CONCEPT d.d. 1 december 2014 206119.01.01/DO/PS - 1 - AKTE UITGIFTE ERFPACHT Heden, ***, verschenen voor mij, mr. Dirk Cornelis Ottevangers, notaris te Molenwaard: 1. de heer mr. Arie Pieter Streefkerk, geboren te Ameide op drie juli negentienhonderd vijfenzeventig, werkzaam en te dezer zake wonende te 2973 XA Molenaarsgraaf, Graafdijk- Oost 11a, te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde van: de heer Warner Egbert ten Kate, geboren te Avereest op éénendertig december negentienhonderd negenenzestig, (zich gelegitimeerd hebbende met een paspoort, afgegeven te Lansingerland op negen maart tweeduizend twaalf, nummer: NX1J6BK16), woonplaats kiezende te Groeneweg 33 te Hoornaar (4233 ME), die bij het geven van de volmacht heeft gehandelend als waarnemend burgemeester van de publiekrechtelijke rechtspersoon: GEMEENTE GIESSENLANDEN, gevestigd te Hoornaar, kantoorhoudende Groeneweg 33 te 4223 ME Hoornaar (postadres: Postbus 1, 4223 ZG Hoornaar), en overeenkomstig artikel 171 van de Gemeentewet deze gemeente vertegenwoordigende, handelende ter uitvoering van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Giessenlanden van ***; de gemeente Giessenlanden hierna te noemen: "eigenaar" en/of "gemeente"; 2. *** *** hierna te noemen: "erfpachter". INLEIDING De gemeente Giessenlanden en erfpachter hebben overeenstemming bereikt betreffende de uitgifte in erfpacht van het hierna te vermelden perceel, onder de opschortende voorwaarde dat het reeds op het onderhavige perceel gevestigde *recht van erfpacht *recht van opstal eerst komt te vervallen. Alle kosten, hoe ook genaamd, welke gemaakt worden voor het laten vervallen van *het recht van erfpacht *het recht van opstal en het vestigen van het recht van erfpacht, met inbegrip van de verschuldigde overdrachtsbelasting, komen voor rekening van de gemeente. A. AFSTANDDOENING RECHTEN VAN OPSTAL EN ERFPACHT De comparanten, handelend als gemeld, verklaarden bij deze om niet afstand te doen van: het recht van erfpacht *het recht van opstal van: ***omschrijving registergoed welke afstanddoeningen namens de gemeente Giessenlanden en erfpachter/opstalhouder over en weer worden aanvaard. B. HERNIEUWDE VESTIGING RECHT VAN ERFPACHT Op grond van het hetgeen de gemeente en erfpachter zijn overeengekomen geeft de gemeente, voor de periode van vijftig (50) jaar, ingaande op * en mitsdien eindigende op *, in erfpacht aan erfpachter die in erfpacht aanneemt: ***omschrijving registergoed, uitmakende een gedeelte van perceel kadastraal bekend gemeente *, sectie * nummer *, groot ongeveer *, of ter zodanige grootte als na kadastrale opmeting zal blijken, en wel dat gedeelte hetwelk globaal met streeparcering is aangegeven op een aan deze akte gehechte en door de comparanten getekende situatietekening; C. VERGOEDING Wegens de hernieuwde vestiging van het recht van erfpacht is erfpachter aan eigenaar geen vergoeding verschuldigd. D. BEPALINGEN ERFPACHT Ter zake het (vernieuwde) recht van erfpacht gelden de navolgende bepalingen: Artikel 1 Duur van het recht van erfpacht Het recht van erfpacht is ingegaan op *** - deze datum hierna te noemen: "de ingangsdatum"- en eindigt na vijftig jaar op ***, tenzij eigenaar en erfpachter dan in onderling overleg zijn overeengekomen de termijn waarvoor het recht van erfpacht is gevestigd te verlengen, een en
206119.01.01/DO/PS - 2 - ander behoudens eventuele beëindiging op de hierna in artikel 11 dan wel de overige in de wet genoemde gronden. Artikel 2 Bestemming 1. De zaak is volgens het ter plaatse vigerende bestemmingsplan bestemd voor sportbeoefening. 2. De erfpachter dient voor zijn rekening zorg te dragen voor het volledig onderhoud van de zaak met toebehoren. Artikel 3 Het gebruik overeenkomstig de bestemming 1. De erfpachter is verplicht het registergoed overeenkomstig de in deze akte aangegeven bestemming te gebruiken. Mitsdien is het de erfpachter niet geoorloofd het registergoed geheel of gedeeltelijk niet of nagenoeg niet te gebruiken. 2. Het is de erfpachter niet geoorloofd door het gebruik van de grond en opstallen aan derden hinder of overlast te bezorgen. 3. De eigenaar kan ontheffing verlenen van de in de leden 1 en 2 genoemde verplichtingen en verboden op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de erfpachter. Indien de eigenaar ontheffing van een verbod of verplichting verleent, kan zij hieraan voorwaarden verbinden, waaronder de herziening van de canon. Artikel 4 Instandhouding van de opstallen 1. De erfpachter is verplicht de grond met opstallen in zodanige (technische) staat te houden dat deze de in deze akte aangegeven bestemming op behoorlijke wijze kan dienen. 2. Het is de erfpachter niet geoorloofd de opstallen geheel of gedeeltelijk te slopen of het bouwvolume van de opstallen te wijzigen. 3. De erfpachter is verplicht de opstallen tegen brand- en stormschade te verzekeren. Indien de opstallen door welke oorzaak geheel of gedeeltelijk teniet gaan, dan zal de erfpachter in overleg met de eigenaar bepalen of tot gehele of gedeeltelijke herbouw zal worden overgaan. De verzekeringsgelden mogen zonder toestemming van de grondeigenaar niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan gehele of gedeeltelijke herbouw. 4. Het is de erfpachter niet geoorloofd in, op of aan de grond met opstallen werkzaamheden of handelingen te verrichten of na te laten dan wel een bedrijf uit te oefenen, waardoor aantasting van de volksgezondheid en/of het milieu -waaronder die van de bodem- wordt veroorzaakt. Alle schade die niettemin door handelen of nalaten door of vanwege de erfpachter ontstaat - waaronder de kosten van eventueel noodzakelijke bodemsanering - is voor rekening van de erfpachter. 5. De eigenaar kan ontheffing verlenen van de in de leden 1 tot en met 4 genoemde verplichtingen en verboden op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de erfpachter. Indien de eigenaar ontheffing van een verbod of verplichting verleent, kan zij hieraan voorwaarden verbinden. Artikel 5 Canon. 1. a. De canon bedraagt vijfenveertig euro ( 45,00) per jaar, bij vooruitbetaling te voldoen, telkens in één (1) termijn op de tweede januari van ieder jaar, voor de eerste maal op ***. De canon over de periode vanaf heden tot en met *** is door erfpachter voldaan door storting op een rekening van mij, notaris. Eigenaar verleent erfpachter kwijting voor de betaling van dit bedrag. b. De canon wordt per één januari van ieder jaar, voor het eerst op één januari tweeduizend zestien, verhoogd of verlaagd overeenkomstig de stijging of daling van het Prijsindexcijfer: Consumentenprijsindex Alle Huishoudens (2006 = 100). Alle aanpassingen zullen worden bereikt door de laatst geldende canon te vermenigvuldigen met een breuk waarvan de teller wordt gevormd door eerder genoemd prijsindexcijfer, zoals dit definitief is gepubliceerd in de kalendermaand twee
206119.01.01/DO/PS - 3 - maanden voor het tijdstip van aanpassing en de noemer door hetzelfde prijsindexcijfer, zoals die gold een kalenderjaar eerder. Indien het C.B.S. terzake van het hiervoor bedoelde prijsindexcijfer overgaat tot publicatie van een reeks op meer recente prijsbasis, zullen de cijfers van de nieuwe reeks in aanmerking worden genomen, zonodig na een in overleg met het C.B.S. uit te voeren koppeling tussen die cijfers en de cijfers van eerder gebruikte reeksen. 2. Alle betalingen door erfpachter aan eigenaar te doen, zullen moeten geschieden zonder enige korting, inhouding of schuldvergelijking op nader door partij(en) aan te geven wijze. Artikel 6 Risico en aflevering 1. Met ingang van de ingangsdatum draagt erfpachter het risico van het registergoed. 2. Erfpachter aanvaardt het registergoed in de feitelijke staat, waarin de grond en de opstallen zich op heden bevinden. Terzake van de staat van onderhoud wordt verwezen naar het definitieve rapport opgesteld door BK Civiel & Sport de dato twee juni tweeduizend veertien, welke rapportage aan erfpachter ter hand is gesteld en waarvan erfpachter verklaarde met de inhoud bekend te zijn. Artikel 7 Zakelijke lasten en belastingen 1. Alle zakelijke lasten, die over het registergoed en het gebruik ervan worden geheven of zullen worden geheven, komen vanaf de ingangsdatum voor rekening van erfpachter. 2. Wanneer de eigenaar belastingen of lasten als in het vorige lid bedoeld, mocht hebben betaald, zal daarvan kennis worden gegeven aan erfpachter, onder overlegging van betalingsbewijzen, die verplicht is binnen een maand nadien het betaalde bedrag aan eigenaar te vergoeden. Artikel 8 Garanties. 1. Eigenaar garandeert dat het recht van erfpacht: a. onvoorwaardelijk is en niet is onderworpen aan inkorting, ontbinding of aan welke vernietiging dan ook, onverminderd het in deze akte en in de wet ten aanzien van het recht van erfpacht bepaalde; b. niet bezwaard is met beslagen of rechten van hypotheken of inschrijvingen daarvan dan wel met andere beperkte rechten; c. niet bezwaard is met kwalitatieve verplichtingen; d. niet belast is met bijzondere lasten en beperkingen, behoudens de in deze akte vermelde; alles onverminderd de beperkingen die aan het recht van erfpacht zijn verbonden krachtens de onderhavige bepalingen en de wet. 2. Voorts garandeert eigenaar: a. de grond en de opstallen zijn thans geheel in gebruik bij erfpachter; de grond en de opstallen zijn niet zonder recht of titel in gebruik bij derden; Beëindiging gebruiksovereenkomst Partijen beëindigen met ingang van heden de huur- danwel gebruiksovereenkomst, welke thans tussen hen ter zake van de grond bestaat. b. hij is niet bekend met feiten die erop wijzen dat de grond enige verontreiniging bevat die ten nadele strekt van het beoogde gebruik door erfpachter of waarvan het aannemelijk is dat deze verontreiniging ingevolge de thans geldende milieuwetgeving en/of milieurechtspraak aanleiding zou geven tot sanering of tot het nemen van andere maatregelen. c. hem is niet bekend dat in de grond tanks voor het opslaan van vloeistoffen aanwezig zijn. 3. Indien de grootte en/of verdere omschrijving van het registergoed niet juist of niet volledig is, ontleent noch eigenaar noch erfpachter daaraan enig recht. Artikel 9
206119.01.01/DO/PS - 4 - Overdracht, toedeling, splitsing, ondererfpacht en verhuur 1. Het recht van erfpacht kan niet zonder de schriftelijke toestemming van eigenaar: a. worden overgedragen; b. worden toebedeeld; c. worden gesplitst door overdracht of toedeling van het recht van erfpacht op een gedeelte van de zaak; d. worden gesplitst, worden samengevoegd met een ander recht van erfpacht of worden gesplitst in appartementsrechten, waaronder tevens te begrijpen het door erfpachter verlenen van deelnemings- en lidmaatschapsrechten die betrekking hebben op het gebruik van de grond en/of de opstallen. 2. Indien het recht van erfpacht door erfpachter in appartementsrechten wordt gesplitst geldt dat overdracht en toedeling van de appartementsrechten niet zonder toestemming van eigenaar kunnen geschieden. Erfpachter verplicht zich een daartoe strekkend beding in de akte van splitsing op te nemen. 3. Erfpachter zal bij zijn verzoek om toestemming voor splitsing van het recht van erfpacht in appartementsrechten de eigenaar afschriften toezenden van de conceptakte van splitsing en het daarbij behorende splitsingsreglement. 4. Erfpachter is niet zonder de schriftelijke toestemming van eigenaar bevoegd op de grond geheel of ten dele het recht van ondererfpacht te vestigen. 5. Erfpachter is niet zonder de schriftelijke toestemming van eigenaar bevoegd de grond geheel of ten dele te verhuren, te verpachten of anderszins aan derden in gebruik te geven. 6. Eigenaar kan de in de vorige leden van dit artikel bedoelde toestemming niet zonder redelijke gronden weigeren. 7. Aan de in dit artikel bedoelde toestemming kunnen door eigenaar voorwaarden worden verbonden. 8. Van overgang of overdracht van het recht van erfpacht moet erfpachter binnen een maand na de dag van de overgang of overdracht daarvan aan eigenaar schriftelijk kennis geven met overlegging van de bewijsstukken, waaruit de overgang of overdracht blijkt. Artikel 10 Einde recht van erfpacht 1. Verstrijken van de duur van het recht van erfpacht Wanneer de tijd waarvoor het recht van erfpacht is gevestigd, al dan niet na verlenging van het recht van erfpacht, is verstreken en erfpachter de grond niet op dat tijdstip heeft ontruimd, blijft het recht van erfpacht doorlopen, tenzij eigenaar uiterlijk zes maanden na dat tijdstip doet blijken dat hij het recht van erfpacht als geëindigd beschouwt. Eigenaar en erfpachter kunnen het aldus verlengde recht van erfpacht opzeggen bij exploot, ten minste één jaar voor het tijdstip waartegen wordt opgezegd. 2. Opzegging a. Erfpachter is niet bevoegd het recht van erfpacht op te zeggen. b. Eigenaar kan het recht van erfpacht opzeggen indien erfpachter in verzuim is de canon over twee achtereenvolgende jaren te betalen of in ernstige mate te kort schiet in de nakoming van zijn verplichtingen. De opzegging van het recht van erfpacht moet op straffe van nietigheid binnen acht dagen worden betekend aan degenen die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op het recht van erfpacht in de openbare registers staan ingeschreven. Eigenaar stelt daarbij tevens de dag vast, waarop het recht geëindigd zal zijn en de grond en de opstallen te zijner vrije beschikking moet worden gesteld, welke dag ten minste één maand na de dagtekening van het exploot zal dienen te liggen. 3. a. Eigenaar kan het recht van erfpacht opzeggen indien de gemeenteraad bij besluit heeft geoordeeld dat de gemeente de beschikking over het in erfpachter uitgegeven registergoed dient te verkrijgen om redenen van algemeen belang. Het aanwezig zijn van redenen van algemeen belang staat uitsluitend ter beoordeling van de gemeenteraad. b. De opzegging van het recht van erfpacht moet op straffe van nietigheid binnen acht
206119.01.01/DO/PS - 5 - dagen worden betekend aan degenen die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op het recht van erfpacht in de openbare registers staan ingeschreven. Eigenaar stelt daarbij tevens de dag vast, waarop het recht geëindigd zal zijn en de grond en de opstallen te zijner vrije beschikking moet worden gesteld, welke dag ten minste één maand na de dagtekening van het exploot en zes maanden na het besluit van de gemeenteraad zal dienen te liggen. 4. a. Eigenaar kan het recht van erfpacht opzeggen indien erfpachter surséance van betaling aanvraagt, in staat van faillissement wordt verklaard of indien de erfpachter een rechtspersoon, maatschap of eenmanszaak is wordt ontbonden, opgeheven of in staat van liquidatie komt te verkeren. b. De opzegging van het recht van erfpacht moet op straffe van nietigheid binnen acht dagen worden betekend aan degenen die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op het recht van erfpacht in de openbare registers staan ingeschreven. Eigenaar stelt daarbij tevens de dag vast, waarop het recht geëindigd zal zijn en de grond en de opstallen te zijner vrije beschikking moet worden gesteld, welke dag ten minste één maand na de dagtekening van het exploot zal dienen te liggen. 5. a. Van het recht van erfpacht kan afstand worden gedaan. b. In het geval de erfpachter afstand wil doen van het recht van erfpacht, dan is de eigenaar verplicht hieraan mee te werken als de erfpachter aan haar verplichtingen voortvloeiende uit deze akte is nagekomen. Artikel 11 Wegnemingsrecht/ retentierecht De erfpachter is, zowel tijdens de duur van de erfpacht als bij het einde daarvan, zonder schriftelijke toestemming van de eigenaar niet bevoegd gebouwen, werken of andere opstallen, die door hem zelf of een rechtsvoorganger onverplicht zijn aangebracht of van de eigenaar tegen vergoeding der waarde zijn overgenomen, weg te nemen. Artikel 12 Vergoedingsrecht bij einde recht van erfpacht 1. Erfpachter heeft geen recht op vergoeding van de waarde van de ten tijde van de beëindiging nog aanwezige opstallen, voor zover door hemzelf of een rechtsvoorganger aangebracht of van eigenaar tegen vergoeding van de waarde overgenomen. 2. a. In afwijking van het hiervoor in lid 1 gestelde heeft erfpachter bij het eindigen van het recht van erfpacht op grond van het in artikel 10 lid 3 bepaalde (beëindiging wegens redenen van algemeen belang) recht op (schade)vergoeding van (een gedeelte van) de waarde van de ten tijde van de beëindiging (nog) aanwezige opstallen. Dit recht bestaat alleen als erfpachter haar activiteiten op het gebied van sportbeoefening kan voortzetten op een andere locatie en de gemeenteraad hiertoe besluit. b. De vergoeding als hiervoor in lid 2.a. omschreven wordt tussen erfpachter en gemeente in onderling overleg vastgesteld. Indien zij daarover geen overeenstemming kunnen bereiken vindt deze vaststelling plaats door een deskundige. Deze deskundige wordt in gemeenschappelijk overleg door eigenaar en erfpachter aangewezen. Indien zij ook hieromtrent geen overeenstemming kunnen bereiken, wijst ieder één deskundige aan. Beide aldus aangewezen deskundigen wijzen vervolgens samen een derde deskundige aan. 3. Indien in het hiervoor bedoelde geval, dat eigenaar een vergoeding ter zake van de opstallen aan erfpachter verschuldigd is, blijkt dat de oplevering door erfpachter aan eigenaar niet tijdig, niet vrij van huur of andere niet direct opzegbare gebruiksrechten of niet leeg en ontruimd is geschied, is eigenaar bevoegd het betalen van de vergoeding renteloos op te schorten totdat de oplevering vrij van huur of vrij van bedoelde gebruiksrechten, leeg en ontruimd is geschied. Eigenaar is daarenboven bevoegd een deel van of het gehele bedrag als hier bedoeld aan te wenden, in mindering op de aanspraken van erfpachter, tot het zelf huurvrij maken casu quo doen ontruimen van de bedoelde opstallen. 4. De door eigenaar voor de opstallen te betalen vergoeding zal door deze moeten worden
206119.01.01/DO/PS - 6 - voldaan binnen drie maanden nadat hierover overeenstemming bestaat dan wel het taxatierapport door de deskundige(n) is uitgebracht, doch niet voordat het recht van erfpacht daadwerkelijk is geëindigd. 5. Erfpachter heeft een retentierecht op de zaak, totdat hem de verschuldigde vergoeding is betaald. 6. Eigenaar is bevoegd om aan eventuele hypotheekhouders tot ten hoogste het bedrag van de aldus vastgestelde waarde hun hypothecaire vordering geheel of gedeeltelijk te voldoen tot aan het bedrag dat zij in geval van een openbare of onderhandse executoriale verkoop krachtens artikel 3:268 Burgerlijk Wetboek zouden ontvangen. Dit bedrag wordt afgetrokken van de vergoeding aan de erfpachter. Artikel 13 Waterbepaling 1. Indien het in erfpacht uitgegeven perceel grenst aan een sloot of andere waterpartij (hierna ook te noemen: waterpartij) dan wel indien op het in erfpacht uitgegeven perceel een waterpartij aanwezig is, dan dient het onderhoud van de waterpartij én het talud of de beschoeiing dan wel damwand voor rekening en risico van de erfpachter te worden uitgevoerd; een en ander conform de regels van het Waterschap Rivierenland hierover. Het herstel, onderhoud en vernieuwen van een eventuele aanwezige beschoeiing of damwand komt ook voor rekening en risico van erfpachter. Erfpachter draagt er tevens zorg voor dat de sloten voldoende diep zijn en blijven conform de eisen van Waterschap Rivierenland (diepteschouw). 2. De erfpachter zorgt ervoor dat het onderhoud zoals hiervoor in lid 1 bedoeld ieder jaar heeft plaatsgevonden voordat de jaarlijkse schouw van het Waterschap Rivierenland (over het algemeen in november) plaatsvindt. Indien het Waterschap Rivierenland bij de schouw constateert dat de waterpartij en/of de waterkant niet goed is geschoond, zal erfpachter ervoor zorg dragen dat dit alsnog het geval is voordat de herschouw plaatsvindt. Indien de erfpachter dit niet, niet tijdig of niet goed doet, zal de gemeente hiervoor zorg dragen, met dien verstande dat de erfpachter in dat geval verplicht is om op eerste verzoek de kosten hiervan aan de gemeente te vergoeden. Als bij de herschouw blijkt dat het onderhoud nog niet goed genoeg is uitgevoerd en het waterschap zelf zorg draagt voor het schoonmaken van de waterpartij en/of de waterkant en de kosten hiervan in rekening brengt bij de gemeente, dan is erfpachter (tevens) verplicht om deze kosten op eerste verzoek aan de gemeente te vergoeden. Artikel 14 Gedoogverplichting 1. In het in erfpacht uitgegeven perceel grond bevindt zich een persrioolleiding met toebehoren. De ligging van deze persrioolleiding blijkt uit een aan deze akte gehechte situatietekening. 2. De erfpachter is verplicht om de bij de gemeente Giessenlanden in eigendom zijnde persrioolleiding met aanbehoren te gedogen. 3. De erfpachter is voorts verplicht om te dulden dat de gemeente of door de gemeente aan te wijzen derden met de nodige materialen - toegang hebben tot het in erfpacht uitgegeven perceel grond, ten einde de gemeente in staat te stellen de rioolpersleiding te inspecteren, onderhouden, herstellen en eventueel te vervangen. 4. De kosten van onderhoud, herstel en vervanging van de rioolpersleiding met aanbehoren komt voor rekening van de gemeente. 5. a. Erfpachter zal zich onthouden van al datgene waardoor de goede werking van de rioolpersleiding kan worden belet of belemmerd, dan wel waardoor gevaar kan ontstaan voor personen of goederen. b. Het is erfpachter niet toegestaan om boven de grond waarin zich de rioolpersleiding bevindt diepwortelende bomen of struiken te hebben of voorwerpen de grond in te drijven, een gesloten wegdek aan te brengen, noch aan een derde toestemming tot zulk een handeling te verlenen, zonder schriftelijke machtiging van de gemeente. 6. De gemeente zal na eventuele ontgravingen en andere werkzaamheden het betreffende
206119.01.01/DO/PS - 7 - perceelsgedeelte zoveel en zo spoedig mogelijk weer in de vorige toestand brengen. Artikel 15 Niet-nakoming 1. Bij niet-nakoming van enige verplichting, voortvloeiende uit het recht van erfpacht, verbeurt erfpachter dan wel eigenaar, na ingebrekestelling en na verloop van de daarin gestelde termijn, ten behoeve van eigenaar respectievelijk erfpachter een onmiddellijk opeisbare boete van éénduizend euro ( 1.000,00). 2. Naast het gestelde in lid 1 van dit artikel behouden eigenaar en erfpachter de bevoegdheid om bij niet-nakoming van enige uit het recht van erfpacht voortvloeiende verplichting in rechte nakoming te vorderen of het recht van erfpacht met inachtneming van het in deze akte en wet bepaalde op te zeggen en/of schadevergoeding te vorderen. E. SLOTBEPALINGEN Artikel 15 Kosten 1 Alle kosten en belastingen met betrekking tot de erfpachtsgunning en van de vestiging, waaronder begrepen de overdrachtsbelasting, het kadastrale recht en de kosten van kadastrale opmeting, zijn voor rekening van de gemeente. 2. Terzake de uitgifte in erfpacht is zes procent (6%) overdrachtsbelasting verschuldigd over een afgeronde grondslag van ****, zijnde een bedrag van ***. 3. Partijen doen in verband met eventuele door of in opdracht en voor rekening van erfpachter aan het registergoed aangebrachte verbeteringen voor zoveel nodig een beroep op de vrijstelling van overdrachtsbelasting als bedoeld in artikel 15, lid 1 sub i van de Wet op Belastingen van Rechtsverkeer. 4. Alle ontbindende voorwaarden die eventueel zijn overeengekomen in de overeenkomst of in nadere overeenkomsten die op het recht van erfpacht betrekking hebben, zijn thans uitgewerkt. Noch eigenaar noch erfpachter kan zich terzake de onderhavige vestiging van het recht van erfpacht nog op een ontbindende voorwaarde beroepen. 5. Voor de uitvoering van deze akte, ook voor fiscale gevolgen, kiezen partijen woonplaats ten kantore van de bewaarder van deze akte. VOLMACHT - Van de volmacht aan de verschenen persoon sub 1 blijkt uit een onderhandse akte houdende algemene volmacht, welke is gehecht aan een akte van levering op twintig september tweeduizend dertien voor mr D.C. Ottevangers, notaris te Molenwaard, verleden. - Van de volmacht aan de verschenen persoon sub 2 blijkt uit een onderhandse akte van volmacht, welke aan deze akte wordt gehecht. SLOT AKTE De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend en de identiteit van de verschenen personen is door mij, notaris, aan de hand van de hiervoor vermelde en daartoe bestemde documenten vastgesteld. Deze akte is in minuut verleden te Molenwaard op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. De zakelijke inhoud van de akte is aan hen opgegeven en toegelicht. De verschenen personen hebben verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen en tijdig voor het verlijden van de akte een concept-akte te hebben ontvangen, van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en te zijn gewezen op de gevolgen die voor partijen uit de akte voortvloeien. Onmiddellijk daarna is de akte beperkt voorgelezen en door de verschenen personen en mij, notaris, ondertekend om