CaRre bulletin van de netherlands school of primary care research



Vergelijkbare documenten
Hoe gaat het in z n werk daar? Wat is er anders dan een gewone poli?

Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie).

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

NVAB-richtlijn blijkt effectief

Medisch-wetenschappelijk onderzoek Algemene informatie voor de proefpersoon

Ondersteunende zorg voor mensen met kanker

Persoonsgerichte zorg in richtlijnen: contradictie of paradox? Trudy van der Weijden 16 juni 2017

Welkom bij Centrum Jeugd. Informatie voor kinderen, jongeren en hun familieleden

Medischwetenschappelijk. onderzoek. Algemene informatie voor de proefpersoon

Inhoudsopgave...2. Voorwoord...3. Inleiding...3. Hoofdstukken Wat is een verpleeghuis? De geschiedenis van het verpleeghuis...

Samenvatting voor niet-ingewijden

Factsheet Hospital Elderly Life Program (HELP) Kwetsbare. ouderen

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

Onderzoek Alcohol en Zwangerschap

1. Introductie 2. Feiten over vermoeidheid 3. Persoonlijke ervaringsverhaal 4. Tips en adviezen 5. Hulp en steun

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

HET VOORKÓMEN VAN HANDECZEEM

OP ZOEK NAAR DE VERBINDING TUSSEN PRAKTIJK, ONDERZOEK EN ONDERWIJS

Wij vragen u om mee te doen aan een medisch-wetenschappelijk onderzoek.

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

NVAG Prof. Dr Marie Louise Essink-Bot en drs Marielle Jambroes MPH

SAMENVATTING. Samenvatting

Wat is depressie? Oorzaak, omvang, gevolg

Nationale en klinische ontwikkelingen in de psycho-oncologie; kunnen we online?

Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid

Analyse van de inzet van de POH-GGZ in de huisartsenpraktijk over de periode

Informatieprospectus voor bedrijven. Fitkompas. Wijzer op weg naar bedrijfsgezondheid

Ontmoetingscentrum Houtstroom Voor mensen met geheugenproblemen en/of dementie en hun mantelzorgers

JAARVERSLAG Brederodestraat VG Amsterdam Nederland. info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO

De muur. Maar nu, ik wil uitbreken. Ik kom in het nauw en wil d r uit. Het lukt echter niet. De muur is te hoog. De muur is te dik.

Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg (SANO)

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van

UW PARTNER HEEFT KANKER EN HOE GAAT HET MET U?

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010)

Schijndissertatie van het proefschrift: The management of neuropsychiatric symptoms in people with young-onset dementia

Gezondheidsvaardigheden in Nederland

Als genezing niet meer mogelijk is

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 december 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Vier kernvragen in de palliatieve zorg:

Kanker, werk en re-integratie. wat speelt er, wat moet er, wat en wie kan je helpen

Specialisten ouderengeneeskunde besparen de zorg tientallen miljoenen 0

AANVULLING TOOLKIT FONDSENWERVING TIPS PERSBENADERING

Post-hbo opleiding psychosociale zorg door oncologieverpleegkundigen

Ruggespraak. Ruggespraak. Presentatie Ariette Sanders - Netwerkbijeenkomst Platform Gedeelde Besluitvorming - Maart 2013 RUGPIJN? agenda.

CoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies

De beste zorg vinden? Zorg of ondersteuning nodig? PZP helpt! 2013/2014. Uw verzekering snel en digitaal regelen?

Werkt Guided Care in jouw huisartsenpraktijk? Resultaten van een pilot bij vijf Nederlandse huisartsenpraktijken. multi.

De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks

Goede kankerzorg is meer dan een medische behandeling

Samenvatting Jong; dus gezond!?

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

zorgwijzer Zorg of advies nodig? CZ wijst u de weg 2012/2013 Weet u waar u de beste zorg kunt krijgen? Uw verzekering snel en digitaal regelen

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009

Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag?

Patiëntgerichte zorg voor mensen met gevorderde kanker of een ernstige chronische aandoening

HANDREIKING Diabetesjaargesprek voor migranten met diabetes

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 juni 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

NHG-Standpunt. Huisartsgeneeskunde voor ouderen. Er komt steeds meer bij... standpunt

Samen komen we verder. Draag bij aan onderzoek naar kanker, steun stichting VUmc CCA

INFORMATIEBRIEF VOOR DE PATIËNT

Sport en bewegen in de spreekkamer: enkele boeiende spanningsvelden in de diabeteszorgverlening.

Voorwoord. JONG Nieuwsbrief Opvoedpraktijk Jong - November Voorwoord 2. Nieuwsberichten 3. Thema 4. Aan het Woord 5. Agenda.

Workshop communicatie

Onderzoek Alcohol en Zwangerschap

ENERGIEK. Bewegingsprogramma bij chronische neurologische aandoeningen

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Vergoedingen en polisvoorwaarden zorgverzekering

Wie is de Nederlandse huisarts?

2014 Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Maastricht

Nationaal Programma Ouderenzorg

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

> Een chronische ziekte; uw zorg is onze zorg

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol

Voor u ligt de sponsormap van de LIONS tourrally. Fijn dat u de moeite neemt te lezen en in overweging te nemen om te sponsoren en/of deel te nemen.

Obductie Informatie voor nabestaanden

RESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG

Dr. W. Paans, Lector Verpleegkundige Diagnostiek, Hanzehogeschool Groningen

Wij stellen het erg op prijs dat u overweegt deel te nemen aan ons onderzoek naar communicatie met patiënten rondom een operatie.

1-meting NEDERLANDERS EN DE DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN. I&O Research

Kids United Inhoudsopgave. Kids United Voorwoord Henk Sijtsma. Inhoudsopgave 02 Voorwoord 03 Terugblik 04 Samenwerking 08 Hoofdsponsor 10

Op een bepaald moment moet je accepteren, dat je niet alles meer zelf kunt.

Integrale zorg voor chronisch zieken; het spel en de knikkers

In deze folder leest u meer over het doel en de mogelijkheden van het programma en welke hulpverleners erbij betrokken zijn.

Informatiebrochure voor patiënten Samen naar een gezond gewicht

Samen rouwen. Hoe u uw kind kunt helpen verlies draaglijk te maken

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Individueel Transitieprofiel voor jongeren

De mantelzorg DER LIEFDE

UMC St Radboud. Mindfulness voor mensen met MS

Poster. Belemmeringen in drie categorieën te verdelen: In duo s: 1. Persoonlijke belemmeringen

Thuiszorg Groningen. Werken met zorg. Bel *

Resultaten Grote Nieuws voor diëtisten enquête 2014

Heeft u kennis genomen van het artikel 'GGD moet stoppen met seksvragen aan 13-jarigen' in het algemeen Dagblad van 18 februari 2014?

Uitkomst onderzoek EFFECTEN ZELFREALISATIE

Transcriptie:

CaRre jaargang 17 nr 58 september 2012

Ccarré jaargang 17 nr 58 september 2012 INHOUD redactiecommissie Rik Crutzen en Liesbeth van Osch, Caphri (hoofdredacteuren) Karen Schelleman-Offermans, Caphri Jaap Sijbesma, NCEBP Nicole Vogelzangs, EMGO+ Dóra Révész, EMGO+ Malou van Greuningen, NIVEL uitgave Dit bulletin is een uitgave van de Onderzoeksschool Care. kopij en informatie Deadline voor CaRré 59: 10 februari 2013 Rachelle Capponi, CaRe Universiteit Maastricht Postbus 616 6200 MD Maastricht telefoon: 043-3882446 email: Care-secretariaat@maastrichtuniversity.nl ontwerp en opmaak Jos Bruystens grafisch ontwerper, Maastricht Redactioneel CaRré 58 3 Brief van de directeur 4 5 oktober: Onderzoeksschooldag! 6 Internationale samenwerking in 7 primary care research Oude liefde roest niet 9 Care onderzoekers in de landelijke pers 12 Maastrichts tabaksonderzoek in BMJ 19 en Lancet Alpe d Huzes 2012: Recordbedrag 20 28,5 miljoen voor onderzoek naar kanker Achter een ander bureau 22 Abroad 24 Gepromoveerden aan het woord 25 TOP 41 De Samenwerking Monitor Op Eén Lijn 44 CaRré-bulletin verschijnt tweemaal per jaar en is gratis beschikbaar voor alle medewerkers van de onderzoekschool CaRe, alsmede voor geïnteresseerde externe relaties. Het bulletin is beschikbaar op de website van de Netherlands School of Primary Care Research (CaRe) http://www.researchschoolcare.nl/ Mensen en hun werk 46 IVO Instituut voor onderzoek naar 48 Leefwijzen en Verslaving Dagboek van een promovendus 50 From Pub to PubMed: the scientific quest 53 for the perfect pint of Guinness De tand des tijds: Stellingen revisited 55 Afscheid Riekie de Vet 57 2 < vorige pagina

Ccarré jaargang 17 nr 58 september 2012 Redactioneel CaRré 58 Wisseling van de wacht Voor u ligt een nieuwe editie van CaRré. Sinds de vorige editie heeft er een aantal wisselingen binnen de redactie plaatsgevonden. Zo heeft Riekie de Vet het hoofdredacteurschap overgedragen aan Rik Crutzen en Liesbeth van Osch (beiden Caphri). Riekie was 17 jaar lang het boegbeeld van de CaRré redactie. In de rubriek Afscheid kijkt zij terug op deze periode en blikt ze vooruit. Daarnaast neemt Dorá Révész het redacteurschap binnen EMGO+ van Nicole Vogelzangs over. Riekie en Nicole, bedankt voor jullie enthousiasme en inzet tijdens de afgelopen jaren! Met het vernieuwde redactieteam blijven wij u op de hoogte houden van het reilen en zeilen binnen CaRe. Hierbij is jullie inbreng van harte welkom, dus blijf ons mailen met bijdragen en interessante, inspirerende ideeën! Dit kan via: care-secretariaat@maastrichtuniversity.nl Met de zomer achter de rug gaan wij er weer fris tegenaan. Of eigenlijk zijn wij in de zomermaanden al druk bezig geweest om deze mooie editie voor te bereiden. Zo laten we in dit nummer o.a. een flink aantal gepromoveerden aan het woord, is er in de pers weer veel aandacht geweest voor CaRe-onderzoek en fêteren we in de rubriek TOP heel wat onderzoekers die top-prestaties hebben geleverd. Ditmaal is er ook weer een bijdrage in de rubriek Suske en Wiskunde, waarin luchtigere wetenschappelijke onderwerpen de revue passeren. En natuurlijk staat ook de jaarlijkse CaRe dag weer voor de deur. Deze vindt op 5 oktober aanstaande plaats in Utrecht, met als thema International Collaboration in Primary Health Care Research. Verderop in dit nummer vindt u meer informatie over de CaRe dag en kunt u lezen over de successen en uitdagingen bij het ontwikkelen van nationale en internationale samenwerkingen. Kortom, een bomvolle nieuwe editie van CaRré! Ditmaal nog in oude stijl. Voor de volgende edities willen we graag weten wat u als lezers van het bulletin vindt; daarom willen we bij de verspreiding van het volgende nummer een korte enquête houden over wat u wilt lezen in CaRré; komen de huidige rubrieken overeen met uw interesses, is het bulletin te lang of te kort? Hiermee doen wij als redactie graag inspiratie op voor de volgende edities en willen we het bulletin, geheel in lijn met een belangrijk doel van CaRe-onderzoek, nog beter afstemmen op de wensen en behoeften van u als eindgebruiker. Misschien heeft u zelf ook weer nieuwe inspiratie voor uw werk opgedaan tijdens lome strandvakanties, fikse fietstochten, of gewoon in de zon op het terras, of misschien heeft de frisse Alpenlucht uw plannen weer nieuw leven ingeblazen. Nu is de tijd om alle zomerse ideeën en voornemens te realiseren. Op naar een mooi en productief najaar! Veel leesplezier! De redactie 3

CBinnen en buiten carré jaargang 17 nr 58 september 2012 Brief van de directeur Als wetenschappelijk directeur gebruik ik mijn pagina in de CaRré om de lezer te informeren over ontwikkelingen binnen CaRe. Daarnaast bericht ik in deze rubriek regelmatig over onderwerpen in het veld van de gezondheidszorg die relevant zijn voor CaRe. In deze brief komen beide thema s aan bod. Allereerst enkele ontwikkelingen binnen CaRe. De afgelopen periode heeft zich een aantal veranderingen voorgedaan in de personele sfeer. Het CaRe secretariaat wordt sinds 1 januari bemensd door Rachelle Capponi. De nieuwe POC voorzitter is Christel van Gool. Zij volgt Petra Verdonk op. Als eindredacteuren van de CaRré hebben Rik Crutzen en Liesbeth van Osch het stokje overgenomen van Riekie de Vet. Meer daarover elders in dit nummer. Ook in de deelnemende instituten hebben zich wijzigingen voorgedaan. Bij NCEBP is Bart Kiemeney de nieuwe directeur. Hij volgt Paul Smits op, die in Nijmegen decaan is geworden. Eco de Geus is na de benoeming van Hans Brug tot vicedecaan onderzoek recent aangetreden als directeur van EMGO+. Ik feliciteer een ieder met de nieuwe positie en kijk uit naar een vruchtbare samenwerking. Een andere ontwikkeling binnen CaRe betreft de voorbereiding van de hererkenningsaanvraag. Na de succesvolle beoordelingen van de vier participerende instituten in 2011 is nu de onderzoekschool aan de beurt. Begin dit jaar is in het directeurenoverleg en het bestuur afgesproken om de samenwerking in CaRe voort te zetten, gezien de meerwaarde van onderlinge afstemming van onderwijs voor promovendi en uitwisseling op het gebied van strategie en onderzoeksbeleid. De afgelopen periode is veel werk gestoken in het voorbereiden van de aanvraag. Vanuit de instituten zijn cijfers aangeleverd, onder andere over aantallen en doorlooptijd van promovendi. De aanvraag wordt de komende periode besproken in de gremia en gaat eind dit jaar naar de KNAW. Buiten CaRe is de gezondheidszorg in beweging. Er is sprake van politieke druk gezien de stijging van de uitgaven voor de zorg. Dat leidt soms tot draconische maatregelen, zoals het eigen risico in de GGZ. Intussen vinden daar, deels in reactie op de druk vanuit de politiek, nieuwe en veelbelovende ontwikkelingen plaats. Steeds meer partijen in de GGZ onderschrijven het primaat van ambulante behandeling en richten hun organisatie daarop in. In GGZ Noord-Holland Noord hanteert men de slogan: Beter worden doe je thuis. Opname wordt gezien als een (soms noodzakelijk) intermezzo en moet erop gericht zijn de voorwaarden te scheppen voor de mogelijkheid van terugkeer naar huis en hervatting van de thuisbehandeling. Dat vereist samenwerking tussen ambulante zorg en kliniek. Deze nieuwe ontwikkeling sluit uitstekend aan op de grondgedachte van CaRe, namelijk de noodzaak tot versterking van extramurale zorg en verbetering van continuïteit van zorg via afstemming tussen extra- en intramurale zorg. De GGZ treedt niet alleen naar buiten, maar op een bijzondere manier ook naar binnen, namelijk in het gevangeniswezen. In vijf gevangenissen zijn sinds enkele jaren PPC s (Penitentiair Psychiatrische Centra) aanwezig, waar gevangenen met een psychiatrische problematiek worden opgevangen en behandeld. In dergelijke centra wordt naast bewaking ook behandeling geboden. De afgelopen maanden ben ik bij enkele PPC s op bezoek geweest, onder andere voor het faciliteren van moreel beraad voor personeel. Het binnenkomen in een gevangenis is geen sine cure. Je tas moet door de scanner, en elk stuk elektronisch gereedschap wordt gedetecteerd. Ik wist niet dat ik zo veel snoertjes en batterijen bij me droeg. Eenmaal binnen is de ontvangst vriendelijk en ontspannen. Het personeel wil 4

graag laten zien hoe er gewerkt wordt en is trots op de resultaten. Gevangenen met psychiatrische problemen blijken goed vatbaar voor sociotherapie. Het gevangenisregime helpt mensen op het juiste spoor te krijgen. Als het mis gaat, en een patiënt gesepareerd moet worden, blijkt het gevangenisregime echter ook nadelen te hebben. Waar in de GGZ inmiddels gemeengoed is dat separatie geen strafmaatregel mag zijn, is het in de gevangenis gangbaar (en zelfs wettelijk geregeld) dat iemand gesepareerd wordt als hij zich niet aan de regels houdt. De inzet van moreel beraad beoogt dergelijke automatische reactiepatronen te doorbreken. De bewegingen in de geestelijke gezondheidszorg van binnen naar buiten en van buiten naar binnen passen in het gedachtengoed van CaRe en kunnen door CaRe onderzoek en CaRe interventies ondersteund worden. Dat bewijst eens te meer de maatschappelijke relevantie van CaRe. In combinatie met overtuigende resultaten op het gebied van promovendionderwijs en onderzoeksoutput zie ik de hererkenningsprocedure met vertrouwen tegemoet. Guy Widdershoven 5

Ccarré jaargang 17 nr 58 september 2012 5 oktober: Onderzoeksschooldag! door François Schellevis Op 5 oktober a.s. zal de jaarlijkse CaRe-onderzoeksschooldag plaatsvinden, deze keer georganiseerd door het NIVEL. Het thema van de dag is: International collaboration in Primary Health Care Research. De onderzoeksschool CaRe laat al zien dat we samenwerken in onderzoek binnen Nederland. Maar samenwerken met onderzoekers en onderzoeksgroepen uit andere landen, dat is een vak apart. In de eerste plaats is het vooral leuk en leerzaam, het staat goed op je CV en je gaat regelmatig op reis naar mooie en minder mooie plekken. Maar er zijn ook nogal wat uitdagingen, bijvoorbeeld het omgaan met mensen in een andere (onderzoeks-)cultuur, het vinden van een balans tussen kwaliteit en haalbaarheid van de uitvoering van het onderzoek in verschillende landen en je weg vinden in de bureaucratische regelgeving van subsidieverleners. Op de CaRe-onderzoeksschooldag vertellen onderzoekers uit de vier Care-instituten over hun internationale onderzoek. Er is ook een sessie waarin onderzoekers ervaringen uitwisselen over hun internationale samenwerking. Er zijn plenaire lezingen over subsidiemogelijkheden voor internationaal onderzoek en over grote Europese samenwerkingsprojecten met Nederlandse en buitenlandse sprekers. Daarnaast zijn er de vaste onderdelen: de uitreiking van de CaRe-award en je kunt zelf ook nog een prijs winnen bij de quiz. Kortom, genoeg redenen om op vrijdag 5 oktober naar Utrecht te komen voor de CaRe-onderzoeksschooldag. Datum Vrijdag 5 oktober 2012 Locatie In de Driehoek (op loopafstand van Utrecht Centraal) Willemsplantsoen 1c 3511 LA Utrecht (www.indedriehoek.nl) Start programma 9.30 uur Deelname Aan deelname zijn geen kosten verbonden, maar je moet je wel van tevoren opgeven: care-secretariaat@maastrichtuniversity.nl International collaboration in Primary Health Care Research 6

Ccarré jaargang 17 nr 58 september 2012 Internationale samenwerking in primary care research; een goed functionerende Noord- Zuidlijn door Mark Spigt 21-08-2012; Tromso 9 Celcius; Maastricht 27 Celcius; Madrid 39 Celcius; Addis Abeba 19 Celcius. In Maastricht hebben we een hittegolf, in Noorwegen heeft de vakgroep een netwerkbespreking op Spitsbergen, De Ronde van Spanje is hot in Spanje en Ethiopië rouwt om de dood van de premier en om het verlies van Kenenisa Bekele op de 10km van de Olympische Spelen. Ik ben erin gerold, de internationale samenwerking en redelijk laat in mijn carrière. Als promovendus heb ik eens een halfslachtige poging gedaan om ergens in Engeland onderdak te vinden. Mijn promotor had op een congres een hoogleraar gesproken en aangezien het voor een VENI cruciaal was/is om als promovendus een tijdje in het buitenland gezeten te hebben, toog ik naar Engeland (ik weet niet eens meer waar precies). Het was geen succes. De betreffende hoogleraar had geen tijd voor me. Ik heb twee dagen ontzettend mijn best gedaan om ideeën op te doen voor gezamenlijk onderzoek en na die twee dagen kon ik eindelijk een uurtje bij hem terecht. Hij vond mij en mijn ideeën maar niks. Wat ik me nog heel helder herinner is dat hij vroeg of ik via windows of syntaxen werkte. Destijds was dat windows en dat vond ie duidelijk maar niks. Mijn promotoren waren niet blij, ik had een kans laten liggen. Als ik nu naar mijn internationale profiel kijk is die Er wordt vaak gezegd dat internationaal samenwerken makkelijker is dan nationaal en dat is tot nu toe ook mijn ervaring best in orde. Zoals de titel en het inleidende stukje al deden vermoeden ben ik niet zo van oost en west. Het leeuwendeel van mijn onderzoek doe ik in Maastricht, een kleiner deel (0,2 fte) in Tromso (Noorwegen) en ik heb twee honoraire aanstellingen één in Spanje en één in Ethiopie. Zoals gezegd ben ik erin gerold; pas een aantal jaar na mijn promotie. Tromso wilde graag een vaste link met Maastricht en via een hoogleraar op onze vakgroep werd mij een 0,2 positie aangeboden. In Ethiopie heb ik een cursusweek wetenschappelijk onderzoek verzorgt en daaruit kwam, via een Nuffic Scholarship een promovendus, en daarna nog een paar, via die ene, en die werden aangesteld via een Spaanse beurs. Al met al, vind ik het fantastisch. Er wordt vaak gezegd dat internationaal samenwerken makkelijker is dan nationaal en dat is tot nu toe ook mijn ervaring. Waarschijnlijk doordat er niet op de achtergrond geconcurreerd wordt om dezelfde onderzoekspotten, is de samenwerking opener. Iedereen kan vrij zijn ideeën inbrengen en dan kijken we vervolgens waar we het geld vandaan kunnen halen. Maar daarnaast is het ook gewoon heel interessant om met mensen van verschillende nationaliteiten samen te werken; en ik ben om de een of andere reden dol op Afrikanen. Als je ziet hoe men de zaken organiseert op een andere universiteit geeft dat je ook een frisse blik op het reilen en zeilen op je eigen universiteit. Zo kreeg ik bijvoorbeeld een jaarver- 7

slag van de vakgroep huisartsgeneeskunde van Tromso University. Op de begroting stonden ongeveer 10 man op de loonlijst, er waren een aantal mooie projecten binnengehaald en er was wat geld over van vorig jaar, dus alles ging prima was de conclusie. Een verademing in vergelijking met de onmogelijke financiële stromen op onze eigen universiteit waar faculteit, school en vakgroep allemaal iets willen, maar weinig kunnen door gebrek aan geld. Iets wat ze in Ethiopië overigens ook hebben. Daar sterven kinderen bijvoorbeeld nog steeds massaal aan ondervoeding en TBC (opgelopen door een volwassene die na de diagnose gewoon weer naar huis gaat en zijn omgeving besmet). Pas over een aantal jaar zullen ze daar gaan leiden aan depressies en sterven aan diabetes en dat is wetenschappelijk gezien dan weer erg interessant. Het moge duidelijk zijn dat ik het iedereen aanraad om internationaal onderzoek te doen. Als je promotor dus een contact heeft, ga er dus vooral heen en kijk wat er van te maken is, maar wees niet verbaasd of ontmoedigd als het de eerste keer niet lukt. 8

Ccarré jaargang 17 nr 58 september 2012 Oude liefde roest niet: fusie afdelingen huisartsgeneeskunde en verpleeghuiskunde VUmc door Henriëtte van der Horst, hoogleraar huisartsgeneeskunde, hoofd afdeling huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde VUmc Cees Hertogh, hoogleraar ouderengeneeskunde en ethiek van de zorg, adjunct-hoofd afdeling huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde VUmc Vanaf 1 mei 2012 zijn de afdelingen huisartsgeneeskunde en verpleeghuisgeneeskunde van VUmc opgegaan in één afdeling: huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde (H&O). Daarmee wordt een oude band hersteld, want ruim 20 jaar geleden vormden huisartsgeneeskunde en verpleeghuisgeneeskunde samen met sociale geneeskunde één afdeling. De leerstoel verpleeghuisgeneeskunde die destijds bij de medische faculteit van de VU werd gevestigd en die Miel Ribbe met veel enthousiasme heeft vorm gegeven, is nu na 20 jaar herijkt en wordt voortgezet als leerstoel ouderengeneeskunde. In dit stuk bieden we de lezers van CaRré een kijkje in de keuken van de nieuwe afdeling en een blik op onze toekomstplannen. Kijkje in de keuken Onze afdeling is een van de grote extramurale afdelingen van VUmc en bestaat uit een aantal secties. Met zo n 230 medewerkers verzorgen we de opleiding tot huisarts, de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde, het studentenonderwijs in beide vakgebieden, wetenschappelijk onderzoek en nascholing. Via onze academische netwerken, het Academisch Netwerk Huisartsgeneeskunde en het Universitair Netwerk Ouderenzorg (inderdaad, we moeten nog wat afstemmingswerk verrichten) hebben wij een actieve relatie met vele zorgverleners buiten onze organisatie. Zij leveren een bijdrage aan onderwijs, opleiding en onderzoek en ze werken met ons samen aan zorginnovatie. Patiëntenzorg vindt plaats in onze Universitaire Huisartsenpraktijk en op de transferafdeling van VUmc. 9 Huisartsgeneeskunde en ouderengeneeskunde

delen een aantal kenmerken met elkaar zoals de generalistische en persoonsgerichte benadering, maar daarnaast zijn er ook duidelijk verschillen. De huisarts werkt vooral vraaggericht voor een populatie van jong tot (stok)oud, de specialist ouderengeneeskunde richt zich op een specifieke groep van oudere patiënten met multimorbiditeit en functionele beperkingen en werkt proactief vanuit een focus op de gevolgen van chronische ziekten. Als we de medische ouderenzorg toekomstbestendig willen maken moeten we, veel meer dan nu het geval is, samenwerken. Eén van de ambities van de nieuwe afdeling is dan ook om die samenwerking concreet handen en voeten te geven, in onderzoek, in de opleiding en in praktijkvoering. Wat kunnen we leren van elkaars werkwijzen en hoe kunnen we onze krachten bundelen in een wederzijds lonende samenwerking?. Blik op de toekomst Met de start van de nieuwe afdeling begint tevens een promotieonderzoek waarin de beantwoording van die vragen, onder meer door literatuurstudie en actieonderzoek, centraal staat. Maar we hebben uiteraard al veel onderzoek lopen, ondergebracht in drie huisartsgeneeskundige onderzoeklijnen: diabetes en overgewicht, soma en psyche en huisartsgeneeskundig ouderenonderzoek en in twee onderzoekslijnen vanuit de ouderengeneeskunde opgezet, psychogeriatrie en gerontopalliatieve zorg. De fusie van de twee afdelingen biedt een goede gelegenheid om koers en ambitie in het ouderenonderzoek van beide disciplinegroepen te verleggen. In het ouderenonderzoek willen we minder onderzoek naar zorgorganisatie en meer onderzoek gericht op die onderdelen van beide vakgebieden waar behoefte is aan meer wetenschappelijke onderbouwing. Die behoefte is evident bij de verwaarloosde groep ouderen die de kwetsbaarheid voorbij is. Belangrijke onderzoeksthema s zijn gerontopalliatieve zorg (de zorg in de laatste paar levensjaren) en het onderzoek naar de mogelijkheden van geriatrische revalidatie. De fusie van de twee afdelingen biedt een goede gelegenheid om koers en ambitie in het ouderenonderzoek van beide disciplinegroepen te verleggen In de nieuwe afdeling wordt al het ouderenonderzoek ondergebracht in één sectie zorg en geneeskunde voor ouderen die onder leiding zal staan van de hoogleraar ouderengeneeskunde. Dit ouderenonderzoek bestrijkt dan een breed palet van de geneeskunde voor ouderen, variërend van de zelfstandig wonende (kwetsbare) ouderen tot en met de (oudste) ouderen met een hoge graad van zorgafhankelijkheid. Bij de meeste UMC s, en ook bij VUmc, is in de afgelopen jaren een situatie ontstaan waarin de opleidingen tot huisarts en specialist ouderengeneeskunde min of meer gescheiden zijn geraakt van de rest van de afdeling, met name van de onderzoeksgroepen, maar ook van het studentenonderwijs. Een gevolg daarvan is dat opleiding en studentenonderwijs, maar ook opleiding en onderzoeksgroep tot voor kort onvoldoende van elkaars expertise gebruik maakten en dat de academische profilering van de opleiding achterbleef. Naast de landelijke initiatieven die in gang zijn gezet en die moeten leiden tot academisering van de opleiding, biedt de start van een nieuwe afdeling een goede gelegenheid om de reeds ingezette toenadering tussen opleiding en onderzoek tot gezamenlijk speerpunt van beleid te maken. Onder academisering van de opleiding verstaan we: het integreren van de opleiding in de academische afdeling en het bevorderen van de wisselwerking tussen onderwijs, opleiding, onderzoek en patiëntenzorg. We streven er naar om gefaseerd toe te werken naar een sterkere inzet van (arts)onderzoekers in opleiding en onderwijs, naar het realiseren van gecombineerde aanstellingen (bij opleiding én onderzoek) en naar het langs deze weg uitbreiden van de seniorstaf die onderzoek kan initiëren en begeleiden. De afdeling huisartsgeneeskunde van VUmc heeft in 2004 de eerste Universitaire Huisartsen Praktijk in Nederland opgericht. Die praktijk is inmiddels uitgegroeid tot een bloeiende praktijk waar zorg, 10

onderwijs, opleiding en onderzoek steeds meer hand in hand gaan. De afdeling verpleeghuisgeneeskunde had tot voor kort geen patiëntenzorg, maar dat gaat in de komende tijd veranderen door nauwe samenwerking met de transferafdeling van VUmc, een afdeling voor postacute zorg en transferzorg in het ziekenhuis. Daarnaast gaan we starten met gezamenlijke patiëntenbesprekingen in de UHP. Dit doen we niet alleen voor laagdrempelige onderlinge consultatie, maar ook om, via concrete casuïstiek, thema s voor samenwerking in onderzoek en zorg te ontwikkelen. In de eerste twee maanden van het bestaan van de nieuwe afdeling hebben we gemerkt dat oude liefde inderdaad niet roest. We hebben er zin in en we zijn er van overtuigd dat één en één echt meer is dan twee. Deze tekst is een bewerking van: Hertogh, C, Van der Horst, H. Samen sterker; huisartsgeneeskunde en ouderengeneeskunde. Tijdschrift voor ouderengeneeskunde 2012 (2), 67-68 11

Ccarré jaargang 17 nr 58 september 2012 Care onderzoekers in de landelijke pers NOS Nieuws en RTL Nieuws, 06/06/2012 Prof. dr. Marjolein Visser, hoogleraar gezond ouder worden (VU/EMGO+), uit haar zorgen over het hoge percentage ouderen met ondervoeding. Het NOS Nieuws en diverse landelijke nieuwsbladen berichtten hierover. Zeker tien procent van de thuiswonende 65-plussers en 35 procent van de ouderen die thuiszorg ontvangen, is ondervoed. Reden van ondervoeding kan zijn depressie, rouwverwerking of pijn bij het eten. Het betreft een kwetsbare groep ouderen met vaak één of meerdere chronische ziekten, cognitieve problemen en/of problemen met het zelfstandig boodschappen doen, koken of eten. Controleren of ouderen de door de thuiszorg aangeboden maaltijden ook daadwerkelijk opeten, zou kunnen helpen ondervoeding tegen te gaan. Daily Mail, 10/08/2012 & Algemeen Dagblad. 13/08/2012 Onderzoekers van de Universiteit van Maastricht merkten dat de migraine van een patiënt met blaasproblemen, die aangeraden werd om meer water te drinken, duidelijk minder werden. Naar aanleiding van deze bevinding besloten Dr. Mark Spigt en zijn team om verder onderzoek te doen naar de invloed van water op hoofdpijn. Patiënten konden hun hoofdpijn verzachten door het verminderen van stress, het verbeteren van de slaapgewoonten en het vermijden van cafeïne. Daarnaast kreeg de helft van de proefpersonen de opdracht om gedurende drie maanden anderhalve liter extra water te drinken. Uit de resultaten van deze studie bleek dat degene die extra water dronken zich duidelijk beter voelden dan de andere proefpersonen. 12

Telegraaf, 19/06/2012 Floor Neelemaat (EMGO+) onderzocht 210 oudere ondervoede patiënten die gemiddeld 75 jaar waren. Wanneer deze ondervoede ouderen dagelijks energie- en eiwitrijke drinkvoeding kregen en vitamine D slikten, neemt het aantal valincidenten af. Ook kunnen ze met deze voedingstherapie beter zelfstandig de trap op- en aflopen en zichzelf aankleden. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Floor Neelemaat. NU.nl, 04/06/2012 Ruim een kwart minder mensen heeft in het eerste kwartaal van dit jaar een diëtist bezocht in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Dit komt doordat de diëtist nog maar beperkt vanuit de basisverzekering wordt vergoed. Dat blijkt uit onderzoek van het NIVEL in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Diëtisten. Het lijkt erop dat de mensen die wegblijven geen aanvullende verzekering hebben waarin dieetadvisering is opgenomen. Of ze zijn niet bereid of in staat voor diëtistische zorg te betalen. Hierdoor bestaat de kans dat zij hun voeding en leefstijl niet aanpassen en op den duur complexere gezondheidsproblemen krijgen., aldus Cindy Veenhof. Gezondheidskrant.nl, 25/07/2012 Tweederde van de kinderen met ernstige obesitas heeft één of meer risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zelfs jonge kinderen tussen de twee en twaalf jaar. Zo blijkt uit een studie van Sociale Geneeskunde van VUmc onder leiding van Prof. dr. Remy HiraSing. Het hoge percentage dikke kinderen met risicofactoren voor hart- en vaatziekten onderstreept het belang van preventie van overgewicht en het toepassen van richtlijnen voor zo vroeg mogelijk begeleiden en behandelen van kinderen met overgewicht. 13

Het Parool, 04/04/2012 Het gebruik van foliumzuur voor en tijdens de zwangerschap verkleint de kans dat de baby een open ruggetje krijgt. In een grootschalig onderzoek FoliumzuurExtra zal Fenneke Blom (EMGO+), in samenwerking met het Universitair Medisch Centrum Groningen, in de komende jaren onderzoeken of foliumzuur ook gebruikt kan worden tegen andere aandoeningen zoals een hartafwijkingen of vroeggeboorte. De onderzoekers hopen de komende twee jaar ongeveer 5000 vrouwen te kunnen volgen. De eerste resultaten worden over ongeveer 3 jaar verwacht. Zie voor meer informatie www.foliumzuurextra.nl. TV-uitzending Labyrint 18/01/2012 & Radio-uitzending Labyrint 15/01/2012 Een neppil of leugentje om bestwil. Zo staan placebo s bekend. Niet ethisch verantwoord. Toch zouden artsen gebruik moeten maken van de achterliggende werking van het placebo-effect. In deze uitzendingen van Labyrint wordt het bewezen helende effect van hoopvolle verwachtingen besproken. Zo vertelt NIVEL-onderzoeker Jozien Bensing over haar onderzoek. Bensing onderzoekt de communicatie tussen artsen met hun patiënten. Vooral verwachtingen en emoties blijken een belangrijke rol te spelen bij het optreden van het placebo-effect. En zij wil dit effect zo goed mogelijk uitbuiten bij een medische behandeling. Hoe zorg je dat het placebo-effect zo groot mogelijk wordt? 14 Reformatorisch Dagblad, 09/06/2012 In dit artikel, geschreven door onder anderen Jan Hamers, hoogleraar ouderenzorg aan de Universiteit Maastricht, reageert zorgondernemer Annemieke Bambach op het RVZ-rapport Redzaam ouder. Dit schetst een pessimistisch beeld van de staat van de ouderenzorg in Nederland. Ze is bedenker van onder meer de formule De Herbergier, een kleinschalig thuis voor circa zestien ouderen met geheugenproblemen als gevolg van bijvoorbeeld Alzheimer. Wat met de Herbergier gedaan wordt, zit tussen instellingszorg

en thuiszorg in. Bambach herkent de conclusie van de raad dat verpleeg- en verzorgingshuizen onvoldoende maatwerk kunnen bieden wel, maar de vraag is wie je dat moet verwijten. Trouw, 15/08/2012 De MOod Treatment with Antidepressants or Running (MOTAR) studie kijkt naar de invloed van antidepressiva en runningtherapie op de psychische en lichamelijke gezondheid. Er zullen 240 mensen met depressieve en/of angststoornissen worden onderzocht door het onderzoeksteam van VU Medisch Centrum / GGZ ingeest Amsterdam. Onder leiding van Prof. dr. Brenda Penninx zullen de onderzoekers bekijken op welke manier deze twee behandelingen werken en of bepaalde biologische processen hiervoor een verklaring kunnen geven. Voor meer informatie zie www. motar.nl. De Limburger, 14/02/2012 Vanaf volgend jaar zou het voor ziekenhuizen mogelijk moeten worden om kapitaal aan te trekken van private investeerders zoals pensioenfondsen in plaats van alleen te lenen bij banken. Dit voorstel Minister Schippers verkleint de afhankelijkheid en vergroot de flexibiliteit voor ziekenhuizen. De private investeerders (nieuwe eigenaren) zullen kritisch kijken naar de bedrijfsvoering en waar mogelijk verspilling van geld tegengaan, waardoor ziekenhuizen efficiënter zullen gaan werken. 15 Het voorstel van minister Schippers kan bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van ziekenhuizen, maar brengt volgens Henriette Maassen van den Brink en Wim Groot van de Universiteit Maastricht ook risico s met zich mee. De vraag is daarom: willen we deze risico s wel accepteren?

Trouw, 06/07/2012 De Nederlandse Bridgebond organiseert al vijf jaar Denken en Doen, bridgecursussen speciaal voor ouderen. Volgens het Nederlands Instituut voor de Gezondheidszorg (NIVEL) voelen ouderen zich door het bridgen op de lange termijn minder eenzaam. Bij aanvang van de cursus gaf 37 procent van de ouderen aan zich eenzaam te voelen, zegt onderzoekster Chantal Leemrijse. Na een jaar was dit nog maar 21 procent. Andere activiteiten kunnen overigens voor hetzelfde effect zorgen. Het gaat erom dat je geregeld samen iets doet. Maar het voordeel van bridge is dat er geen fysieke beperkingen zijn. Volkskrant, 02/05/2012 In dit artikel houden drie deskundigen, waaronder Jan Hamers, hoogleraar ouderenzorg aan de Universiteit Maastricht, een pleidooi om familie en vrienden een rol te geven in de zorg. Het roer moet om, vinden ze. We kunnen blijven roepen hoe slecht de zorg is, maar hoe reëel zijn onze eisen? Het wordt steeds lastiger om genoeg zorgpersoneel te vinden dat kan voldoen aan de hoge eisen die de maatschappij stelt aan ouderenzorg, De verpleeghuizen alleen kunnen de hoge verwachtingen niet waarmaken en dat moeten we beseffen. De burgers moeten hun eigen verantwoordelijkheid nemen. 16 NRC Next, 11/06/2012 Het blijkt dat landen met een actief donorsysteem niet over veel meer donoren beschikken dan landen met een ander systeem, schrijft het CDA. Gebaseerd op verschillende onderzoeken, van NIVEL-onderzoeker Remco Coppen en van Hans Maarse en Tifanny Istamto, concludeert deze rubriek dat deze stelling grotendeels onwaar is. Een algemene conclusie uit deze onderzoek is dat er te veel factoren meespelen om met absolute zekerheid te kunnen stellen dat een ander registratiesysteem meer donoren oplevert al is

carré jaargang 17 nr 58 september 2012 het volgens de meeste onderzoeken wel waarschijnlijk. Daarom beoordeelt next.checkt de bewering van het CDA al met al als grotendeels onwaar. Nu.nl, 30/05/2012 Het aantal acute hartstilstanden in Zuid-Limburg is de laatste jaren gedaald. Dat concludeert Diana de Korte van Onderzoeksschool CAPHRI van de Universiteit Maastricht na onderzoek. De invoering van de rookvrije werkplek, in 2004, heeft volgens de onderzoekers een grote rol gespeeld in de daling. Het rookverbod in de horeca, dat sinds 2008 van kracht is, juist weer niet. Dat de invoering van het rookverbod in de horeca in 2008 niet leidde tot verdere afname, kan volgens de onderzoekers mogelijk worden verklaard doordat de grootste daling al in 2004 was behaald en de chaotische manier van de invoering van het verbod. Zembla, 11/10/2011 Door het stoppen met Postbus-51 campagnes tegen roken en het niet langer vergoeden van ondersteunende medicijnen bij stoppen met roken, zullen er zeshonderd mensen extra overlijden aan de gevolgen van roken. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit van Maastricht en Stivoro naar de gevolgen van het beleid van minister Edith Schippers van Volksgezondheid. De resultaten van deze SimSmoke-studie worden gemeld in de ZEMBLA -aflevering Minister van Tabak. In deze aflevering komt onder anderen Onno van Schayck (Caphri) aan het woord. 17 Metro, 31/08/2012 Mensen die zijn behandeld voor kanker gaan ook jaren later nog vaker naar de huisarts dan de doorsnee bevolking. Ze melden zich vooral met alledaagse klachten als buikpijn, rugpijn, vermoeidheid en infecties, zo blijkt uit onderzoek van het NIVEL. Een opvallende uitkomst, stelt programmaleider Joke Korevaar. We hadden juist verwacht dat ze vaker aan de bel zouden trekken vanwege psychosociale problemen of de angst voor de terugkeer van kanker. Huisartsen rapporteren vooralsnog relatief weinig over dieperliggende

oorzaken die aan de bezoeken ten grondslag kunnen liggen. Het NIVEL hoopt begin volgend jaar meer duidelijkheid te krijgen. Vragenlijsten aan een panel van voormalig kankerpatiënten zijn daarbij belangrijk. Trouw, 08/06/2012 In dit artikel met een persoonlijk verhaal van een voormalig wijkzuster, geeft Dinny de Bakker (hoogleraar en onderzoeker bij het NIVEL) zijn mening. De fusie tussen kruiswerk en thuiszorg moest de zorg goedkoper maken, maar pakte alleen maar duurder uit. De Bakker is positief over de nieuwe plannen met betrekking tot de wijkverpleging. Als we willen zorgen dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen, en niet onnodig lang in het ziekenhuis moeten blijven, dan lijkt me de nieuwe aanpak met wijkverpleegkundigen onontkoombaar. 18

Ccarré jaargang 17 nr 58 september 2012 Aandacht voor Maastrichts tabaksonderzoek in BMJ en Lancet door Marc Willemsen Regelmatig haalt CAPHRI de landelijke en internationale pers met onderzoek. Onderzoek op het gebied van tabakspreventie is een regelmatig terugkerend thema. Tabak is sterk gepolariseerd (tabaksindustrie tegenover gezondheidsexperts) en gepolitiseerd (linkse partijen willen meer regelgeving terwijl rechtse partijen meer te neiging hebben economische belangen zwaarder te laten wegen). Het is daarom des te belangrijker dat beleidskeuzes gefundeerd zijn op gedegen wetenschappelijke kennis. CAPHRI participeert sinds 2008, met Zon-Mw subsidie, in het International Tobacco Policy (ITC) Evaluation Project, waarin internationale experts op het gebied van tabakevaluatie samenwerken. De eerste promovendus op dit project, Gera Nagelhout, verdedigt haar proefschrift op 10 oktober. Dit onderzoek heeft al veel nieuwe kennis opgeleverd om het tabaksbeleid in Nederland te adviseren. Eén van de bevindingen was dat Nederlandse rokers het minst bezorgd zijn over de gezondheidsschade door mee-roken in vergelijking met 12 andere ITC landen waar dit onderzocht is. Ook hadden Nederlandse rokers een zeer milde opinie over het roken, althans veel minder negatief dan in alle andere landen. Ook heeft het ITC onderzoek laten zien dat het Nederlandse rookverbod voor de horeca slecht is geïmplementeerd hetgeen bijdroeg aan het grote aantal overtredingen van het rookverbod. De bevinding uit ons ITC onderzoek over het lage percentage Nederlandse rokers dat zich zorgen maakt over de gevolgen van het meeroken, was voor het British Medical Journal (BMJ) aanleiding om op 4 april 2011 Can the Dutch Government really be abandoning smokers to their fate? een artikel te schrijven met als titel Dutch smokers are alarmingly ignorant of harms of passive smoking. Hetzelfde feit werd ook aangehaald in een ingezonden brief op 9 december in The Lancet. De intrigerende titel was Can the Dutch Government really be abandoning smokers to their fate? De brief was ondertekend door een internationale groep wetenschappers, waaronder ondergetekende. De directeuren van Hartstichting, KWF Kankerbestrijding en het Astmafonds waren tevens co-auteur. De Universiteit Maastricht liet een persbericht uitgaan over de brief. De aanleiding voor de brief in de Lancet was het besluit van Minister Schippers om de vergoeding van stoppen met roken weer uit het basispakket te halen en de subsidierelatie met expertisecentrum STIVORO, afgedankt na ruim 35 jaar trouwe dienst, te beëindigen. Ook maakte de groep zich zorgen over het officieel weer gedogen van het roken in kleine kroegen, de algehele bezuiniging op tabakspreventie, en een 90 graden beleidsdraai om tabak niet langer als afzonderlijk beleidsonderwerp te behandelen, maar volledig te integreren met onderwerpen als bewegen, alcohol en drugs. Een aantal taken van STIVORO zouden ondergebracht worden bij het Trimbos-Instituut. De experts vreesden dat deze versnippering ten koste zou gaan van de slagvaardigheid van tabaksontmoediging in Nederland. Enkele dagen na het verschijnen van de brief werd deze ingebracht in een rondetafel gesprek in de 2e Kamer. Verschillende Kamerleden stelden kritische vragen aan minister Schippers over het tabaksbeleid. 19

Ccarré jaargang 17 nr 58 september 2012 Alpe d HuZes 2012: Recordbedrag van 28,5 miljoen voor onderzoek naar kanker Door Hans Brug Alpe d HuZes is een actie waarbij deelnemers, alleen of in een team, tot zes keer op een dag de Alpe D Huez beklimmen - meestal per fiets, maar het kan ook te voet of per rolstoel. Dit doen de deelnemers niet primair voor de lol, de kick of de prestatie, maar om geld bijeen te brengen tegen kanker en voor onderzoek naar kanker. Bij de eerste keer, op 6-6-2006, deden een paar handenvol deelnemers mee, maar in een paar jaar is Alpe d HuZes uitgegroeid tot een groots evenement, met duizenden deelnemers. Alp d HuZes heeft intussen meer dan 70 miljoen Euro letterlijk bij elkaar gefietst, en dit hele bedrag wordt aan onderzoek naar kanker besteed; er is namelijk geen overhead of organisatiekosten. De hele operatie gebeurt door vrijwilligers. Het geld wordt via het KWF en middels speciaal met Alpe d HuZes geld ontwikkelde KWF onderzoeksubsidieprogramma s besteed. Ik heb u waarschijnlijk nog niets nieuw verteld hierboven, want Alpe d HuZes is intussen wereldberoemd, zeker in heel Nederland. Wat wellicht wel nieuws is voor een deel van de lezers van CaRré is dat bij het EMGO Instituut voor Onderzoek naar Gezondheid & Zorg -en dus bij de onderzoekschool CaRe- intussen een berg onderzoek plaatsvindt dat wordt gefinancierd uit de Alpe d HuZes gelden. Het allereerste onderzoeksprogramma dat met Alpe D Huzes gelden werd gefinancierd is het A-CaRe programma. A-CaRe staat voor Alpe d HuZes Cancer Rehabilitation program (en heeft dus helaas niets met de naam van de onderzoekschool te maken). Dit programma wordt door EMGO+ gecoördineerd (door mijzelf in Uit Alpe d HuZes gelden worden ook twee leerstoelen bij de VU/EMGO+ gefinancierd nauwe samenwerking met Dr. Mai Chin A Paw en Dr. Laurien Buffart), en bestaat uit vier clinical trials naar het effect van beweeg- en trainingsprogramma s op het tegengaan van vermoeidheid en het bevorderen van kwaliteit van leven van kanker patiënten. Het onderzoek richt zich op trainen tijdens of na behandeling, en op verschillende groepen van patiënten met kanker. In A-CaRe wordt samengewerkt met het o.a. AMC, NKI, het UMCU, ErasmusMC, en het Maxima Medisch Centrum en omringende perifere ziekenhuizen. Uit Alpe d HuZes gelden worden ook twee leerstoelen bij de VU/EMGO+ gefinancierd, een leerstoel Leven met Kanker (Prof. Dr. Irma Verdonck) en een leerstoel Voeding bij Kanker (Prof. Dr. Ellen Kampman). Voor beide thema s zijn met en bij het KWF onderzoeksubsidieprogramma s gestart. Met Alpe d HuZes gelden zijn hiermee dus drie onderzoeksprogramma s gestart -naar kankerrevalidatie, leven met kanker, en voeding bij kanker-; thema s waar onderzoek heel erg nodig is maar die nog onvoldoende aandacht kregen. Sinds twee jaar heeft Alpe d HuZes ook een programma voor persoonsgebonden beurzen voor onderzoekstalent bij het KWF mogelijk gemaakt, de zogenaamde Bas Mulder Award (vernoemd naar een van de deelnemers van het eerste uur die helaas in 2010 is overleden). Deze award kunt u vergelijken met een NWO vernieuwingsimpulssubsidie, en dan iets tussen een Veni en Vidi in. In het eerste Bas Mulder jaar wist Dr. Laurien Buffart bij ons een award in de wacht te slepen. Zij is hiermee het POLARIS (Predicting OptimaL cancer RehabIlitation and Supportive care) project gestart. In dit project bouwt zij aan een internationaal consortium en een internati- 20