Gemeente ř Bergen op Zoom De heer S. Ergec Boeieraak 56 4617 GB Bergen op Zoom III II III I IIIIIIII llllll II Uw kenmerk Uw brief 29-05-2016 Onderwerp: beantwoording brief "Asbestgevaar Coehoomstraaf Ons kenmerk U16-009785 Beh. door E.J.P. de Koster Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling, Veiligheid, Handhaving en Toezicht Datum Doorkiesnr. Bijlage(n) 0 7 JUNI 2016 0164-277506 Geachte heer Ergec, In uw brief van 29 mei 2016 stelt u ons vragen over beantwoording brief "Asbestgevaar Coehoomstraaf. Graag beantwoorden wij hieronder uw vragen als volgt. Vragen 1. Bent u bekend met de gevaren van asbest? Ja, wij zijn bekend met de gevaren van asbest. 2. Bent u bekend met het asbestverwijderingsbesluit van het Ministerie? En heeft u deze adviezen, besluiten en verantwoordelijkheden geïntegreerd in uw beleid? Ja, wij zijn bekend met het Asbestverwijderingsbesluit 2005. Wij hebben het bepaalde in het Asbestverwijderingsbesluit geïmplementeerd in onze werkwijze aangaande asbest. 3. Heeft u stappenplan hoe te handelen bij (mogelijke) asbest? De gemeente Bergen op Zoom heeft in samenwerking met de gemeenten Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen en Woensdrecht een asbestprotocol vastgesteld voor de aanpak van asbestbranden. In dit geval was geen sprake van een brand. Voor dergelijke gevallen is er geen afzonderlijk protocol maar bij de verwijdering van asbest wordt zo mogelijk wel aangesloten bij het onderdeel in het voornoemd protocol dat betrekking heeft op de maatregelen die moeten worden uitgevoerd in geval van asbestbesmetting. 4. Bent u bekend met deze casus in de Coehoornstraat? Ja, wij zijn bekend met de casus. 5. Hoeveel meldingen van gevaar heeft u over deze casus gehad? Er is één melding ontvangen. Die melding is ingekomen via de opzichter van dienst van openbare ruimte. Er was geen naam, adres of telefoonnummer van de melder voorhanden zodat wij niet met de melder in contact hebben kunnen treden. De melding betrof de aanwezigheid van een bouwcontainer met bouwafval, waaronder mogelijk ook
asbesthoudend afval. Verder is, na aanvang van de handhavingsactie, een informatievraag van een omwonende ontvangen. De betreffende persoon is telefonisch geïnformeerd over de situatie en de aanpak. 6. Bent u zich er bewust van dat er een basisschool in de buurt staat? En is dit voor u een signaal om nóg sneller te handelen? Ja, wij zijn uiteraard bekend met locaties van basisscholen in onze gemeente. Situaties waarbij sprake is van een gevaar voor asbestbesmetting dienen in alle gevallen adequaat te worden aangepakt. Bij die aanpak worden alle omstandigheden die van invloed zijn betrokken, dus ook de aard en aantal gebruikers van een bepaald openbaar gebied. Van belang is daarbij met name of gevaar voor asbestbesmetting bestaat en veel minder om hoeveel personen het gaat. Ook indien geen school in de buurt is kunnen kinderen in die buurt op straat spelen. 7. Hoe heeft u gehandeld? Kunt u het proces uiteenzetten? Wij verwijzen u voor de beantwoording van deze vraag naar het als bijlage bij deze brief gevoegde overzicht van het gevolgde proces. 8. Bent u het met ons eens dat bij melding van asbest ook in het weekend, zaterdag en zondag, opgetreden moet worden? Ja, wij zijn het daarmee eens. Dit is in de praktijk gewaarborgd middels een piketregeling voor calamiteiten en middels de inzet van toezichthouders van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant voor uitvoering van toezicht na meldingen. 9. Wat vindt u van het feit dat kleine kinderen in deze container met asbest hebben gespeeld? Wij hebben geen melding ontvangen dat kleine kinderen in de container met asbest hebben gespeeld en hebben dat ook zelf niet waargenomen. Voor ons is dit dan ook geen feit. Uiteraard ontvangen wij graag van u aanvullende informatie indien u daarover beschikt, zodat wij daarop desgewenst actie kunnen ondernemen. 1 ũ. Wat was het resultaat volgens de melder van uw (of derden namens u) handelen? Zoals aangegeven in antwoord op voornoemde vraag 5 waren en zijn bij ons geen gegevens bekend van de melder. Wij hebben dan ook niet kunnen nagaan wat de melder van het handelen vond. 11. Bent u van mening dat u snel, adequaat en effectief heeft opgetreden en dat u niets te verwijten is? Ja, wij zijn van mening dat adequaat is gereageerd op de melding en dat op de juiste wijze is gehandeld. Dat neemt niet weg dat wij het verloop van deze casus gezamenlijk met de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant nog zullen evalueren en, indien uit die evaluatie daartoe een noodzaak blijkt, de bestaande werkprocessen zullen aanpassen. 12. Is de situatie inmiddels opgelost? Ja, de container is verwijderd. Door de eigenaar dient uiteraard, conform de sloopmelding te worden gehandeld bij het nog uit te voeren vervolg van de sloopwerkzaamheden. Wij oefenen daarop uiteraard toezicht uit.
Mocht u over deze brief nog vragen of opmerkingen hebben dan kunt u contact opnemen met Drs. S.P.M. Verstraten, bereikbaar via telefoonnummer (0164) 277726. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders, namens het college, Dhr. dr. F.A. Petter Burgemeester
Overzicht gevolgd proces asbest Coehoornstraat 12: Donderdag 19 mei Ontvangst melding telefonisch in vroege ochtend via de opzichter van dienst Openbare Ruimte. De melding betrof een signaal van omwonenden dat een container met bouwafval in de Coehoornstraat stond, waarin mogelijk asbesthoudend materiaal aanwezig zou zijn. Bij de opzichter van dienst was geen naam of adres bekend van een melder. Toezichthouders van de gemeente hebben de kwestie direct opgepakt en hebben diezelfde ochtend een controle uitgevoerd. Bij die controle is geconstateerd dat ter plaatse, voor de woning Coehoornstraat 12, een bouwcontainer was geplaatst waarin gemengd sloopafval aanwezig was. Bij de controle werd tevens geconstateerd dat tijdens of recent voorafgaand aan de controle geen sloop- of bouwwerkzaamheden werden of waren verricht. Bij eerste waarneming werd geen asbestverdacht materiaal gezien. Na verder uitgebreider onderzoek heeft de toezichthouder twee kleine stukken asbestverdacht plaatmateriaal aangetroffen. Eén stuk asbestverdacht materiaal is door de toezichthouder als monster meegenomen. Omdat asbestverdacht materiaal aanwezig was is door de toezichthouders gehandeld alsof er asbest aanwezig was en is de locatie afgezet met asbestwaarschuwingslint en is het monster ter onderzoek weggebracht naar een daartoe gecertificeerd bedrijf. Op verschillende manieren is getracht om in contact te treden met de eigenaar. Die bleek niet thuis en een telefoonnummer was niet direct beschikbaar. Om die reden is de eigenaar schriftelijk bericht over de situatie middels een brief die op donderdag 19 mei op het woonadres door een toezichthouder van de gemeente is bezorgd. In de brief is de eigenaar verzocht onmiddellijk contact op te nemen met de toezichthouder. Vrijdag 20 mei Omdat door de eigenaar nog geen (telefonisch) contact was opgenomen is alsnog een telefoonnummer achterhaald en er is contact opgenomen met de eigenaar. Door een toezichthouder van de gemeente is mondeling aan de eigenaar een handhavingsbesluit tot stillegging van de sloopwerkzaamheden aangezegd. Die mondelinge aanzegging is schriftelijk bevestigd bij brief van dezelfde datum welke door een toezichthouder ook op die datum in handen is gesteld. In de handhavingsbrief is tevens opgedragen om opdracht te geven tot uitvoering van een asbestinventarisatie-onderzoek dooreen daartoe gecertificeerd laboratorium.. Bericht door een medewerker van de gemeente aan de eigenaar \ overtreder dat de container mag worden afgedekt met een bouwzeil. Constatering diezelfde dag door een toezichthouder van de gemeente dat dit door de eigenaar is gedaan. Bevestiging door de eigenaar I overtreder via mailbericht (van het desbetreffende bedrijf) dat de opdracht was gegeven en ook is aangenomen. Dinsdag 24 mei Woensdag 25 mei Uitvoering inventarisatie op locatie door het ingeschakeld bedrijf en bericht van het bedrijf aan de eigenaar l overtreder dat onderzoek door het laboratorium was verricht maar dat de rapportage niet zoals eerder aangekondigd op dinsdag 24 mei maar op woensdag 25 mei om 12 uur wordt opgeleverd. Ontvangst van de rapportage van het asbestinventarisatieonderzoek. Uit de rapportage volgt dat in de woning asbesthoudende wandbeplating aanwezig was en deels nog is. Deze asbestbeplating is door de eigenaar gedeeltelijk verwijderd. Aan de hand van kleefmonsters is vastgesteld dat geen sprake is van asbestbesmetting. Van de asbesthoudende wandbeplating welke in de container werd aangetroffen zijn dus bij de sloopwerkzaamheden geen asbestdeeltjes vrijgekomen.
De eigenaar is door de gemeente opgedragen om de container door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf te laten verwijderen en daartoe een sloopmelding in te dienen. Door de eigenaar ì overtreder is de bedoelde opdracht gegeven. Van het asbestverwijderingsbedrijf is bevestiging van ontvangst van de opdracht vernomen. Donderdag 26 mei Vrijdag 27 mei Maandag 30 mei Telefonisch en mailcontact vanuit de gemeente met de asbestverwijderaar en met de overtreder om op de hoogte te blijven van de voortgang van aanpak. Indiening sloopmelding via het omgevingsloket door het asbestverwijderingsbedrijf. In overleg met de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant tevens besloten om de container met een groter zeil, dat rondom wordt bevestigd, te laten afdichten. Dit is uitgevoerd door het asbestverwijderingsbedrijf. Akkoord sloopmelding door de gemeente verzonden De container is door het asbestverwijderingsbedrijf verwijderd.