijn meesterlijke voetbaltechniek. Ik kreeg de bal in de 89e minuut en speelde tien spelers uit. Ik gaf de bal een enorme schop en hij vloog met een fantastische krul in de linker bovenhoek van de goal. De keeper had geen enkele kans. Het hele publiek ging uit z n dak en ik werd op handen over het speelveld gedragen Hakim b. Sterke verhalen Op verkenning tk Luuk Ach, dat is nog niets. De mijne heeft er. n hij heeft een verend stuur en een verend zadel. Met mijn fiets rijd ik iedereen eruit! Hoe vind je mijn nieuwe fiets? Hij heeft zeven versnellingen en ik vind hem heel blits. Hadassa door: Adriaan Maters Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg Ireen Wat denk jij? Schrijf de letter van het goede antwoord op. a. Luuk vertelt de waarheid, hij speelde de sterren van de hemel. b. Luuk liegt. Waarschijnlijk heeft hij geen enkel doelpunt gemaakt. c. Het is grootspraak wat Luuk zegt: hij heeft het doelpunt wel gemaakt, maar hij overdrijft. In het echt is het helemaal niet zo gegaan. Wat vind jij van wat Luuk zegt? Schrijf je antwoord op. 4 Wat doet Ireen? Schrijf de letter van het goede antwoord op. a. Ze vertelt dat ze zelf ook een mooie fiets heeft. b. Ze schept heel erg op over haar eigen fiets. tm_e_tk_0.indd 5 9-0-08 :56:7

5 Wat denk je dat Hadassa van Ireens reactie vindt? Schrijf je antwoord op. 6 Lees wat deze kinderen over hun vader zeggen. Wie van hen gebruikt grootspraak? Schrijf de namen op. Mijn vader is piloot. Hij heeft alle landen van de hele wereld gezien. n hij spreekt ook alle talen. Hij is de beste piloot van de wereld. Mijn vader werkt in de tuinbouw. Hij teelt in de kas allerlei groenten, zoals tomaten, komkommers en sla. Bron: IStockphoto Sam Mijn vader is een beroemd metselaar. Hij heeft al zeker duizend huizen gemetseld. Als hij wil, metselt hij wel een heel huis in één dag. Marthe Gabi Uitleg 7 Wanneer iemand een verhaal vertelt waarbij wordt overdreven of zelfs opgeschept, dan noem je dat grootspraak. Zo n verhaal noem je een sterk verhaal. Je kunt aan de werkelijkheid van zo n sterk verhaal erg twijfelen. Zo kan iemand vertellen dat zijn auto zo snel is, dat hij niet geflitst kan worden door de politie. Of dat hij een vis heeft gevangen van wel twee meter lang. Vaak wordt een opschepperig verhaal verteld om de aandacht te krijgen van anderen. Die zijn dan onder de indruk van wat er verteld wordt. Maar je kunt ook het tegenovergestelde bereiken. De luisteraars geloven je niet en vinden je maar een opschepper. Ook kun je iemand kwetsen door altijd maar te vertellen dat je het beter kunt, of iets mooiers hebt. Aan de slag 8 Je gaat nu zelf een sterk verhaal schrijven. Bedenk een gebeurtenis die je echt hebt meegemaakt. Schrijf kort op waar het gebeurde, wie erbij waren en wat er gebeurde. 9 Schrijf nu over dezelfde gebeurtenis, maar dan heel erg overdreven. Maak het veel spannender of specialer dan het eigenlijk was. Doe het zo, dat het nog net echt gebeurd zou kunnen zijn. 0 Vertel nu jouw sterke verhaal aan je buur. Gelooft hij wat je zegt of vindt hij het maar grootspraak? tm_e_tk_0.indd 6 9-0-08 :56: