Uw socialezekerheidsrechten. in Polen



Vergelijkbare documenten
Uw socialezekerheidsrechten. in Slovenië

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

TITEL I Algemene bepalingen

Uw socialezekerheidsrechten. in Slowakije

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

Uw socialezekerheidsrechten. in Griekenland

Gezinsbijslag in 15 vragen

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Uw SOCIALE ZEKERHEID WANNEER U ZICH VERPLAATST IN DE EUROPESE UNIE. Een praktische gids

2. Arbeidsrelatie tussen de reservist en Defensie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

I. VERKLARINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER L), VAN VERORDENING (EG) NR. 883/2004 DE DATUM VANAF WELKE DE VERORDENING VAN TOEPASSING ZAL ZIJN

Titel V. De overzeese sociale zekerheid

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008

Uw socialezekerheidsrechten. in Bulgarije

Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ]

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Uw socialezekerheidsrechten. in Finland

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Uw socialezekerheidsrechten. in Malta

Datum van inontvangstneming : 22/02/2013

Cijferbijlage Wonen in Nederland en werken in België

ADMINISTRATIEF AKKOORD VOOR DE TOEPASSING VAN HET VERDRAG INZAKE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN EN DE REPUBLIEK POLEN

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10

1. Op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt ontslagen wegens:

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit

EUROPEES PARLEMENT ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT. Geconsolideerd wetgevingsdocument EP-PE_TC1-COD(2007)0054

Cijferbijlage. Inhoud Algemeen 2

BIJLAGE VI (SOCIALE ZEKERHEID) BIJ DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Tijdskrediet Verklaring gezinstoestand van de werknemer

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

ANW- Hiaat Reglement 2015

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Vrijwillige verzekering. Voor de gevolgen van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Juridische dienst

Praktische opdracht Economie Kinderbijslag

Uw socialezekerheidsrechten. in Estland

Cijferbijlage. Inhoud Algemeen 2

Infoblad - werknemers U wenst mantelzorg te verlenen?

(Inwerkingtreding , gepubliceerd in BS van )

Expat Pakket Collectief

Vrijwillige verzekering binnenland. Informatie over vrijwillig verzekeren voor de Ziektewet, WIA, WAO en WW

Reglement Anw-hiaatpensioen

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2016 Nr. 101

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

Hieronder worden eerst de bepalingen uit de Wet arbeid en zorg behandeld en daarna volgen de aanvullende bepalingen uit de CAO.

Publicatieblad van de Europese Unie L 5/3

TOELAGE VOOR SCHOOLGAANDE KINDEREN

1. De Commissie heeft het bovengenoemde voorstel op 30 maart 2007 bij de Raad ingediend.

(Inwerking getreden op 1 november 2010 Belgisch Staatsblad: 29 oktober 2010)

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement

Anw: uitkering bij overlijden

ANW- Hiaat Reglement De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

Regeling Anw-aanvulling

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

Expat Pakket Collectief

(Inwerking getreden op 1 augustus 2009 Belgisch Staatsblad: 4 augustus 2009)

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

Uw socialezekerheidsrechten. in Tsjechië

Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeringswet

Zorgverzekeringswet. Duitsland

FISC brief 1: provisionele ambtshalve beslissing tot toekenning

UITVOERINGSREGLEMENT VOORTZETTING PENSIOENOPBOUW BIJ WERKLOOSHEID 1999 DE STICHTING FINANCIERING VOORTZETTING PENSIOENVERZEKERING

(Inwerkingtreding 01/01/2016, gepubliceerd in BS van )

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 mei 2011 (OR. en) 8900/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0245 (NLE) EEE 14 SOC 334 MI 197

Vrijwillige verzekering binnenland

Aanvraag om kraamgeld

Verlof rond zwangerschap, adoptie, pleegzorg en geboorte

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vrijwillige verzekering binnenland. Informatie over vrijwillig verzekeren voor Ziektewet, WIA, WAO en WW

PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

Toeslag op de kinderbijslag

Dienstverlening aan huis (bron

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de opvanguitkering voor onthaalouders?

Partner- en Wezenpensioen

Cijferbijlage. Inhoud Algemeen 2

ARBEIDS- ONGESCHIKTHEID Alles goed geregeld

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Reglement Anw-hiaatpensioen

Kind wonen in Nederland, werken in Duitsland

Maak een nieuw dienstverband aan vanaf 1 maart. Dat doet u via Werknemers, Nieuw, en dan de middelste optie Maak een nieuw dienstverband voor :

Uw socialezekerheidsrechten. in Ijsland

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

(" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN).

Bijzondere voorwaarden WIA-excedentverzekering Top Metaal en Techniek

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

INSTRUCTIE VOOR DE ONDERDANEN VAN EU-LIDSTATEN EN VOOR DE FAMILIELEDEN VAN EU-BURGERS

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Verdrag tussen de Tsjechische Republiek en het Koninkrijk der Nederlanden inzake de export van sociale-verzekeringsuitkeringen

Transcriptie:

Uw socialezekerheidsrechten in Polen

De informatie in deze gids is opgesteld en bijgewerkt in nauwe samenwerking met de nationale correspondenten van het EU-systeem voor informatie over de nationale socialezekerheidsstelsels MISSOC (Mutual Information System on Social Protection). Meer informatie over het MISSOC-netwerk is te vinden op: http://ec.europa.eu/social/main.jsp?langid=nl&catid=815. Deze gids geeft een algemeen overzicht van de regelingen op het gebied van de sociale zekerheid in de desbetreffende landen. Aanvullende informatie kan worden verkregen uit andere MISSOC-publicaties, die allemaal op bovengenoemde MISSOCwebpagina te vinden zijn. U kunt ook contact opnemen met de bevoegde autoriteiten en instellingen die staan vermeld in de lijst van de bijlage bij deze gids. De Europese Commissie noch enige namens de Commissie handelende persoon aanvaardt welke aansprakelijkheid dan ook voor de wijze waarop de informatie in deze publicatie wordt gebruikt. Europese Unie, 2012 Overneming met bronvermelding toegestaan. Juli 2012 2

Inhoudsopgave Hoofdstuk I: Inleiding, organisatie en financiering... 4 Inleiding... 4 Het sociale zekerheidsstelsel... 4 Financiering... 5 Hoofdstuk II: Gezondheidszorg... 6 Wie komt in aanmerking voor gezondheidszorg?... 6 Wat wordt er gedekt?... 6 Wat moet u doen om gezondheidszorg te verkrijgen?... 7 Hoofdstuk III: Uitkeringen bij ziekte... 8 Wie komt in aanmerking voor een ziekte-uitkering?... 8 Wat wordt er gedekt?... 9 Wat moet u doen om een ziekte-uitkering te krijgen?...10 Hoofdstuk IV: Moeder- en vaderschapsuitkeringen...11 Wie komt in aanmerking voor een moeder- of vaderschapsuitkering?...11 Wat wordt er gedekt?...11 Wat moet u doen om een moeder- of vaderschapsuitkering te krijgen?...12 Hoofdstuk V: Uitkeringen bij invaliditeit...13 Wie komt in aanmerking voor een invaliditeitspensioen?...13 Wat wordt er gedekt?...14 Wat moet u doen om een invaliditeitspensioen te krijgen?...15 Hoofdstuk VI: Ouderdomspensioenen en -uitkeringen...16 Wie komt in aanmerking voor een ouderdomspensioen?...16 Wat wordt er gedekt?...18 Wat moet u doen om een ouderdomsuitkering te krijgen?...19 Hoofdstuk VII: Nabestaandenpensioenen...20 Wie komt in aanmerking voor een nabestaandenpensioen?...20 Wat wordt er gedekt?...21 Wat moet u doen om een nabestaandenpensioen te krijgen?...21 Hoofdstuk VIII: Uitkeringen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten...23 Wie komt in aanmerking voor uitkeringen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten?...23 Wat wordt er gedekt?...24 Wat moet u doen om een uitkering i.v.m. een arbeidsongeval en beroepsziekte te krijgen?...24 Hoofdstuk IX: Gezinstoelagen...25 Wie komt in aanmerking voor een gezinstoelage?...25 Wat wordt er gedekt?...25 Wat moet u doen om een gezinstoelage te krijgen?...26 Hoofdstuk X: Werkloosheid...27 Wie komt in aanmerking voor een werkloosheidsuitkering?...27 Wat wordt er gedekt?...27 Wat moet u doen om een werkloosheidsuitkering te krijgen?...28 Hoofdstuk XI: Sociale minima...29 Wie komt in aanmerking voor een bijstandsuitkering?...29 Wat wordt er gedekt?...29 Hoe vraagt u een bijstandsuitkering aan?...29 Hoofdstuk XII: Langdurige zorg...30 Wie komt in aanmerking voor langdurige zorg?...30 Wat wordt er gedekt?...30 Wat moet u doen om langdurige zorg te krijgen?...31 Bijlage : Nuttige adressen en sites...32 Juli 2012 3

Hoofdstuk I: Inleiding, organisatie en financiering Inleiding In Polen omvat de sociale zekerheid de volgende onderdelen: ouderdom, invaliditeitspensioen, een ziekte- en moederschapsverzekering, een verzekering tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten, een gezondheidsverzekering. Daarbij komen een stelsel van gezinsbijslagen, sociale bijstand en werkloosheidsuitkeringen. Bijna alle personen die een beroep uitoefenen, d.w.z. werknemers en zelfstandigen en hun gezinsleden vallen onder het Poolse socialezekerheidsstelsel. De sociale verzekering kan verplicht of vrijwillig zijn. Alle personen die een beroep uitoefenen, d.w.z. werknemers, zelfstandigen en landbouwers, zijn verplicht verzekerd. De verplichting om deze personen bij de sociale verzekering aan te melden, ligt bij de premiebetalers (werkgevers) of de betrokkenen zelf in geval van zelfstandigen en geestelijken. Het sociale zekerheidsstelsel Het socialezekerheidsstelsel valt onder het algemene kader van het ministerie van Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (Ministerstwo Pracy i Polityki Społecznej) en het ministerie van Volksgezondheid (Ministerstwo Zdrowia), maar de juridische, bestuurlijke en financiële organisatie staat los van deze ministeries. De socialezekerheidsfondsen worden beheerd door de volgende instituten: Het Instituut voor sociale verzekeringen (Zakład Ubezpieczeń Społecznych, ZUS) en de regionale diensten van dit instituut, die verantwoordelijk zijn voor uitkeringen bij ziekte en moederschap, ouderdomspensioenen en pensioenen bij invaliditeit, voor nabestaanden en bij arbeidsongevallen en beroepsziekten. Het Instituut voor sociale verzekeringen int alle socialezekerheidspremies en maakt deze over naar de juiste organisaties. Tegelijkertijd bestaan er in Polen naast het algemene verplichte pensioensysteem ook open pensioenfondsen, die worden aangeboden door particuliere financiële instellingen. Hierop wordt echter strikt toezicht gehouden door de staat. Verzekerden betalen de premies niet rechtstreeks aan pensioenfondsen, maar aan ZUS, tezamen met andere socialeverzekeringspremies. ZUS zorgt ervoor dat de pensioenverzekeringspremie wordt overgemaakt naar het door de verzekerde gekozen pensioenfonds; regionale fondsen voor volksgezondheid, die verantwoordelijk zijn voor uitkeringen in geval van ziekte en moederschap; gemeentelijke centra voor sociaal beleid, die gezinstoelagen uitkeren; lokale en regionale werkgelegenheidsbureaus, die werkloosheidsuitkeringen bieden; Juli 2012 4

het staatsfonds voor de revalidatie van gehandicapten (Państwowy Fundusz Rehabilitacji Osób Niepełnosprawnych, PFRON), dat zich toelegt op de toegang tot werkgelegenheid en de revalidatie van gehandicapten. Alle revalidatie- en werkgelegenheidprogramma's, inclusief werk op een sociale werkplaats, worden gefinancierd uit belastingen die worden afgedragen door werkgevers die niet aan de gehandicaptenquota voldoen. In Polen wordt het zorgstelsel in het kader van de ziekteverzekering georganiseerd door het Nationaal Fonds voor de gezondheid (NFZ) en zijn lokale kantoren. Door contracten af te sluiten met dienstverleners creëert het NFZ een netwerk van instellingen die zorgdiensten verrichten. Het financiert de gezondheidszorg en vergoedt geneesmiddelen uit zijn eigen begroting. Financiering De Centrale Instelling voor sociale verzekeringen (Zakład Ubezpieczeń Społecznych - ZUS) is grotendeels verantwoordelijk voor de inning van de premies voor de sociale verzekeringen (ouderdomspensioen, invaliditeitspensioen, ziekteverzekering, ongevallenverzekering en gezondheidsverzekering) van personen die buiten de landbouw werken, en voor de betaling van de prestaties. De premies vormen de belangrijkste bron voor de financiering van de prestaties. Het te betalen percentage is hetzelfde voor alle verzekerden en als volgt vastgesteld: 19,52 % van de berekeningsgrondslag voor het ouderdomspensioen, 8,00 % van de berekeningsgrondslag voor het invaliditeitspensioen, 2,45 % van de berekeningsgrondslag voor de ziekteverzekering, 0,67-3,33 % van de berekeningsgrondslag voor de ongevallenverzekering, 9,00 % voor ziektekostenverzekering, 2,45 % voor het Arbeidsfonds. De premies voor het ouderdomspensioen worden gelijk over de verzekerden en de werkgevers verdeeld, d.w.z. dat elk van deze beide groepen 9,76 % van de berekeningsgrondslag betaalt, wat neerkomt op een totaal van 19,52 %. Premies voor invaliditeitspensioenen worden betaald door verzekerden (1,5 % van de berekeningsgrondslag) en werkgevers (6,5 % van de berekeningsgrondslag). De premies voor de ziekte- en gezondheidsverzekering komen volledig ten laste van de verzekerden. De premies voor de ongevallenverzekering en het Arbeidsfonds komen volledig ten laste van de werkgevers. Het loon, zoals gedefinieerd door de bepalingen betreffende de inkomstenbelasting, vormt de grondslag voor de berekening van de werknemerspremies. Er bestaan open pensioenfondsen, die worden aangeboden door particuliere financiële instellingen en die functioneren in het kader van het algemene en verplichte stelsel van ouderdomspensioenen voor werknemers. De ZUS boekt een deel van de premies voor het ouderdomspensioen over naar het open pensioenfonds dat de verzekerde heeft gekozen. Het gaat daarbij om een derde van de premie, namelijk 2,3 % in 2012, dat wordt verhoogd naar 2,8 % in 2013, naar 3,1 % in 2014, naar 3,3 % in 2015, en naar 3,8 % in 2017. Voor verzekerden die geen premie voor een open pensioenfonds betalen, wordt het totale bedrag van de premie voor het ouderdomspensioen overgeboekt naar de ZUS, die het ouderdomspensioen, het invaliditeitspensioen en de prestaties bij ziekte en ongevallen financiert. Juli 2012 5

Hoofdstuk II: Gezondheidszorg Wie komt in aanmerking voor gezondheidszorg? De volgende personen hebben recht op gratis gezondheidszorg op het grondgebied van Polen: personen die onder een algemene gezondheidsverzekering vallen (verplicht of vrijwillig); andere dan verzekerde personen, die voldoen aan het inkomenscriterium dat bij de wet op de sociale bijstand is vastgesteld, mits zij Pools staatsburger zijn. Toegang tot medische zorg bij tijdelijk verblijf in Polen Rechthebbenden die tijdelijk in Polen verblijven, kunnen dezelfde zorg krijgen als Poolse burgers. Iedere rechthebbende die tijdelijk in Polen verblijft, heeft recht op medische zorg op de volgende gebieden: medische basiszorg, externe consulten bij specialisten, ziekenhuisopname, tandheelkundige zorg, ziekenvervoer en reddingsacties. Wat wordt er gedekt? Het recht op gratis gezondheidszorg geldt wanneer een beroep wordt gedaan op dienstverleners die een contract met het NFZ hebben afgesloten en daarom verplicht zijn zulke diensten te verrichten. Het gaat vooral om artsen die in het kader van de gezondheidsverzekering hun beroep uitoefenen (artsen, tandartsen), zorginstellingen (ziekenhuizen, eerstehulpdiensten, poliklinieken, externe consulten, enz.) en particuliere dokterspraktijken (individuele, gespecialiseerde of groepspraktijken). Medische basiszorg Basisgezondheidszorg omvat de onderzoeken en adviezen van een eerstelijnsarts. Om de oorspronkelijke diagnose te bevestigen, kan de arts de patiënt voor diagnostisch onderzoek naar een specialist of ziekenhuis doorverwijzen. Tandheelkundige zorg Het grootste deel van de kosten van de tandheelkundige zorg van tandartsen die een contract met het NFZ hebben gesloten, komt ten laste van de begunstigde. In het kader van het algemene stelsel van de gezondheidsverzekering is gratis tandheelkundige zorg aan allerlei beperkende voorwaarden gebonden, zoals vermeld in de beschikking van de minister van Gezondheid. Alle verstrekkingen en middelen die daarbuiten vallen, komen ten laste van de patiënt. Juli 2012 6

Intramurale zorg Tijdens de ziekenhuisopname zijn de procedures, onderzoeken en geneesmiddelen gratis. Geneesmiddelen en medische apparatuur Een begunstigde of rechthebbende heeft het recht geneesmiddelen of medische apparatuur te ontvangen op grond van een recept dat is voorgeschreven door een arts die zijn beroep in het kader van de gezondheidsverzekering uitoefent of door een arts die zijn beroep niet in dat kader uitoefent maar die met het NFZ een contract heeft gesloten op grond waarvan hij recepten mag voorschrijven. Op de officiële lijst van geneesmiddelen worden drie categorieën farmaceutische producten onderscheiden: basisgeneesmiddelen, waarvoor patiënten een vast bedrag (PLN 3,25 (0,77 EUR) of PLN 5,00 (1,18 EUR)) betalen. Dit bedrag wordt vastgesteld door de minister van Volksgezondheid (Minister Zdrowia) en mag niet meer zijn dan 0,5 % van het minimuminkomen; speciale aanvullende geneesmiddelen, waarvoor verzekerden 30-50 % van de kosten betalen; overige geneesmiddelen, die volledig door de verzekerde wordt betaald. In ziekenhuizen worden geneesmiddelen gratis verstrekt. Wat moet u doen om gezondheidszorg te verkrijgen? Patiënten kunnen zich aanmelden bij een huisarts naar keuze. Poliklinieken zijn geopend van maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 18.00 uur. Na 18.00 uur op werkdagen, en zaterdagen en zon- en feestdagen wordt 24 uur zorg verleend door instellingen die daartoe een contract hebben gesloten. Deze zorg omvat externe consulten en ambulante hulp, ofwel visites aan huis voor patiënten die zich niet kunnen verplaatsen. Het adres en telefoonnummer van deze instellingen zijn op te vragen bij de basiszorgklinieken. Patiënten die een specialist bezoeken, dienen een verwijskaart te hebben van een arts die zijn beroep binnen het stelsel van de gezondheidsverzekering uitoefent (huisarts). Geen enkele verwijzing is nodig voor de volgende specialisten: gynaecologen en verloskundigen, tandartsen, dermatologen, venerologen, oncologen, oogartsen en psychiaters, en voor de volgende patiënten: Een verwijzing is evenmin vereist voor personen die lijden aan tuberculose of hiv, oorlogsinvaliden en slachtoffers van onderdrukking, verslaafden aan alcohol, drugs en psychoactieve stoffen die een ontwenningskuur volgen. Bij ongevallen, verwondingen, vergiftiging of levensbedreigende situaties ontvangt een rechthebbende eveneens de nodige medische zorg zonder verwijzing. Patiënten die in een ziekenhuis moeten worden behandeld, dienen een verwijskaart van een arts te hebben. Juli 2012 7

Hoofdstuk III: Uitkeringen bij ziekte Wie komt in aanmerking voor een ziekte-uitkering? De ziekteverzekering biedt een uitkering bij ziekte van een verzekerde of een gezinslid of bij moederschap. De volgende prestaties worden betaald door de ziekteverzekering: ziekengeld, uitkering bij revalidatie, compensatie-uitkering, moederschapsuitkering en kinderverzorgingstoelagen. Ziekengeld (Zasiłek chorobowy) Het ziekengeld is een basisuitkering die door de ziekteverzekering wordt betaald. Iedere verzekerde die gedurende de looptijd van de ziekteverzekering ziek wordt, komt vanaf de 34e ziektedag in aanmerking voor deze uitkering (of vanaf de 15e dag als de werknemer ouder dan 50 is). Verzekerden komen na een aaneengesloten verzekerde periode van 30 dagen in aanmerking voor het ziekengeld als zij verplicht zijn verzekerd, of na een aaneengesloten verzekerde periode van 90 dagen als zij vrijwillig zijn verzekerd. De volgende personen hebben vanaf de eerste verzekeringsdag recht op ziekengeld: jonge gediplomeerden van het middelbaar of hoger onderwijs die tegen ziektekosten zijn verzekerd of binnen 90 dagen na de beëindiging van hun studie of het behalen van hun diploma een ziekteverzekering hebben afgesloten; personen die arbeidsongeschikt zijn geworden door een ongeval in het woonwerkverkeer; verzekerden die ten minste 10 jaar verplicht tegen ziektekosten zijn verzekerd; leden van het Huis van Afgevaardigden en de Senaat die binnen 90 dagen na het neerleggen van hun functie een ziekteverzekering hebben afgesloten. Het ziekengeld wordt toegekend op basis van een doktersverklaring die de tijdelijke arbeidsongeschiktheid bevestigt en die afgegeven wordt via het ZLA-formulier van de ZUS. Kinderverzorgingstoelage (Zasiłek opiekuńczy) De kinderverzorgingstoelage wordt betaald aan alle verzekerden die van de verplichting tot werken zijn vrijgesteld omdat zij moeten zorgen voor een gezond kind onder de 8 jaar of een ziek kind onder de 14 jaar, of een ander ziek gezinslid. Als kinderen worden beschouwd: eigen kinderen van een werknemer of zijn/haar echtgeno(o)t(e); zijn/haar/hun geadopteerde kinderen; en andere kinderen die worden grootgebracht en onderhouden door de werknemer of zijn/haar echtgeno(o)t(e). Met gezinsleden wordt verstaan: echtgeno(o)t(e), ouders, schoonouders, grootouders, kleinkinderen, broers en zussen, en kinderen van meer dan 14 jaar oud, als zij in de zorgperiode deel uitmaken van het huishouden van de verzekerde. De moeder en de vader van het kind hebben beide evenveel recht op de toelage, maar deze wordt slechts aan een van de ouders betaald, en wel aan degene die het verzoek tot betaling van de toelage voor een bepaalde periode indient. De toelage wordt alleen uitgekeerd indien er in het gezamenlijke huishouden geen andere personen zijn die Juli 2012 8

voor het kind of het zieke gezinslid kunnen zorgen. De volgende personen vallen onder meer niet onder deze andere personen in het gezamenlijke huishouden: personen die niet in staat zijn arbeid te verrichten, zieken, verstandelijk of lichamelijk gehandicapten vanwege hun leeftijd, personen die een boerderij beheren of een economische activiteit buiten de landbouw verrichten, die hun werkuren niet vrij kunnen inrichten. Revalidatietoelage (Zasiłek rehabilitacyjny) De uitkering bij revalidatie wordt toegekend aan verzekerden die geen recht meer hebben op ziekengeld maar nog steeds arbeidsongeschikt zijn. Zij kan worden toegekend tijdens de periode die nodig is om opnieuw arbeidsgeschikt te worden, een periode die evenwel ten hoogste 12 maanden mag duren. Het besluit om deze uitkering toe te kennen, wordt genomen door de bevoegde sector van de ZUS op grond van de beoordeling van de door de ZUS erkende arts. Compensatietoelage (Zasiłek wyrównawczy) De compensatie-uitkering wordt uitsluitend aan verzekerden in loondienst betaald. Zij wordt toegekend aan personen van wie het maandloon is verlaagd omdat zij bezig zijn met beroepsrevalidatie. De noodzaak van deze revalidatie wordt beoordeeld door het Arbeidsgeneeskundig Centrum van de betreffende regio (woiwodschap) of een door de ZUS erkende arts. Wat wordt er gedekt? Ziekengeld Tijdens de eerste 33 dagen krijgt de werknemer het salaris van zijn werkgever doorbetaald. De uitkering is verschuldigd voor elke dag dat de arbeidsongeschiktheid voortduurt, met inbegrip van feestdagen. Zij is gelijk aan een dertigste deel van het salaris dat haar berekeningsgrondslag vormt. De uitkering wordt tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid betaald tot een maximum van 182 dagen, of tot 270 dagen, indien de arbeidsongeschiktheid te wijten is aan tuberculose of zich voordeed tijdens zwangerschap. Het ziekengeld kan ten hoogste 80 % van de berekeningsgrondslag en 70 % van de berekeningsgrondslag voor de periode van ziekenhuisopname bedragen. Indien de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een arbeidsongeval of beroepsziekte, indien zij ontstaat tijdens de zwangerschap of wordt veroorzaakt door de medische onderzoeken die personen die cellen, weefsels of organen willen doneren, moeten ondergaan, of door het daadwerkelijk afnemen van cellen, weefsels of organen, is ziekengeld verschuldigd ter hoogte van 100 % van de berekeningsgrondslag (eveneens voor de periode van ziekenhuisopname). Kinderverzorgingstoelage De kinderverzorgingstoelage wordt uitgekeerd gedurende het verlof dat de betrokkene heeft opgenomen omdat hij voor het kind moet zorgen. De uitkering is echter ten hoogste 60 dagen per kalenderjaar verschuldigd indien de zorg wordt verleend aan een kind onder de 8 jaar of een ziek kind onder de 14 jaar en maximaal 14 dagen per kalenderjaar in geval van een kind boven de 14 jaar of een ander ziek gezinslid. De kinderverzorgingstoelage voor de zorg die om diverse redenen wordt verleend aan kinderen of andere gezinsleden, kan ten hoogste 60 dagen (of 14 dagen) per Juli 2012 9

kalenderjaar worden uitbetaald, ongeacht het aantal gezinsleden dat zorg nodig heeft. De toelage bedraagt 80 % van de berekeningsgrondslag. Voor werknemers komt dit overeen met het gemiddelde maandloon dat zij in de 12 maanden vóór het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid hebben ontvangen. Revalidatietoelage De revalidatietoelage bedraagt de eerste 90 dagen maximaal 90 % van de berekeningsgrondslag, en gedurende de resterende periode 75 % van de berekeningsgrondslag. Indien de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een arbeidsongeval of beroepsziekte of indien zij ontstaat tijdens de zwangerschap, bedraagt deze uitkering 100 % van de berekeningsgrondslag van het ziekengeld. Compensatietoelage De compensatie-uitkering is verschuldigd tijdens de periode van beroepsrevalidatie, die evenwel maximaal 24 maanden mag duren. De uitkering is gelijk aan het verschil tussen het gemiddelde maandloon in de 12 maanden voorafgaand aan de revalidatie en het verlaagde maandloon. Wat moet u doen om een ziekte-uitkering te krijgen? Een bij het ziekenfonds aangesloten arts bevestigt de arbeidsongeschiktheid vanaf de eerste ziektedag. Het is mogelijk dat de patiënt opnieuw moet worden onderzocht door een erkende arts van de socialezekerheidsinstantie. De verzekerde is wettelijk verplicht een medisch attest aan te vragen en dit binnen zeven dagen na ontvangst te overleggen aan de premiebetaler. Als niet aan deze verplichting wordt voldaan, worden het ziekengeld en de zorgtoeslag op de achtste dag na de ontvangst van het certificaat met 25 % verlaagd. Juli 2012 10

Hoofdstuk IV: Moeder- en vaderschapsuitkeringen Wie komt in aanmerking voor een moeder- of vaderschapsuitkering? De moederschapsuitkering (zasiłek macierzyński) wordt betaald aan alle verzekerden die gedurende de looptijd van de ziekteverzekering of het zwangerschapsverlof: het leven schenken aan een kind, of een kind van minder dan zeven jaar in huis nemen om het op te voeden en een verzoek tot adoptie van dit kind bij de voogdijrechter indienen, of een kind van minder dan zeven jaar in huis nemen om het op te voeden in een pleeggezin. De vader van het kind kan eveneens aanspraak maken op de moederschapsuitkering, indien hij is verzekerd en de moeder van het kind ten minste 14 weken zwangerschapsverlof heeft opgenomen. In dat geval kan de moeder het restant van haar verlof overdragen aan de vader van het kind die recht heeft op het zwangerschapsverlof of die een winstgevende activiteit heeft onderbroken om zelf voor het kind te zorgen. Indien de vader het restant van het zwangerschapsverlof niet wenst te gebruiken, kan de moeder haar verlof niet inkorten en dient zij deze volledig te gebruiken. Indien zij verzekerd zijn, kunnen de vader van het kind of een ander gezinslid eveneens aanspraak maken op de moederschapsuitkering wanneer: de moeder van het kind is overleden of het kind heeft verlaten, en/of deze personen hun werk of andere winstgevende activiteit opgeven om voor het kind te zorgen. Wat wordt er gedekt? De zwangerschapsuitkering wordt betaald gedurende het zwangerschapsverlof. De periode waarin het geld wordt uitgekeerd, hangt af van het aantal kinderen dat in het gezin is geboren, en is 20 weken als er één kind is geboren, 31 weken als er twee kinderen in één gezin zijn geboren, 33 weken als er drie kinderen in één gezin zijn geboren, 35 weken als er vier kinderen in één gezin zijn geboren, 37 weken als er meer kinderen in één gezin zijn geboren. Sinds 1 januari 2010 heeft een verzekerde vrouw die is bevallen van een kind, gedurende de periode die in het Arbeidswetboek is vastgelegd als periode van aanvullend zwangerschaps- en bevallingsverlof ook recht op de zwangerschapsuitkering, en wel gedurende: niet langer dan twee weken als er één kind is geboren, en niet langer dan drie weken als er meerdere kinderen zijn geboren. Juli 2012 11

De uitkering bedraagt 100 % van haar berekeningsgrondslag. Voor werkneemsters komt dit overeen met het gemiddelde maandloon dat zij in de 12 kalendermaanden vóór het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid hebben ontvangen. Wat moet u doen om een moeder- of vaderschapsuitkering te krijgen? De moederschapsuitkering wordt door ZUS of door de werkgever betaald en door het socialezekerheidsfonds gefinancierd. De moederschapsuitkering wordt verleend op basis van een certificaat waarin de verwachte geboortedatum wordt vermeld voor de periode voorafgaand aan de bevalling, en op basis van de geboorteakte voor de periode na de bevalling. Als deze door ZUS wordt betaald, moet het formulier Z-3 worden ingevuld. Juli 2012 12

Hoofdstuk V: Uitkeringen bij invaliditeit Wie komt in aanmerking voor een invaliditeitspensioen? Het invaliditeitspensioen (renta) biedt een uitkering in geval van inkomstenderving door invaliditeit (arbeidsongeschiktheid). In dat geval ontvangen de personen die voor deze verzekering premie betalen, een invaliditeitspensioen ter compensatie van het loon of de gederfde inkomsten. De volgende prestaties worden betaald uit het invaliditeitspensioen: invaliditeitspensioen bij arbeidsongeschiktheid (renta z tytułu niezdolności do pracy), toelage voor opleiding (renta szkoleniowa), nabestaandenpensioen (renta rodzinna). Het invaliditeitspensioen als gevolg van arbeidsongeschiktheid wordt toegekend aan personen die vanwege hun gezondheidstoestand geheel of gedeeltelijk ongeschikt zijn verklaard voor het verrichten van enige winstgevende activiteit. Een persoon wordt volledig arbeidsongeschikt verklaard indien hij geen enkel soort werk meer kan verrichten. Hij wordt gedeeltelijk arbeidsongeschikt verklaard, indien hij in aanzienlijke mate niet langer het werk kan verrichten dat overeenkomt met zijn beroepskwalificaties. Het invaliditeitspensioen kan uitsluitend worden toegekend indien er sprake is van volledige of gedeeltelijke ongeschiktheid voor het verrichten van een winstgevende activiteit als gevolg van de achteruitgang van lichamelijke of geestelijke vermogens, en indien de betrokkene na re-integratie zijn arbeidsvermogen niet terugkrijgt. De arbeidsongeschiktheid wordt voor een periode van ten hoogste 5 jaar beoordeeld, behalve indien het op grond van de stand van de medische kennis niet te verwachten is dat deze ongeschiktheid voor het aflopen van deze periode verdwijnt. In dat geval wordt zij voor een langere periode beoordeeld. Het invaliditeitspensioen als gevolg van arbeidsongeschiktheid wordt uitgekeerd aan personen die: arbeidsongeschikt zijn, en kunnen aantonen dat zij gedurende het vereiste tijdvak, al dan niet premievrij, verzekerd zijn geweest, en als de arbeidsongeschiktheid is ontstaan gedurende perioden die uitdrukkelijk in de wet zijn vermeld, bijv. gedurende een periode van verzekering, van werk in loondienst, van werkloosheidsuitkeringen en van socialeverzekeringsuitkeringen (wegens ziekte of verzorging), of uiterlijk 18 maanden na afloop van deze perioden. De vereiste premie- en premievrije tijdvakken hangen af van de leeftijd waarop de verzekerde arbeidsongeschikt is geraakt, en bedragen 1 jaar indien de arbeidsongeschiktheid is ontstaan voordat de verzekerde de leeftijd van 20 jaar heeft bereikt; Juli 2012 13

2 jaar indien de arbeidsongeschiktheid tussen het 20e en 22e levensjaar is ontstaan; 3 jaar indien de arbeidsongeschiktheid tussen het 22e en 25e levensjaar is ontstaan; 4 jaar indien de arbeidsongeschiktheid tussen het 25e en 30e levensjaar is ontstaan; 5 jaar indien de arbeidsongeschiktheid na het 30e levensjaar is ontstaan. Voor personen die na hun 30e levensjaar arbeidsongeschikt zijn geraakt, moet het vereiste tijdvak van 5 jaar liggen in de periode van 10 jaar voordat een invaliditeitspensioen is aangevraagd, of verstreken zijn voor de dag dat de arbeidsongeschiktheid is ontstaan. Toelage voor opleiding (renta szkoleniowa) Het recht op een toelage voor opleiding wordt verleend aan iedere persoon die voldoet aan de voorwaarden voor het ontvangen van een invaliditeitspensioen en die een beoordelingscertificaat heeft ontvangen waaruit blijkt dat het voor hem nuttig is zich te laten omscholen omdat hij zijn huidige werk niet kan verrichten. Wanneer de toelage voor opleiding is toegekend, beveelt het pensioenorgaan de betrokkene aan bij het Arbeidsbureau van de powiat, zodat hij een opleiding kan volgen die hem voorbereidt op de uitoefening van een nieuwe activiteit. De toelage voor opleiding wordt gedurende 6 maanden toegekend. Deze periode kan worden verkort of verlengd. De periode wordt verkort als de starost (de functionaris die verantwoordelijk is voor de poviat) de pensioeninstantie op de hoogte stelt van het ontbreken van de mogelijkheid van omscholing, wil van omscholing. De opgegeven periode kan zo lang worden verlengd als nodig is voor omscholing. De maximale verlenging is niet langer dan 30 maanden. Dit houdt in dat er maximaal 36 maanden een opleiding kan worden gevolgd. Wat wordt er gedekt? Het invaliditeitspensioen wordt als volgt berekend: invaliditeitspensioen als gevolg van volledige arbeidsongeschiktheid: i. 24 % van het basisbedrag; ii. 1,3 % van de berekeningsgrondslag voor elk jaar van premietijdvakken; iii. 0,7 % van de berekeningsgrondslag voor elk jaar van premievrije tijdvakken; iv. 0,7 % van de berekeningsgrondslag voor elk jaar van de resterende periode ter aanvulling van de 25 dienstjaren, vanaf de dag dat een invaliditeitspensioen is aangevraagd tot de dag waarop de begunstigde van het invaliditeitspensioen de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt; invaliditeitspensioen als gevolg van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid: 75 % van het invaliditeitspensioen als gevolg van volledige arbeidsongeschiktheid; invaliditeitspensioen als gevolg van volledige arbeidsongeschiktheid en onvermogen om een zelfstandig bestaan te leiden, plus een aanvullende zorgtoelage; Juli 2012 14

toelage voor opleiding: 75 % van de berekeningsgrondslag van het invaliditeitspensioen, maar de toelage kan niet lager zijn dan het kleinste invaliditeitspensioen als gevolg van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Wat moet u doen om een invaliditeitspensioen te krijgen? De arbeidsongeschiktheid wordt beoordeeld door een arts die is erkend door de Socialeverzekeringsinstelling (ZUS), en zijn bevindingen worden genoteerd op een beoordelingscertificaat. Met behulp van dit certificaat kan het bevoegde pensioenorgaan een beslissing nemen over de prestaties die afhankelijk zijn van de beoordeelde arbeidsongeschiktheid. De betrokkene heeft het recht binnen 14 dagen na de eerste beoordeling bij het beoordelingsteam van de ZUS beroep aan te tekenen tegen de beoordeling van de door de ZUS erkende arts. Dit beroep kan worden ingesteld via de bevoegde organisatie-eenheid van de ZUS naargelang de woonplaats van de betrokkene. Juli 2012 15

Hoofdstuk VI: Ouderdomspensioenen en -uitkeringen Wie komt in aanmerking voor een ouderdomspensioen? De hervorming van het socialeverzekeringsstelsel in Polen in 1999 heeft geleid tot een differentiëring van de criteria voor het ontvangen van ouderdomspensioen (emerytura) naargelang de leeftijd van de verzekerden. Er gelden verschillende bepalingen voor personen die zijn geboren: vóór 1 januari 1949, tussen 1 januari 1949 en 31 december 1968, na 31 december 1968. Personen geboren vóór 1 januari 1949 hebben recht op ouderdomspensioen vanaf het moment dat de persoon in kwestie: de pensioenleeftijd heeft bereikt, 60 jaar voor een vrouw en 65 jaar voor een man; kan aantonen dat hij/zij gedurende het vereiste tijdvak verzekerd is geweest, 20 jaar voor een vrouw en 25 jaar voor een man. Met ingang van 1 januari 2013 zal de pensioenleeftijd per leeftijdsgroep geleidelijk om de drie maanden met één maand worden verhoogd, tot aan de leeftijd van 67 voor zowel mannen als vrouwen. De eersten die met deze verhoging te maken krijgen, zijn vrouwen die in 1953 geboren zijn en mannen die in 1949 geboren zijn. Het recht op ouderdomspensioen kan eveneens worden verkregen na een verzekeringstijdvak van 15 jaar voor een vrouw en 20 jaar voor een man. Indien het ouderdomspensioen van deze personen echter lager uitvalt dan het minimumpensioen dat door de verzekering wordt gegarandeerd, wordt het niet verhoogd tot het niveau van het minimumpensioen. Personen geboren vóór 1 januari 1949 hebben recht op vervroegd pensioen krijgen, indien zij aan de volgende voorwaarden voldoen. vrouwen moeten de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt en kunnen aantonen dat zij ten minste 30 jaar, al dan niet premievrij, verzekerd zijn geweest, of 20 jaar, al dan niet premievrij, indien zij volledig arbeidsongeschikt zijn verklaard; mannen moeten de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt en kunnen aantonen dat zij ten minste 35 jaar, al dan niet premievrij, verzekerd zijn geweest, of als zij volledig arbeidsongeschikt zijn verklaard, ten minste 25 jaar, al dan niet premievrij, verzekerd zijn geweest. Vervroegd pensioen kan eveneens worden toegekend aan vrouwen en mannen die kunnen aantonen dat zij respectievelijk 20 jaar en 25 jaar verzekerd zijn geweest en die ten minste 15 jaar (in bepaalde gevallen 10 jaar) onder bijzondere omstandigheden of in een betrekking van specifieke aard hebben gewerkt. Personen die aan bovengenoemde voorwaarden voldoen, kunnen met pensioen gaan op de leeftijd die voor bijzondere beroepscategorieën is vastgesteld in de verordening betreffende de pensioenleeftijd van werknemers die onder bijzondere omstandigheden werken of taken van specifieke aard verrichten. Juli 2012 16

Bepaalde bijzondere categorieën verzekerden, zoals oorlogsinvaliden of militairen, ambtenaren, docenten, mijnwerkers en spoorwegpersoneel profiteren ook van gunstiger voorwaarden voor het ontvangen van ouderdomspensioen. Personen die geboren zijn tussen 1 januari 1949 en 31 december 1968 kunnen onder dezelfde voorwaarden met vervroegd pensioen gaan als hierboven beschreven, mits zij: niet ingeschreven staan bij een open pensioenfonds; voldoen aan de voorwaarden voor het ontvangen van het ouderdomspensioen, die golden op 31 december 2008. Verzekerden geboren na 31 december 1948 die niet vóór 31 december 2008 de pensioenleeftijd hadden bereikt die nodig is voor het ontvangen van ouderdomspensioen (wegens werkzaamheden die onder bijzondere omstandigheden zijn verricht of in een betrekking van specifieke aard, wegens creatieve of artistieke werkzaamheden), ouderdomspensioen van mijnwerkers, ouderdomspensioen wegens het verrichten van mijnbouwwerkzaamheden gedurende bepaalde perioden of ouderdomspensioen van spoorwegpersoneel, kunnen vóór hun 60e levensjaar met pensioen gaan, als zij vrouw zijn, of vóór hun 65e levensjaar, als zij man zijn, indien zij op 1 januari 1999 kunnen aantonen dat zij: enige tijd onder bijzondere omstandigheden hebben gewerkt of werkzaamheden van specifieke aard hebben verricht waardoor zij vóór hun 60e levensjaar (vrouwen) of 65e levensjaar (mannen) recht hebben op ouderdomspensioen; ten minste 20 jaar (vrouwen) of 25 jaar (mannen), al dan niet premievrij, verzekerd zijn geweest. Sinds 2009 hebben sommige werknemers die vóór 1 januari 1999 en/of na 31 december 2008 onder bijzondere omstandigheden of in een betrekking van specifieke aard hebben gewerkt, ook recht op het brugpensioen (emerytura pomostowa). Het brugpensioen kan worden aangevraagd door vrouwen en mannen die respectievelijk de leeftijd van 55 jaar en 60 jaar hebben bereikt, respectievelijk minimaal 20 jaar en 25 jaar verzekerd zijn geweest en ten minste 15 jaar onder bijzondere omstandigheden of in een betrekking van specifieke aard hebben gewerkt. Het pensioen kan voorts alleen worden toegekend als de arbeidsrelatie is beëindigd. Het pensioenbedrag wordt op dezelfde wijze berekend als het bedrag van het "nieuwe" ouderdomspensioen. Ongeacht de feitelijke leeftijd waarop iemand met pensioen gaat, wordt de gemiddelde levensverwachting voor personen van 60 jaar echter altijd meegewogen. Het recht op het brugpensioen vervalt op de dag voorafgaand aan de dag waarop het recht op het ouderdomspensioen is verworven, of de dag voorafgaand aan de wettelijk vastgestelde leeftijd voor het verplichte pensioen als de persoon in kwestie geen recht heeft op ouderdomspensioen. Personen geboren na 31 december 1968 krijgen recht op ouderdomspensioen zodra zij de leeftijd van 60 jaar, voor vrouwen, of 65 jaar, voor mannen, bereiken. In dat geval hoeven zij niet kunnen aantonen dat zij gedurende een minimumtijdvak verzekerd zijn om het recht op pensioen te verkrijgen. Voor deze categorie verzekerden wordt het ouderdomspensioen vastgesteld door de berekeningsgrondslag te delen door de gemiddelde levensverwachting voor personen die de leeftijd hebben waarop de verzekerde besluit met pensioen te gaan. Juli 2012 17

Wat wordt er gedekt? De hoogte van bovengenoemde ouderdomspensioenen is afhankelijk van: het bedrag van de berekeningsgrondslag, het aantal premie- en premievrije tijdvakken die de verzekerde kan aantonen, het basisbedrag dat van kracht is op de datum dat het recht op pensioen ingaat. Als berekeningsgrondslag van het ouderdomspensioen wordt de grondslag gebruikt die krachtens de bepalingen van de Poolse wetgeving van toepassing is op de premies voor de sociale zekerheid of de ouderdomsverzekering, die zijn betaald gedurende tien opeenvolgende kalenderjaren in de laatste 20 jaar vóór het jaar waarin toegang tot het pensioen werd aangevraagd. De verzekerde kan eveneens de gemiddelde berekeningsgrondslag aangeven voor de sociale premies die zijn betaald gedurende 20 kalenderjaren die vrij zijn gekozen uit het gehele tijdvak van verzekering, om zo de berekeningsgrondslag van het ouderdomspensioen vast te stellen. Deze berekeningsgrondslag wordt vastgesteld door het afzonderlijke percentage van de berekeningsgrondslag te vermenigvuldigen met het basisbedrag. Het basisbedrag is gelijk aan het gemiddelde loon minus de socialeverzekeringspremies die in het voorafgaande kalenderjaar zijn betaald. Het basisbedrag wordt op jaarbasis vastgesteld en is geldig vanaf 1 maart van ieder kalenderjaar t/m de laatste dag van de maand februari van het daaropvolgende kalenderjaar. Het ouderdomspensioen bedraagt: 24 % van het basisbedrag dat is vastgesteld zoals hierboven uitgelegd, 1,3 % van de berekeningsgrondslag voor elk jaar van premietijdvakken, 0,7 % van de berekeningsgrondslag voor elk jaar van premievrije tijdvakken, met inachtneming van specifieke regelgeving. Het wettelijke minimumpensioen bedraagt PLN 799,18 (189 EUR) en het maximumbedrag is 100 % van het referentie-inkomen. Het aantal premievrije tijdvakken dat wordt meegerekend, blijft beperkt tot een derde van het aantal premietijdvakken. Voor mensen geboren na 31 december 1968 komt de berekeningsgrondslag van het pensioen overeen met het bedrag van de premies die de verzekerde heeft betaald tot het eind van de maand die voorafgaat aan de maand waarin hij voor het eerst recht heeft op ouderdomspensioen. Dit bedrag omvat de premies voor het ouderdomspensioen, de jaarlijkse aanpassing en het naar behoren aangepaste aanvangskapitaal (indien de verzekerde vóór 1 januari 1999 verzekerd was). De leeftijd van de verzekerde op de dag van zijn pensionering wordt vermeld in jaren en maanden. De gemiddelde levensverwachting is een statistisch cijfer dat wordt gebruikt om te bepalen hoeveel maanden een nieuw ouderdomspensioen gemiddeld zal worden uitgekeerd. Wanneer dit aantal maanden wordt overschreden, heeft dat Juli 2012 18

geen enkele invloed op het bedrag of het beginsel van de aanpassing van het pensioen dat in de toekomst wordt uitgekeerd. Wat moet u doen om een ouderdomsuitkering te krijgen? Iedere premiebetaler moet binnen zeven dagen na het ontstaan van de verzekeringsverplichting een verzoek om toelating tot de sociale verzekeringen indienen (de ondertekening van een arbeidscontract, als hij werknemer is, of het starten van zijn eigen bedrijf, als hij zelfstandige is). Iedere persoon die verplicht verzekerd is voor het ouderdoms- en invaliditeitspensioen, moet dit verzoek indienen. Vrijwillig verzekerde personen kunnen hun verzoek indienen op een tijdstip dat hen past. De verzoeken om toelating tot de sociale verzekeringen moeten bij de ZUS worden ingediend via een speciaal formulier, een elektronisch document dat door de ZUS is aangemaakt en aan de premiebetalers ter beschikking is gesteld, of een gedrukte versie van goede kwaliteit van dit zelfde document. Juli 2012 19

Hoofdstuk VII: Nabestaandenpensioenen Wie komt in aanmerking voor een nabestaandenpensioen? Het nabestaandenpensioen (renta rodzinna)wordt uitgekeerd aan de gezinsleden van een overledene die op het moment van overlijden een ouderdoms- of invaliditeitspensioen wegens arbeidsongeschiktheid genoot, of van een overledene die aan de voorwaarden voldeed om aanspraak te kunnen maken op een ouderdoms- of invaliditeitspensioen. Bij de beoordeling van het recht op nabestaandenpensioen wordt verondersteld dat de overledene volledig arbeidsongeschikt was. De volgende personen kunnen aanspraak maken op het nabestaandenpensioen: kinderen, onder wie die van de verzekerde, die van zijn of haar echtgeno(o)t(e) en adoptiekinderen, die nog geen 16 jaar of, indien zij studeren, nog geen 25 jaar zijn. Het pensioen wordt ongeacht de leeftijd uitgekeerd aan kinderen die volledig arbeidsongeschikt zijn verklaard voordat zij 16 jaar of, indien zij nog studeren, 25 jaar zijn; kleinkinderen, broers en zussen en andere kinderen die door de verzekerde worden opgevoed en onderhouden voordat zij minderjarig zijn, indien zij: i. op het moment van overlijden van de werknemer of gepensioneerde ten minste één jaar bij hem in huis woonde, tenzij dit overlijden door een ongeval is veroorzaakt; en ii. geen recht hebben op pensioen indien zij hun ouders overleven, indien hun ouders niet in staat zijn hen te onderhouden of indien de werknemer, gepensioneerde of zijn of haar echtgeno(o)t(e) de wettelijke voogden zijn die door de rechtbank zijn aangewezen; de weduwe/weduwnaar indien zij/hij op het moment van overlijden van haar/zijn echtgeno(o)t(e) 50 jaar of ouder of arbeidsongeschikt was. Indien zij/hij deze leeftijd nog niet heeft bereikt, maar wel ten minste een van de kinderen, kleinkinderen of broers en zussen onder de 16 jaar opvoedt die aanspraak op het nabestaandenpensioen van de overledene kunnen maken, heeft zij/hij eveneens recht op dit pensioen. Indien het kind, de kleinzoon/kleindochter of de broer of zus van de overledene studeert, kan de weduwe/weduwnaar eveneens aanspraak maken op het nabestaandenpensioen totdat het kind de leeftijd van 18 jaar bereikt. Zij/hij kan ook aanspraak maken op dit pensioen indien zij/hij een volledig arbeidsongeschikt kind verzorgt. De weduwe/weduwnaar die 50 jaar of ouder is of die arbeidsongeschikt is verklaard binnen 5 jaar na het overlijden van haar/zijn echtgeno(o)t(e) of nadat zij/hij gestopt is met de verzorging van een kind onder de 16 jaar (18 jaar indien het kind studeert) of een kind dat volledig arbeidsongeschikt is verklaard, heeft eveneens recht op het nabestaandenpensioen. De gescheiden persoon of weduwe die op het moment van overlijden van haar echtgenoot niet met hem in huwelijksgemeenschap leefde, kan op het nabestaandenpensioen aanspraak maken indien niet alleen wordt voldaan aan de voorwaarden voor de weduwe/weduwnaar op het moment van overlijden van de echtgeno(o)t(e), maar de overledene haar ook alimentatie betaalde krachtens een rechterlijke uitspraak of een schikking die bij een rechtbank is getroffen; ouders kunnen aanspraak maken op het nabestaandenpensioen indien zij aan dezelfde voorwaarden voldoen als weduwen/weduwnaars of indien hun overleden kind in belangrijke mate aan hun onderhoud bijdroeg. Juli 2012 20