RTL Nederland T.a.v. mevrouw H. van Yperen Postbus 15016 1200 TV HILVERSUM Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DVC-2795469 mw. G.P. Idsinga (070) 340 52 15 Onderwerp Bijlage{n) Uw brief Openbaarmaking van gegevens 2 Geachte mevrouw Van Yperen, In uw brief van 21 augustus 2007 stelt u een aantal vragen (1 t/m 17) waarmee u verzoekt om informatie inzake jeugdinrichtingen/ instellingen. U doet dit op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De vragen 1 t/m 8 vallen onder het beleidsterrein waar het ministerie van Justitie verantwoordelijk voor is. Op grond van artikel 4 van de Wob heb ik deze vragen voor afhandeling doorgestuurd naar het ministerie van Justitie. De gevraagde informatie in de vragen 11 t/m 15 hebben betrekking op gegevens van documenten die berusten bij een ander, bij voorbeeld de Bureaus Jeugdzorg. Zodoende beschikt het ministerie niet over deze gegevens. Op grond van artikel 4 van de Wob heb ik deze vragen voor behandeling doorgestuurd naar de brancheorganisatie MO-groep (koepelorganisatie van de Bureaus Jeugdzorg) en de brancheorganisatie verzocht om spoedig mogelijk antwoord te geven op uw vragen. Naar aanleiding van uw Wob-verzoek kan ik u meedelen dat het ministerie beschikt over de informatie voor de beantwoording van de vragen 9,10,16 en 17. De gegevens waar u naar vraagt, zijn slechts gedeeltelijk rechtstreeks te verkrijgen uit bij ons bestaande documenten. Zo kunt u in de Voortgangsrapportage jeugdzorg 2007 de aantallen en namen van de instellingen voor gesloten jeugdzorg vinden. De cijfers over het totaal aantal jeugdigen die in een jeugdinstelling verblijven, niet vastgelegd in één document. In het kader van uw Wob-verzoek heb ik de verschillende gegevens verzameld voor een antwoord op uw vraag.
Blad 2 Kenmerk DVC-2795469 Overwegingen Met betrekking tot uw verzoek heb ik het volgende overwogen. Het recht op openbaarmaking op grond van de Wob, dient uitsluitend het publieke belang van een goede en democratische bestuursvoering. Het komt iedere burger in gelijke mate toe. Daarom kan ten aanzien van de openbaarheid geen onderscheid worden gemaakt naar gelang de persoon of de bedoeling of belangen van de verzoeker. Bij de te verrichten belangenafweging worden dan ook betrokken het algemene belang bij openbaarmaking van de gevraagde informatie en de door de weigeringsgronden te beschermen belangen, maar niet het specifieke belang van de verzoeker. Evenmin kent de Wob een beperkte vorm van openbaarmaking. Openbaarmaking op grond van de Wob kan dan ook niet leiden tot bekendmaking aan slechts één bepaalde verzoeker met een specifiek belang. Dit betekent dat openbaarmaking van de gevraagde documenten uitsluitend aan u op grond van de Wob niet mogelijk is. Indien ik op grond van de Wob aan u documenten verstrek, behoor ik deze ook aan anderen te geven indien zij daarom verzoeken. In dat licht vindt de afweging ook plaats. Ik zie in de Wob geen aanleiding om openbaarmaking te weigeren. Beslissing Met inachtneming van vorenstaande maak ik de door u verzochte informatie openbaar. Volledigheidshalve heb ik de reeds openbaar gemaakte Voortgangsrapportage jeugdzorg 2007 bijgevoegd als bijlage 2. Met vriendelijke groet, de Minister voor Jeugd en Gezin, namens deze, de plv. en Communicatie, ha"'1"' 1'1 i I< I< irlr! bezwaar maken op van artikel door een bezwaarschrift in te dienen
Blad 3 Kenmerk DVC-2795469 De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag volgend op de dag waarop het besluit is gedagtekend. Het bezwaarschrift wordt ondertekend door de indiener en bevat: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de bestreden beschikking, bijvoorbeeld door vermelding van het zaaknummer, briefkenmerk en datum of door bijvoeging van een kopie van de beschikking; de reden waarom bezwaar wordt gemaakt.
Bijlage bij DVC-2795469, 19 november 2007 VRAGEN BESLOTEN EN GESLOTEN JEUGDINSTELLINGEN (bestaande/nieuwe/pilot jeugdzorginstellingen, civielrechtelijke plaatsingen) 9. Hoeveel besloten en gesloten jeugdzorginstellingen waren er in 2005, 2006, resp. 2007? Kunt u de namen van deze instellingen verstrekken? Sinds 2005 worden er, vooruitlopend op de wijziging van de Wet op de jeugdzorg die gesloten jeugdzorg mogelijk maakt, pilots voor gesloten jeugdzorg ontwikkeld. In 2005 waren er 4 pilots voor gesloten jeugdzorg en in 2007 zijn er 3 extra pilots gestart. In totaal zijn er nu 7 pilots voor gesloten jeugdzorg. In onderstaand overzicht staan deze pilots met de bijbehorende beschikbare capaciteit. Overzicht nieuw zorgaanbod Initiatief Locatie Aantal plaatsen Horizon besloten groep Rotterdam 20 13-min Hand in Hand Harreveld en Alphen aan 26 de Rijn Hoenderloo Groep Hoenderloo (Gld) 50 Paljas Plus Deurne en Oosterhout 58 De Koppeling Amsterdam 48* Jeugdzorg Extra Haaglanden 26* Moeder-Kind huis Zutphen 5 Totaal tot op heden 233....... * Naast de vermelde JeugdzorgcapacIteit IS er bij deze Initiatieven sprake van een combinatie met GGZ capaciteit in hetzelfde gebouw. De minister voor Jeugd en Gezin is verantwoordelijk voor deze pilots, die op basis van artikel 38 van de Wet op de jeugdzorg als experiment worden gefinancierd. Na inwerkingtreding van de gewijzigde Wet op de jeugdzorg (beoogde inwerkingstredingsdatum 1 januari 2008), worden deze pilots structurele capaciteit voor gesloten jeugdzorg onder de verantwoordelijkheid van de minister voor Jeugd en Gezin. 10. Hoeveel jongeren zaten er in totaal in 2005, 2006, resp. 2007 in een besloten of gesloten jeugdzorginstelling? Sinds de start van deze pilots tot eind 2006 hadden 178 jeugdigen gebruik gemaakt van deze pilots voor gesloten jeugdzorg. In totaal hebben sinds de start 365 jeugdigen hiervan gebruik gemaakt. Het aantal plekken en het aantal jeugdigen komt niet met elkaar overeen aangezien jeugdigen soms langer of korter dan een jaar op een plek zitten. 11. Hoeveel van de jongeren genoemd in vraag 10 hebben een strafblad? In de gesloten zitten niet vanwege hun ~tr;:,fr'a('ht~,iiii(a jellgdllgeln die in de gesloten jeugdzorg behandeld worden, is de aarlweziqheid aldus geen criterium voor deze behandeling. Het criterium voor gesloten is de indicatie van het bureau en de machtiging gesloten jeugdzorg. Als het bureau jeugdzorg gesloten nodig acht en de kinderrechter een machtiging qe~>lo-ten jeugdzor-g dan kan een gesloten behandeld worden. Deze gegevens bekend de verschillende het bureau. Het ministerie beschikt hier niet over.
Bijlage bij DVC-2795469, 19 november 2007 12. Hoeveel jongeren in totaal zijn in 2005, 2006, resp. 2007 ontsnapt uit besloten en gesloten jeugdinstellingen? Deze gegevens zijn niet beschikbaar op het ministerie, waarbij ik volledigheidshalve nog het volgende wil zeggen. Tot 1 januari 2008 werken deze pilots op basis van vrijwilligheid. Zolang er nog geen wettelijke basis is voor gesloten jeugdzorg, is de toestemming van ouders en jeugdigen nodig voor plaatsing in dergelijke pilots. Derhalve zal er een einde aan de behandeling in de gesloten jeugdzorg komen als een jeugdige en zijn ouders de instemming intrekken. Jeugdigen die verlof krijgen om de instelling te verlaten, komen niet in alle gevallen op tijd terug, maar soms een dag later. Ook kan het voorkomen dat jeugdigen weglopen zonder terug te keren. In dergelijke gevallen hanteert de zorgaanbieder een protocol dat hiervoor is opgesteld. In dit protocol kan bijvoorbeeld de betrokkenheid van de politie vastgelegd zijn, bijvoorbeeld ten aanzien van de opsporing. Er is thans geen landelijk protocol dat precies voorschrijft welke procedure er gevolgd moet worden bij jeugdigen die niet terugkeren. 13. Hoeveel jongeren in totaal zijn in 2005, 2006 resp. 2007 ontsnapt uit besloten en gesloten jeugdinstellingen? (idem als vraag 12) 14. Hoeveel jongeren ontsnapt in 2005, 2006, resp. 2007 zijn daarna teruggekeerd? Hoeveel van hen deden dat zelfstandig en hoeveel zijn opgespoord door politie/justitie? Deze gegevens zijn bij het ministerie niet bekend. De instellingen beschikken over deze gegevens. 15. Hoeveel jongeren worden nog gezocht? Wordt er actief naar hen gezocht? En wie is de aangewezen instantie om deze jongeren op te sporen? Deze gegevens zijn bij het ministerie niet bekend. De instellingen beschikken over deze gegevens. ALGEMEEN 16. Graag zouden wij ook informatie ontvangen over de procedures/protocollen die gelden in de justitiële jeugdinrichtingen en de besloten/gesloten jeugdzorginstellingen in geval van ontsnapping/onttrekkingen. Bij zorgaanbieders bestaan hiervoor protocollen. In een dergelijk protocol kan bijvoorbeeld de betrokkenheid van de politie vastgelegd zijn ten aanzien van de opsporing. Er bestaat geen landelijk protocol dat precies voorschrijft welke procedure er gevolgd moet worden bij jeugdigen die niet terugkeren. 17. Hoe vaak zijn ontvluchtingen/onttrekkingen aan het publiek gemeld/openbaar gemaakt? Waarom wel/niet? Wat zijn de regels hiervoor? Het aantal ontvluchtingen is binnen het ministerie niet bekend. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 12.