Inspectierapport Jolie Karawanken (KDV) Karawanken DA Utrecht Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport Jolie Karawanken (KDV) Karawanken DA Utrecht Registratienummer Toezichthouder: Gemeente Utrecht, Volksgezondheid In opdracht van gemeente: Utrecht Datum inspectie: Type onderzoek : Incidenteel onderzoek Status: Concept

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 5 Overzicht getoetste inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 10

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 4 van de Wet kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd incidenteel onderzoek. Beschouwing Algemene kenmerken kindercentrum De locatie Jolie Karawanken is sinds 2010 gehuisvest in de wijk Lunetten aan Karawanken 1 te Utrecht. De houder heeft een kinderdagverblijf, drie buitenschoolse opvang locaties, BSO Karawanken, BSO Paradise en buitenschoolse opvang Paradise Sport. Het kinderdagverblijf staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang met 152 kindplaatsen. BSO Karawanken staat ingeschreven met 120 kindplaatsen, BSO Paradise staat ingeschreven met 40 kindplaatsen en Paradise Sport staat ingeschreven met 40 kindplaatsen. Inspectiegeschiedenis Op 23 mei 2017 heeft een regulier onderzoek plaatsgevonden op KDV Jolie Karawanken. Geconstateerd is dat de houder niet volledig voldoet aan de eisen uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Dit m.b.t. tot de opvang in groepen. Op 21 december 2017 heeft de houder een waarschuwingsbrief ontvangen. In deze brief staat vermeld dat er op basis van de constateringen in het inspectierapport van 23 mei 2017, voor wat betreft de stamgroepsgrootte/ de stabiliteit van de opvang voor kinderen, niet overgegaan wordt tot handhaving. Daarnaast is in de brief vermeld dat de gemeente ervan uitgaat dat er in het vervolg geen overtredingen op dit punt zullen plaatsvinden. Indien binnen een volgend inspectieonderzoek geconstateerd wordt dat niet aan de betreffende voorwaarde wordt voldaan, zal hiervoor conform handhavingsbeleid tegen opgetreden worden. Op 29 maart 2018 heeft er een incidenteel onderzoek plaatsgevonden naar aanleiding van een melding. Tijdens dit onderzoek is geconstateerd dat er een striptease heeft plaatsgevonden tijdens openingstijden. Op 3 april 2018 heeft de gemeente de houder een brief met aanwijzing gestuurd naar aanleiding van dat onderzoek. Op 16 april 2018 heeft er naast dit incidentele onderzoek ook een nader onderzoek plaatsgevonden. De bevindingen uit het nader onderzoek zullen separaat worden beschreven in een nader onderzoek rapport. Huidig inspectieonderzoek Tijdens de huidige inspectie is gebleken dat er personen werkzaam zijn of structureel aanwezig zijn op de locatie, die niet in het bezit zijn van een geldige verklaring omtrent het gedrag en niet geregistreerd zijn in het Personenregister Kinderopvang. Deze personen dienen in het register ingeschreven en gekoppeld te staan aan de houder voor aanvang van de werkzaamheden. De houder heeft in het kader van een herstelaanbod de mogelijkheid gehad om de tekortkomingen zo snel mogelijk voor de toekomst te herstellen. Uit het onderzoek blijkt dat; 1. de houder er onvoldoende zorg voor heeft gedragen om zijn medewerkers, zo snel mogelijk, te voorzien van een geldige VOG; 2. Ook de houder onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt welke inspanningen hij heeft verricht om er zorg voor te dragen dat zijn medewerkers, op de snelste wijze, een geldige VOG konden indienen. Hiermee voldoet de houder niet aan de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 10

4 4 van 10

5 Observaties en bevindingen Personeel en groepen De toezichthouder beoordeelt per 1 maart 2018 personen die werkzaam zijn of structureel aanwezig zijn op de locatie, met een geldig VOG geregistreerd zijn in het Personenregister Kinderopvang. Deze personen zijn in het register gekoppeld aan de houder voor aanvang van de werkzaamheden. Voor de personen die op 28 februari 2018 al continue werden gescreend geldt een overgangsperiode tot 1 juli Zij hebben tot 1 juli 2018 de tijd om zich te registreren en te koppelen. Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang Op 10 april 2018 heeft de houder van kinderdagverblijf Jolie b.v. de toezichthouder een mail gestuurd. In deze mail staat dat het niet mogelijk is om de medewerkers in dienst van Kinderdagverblijf Jolie b.v., +/- 55 personen, in te schrijven in het Personenregister kinderopvang (PRK). Een en ander zou te maken hebben met het in werking treden van het PRK per 1 maart Bij deze mail is een reactie toegevoegd vanuit het Ministerie van Sociale Zaken (SZW). De houder van kinderdagverblijf Jolie b.v. heeft contact gezocht met het ministerie SZW vanwege problemen met de koppelingen in het PRK. De reactie vanuit het ministerie van SZW is letterlijk geciteerd: "Organisaties als de uwe zijn hoogstwaarschijnlijk holdings die niet geregistreerd staan in het LRK als kinderopvang voorziening in de zin van de Wet kinderopvang. In dat geval staan de onderliggende BV's staan wel in het LRK, maar staan bijvoorbeeld niet alle medewerkers op de loonlijst van deze BV's, maar (deels) op die van de holding. Aangezien we voor continue screening fase 1 alleen de medewerkers van de LRK-voorzieningen konden ophalen, vielen de medewerkers op de loonlijst van de holding buiten de continue screening. Dat was bekend en zouden de holdings zelf ook kunnen weten omdat zij geen LRK inschrijving hebben. We weten niet hoeveel organisaties en medewerkers het precies betreft. Verwachting is dat het slechts om een beperkte groep gaat omdat veruit de meeste medewerkers "gewoon" op de loonlijst van de voorziening in het LRK staan. In principe hadden deze medewerkers - net als de stagiairs, uitzendkrachten en vrijwilligers - tweejaarlijks een nieuwe VOG moeten aanvragen om risico's te beperken. Dat is (meestal) niet gebeurd. Organisaties hebben daardoor niet de administratieve lasten (kosten) gehad voor het tweejaarlijks vernieuwen van de VOG. Er was daarentegen wel een veiligheidsrisico, omdat eventuele strafbare gedragingen van deze medewerkers sinds de bestaande VOG niet aan het licht zijn gekomen. Daarom is het belangrijk dat deze medewerkers zo snel mogelijk onder de continue screening worden gebracht. Zij moeten een nieuwe VOG aanvragen, zodat een check plaatsvindt op het verleden, en zich inschrijven in het personenregister. De kosten voor de nieuwe VOG komen voor rekening van de aanvrager (of de werkgever). " Inspectiebezoek locaties Kinderdagverblijf Jolie BV, 16 april 2018 Op maandag 16 april 2018 heeft er bij het kinderdagverblijf van Karawanken, Karawanken 1 te Utrecht, een nader onderzoek plaatsgevonden. Aanleiding van dit onderzoek waren overtredingen die tijdens een eerder inspectiebezoek zijn geconstateerd. De toezichthouders hebben tijdens het onderzoek geconstateerd dat geen van de medewerkers, en structureel aanwezige personen op de vier opvanglocaties van Kinderdagverblijf Jolie BV, in het bezit waren van een geldige verklaring omtrent gedrag (VOG). Wij hebben in overleg besloten, de houder, de mogelijkheid te bieden om de overtredingen zo spoedig mogelijk te herstellen. De houder heeft namelijk zelf het initiatief genomen om te melden dat er problemen waren met het inschrijven van het PRK. Om die reden en in verband met het recente in werking treden van het 5 van 10

6 PRK hebben wij geprobeerd om de houder tegemoet te komen door van de houder te vragen om de VOG's van de betreffende medewerkers uiterlijk vrijdag 20 april 2018 opnieuw aan te vragen. Wij hebben gesteld dat alle medewerkers, en structureel aanwezige personen op de opvanglocaties, uiterlijk vrijdag 20 april 2018 de aanvraag voor een nieuwe VOG moesten indienen. Op dinsdag 17 april 2018 heeft de houder gereageerd. De houder geeft via een mail aan, dat hij zijn medewerkers reeds een week eerder had verzocht een nieuwe VOG aan te vragen. De houder geeft aan dat gemeenten niet mee willen werken, en dat het maken van een afspraak pas na 20 april 2018, en soms pas in mei 2018 zouden kunnen plaatsvinden. Wij hebben de houder gewezen op de mogelijkheid de aanvragen digitaal in te dienen. Daarnaast hebben wij aan de houder verzocht aan te geven wat de reden is van het niet digitaal aanvragen. Wij wilden de inspanningen zien die de houder heeft verricht om zijn medewerkers zo snel mogelijk, en op de snelste wijze, te voorzien van een geldige VOG. Naar aanleiding van dit verzoek heeft de houder alleen aangegeven dat hij heeft gekozen voor aanvragen aan het loket bij de gemeenten. Op donderdag 19 april 2018 hebben wij de houder een mail gestuurd. In de mail hebben wij nogmaals verzocht om inzichtelijk te maken welke inspanningen hij heeft verricht om de medewerkers, zo snel mogelijk, te voorzien van een geldige VOG. Wij hebben geen reactie gehad op dit verzoek. Op dinsdag 24 april 2018 omstreeks uur hebben wij opnieuw een mail gestuurd aan de houder. In de mail geven wij aan herhaaldelijk te hebben gevraagd om inzichtelijk te maken welke inspanningen de houder heeft verricht om zijn medewerkers, zo snel mogelijk, te voorzien van een geldige VOG. Wij hebben hierop geen bericht van de houder ontvangen. Wij hebben de houder op dinsdag 24 april 2018 verzocht om vóór uur de volgende gegevens aan te leveren: Een lijst met alle namen van alle medewerkers ( o.a. vaste beroepskrachten, vrijwilligers, stagiaires) en hun BSN nummers ; Bevestigingen van de aanvraag voor een VOG van alle medewerkers die niet staan ingeschreven in het PRK. Op dinsdag 24 april 2018 omstreeks uur heeft de houder verzocht om verlenging van de termijn voor het aanleveren van de opgevraagde gegevens. Wij hebben hiermee ingestemd en de termijn verlengd om uiterlijk op woensdag 25 april 2018, uiterlijk vóór uur, de opgevraagde gegevens in te leveren. Op woensdag 25 april 2018 omstreeks uur heeft de juridisch adviseur van de houder documenten bij de toezichthouder ingeleverd. Uit de beoordeling van deze documenten blijkt dat er niet is voldaan aan ons verzoek. Wij hebben geconstateerd dat: 6 medewerkers op woensdag 25 april 2018 een afspraak hadden staan voor de aanvraag:3 medewerkers pas een afspraak hebben staan in mei 2018, namelijk op 2 mei, 3 mei en 24 mei; Van 1 medewerker, zijn er helemaal geen documenten ontvangen; 1 stagiaire van wie de VOG is afgegeven op niet gekoppeld staat in het PRK (deze persoon had al gekoppeld moeten zijn bij aanvang van de werkzaamheden); 9 medewerkers documenten hebben aangeleverd waaruit niet blijkt of men een afspraak heeft voor een aanvraag, of dat het al een aanvraag betreft. Wij hebben de houder op woensdag 25 april 2018 omstreeks uur op de hoogte gesteld van de uitkomsten van de beoordeling. Ondanks herhaald verzoek, hebben wij geen reactie ontvangen. Om die reden concluderen wij dat: 1. de houder er onvoldoende zorg voor heeft gedragen om zijn medewerkers, zo snel mogelijk, te voorzien van een geldige VOG; 2. de houder onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt welke inspanningen hij heeft verricht om er zorg voor te dragen dat zijn medewerkers, op de snelste wijze, een aanvraag van een geldige VOG konden indienen. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. 6 van 10

7 In het bezit van een verklaring omtrent het gedrag zijn: a. de houder of voorgenomen houder van een kindercentrum; b. de personen die op basis van een arbeidsovereenkomst met de houder of met een uitzendorganisatie tijdens opvanguren werkzaam zijn dan wel zullen zijn op de locatie van een onderneming waarmee de houder een kindercentrum exploiteert en waar kinderen worden opgevangen; c. de personen die op basis van een andere overeenkomst met de houder structureel tijdens opvanguren werkzaam zijn of zullen zijn op de locatie waarmee de houder een kindercentrum exploiteert en waar kinderen worden opgevangen; d. de personen die uit hoofde van hun functie toegang hebben of zullen hebben tot informatie over de kinderen die worden opgevangen; e. de personen van 18 jaar en ouder die op het woonadres waar een kindercentrum is gevestigd hun hoofdverblijf hebben of zullen hebben dan wel die structureel tijdens opvanguren aanwezig zijn of zullen zijn op het kindercentrum, gevestigd op een woonadres. Voor zover het natuurlijke personen betreft is een ieder als bedoeld in de onderdelen a tot en met e ingeschreven in het personenregister kinderopvang, bedoeld in artikel 1.48d van de Wet. De verklaring omtrent het gedrag is bij inschrijving in het personenregister kinderopvang niet ouder dan twee maanden. Voor personen die op 28 februari 2018 op basis van de artikelen 9a en 9b van het Besluit landelijk register en register buitenlandse kinderopvang (zoals dat geldt op 28 februari 2018) continu worden gescreend geldt een overgangsbepaling en verwerkt de minister de gegevens in het personenregister kinderopvang in de periode die loopt van 1 maart 2018 tot 1 juli (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang; art 17d Regeling Wet kinderopvang; art 18a Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang) Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Houder) Personeelslijst met persoonsgegevens van medewerkers en BSN nummers Aanvraagformulieren van medewerkers voor een VOG Afspraakbevestigingen van medewerkers die een afspraak hebben gemaakt bij de betreffende gemeente Personenregister Mail van ministerie van SZW 7 van 10

8 Overzicht getoetste inspectie-items Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang In het bezit van een verklaring omtrent het gedrag zijn: a. de houder of voorgenomen houder van een kindercentrum; b. de personen die op basis van een arbeidsovereenkomst met de houder of met een uitzendorganisatie tijdens opvanguren werkzaam zijn dan wel zullen zijn op de locatie van een onderneming waarmee de houder een kindercentrum exploiteert en waar kinderen worden opgevangen; c. de personen die op basis van een andere overeenkomst met de houder structureel tijdens opvanguren werkzaam zijn of zullen zijn op de locatie waarmee de houder een kindercentrum exploiteert en waar kinderen worden opgevangen; d. de personen die uit hoofde van hun functie toegang hebben of zullen hebben tot informatie over de kinderen die worden opgevangen; e. de personen van 18 jaar en ouder die op het woonadres waar een kindercentrum is gevestigd hun hoofdverblijf hebben of zullen hebben dan wel die structureel tijdens opvanguren aanwezig zijn of zullen zijn op het kindercentrum, gevestigd op een woonadres. Voor zover het natuurlijke personen betreft is een ieder als bedoeld in de onderdelen a tot en met e ingeschreven in het personenregister kinderopvang, bedoeld in artikel 1.48d van de Wet. De verklaring omtrent het gedrag is bij inschrijving in het personenregister kinderopvang niet ouder dan twee maanden. Voor personen die op 28 februari 2018 op basis van de artikelen 9a en 9b van het Besluit landelijk register en register buitenlandse kinderopvang (zoals dat geldt op 28 februari 2018) continu worden gescreend geldt een overgangsbepaling en verwerkt de minister de gegevens in het personenregister kinderopvang in de periode die loopt van 1 maart 2018 tot 1 juli (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang; art 17d Regeling Wet kinderopvang; art 18a Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang) 8 van 10

9 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Jolie Karawanken Website : Aantal kindplaatsen : 152 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Kinderdagverblijf Jolie B.V. Adres houder : Karawanken 1 Postcode en plaats : 3524DA Utrecht Website : KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Adres : Postbus Postcode en plaats : 3500CE Utrecht Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : I. Ernst H.W. Blankenspoor Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Utrecht Adres : Postbus Postcode en plaats : 3500CE Utrecht Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : 9 van 10

10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10