Schrijven met Licht. Viewit vergadering vrijdag 15 oktober 2010.

Vergelijkbare documenten
BEELDTAAL. Geschreven en samengesteld voor het basisthema. Beeld.

Les 5. Histogram & Flitsen. Basiscursus Digitale Fotografie

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 4. Licht AV

Opdracht Beeldende vorming Licht en Ruimte in de Beeldende Kunst

fotografie Aquarium Er E n r ö ö Dob Do ro r n o yi

High Key>>>>>>><<<<<<<<Low key

Fotografie: van opname tot archivering deel 1. Bruno Vandermeulen

Demonstratie objectfotografie. Charles Strijd

Hoe dan ook is het goed ook de handmatige belichtingsinstellingen van uw camera te leren kennen.

Witbalans. Inleiding. Kleurtemperatuur

Productfotografie in je eigen thuisstudio

BASIS FOTOGRAFIE. Flits fotografie

Les 5. Histogram + High/Low Key + Flitsen. Basiscursus Digitale Fotografie

Strobistfotografie.

Fotografie: Carola Rood-van Diepen en Joke Beers-Blom, tenzij anders bij de foto vermeld.

Het doel. is om een eerste inzicht te geven in de basis van de digitale fotografie.

FOTOGRAFIE Opdrachten - Erik Boot Opdracht - Digitale fotografie Flitsen les 1

9 tips over licht en plastiek

10 Tips voor betere portretfoto's

Een verzameling voorbeeldfoto s

WERKEN MET DE FLITSER

Bronvermelding:

Avond over Flitsfotografie 4 April 2011 Fotoclub Iris

Leerdoelen. Techniek van de flitser en camera onder de knie krijgen met als doel betere flitsfoto s

Tips voor avondfotografie

6 redenen om wel met tegenlicht te fotograferen

Om op feestjes foto s te maken kun je voor lastige situaties komen te staan, vooral als er weinig licht aanwezig is.

Module Belichting. t.b.v. AV 2. Cursistenmap

Creatief met tegenlicht fotograferen

Fotografie Pro 1 FLITSFOTOGRAFIE

FOTOGRAFIE

Cursus Fotografie Les 2. Nu aan de slag

Hobby Film Ternat. Belichten! Freddy Borms 28 mei F. Borms

Portretfotografie Dieptescherpte

Fotografie Basiskennis! 13 september 2005 Door Augustijn Buelens & Jeff Ceuppens

BASIS FOTOGRAFIE BASISBEGRIPPEN

Basisbegrippen in de fotografie

Lichtopstellingen met modellen in de studio

Het diafragma nader te bekijken als hulpmiddel voor het doseren van licht. Kennis uit te wisselen over het natuurkundig gedrag van (kunst) licht

Fotografie: Carola Rood-van Diepen en Joke Beers-Blom, tenzij anders bij de foto vermeld.

7 tips voor het fotograferen in een donkere kerk

Flitsfotografie. begrippen. Basis

Welke Lichtbronnen zijn er eigenlijk?

Flitsen met de reportageflitser

Extra Thema: Voedingsfotografie

Jan Torfs Art & Science Betere Kunst door Wetenschap.

Beauty en fashion licht

FOTOGRAFIE Opdrachten - Erik Boot / Leonie Muller Opdracht - Digitale fotografie Praktische oefeningen in de les

Reader 37. Workshop Fotografie. September 2007 Mediatheek Moller Tilburg

Licht op locatie. Inleiding:

Strobistworkshops.be

LOREO MACRO 3D LENS. Tips voor het gebruik

Personen bij weinig licht

Goed gebruikt is dergelijke lichtmeting een goede indicatie. Is meestal erg ingewikkeld in gebruik.

Het belangrijkste aspect in de portretfotografie is "LICHT". En... om tot een goed resultaat te komen, gaan we dit licht ook gebruiken.

Peter Suijker Workshop flitsen, reflectieschermen en witbalans

1 Extreme scherptediepte onderwerp: Geschikt bij dichte vegetaties en ook bij volle zon. Leukst is als er fraaie bladeren of insecten of andere

Maandthema januari 2015: Donkere dagen voor en na kerstmis. Als het maar met sfeer licht te maken heeft.

BETER FOTOGRAFEREN Sluitertijden

LESPAKKET HOLLANDS LICHT NAAM:. KLAS:..

NIEUWSBRIEF. Start van een serie Wat valt er te weten over portretfotografie?

GEBRUIK VAN EEN REPORTAGE FLITSER

jaar: 1994 nummer: 12

11 tips voor accenten in foto s

Welkom op de avond Basistechniek camera. Gerrit Valkenwoud

HDR- FOTOGRAFIE. Inleiding. Het digitale beeld - Bijlage

Opdrachten. Druk dit document af en maak hierop aantekeningen tijdens uw fotosessies

05/01/2016. Het moment dat je over gaat nadenken hoe je een foto gaat maken, is het moment dat je een betere fotograaf wordt.

INVULFLITS. Niet zo geslaagd hé!

Werken met een reflectiescherm

Reportage flitsen. Fotograferen van grote groepen

Tips voor betere foto's

Nachtfotografie. de nacht geeft haar geheimen prijs. G. van Koppen

Grote voordelen van het fotograferen in RAW

Licht Belichting Lichtmeting

Het gebruik van filters bij landschapsfotografie. Myriam Vos

Fotografie Pro 1 SCHERPTEDIEPTE

FOTOGRAFIE BASIS. Jelmer de Haas

BELEIDSPLAN OPENBARE VERLICHTING BIJLAGE 2 VERLICHTINGSTECHNIEK

Les 2. Brandpuntsafstand/Objectieven & Sluitertijd. Basiscursus Digitale Fotografie

Welkom op deze Fotocursus

Lager camerastandpunt

Fotografiecursus - Hoofdstuk 9

Bij de meeste camera s is de keuze van de belichtingsregelingen met een zogenaamd programmakeuzewiel

Deel 1. Wat is HDR fotografie?.

Welkom workshop Portretfotografie

Extra oefenopgaven licht (1) uitwerkingen

oplossen. Door meerdere belichtingen te maken en ze samen te voegen in Photoshop vergroot je de dynamiek in je foto.

Welkom bij Foto van Beloois. Uitgangspunten. Werkwijze lessen van 2 uur. Oefeningen na elke les

Een verzameling voorbeeldfoto s. Deze gids beschrijft verschillende SB flitsertechnieken en bevat voorbeeldfoto s Nikon Corporation

Schilderijverlichting Als wand- of plafondmontage niet gewenst is

Creatief flitsen. Met een standaardflitser. door Adrie de Kok

Photo Hobby Club Werken met de witbalans

Fotograferen in de Berry

4 belangrijke punten bij productfotografie

Portretfotografie. Portretfotografie. Scherptediepte. Tips & Trucs portretfotografie

NIVEAU 2: OBSERVATIE

Transcriptie:

Schrijven met Licht. Viewit vergadering vrijdag 15 oktober 2010. Schrijven = poëtisch of prozaïsch VERHAAL vertellen scenario FILM, enz. Licht = moeilijk te vatten gegeven = bijv. zonlicht (hoe hoog staat de zon?) als tegenlicht, als zijlicht, als frontale belichting foto s Hoe licht opvangen? OOG iris CAMERA diafragma IMMENS VERSCHIL OOG CAMERA De dynamiek van het oog is onbeschrijfelijk veel groter dan deze van de camera. Zowel voor lichtsterktes als lichtkleuren past het oog zich sneller aan. DAT MAAKT HET ONS AMATEURS MOEILIJK WAT WIJ ZIEN IS VAAK NIET WAT ONZE CAMERA OPNEEMT Blauw buitenlicht, oranje kunstlicht gecombineerd opgenomen = probleem. Vandaag hebben we het minder over de kleur van het licht. Niet omdat dit onbelangrijk is, maar over witbalans enz. wijden we niet uit. Wel willen we het hebben over de lichtsterkte (hoeveelheid) en plaats van de lichtbron t.a.v. het op te nemen onderwerp. 1

Basisbegrippen belichting DIAFRAGMA = opening die licht doorlaat (hoe groter hoe meer per tijdseenheid) TIJD = hoe lang je licht doorlaat (hoe langer hoe meer door de opening kan) De diafragmaopening bepaalt hoeveel licht erdoor kan, de tijd hoe lang het licht door de lens kan vallen (of vergelijkend hoeveel en hoe lang het water de kuip kan vullen). Hoe de waarden van sluitertijd en diafragma aangeduid worden wekt vaak verwarring op. Sluitertijd en diafragma worden uitgedrukt door breuken. Diafragma Het diafragma van de meeste camera's bevindt zich in de lens. De waarden 1,4-2 - 2,8-4 - 5,6-8 - 11-16 - 22 duiden de diafragma waarden aan (als noemer van de breuk 1/1,4 ½ enz.). Bij elke stap (grote opening 1,4 naar iets kleinere opening 2) zou er een halvering zijn van de hoeveelheid licht die doorgelaten wordt. Een lensopening van 2,8 laat dus dubbel zoveel licht door als een lensopening van 4. Sluitertijd Breuken 1/1 sec, 1/2 sec, 1/4 sec, 1/8 sec... worden op de camera aangeduid met 1-2 - 4-8 - 15-30 - 60-125 - 250-500 1000 Hoe hoger het getal, hoe korter de belichtingstijd, hoe minder licht er met eenzelfde diafragmaopening doorvalt. MET SLUITERTIJD IS HIER BEDOELD DE TIJD VOOR HET OPNEMEN VAN EEN BEELD. Een filmcamera neemt meer dan één beeld op per sec., bijv. 25 beelden. Hierdoor is het bij die opeenvolging van op te nemen beelden niet mogelijk om 1 sec op te nemen per beeld. TENZIJ WE BEELD NA BEELD OPNEMEN waardoor we vanzelfsprekend spelen met de tijd. Tijd en diafragma laten ons toe om ook hiermee te spelen. 2

Bij eenzelfde hoeveelheid van belichting op het onderwerp kunnen wij kiezen om ofwel het diafragma ofwel de tijd aan te passen Als je bij een bewolkte hemel een foto kunt maken met een diafragma van f 5,6 en een sluitertijd van 125 dan zijn ook andere waarden mogelijk Diafragma Sluitertijd f 1,4 2000 f 2 1000 f 2,8 500 f 4 250 f 5,6 125 f 8 60 f 11 30 f16 15 Ander onderwerp: dieptescherpte f 22 8 Hoe kleiner de f waarde van het diafragma, hoe groter de diafragmaopening, hoe kleiner de dieptescherpte. Scherp op de ogen instellen. hoe groter de diafragmaopening, hoe kleiner de dieptescherpte. Scherp op de ogen instellen. Bevriezen van beeld door zeer korte sluitertijd. Beweging suggereren in stilstaand beeld door lange sluitertijd. Fotografie bevriest altijd het beeld ook als men beweging suggereert via een lange sluitertijd. 3

Film = beeld na beeld opnemen Op de draaiende vlinder die de ritmisch na elkaar opeenvolgende beeld per beeld opname in onze camera regelt (bijv. 25 beelden per seconde), gaan we hier niet in. Vergelijkbaar met de fotografie blijft te onthouden dat ook wij bij het filmen met diafragma en sluitertijd (belichtingstijd van elk op te nemen beeld) kunnen spelen. Met de filmcamera werken we buiten, maar ook binnen, waar bijkomend licht vaak nodig is. Hierop willen we vandaag samen zoekend ingaan. Zoals eerder gemeld kunnen we later onze problemen hiermee voorleggen aan een professional. FILMLICHT KAN Gekleurd zijn (niet het onderwerp van vandaag) -Volle zon, gesluierde zon, bewolkt, zwaar bewolkt, mist, regen, -Weerkaatsing van licht groene bomen en struiken. Vaak zal men hier licht tegenhouden, vaak met een wit scherm = lichtreflectie van groen door wit vervangen -Buitenlicht blauw, kunstlicht oranje. Bij binnenopname van buitenlicht problemen met blauwzweem en roodzweem. Probleem witbalans -enz HARD OF ZACHT zijn ( via demo ondervinden we wat hard en zacht licht is) - Zacht licht Zacht licht is diffuus en geeft zachte schaduwen, vaak na indirect gebruik van de lichtbron (paraplu of flash op wit plafond) of via diffusie van het licht (uitstrooien van het licht te bereiken met een groot belichtingsoppervlak (softbox). Wij gebruiken bij de demp spun folie. Ook reflectie van fel hard licht op groot wit vlak resulteert in een reflectie van zacht licht. Een buitenopname op een bewolkte dag kan je vergelijken met een hele grote softbox die in een studio in de lucht hangt Zacht licht is afkomstig van een grote, diffuse lichtbron (of meerdere lichtbronnen). Het is te herkennen aan het ontbreken van duidelijke schaduwen. - Hard licht Zonlicht geeft een grote hoeveelheid intens licht van slechts één lichtbron. En dat geeft harde lichtplekken en sterk getekende schaduwen. De diepe schaduwen en felle reflecties maken het onderwerp en de uiteindelijke opname erg contrastrijk. Er gaan echter veel details verloren: zowel in de donkere als de lichte partijen. Maar de kleuren zijn erg intens en verzadigd. Als het licht afkomstig is van een kleine lichtbron (flitser, of lamp) of van een grote lichtbron op grote afstand (de zon) is het licht meestal hard en gericht. RICHTING van de belichting (via demo op een stilstaand beeld ) - tegenlicht: licht achter het onderwerp dat hard en zacht kan zijn. -strijklicht: laag, schuin invallend zijlicht dat hard en zacht kan zijn. 4

Richting van de belichting (hard licht om duidelijk te zijn) Voorlicht We spreken van voorlicht als de lamp achter de camera hangt en het licht dus direct van voren op het object valt. Een vlakke belichting met weinig schaduwen is hiervan het resultaat. Zijlicht Als de armatuur min of meer van opzij op het object is gericht, maar meer van de voorkant dan van de achterkant, dan noemen we dat zijlicht. Er onstaan daardoor schaduwen, er wordt een suggestie van diepte gewekt, oppervlaktestructuren worden zichtbaar en de kleurweergave is optimaal. Tegenlicht Wordt de lamp achter het object gehangen en schijnt ze in de richting van de camera, dan heet dat tegenlicht of achterlicht, waardoor een zeer contrastrijk plaatje zal onstaan. Bovenlicht Bovenlicht hangt ongeveer recht boven het object en wordt weinig toegepast, omdat de schaduwen er een lelijke richting door krijgen. Er wordt ook diepte gesuggereerd, en bovendien is de kleurweergave niet goed, omdat de loodrechte vlakken daardoor relatief weinig licht krijgen. Onderlicht Onderlicht komt zo veel mogelijk van beneden. Het geeft een theatraal, absurd beeld en wordt eigenlijk alleen maar gebruikt voor speciale horror-effecten. Goede belichting = meestal combinatie van hard + zacht en van richting Gouden regel te onthouden Eén bijkomend licht plaatsen = 1 bijkomend probleem op te lossen. Twee bijkomende lichten = 2 bijkomende problemen enz. Toch is het bekend dat men in een studio voor de opname van een persoon meestal (minstens) drie lichten gebruikt, twee harde en één zacht. FILM van Johan Debonnet - bijkomende titels bij de film illustreren de problemen MET BELICHTING en hoe een amateur ze poogde op te lossen Fouten in de film? DOEL : zelf noteer jij vragen die wij later aan een specialist ter zake zullen voorleggen. Vooraf wat info over de inhoud om de plot van de film te begrijpen Inhoud blijft tussen ons. 5

Nog even verder ingaan op wat men zoal schrijft over belichting (ter info). Driepuntsbelichting Key Light Het key light is de meest intense lichtbron en dient als hoofdlicht. Het wordt lichtjes schuin voor de persoon (in een hoek van 30-45 t.o.v. de camera) en op een geringe hoogte (eveneens een hoek van 30-45 ) geplaatst. Naarmate de horizontale (en verticale) hoek van het key light kleiner wordt (en dus meer frontaal t.o.v. het onderwerp zal komen) zal het modellerend effect van het licht afnemen. Fill light Het fill light onderdrukt de schaduwen die veroorzaakt worden door het harde key light op bijvoorbeeld het gezicht. De schaduwen worden getemperd door het zachtere fill light aan de tegenovergestelde zijde van de camera te plaatsen. De intensiteit van het fill light moet in verhouding zijn tot het key light en mag dit in regel niet in sterkte overtreffen. Je mag dit licht niet 'zien'. Het dient enkel om te grote contrasten op het gezicht te vermijden. Indien er sprake is van een groot contrast in intensiteit tussen key light en fill light spreken we van low key, bij een gering contrast spreken we van high key. Backlight Het backlight belicht de persoon bovenaan en van de achterzijde. Dit zorgt typisch voor een gloed om het kapsel en een extra accent op de schouders, zodoende dat de persoon lijkt los te komen van de achtergrond. De ideale plaats voor het backlight is achter de persoon en wel zo dat geen licht voor valt. Voor een backlight wordt meestal hard licht gebruikt met een intensiteit die ongeveer de helft is van het key light. "http://www.doorgedraaid.be/wiki/index.php?title=driepuntsbelichting" Verder overgenomen van internet (met een dank je aan onze voorzitter Chris voor de link): Driepunts Verlichting Bij het uitlichten van één persoon worden over het algemeen minimaal drie lichtbronnen gebruikt, twee harde (spotlights) en een zachte (floodlight of softbox). Een spot die onder een hoek van 45 graden van de rechter kant op de persoon wordt, veroorzaakt in beeld een harde schaduw. Omdat dit effect over het algemeen als ongewenst wordt beschouwd, wordt er van de andere kant (in ons voorbeeld dus van de linker zijde) een zogenoemd invullicht op de persoon gericht om de schaduw zachter te maken. De spot en de softbox worden vervolgens qua niveau op elkaar afgestemd. Op deze manier kunnen ongewenste schaduwen opgelicht worden. Als blijkt dat het plaatje nu nog de gewenste diepte ontbeert, kan die worden verkregen door de derde spot van de achterzijde op het hoofd van de geportretteerde te richten. Hij komt nu 'los' van de achterwand, waardoor de gewenste diepte uiteindelijk bereikt is. De geportretteerde moet dan wel ver genoeg van de achterwand verwijderd zijn om een goed achterlicht mogelijk te maken en om ongewenste schaduwen te vermijden. De verhouding in lichtsterkte tussen hoofdlicht, invullicht en achterlicht zal vaak ongeveer 3 : 2 : 1,5 zijn. Een goede verhouding tussen het lichtniveau van het gelaat en dat van de achtergrond is 1 : 1,5. Nu is het niet altijd mogelijk in zulke ideale verhoudingen te werken. Een donker gekleurd iemand die in een zonovergoten set voor een witte wand staat is bijvoorbeeld bijna niet uit te 6

lichten. Het basislichtniveau is daarvoor wel toereikend, maar het zal ondoenlijk blijken tegelijkertijd voldoende tekening in de witte achterwand en in het gezicht van de actuer te krijgen. Dezelde figuur in de studio gekleed in een wit gewaad of een wit overhemd levert ook heel wat problemen voor licht en beeldtechniek. Geen persoon is identiek aan een ander en daarom zullen het uiterlijk, de kleur van de kleding en het kapsel altijd van invloed zijn op de plaats van de lampen en de intensiteit van het licht. Bij de planning dient ook goed rekening gehouden te worden met het eventuele gebruik van hengels. Een schaduw van een hengel die door een spot is veroorzaakt is duidelijk zichtbaar. Om een hinderlijke hengelschaduw minder zichtbaar te maken, is het verstandig de hengel vanuit de richting van een zachte lichtbron te laten komen. Driepuntsbelichting van meerdere personen Als er zich meerdere personen in een set bevinden wordt er in principe steeds volgens het systeem van de driepuntsbelichting gewerkt. Het zou echter ondoenlijk zijn elke studio te voorzien van zo veel armaturen dat er voor elke persoon drie lampen gebruikt kunnen worden. Om het aantal armaturen binnen de perken te houden zal een belichter er zo veel mogelijk op uit zijn een lamp meerdere functies te geven. Het achterlicht van de ene persoon bijvoorbeeld kan natuurlijk heel goed het hoofdlicht van de andere zijn. Het hieronder getekende voorbeeld van een belichting voor twee personen kan naar believen worden uitgebreid. Als er met meercamera techniek wordt opgenomen zal de belichting vaak een compromis zijn tussen dat wat voor de verschillende camera's en het geluid individueel het beste is. Bij opnames met eencameratechniek is het mogelijk ook het licht shot voor shot aan te passen als er een optimaal resultaat qua sfeer en effect bereikt moet worden. Deze werkwijze verdient dan ook de voorkeur boven de meercameratechniek. 7

Licht en beweging Ook al bevinden presentatoren of zangers zich niet op een vaste plaats in de studio, het principe van de driepuntsbelichting blijft ongewijzigd. Als een acteur van de ene plek in de studio naar een andere loopt, moeten niet alleen het begin en het eind van de loop zijn uitgelicht, maar ook de hele route daartussenin, als dat wenselijk is. Het volgen van iemand met een beweegbare lamp (volgspot) wordt vooral bij amusementsprogramma's toegepast. Verzachten van een lichtbron Je kunt je lichtbron verzachten met Spun - Onbrandbaar weefsel > Betere Lichtverspreiding Reflectiescherm - Paraplu s, piepschuim > Betere Lichtverspreiding Scrim - Metalen filter (gaas) > Vooral de schaduwen zachter maken Verschillende lichtbronnen Je hebt verschillende soorten lichtbronnen en armaturen: Softbakken - niet gericht zacht licht > transparate schaduw Floodlights - niet gericht zacht licht > Voor kleinere oppervlakken Spotlights - gebundeld hard licht > zware slagschaduw Volgspot - gebundeld hard licht > Om personen op de set te volgen Keylight - = hoofdlicht Fill-in light - = invul- of zijlicht (soms strijklicht) 8

Backlight - = achter- of tegenlicht Highlight - kleine zeer gerichte bundel, om accenten aan te brengen Eyelight - kleine zeer gerichte bundel, bij portret opname, om de ogen te accentueren Lichteffecten Projectie en maskers Als een achtergrond van een presentatie vlak is, kan er met behulp van licht op een betrekkelijk eenvoudige wijze een projectie op de achtergrond gemaakt worden. In een plaatje van hard materiaal (bijvoorbeeld aluminium) wordt een figuurtje uitgezaagd, waarna het in een projectspot (die werkt als een diaprojector) wordt geplaatst en op de achterwand geprojecteerd. In een andere type programma kan er met behulp van een projectie bijvoorbeeld ook de aanwezigheid van een raam gesuggereerd worden of het lichtschijnsel van een open haard worden geïmiteerd. Voor dat laatste effect bevestigt men een aantal lange stroken flanel aan een stok en door deze stroken voor een spot heen ene weer te bewegen lijkt het lichtschijnsel van een flakkerend vuur bedriegelijk echt. Spiegels Vooral bij amusumentsprogramma's worden er nogal eens spiegels gebruikt om het plaatje te versieren. De bekendste variant hiervan is de spiegelbol, een balvormig oppervlak waarop een groot aantal spiegeltjes geplakt is. Doordat deze bal met behulp van een kleine motor draait, weerkaatst elk spiegeltje op deze manier een klein bewegend vlekje op de set. Filters Elke lichtbron kan voorzien worden van een filter of een gekleurde folio (cinemoid) waardoor een volstrekt andere sfeer verkregen wordt. Met behulp van een blauwe folio kan bijvoorbeeld kou of nacht gesuggereerd worden. Lichtbronnen en armaturen Er zijn lampen die gebruikt maken van gloeilicht als lichtbron, maar er zijn ook armaturen die werken met een gasontladingslamp. Deze laatste zijn compacter en hebben minder spanning nodig voor dezelfde hoeveelheid licht dan gloeilampen. Zowel gloei- als gasontladingslampen zijn er in types die een zacht licht produceren (softlights of floorlights) of die hard licht afgeven (spotlights). De technische ontwikkelingen staan ook op dit gebied niet stil, zodat er steeds vernuftigere en compactere armaturen op de markt komen. 9

Statieven en telescopen Bij een productie waarbij met een eencameratechniek wordt opgenomen is het meestal geen bezwaar dat er lichtarmaturen op de vloer staan omdat die armaturen immers niet in het beeld van andere camera's kunnen komen. Deze lampen zullen dan over het algemeen op een verrijdbaar en in hoogte verstelbaar statief zijn gemonteerd. In een televisiestudio wordt echter meestal met hangend licht gewerkt om de camera's een zo groot mogelijke bewegingsvrijheid te geven. De lampen worden aan een lichtplafond opgehangen, waar ze via een railssysteem naar elke gewenste plaats in de studio verreden kunnen worden. de hoogte is eveneens binnen bepaalde grenzen variabel doordat de lampen opgehangen zijn aan telescopen of aan een ander systeem waarmee de hoogte instelbaar is. Bij NOB zijn de lampen vanaf het lichtplafond in hoogte te variëren, in eenvoudige studio's gebeurt dit vaak vanaf de speelvloer met behulp van een lichtstok. Met dit overzicht van een en ander over belichting is het wellicht goed dat wij als amateurs hierbij onze vragen formuleren. Wat is er bruikbaar? Is dat niet te kostelijk? Wat kunnen we zelf maken? Welke problemen stellen zich als wij zelf met belichting werken? Daarom: Nu uitproberen met eigen camera en meteen het resultaat zien op het scherm! Vragen noteren voor de volgende sessie belichting. Dank je, nonkel Viewit, voor deze mooie experimenteerkansen. Johan Debonnet 10