MECHANISCHE TECHNIEKEN

Vergelijkbare documenten
METAAL TWEEDE GRAAD BSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. September 2003 LICAP BRUSSEL D/2003/0279/063

MECHANISCHE VORMGEVINGSTECHNIEKEN DERDE GRAAD TSO

LASSEN - CONSTRUCTIE DERDE GRAAD BSO

Projectmatige aanpak volgens een concentrisch vormingsconcept - visie

AUTOTECHNIEKEN DERDE GRAAD TSO

AUTO DERDE GRAAD BSO

Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

VLIEGTUIGTECHNIEKEN DERDE GRAAD TSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. September 2008 VVKSO BRUSSEL D/2008/7841/028

1 ste graad Industriële wetenschappen en Mechanica - elektriciteit

DON BOSCO. INPROFIEL 2 de graad BSO TECHNISCH INSTITUUT

STUDIEGEBIED Koeling en warmte

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE. Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek.

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED BOUW. Secundair volwassenenonderwijs Modulaire opleiding Dakdichter BO BW 026

ZEKER WERK STERK AFDELING MECHANICA MECHANISCHE (VORMGEVINGS-) TECHNIEKEN TECHNISCH TWEEDE EN DERDE GRAAD

studieaanbod studiegebieden aansluitend bij de interesses en talenten van de jongeren

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het

Standpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015)

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep muzikale opvoeding

MODERNISERING SO NAAR EEN OBSERVERENDE EN ORIËNTERENDE EERSTE GRAAD

BSO TWEEDE GRAAD. vak 2000/095 TV AUTOTECHNIEKEN / CARROSSERIE. (vervangt 97323) 1 u/w. IT-o

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep mode

DOCUMENT. Toelichting bij de lessentabellen. Inhoud. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

WETENSCHAPPELIJK TEKENEN

Leerlingen op de werf (opleiding ruwbouw derde graad)

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS MULTIMEDIATECHNIEKEN. Derde graad TSO Eerste en tweede leerjaar

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het te Aalter

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

KIEZEN VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS info ouders basisonderwijs 1, 2 en 3 april 2019

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep economie en handelsvakken

TECHNISCHE ACTIVITEITEN

Gezien het bovenstaande zijn kunstvakken direct of indirect betrokken bij het nastreven van vakoverschrijdende

Eindtermen Techniek De leerlingen onderzoeken waarneembare eigenschappen van courante materialen en grondstoffen i.f.v. een technisch proces.

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED BOUW

INPROFIEL. 2 de graad TSO

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het V.T.I. te Deinze

STRUCTUUR PROJECTVOORBEREIDING

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

BSO TWEEDE GRAAD. vak TV ELEKTRICITEIT 2000/057. (vervangt 98036) 1 u/week. IT-e

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

2 d INPROFIEL graad TSO

WERKTUIGMACHINES DERDE GRAAD BSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

Mogelijkheden voor het keuzegedeelte in de eerste graad

VOET EN WISKUNDE. 1 Inleiding: Wiskundevorming

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep aardrijkskunde

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het Don Bosco-Instituut ASO/TSO/BSO te Dilbeek

STUDIEGEBIED HANDEL (bso)

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso)

VERNIEUWD STUDIEAANBOD VAN HET 1 STE LEERJAAR A

Sint-Jan Berchmanscollege

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs. Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

INFO VAN 1 NAAR 2. Middenschool Don Bosco

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep personenzorg (component huishoudkunde)

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Pagina 1 van 5 EVALUEREN. 1 Procesevaluatie versus productevaluatie

Evaluatiefiche stage 2 de jaar afstudeerrichting orthopedische technologie

VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL

Modernisering SO eerste graad. Dinsdag 12 maart 2019

ZEKER WERK STERK AFDELING ELEKTRICITEIT ELEKTRICITEIT ELEKTRONICA TECHNISCH TWEEDE EN DERDE GRAAD

Elektromechanische technieken - Duaal

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED BOUW

TWEEWIELERS EN LICHTE VERBRANDINGSMOTOREN

TSO 2 DE GRAAD - 1 STE EN 2 DE LEERJAAR ELEKTROMECHANICA

INSPECTIEVERSLAG OVER DE OPVOLGINGSDOORLICHTING

Starten in het Secundair onderwijs. 6 de leerjaar

Welkom in het Gemeentelijk Technisch Instituut Londerzeel, kortweg het GTIL.

STUDIEGEBIED Koeling en warmte

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Moderne Vreemde Talen

Enquête noden van de scholen. Eerste verwerking

Basisinformatie maatschappelijke opdracht

PROJECT/SEMINARIES. (Complementair vak) LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

Sint-Jan Berchmanscollege

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van KTA Niel

Sint-Jan Berchmanscollege

Organisatiehulp. 26 januari Leerplantoelichting 3de graad OH 1

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Nieuwe leerplannen en/of lessentabellen met ingang op 1 september 2017

Studieaanbod SGKSO Vlaamse Ardennen *

Van één naar twee. Welkom in Don Bosco. spel groei hoop geloof vreugde vertrouwen verbondenheid

ZEKER WERK STERK AFDELING MECHANICA LASSEN-CONSTRUCTIE TECHNISCH SPECIALISATIE FOTOLASSEN DERDE GRAAD

Vrije Technische Scholen van Turnhout. Welkom

CENTRALE VERWARMING EN SANITAIRE INSTALLATIES

EEN KIJK OP DE BASISOPTIES IN DE EERSTE GRAAD VAN HET SECUNDAIR ONDERWIJS

Elektrotechnieken. Technisch. Elektrische installatietechnieken Mechanische technieken

Hoofdstuk I: Eindtermen de basics

VTI School voor wetenschap en techniek

KUNSTSTOFVERWERKING DERDE GRAAD BSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. september 2005 LICAP BRUSSEL D/2005/0279/022

Elektrotechnieken. Mechanische technieken. Technieken. Elektrische installatietechnieken Grafische media. Printmedia Multimedia

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED MECHANICA-ELEKTRICITEIT

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Transcriptie:

MECHANISCHE TECHNIEKEN TWEEDE GRAAD TSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS September 2003 LICAP BRUSSEL

MECHANISCHE TECHNIEKEN TWEEDE GRAAD TSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS LICAP BRUSSEL September 2003 (vervangt D/1991/0279/007) Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

Inhoud 1 Lessentabel 2 e graad TSO...7 2 Nieuwe impulsen...8 3 Studierichtingprofiel en samenhang...9 3.1 Logische curriculum...9 3.2 Instroom...10 3.3 Profilering van de studierichting TSO...11 3.4 Studierichtingprofiel...12 3.5 Vormingscompetenties...12 3.6 Uitstroom...14 4 Algemene pedagogisch-didactische wenken...15 4.1 Inleiding...15 4.2 Projectmatig werken volgens een concentrisch vormingsconcept...15 4.3 Aandachtspunten...20 5 Evaluatie...22 5.1 Wat en waarom evalueren?...22 5.2 Wanneer evalueren?...22 5.3 Hoe evalueren?...22 5.4 Hoe rapporteren?...23 6 Leerplandoelstellingen, leerinhouden, pedagogisch-didactische wenken...23 6.1 Inleiding...23 6.2 Omschrijving van het studieobject...23 6.3 Clustering van leerplandoelstellingen en leerinhouden...24 6.4 Complementair gedeelte...25 6.5 Van leerplan tot jaarplan...25 7 Leerplandoelstellingen, leerinhouden en pedagogisch-didactische wenken gemeenschappelijk voor alle vormingsclusters...26 7.1 De eigenheid van diverse beroepen van de metaalverwerkende sector en de taak van de leden van het metaalbewerkingteam kennen...26 7.2 De eigen werkplek inrichten, de gezamenlijk te verrichten werkzaamheden in overleg opstellen en deze situeren in het geheel van de planning en de organisatie...27 7.3 Constructies en constructie-onderdelen herkennen, deze in tekening brengen en hun functie en relatie t.o.v. elkaar bepalen...28 7.4 De uitwendige krachten die op eenvoudige constructies, onderdelen inwerken en de factoren die het bewegingsmechanisme kenmerken herkennen en hun grootte bepalen...30 7.5 De kenmerken van gereedschappen, hulpmiddelen en machines herkennen en een geschikte keuze maken...33 7.6 De kenmerkende eigenschappen en onderdelen van een elektrische stroomkring herkennen en de elektrische grootheden wiskundig uitdrukken...33 7.7 De factoren die invloed hebben op de materiaalbewerking herkennen...35 7.8 Constructies en onderdelen bouwen...36 2de graad TSO 3

7.9 Voor een bepaalde werksituatie, de voorschriften die gelden voor collectieve veiligheidsvoorzieningen, persoonlijke beschermingsmiddelen, gezondheid, hygiëne, milieu en ergonomie opzoeken...37 7.10 De materiaalhoeveelheid en de productiekostprijs berekenen...38 7.11 De constructies en -onderdelen en het eigen werk evalueren...38 8 Van constructieonderdelen die gemaakt kunnen worden door het bewerken van plaat- en profielmateriaal en met behulp van lassen en solderen samengebouwd, de kenmerken en de vormgevingstechnieken bepalen...39 8.1 Eenvoudige constructies en onderdelen gemaakt uit plaat- en profielmateriaal herkennen, hun functie verklaren en hun kenmerken bepalen...39 8.2 Een geschikte plaatbewerkingtechniek bepalen...40 8.3 Rekening houdende met de kenmerken van de uit plaat- en profielmateriaal te vervaardigen constructies en -onderdelen een geschikt las- en soldeerprocédé bepalen...40 8.4 Eenvoudige constructie(s) en onderdelen die kunnen worden gemaakt door het bewerken van plaat- en profielmateriaal, lassen en solderen met behulp van zelfgemaakte uitvoeringstekeningen maken...42 9 Van constructieonderdelen die gemaakt kunnen worden door middel van verspanende vormgevingstechnieken, de kenmerken en de vormgevingstechnieken bepalen...43 9.1 Eenvoudige constructie(s) en onderdelen gemaakt door middel van verspanende vormgevingstechnieken herkennen, hun functie verklaren en hun kenmerken bepalen...43 9.2 Een geschikte verspaningtechniek bepalen...44 9.3 Een geschikte verspaningmachine bepalen, deze instellen en onderhouden...45 9.4 Eenvoudige constructieonderdelen die kunnen worden gemaakt door middel van verspanende vormgevingstechnieken met behulp van zelfgemaakte uitvoeringstekeningen maken...45 10 Van constructieonderdelen, gemonteerd/ geïnstalleerd in een constructie, de kenmerken, de montage-/ installatie- en demontagetechnieken bepalen...47 10.1 In een eenvoudige constructie of installaties de diverse mechanische onderdelen herkennen, hun functie verklaren en in functie van de uitvoering hun kenmerken bepalen...47 10.2 In een eenvoudige constructie of installatie de diverse onderdelen van de energiekringen herkennen, hun functie verklaren en in functie van de uitvoering hun kenmerken bepalen..48 10.3 Met geschikt gereedschap mechanische montage/installatie en demontagewerkzaamheden uitvoeren...49 10.4 Met geschikt gereedschap eenvoudige elektrische installaties bouwen en demonteren...51 11 Minimale materiële vereisten...52 11.1 Infrastructuur...52 11.2 Algemene uitrusting...52 11.3 Kledij en individuele beschermingsmiddelen...53 11.4 Pneumatica/hydraulica...53 11.5 Het bewerken van plaat- en profielmateriaal en het verspanend vormgeven...54 11.6 Afteken- en meetgereedschappen in de werkplaats...55 11.7 Elektrische uitrusting...57 4 2de graad TSO

12 Bibliografie...58 13 Nuttige adressen...59 2de graad TSO 5

1 Lessentabel 2 e graad TSO Pedagogische uren/week Administratieve vakbenaming vakbenaming Basisvorming en fundamenteel gedeelte Totaal 30 30 Godsdienst 2 2 AV Godsdienst Aardrijkskunde 1 1 AV Aardrijkskunde Frans 2 2 AV Frans Geschiedenis 1 1 AV Geschiedenis Informatica 1 1 AV Informatica Lichamelijke opvoeding 2 2 AV Lichamelijke opvoeding Nederlands 4 4 AV Nederlands Toegepaste fysica 1 1 TV Toegepaste fysica Wiskunde 3 3 AV Wiskunde Realisaties 13 13 7 7 PV Praktijk mechanische constructies Elektromechanica/ Mechanica 6 6 TV Elektromechanica/ Mechanica Complementair gedeelte Maximum 6 6 Realisaties niet verspanend 1 1 PV Praktijk Elektromechanica/ Mechanica Realisaties niet verspanend 1 1 TV Elektromechanica/ Mechanica Realisaties verspanend 1 1 PV Praktijk Elektromechanica/ Mechanica Realisaties verspanend 1 1 TV Elektromechanica/ Mechanica Realisaties energiekringen 1 1 PV Praktijk Elektromechanica/ Mechanica Realisaties energiekringen 1 1 TV Elektromechanica/ Mechanica 2de graad TSO 7

2 Nieuwe impulsen Volgende impulsen liggen aan de basis van het vernieuwen van het leerplan: de ter beschikking gestelde beroepsprofielen (SERV) en daaruit afgeleide beroepsopleidingprofielen (Vlor); vernieuwde pedagogisch didactische inzichten op het vlak van geï ntegreerd werken, het bewaken van de diverse leerlijnen en de concrete realisatie hiervan via projecten; de nood om de snel evoluerende technologieën te kunnen implementeren; de vraag van zowel de onderwijsverstrekkers als van de werkgevers en werknemers om het onderwijsaanbod en het opleidingsaanbod zo transparant mogelijk te maken; de vraag van het VEV naar een zo breed mogelijke polyvalente vorming, zeker in de tweede graad; verder bouwen op de vernieuwde visie van de leerplannen van de basisopties; de nood aan een duidelijker profilering van de studierichting TSO ten opzichte van de studierichtingen Elektromechanica TSO en Metaal BSO binnen de structuur 1999; nieuwe pedagogisch-didactische inzichten onder meer op het vlak van geï ntegreerd projectmatig werken; de mogelijkheden om vakoverschrijdende eindtermen te integreren; de stijgende aandacht voor veiligheid, gezondheid, hygiëne, milieu en ergonomie; de gewijzigde leerinhouden en leerplandoelstellingen van het TV Toegepaste fysica ; verdere integratie en implementatie van ICT-vaardigheden en attitudes. 8 2de graad TSO

3 Studierichtingprofiel en samenhang 3.1 Logische curriculum Eerste graad Tweede graad TSO Derde graad TSO Derde graad TSO Studiegebied 2de leerjaar 1ste en 2de leerjaar 1ste en 2de leerjaar 3de leerjaar 3de graad Autotechnieken Toegepaste autotechnieken Auto Orthopedische technieken Orthopedische instrumenten Orthopedische technieken Mechanica- elektriciteit Mechanische technieken Koel- en wamrtetechnieken Kunststoftechnieken Industriële koeltechnieken Industriële warmtetechnieken Kunststofvormgevingstechnieken Koeling en warmte Computergestuurde Mechanische vormgevingstechnieken mechanische productietechnieken Mechanica constructie- en planningstechnieken Industriële wetenschappen Elektromechanica Elektromechanica Vliegtuigtechnieken Industriele onderhoudstechnieken Regeltechnieken Mechanica-elektricteit Elektriciteit-elektronica Elektriciteit-elektronica Industriële Industriële ICT computertechnieken Mechanica- elektriciteit Elektrotechnieken Elektronische installatietechnieken Aodio- video- en teletechnieken Elektrische installatietechnieken Stuur- en bewakingstechnieken Industriële wetenschappen Industriële wetenschappen Industriële wetenschappen 2de graad TSO 9

De plaats van de 2 de graad TSO wordt in bovenstaand curriculumschema 1 aangegeven. Dit schema stelt in de eerste graad de basisopties voor waarop de 2 de graad TSO het best aansluit. Het geeft ook de studierichtingen aan in de derde graad TSO binnen de studiegebieden Auto, Koeling en warmte en Mechanica-elektriciteit waarop de 2 de graad TSO voorbereidt. Het schema wordt van links naar rechts gelezen. Het studiegebied Mechanica-elektriciteit start vanaf de tweede graad. De studiegebieden Auto en Koeling en warmte starten pas vanaf de derde graad. Aangezien in het studiegebied Mechanica-elektriciteit de meer mechanisch georiënteerde studierichtingen enerzijds en de meer elektrisch-elektronische studierichtingen anderzijds reeds starten vanaf de tweede graad is het niet zo evident om van TSO naar een Elektrische studierichting in de derde graad over te stappen. Ook omgekeerd is het niet zo eenvoudig om vanuit een elektrische studierichting in de tweede graad over te stappen naar een meer mechanische studierichting in de derde graad in de studiegebieden Auto, Koeling en Warmte en Mechanica-elektriciteit. Zoals uit het logisch curriculum blijkt, bekleedt de tweede graad TSO een schakelfunctie tussen de eerste graad en heel wat studierichtingen van diverse studiegebieden in de derde graad. Deze schakelfunctie kan ze maar waarmaken indien er voldoende algemeen vormende technologisch-technische vormingscomponenten aan bod komen. Deze vormingscomponenten moeten tegelijkertijd ook voldoende specifiek zijn om een geleidelijke oriëntering naar een geschikte studierichting in de derde graad mogelijk te maken. 3.2 Instroom De meeste leerlingen komen uit de basisoptie Mechanica-elektricteit, sommigen uit de basisoptie industriële wetenschappen, enkelen uit een andere basisoptie. Alle leerlingen hebben in de eerste graad enkele technologisch-technische basisinzichten, -vaardigheden en -attitudes verworven in het vak Technologische opvoeding. Bepaalde lichamelijke en fysische gebreken kunnen een belemmerende factor zijn voor het uitoefenen van één of meerdere beroepen waarop studierichtingen van de derde graad voorbereiden. Een gepaste oriëntering en begeleiding is dan ook ten zeerste aangewezen, enerzijds omdat ze invloed hebben op de slaagkansen van de leerlingen en anderzijds omdat ze de uitoefening van heel wat beroepen bemoeilijken. In heel wat beroepen waarop studierichtingen van de derde graad voorbereiden gelden bepaalde beroepsdrempels. lichamelijke letsels die de normale fysieke inspanning eigen aan de diverse beroepen beletten of bemoeilijken; handicaps die het normaal motorisch functioneren eigen aan het uitoefenen van diverse beroepen bemoeilijken; gewrichts- en rugaandoeningen; beperkt gezichtsvermogen; aandoeningen aan de luchtwegen; producteczeem, contacteczeem en allergieën; kleurenblindheid; hoogtevrees, in de mate dat ze het werken op stellingen bemoeilijkt of onmogelijk maakt. Vele beroepen stellen ook heel wat eisen op persoonlijkheidsvlak. Leerlingen van de studierichting Mechanische technieken TSO bezitten deze reeds best in bepaalde mate of geven in ieder geval blijk dat ze deze willen ontwikkelen. Interesse voor één of meerdere aansluitende beroepen in de derde graad. Blijk geven van voldoende verantwoordelijkheidszin. Voldoende flexibel zijn en bereid zijn in diverse omstandigheden te functioneren. Aandacht hebben voor aspecten die het welzijn op het werk bevorderen. 1 Dit is het schema dat progressief in voege ging vanaf het schooljaar 1999-2000. 10 2de graad TSO

Uitvoeringsgericht kunnen communiceren. 3.3 Profilering van de studierichting TSO In onderstaande tabel worden een aantal aanverwante studierichtingen in de 2 de graad van het studiegebied Mechanica-elektriciteit opgesomd. Voor elke studierichting wordt de eigenheid verduidelijkt. Dit gebeurt enerzijds door een omschrijving te geven van het te bestuderen studieobject en anderzijds door een schematische voorstelling dat het aandeel weergeeft van de theoretische en de praktische vormingscomponenten in het geheel van de opleiding. Studierichting Eigenheid studieobject Schematische voorstelling vormingscomponenten Elektromechanica TSO De studie van varianten van een uitgevoerd project Drie- en tweedimensionaal communiceren om het concept van productrealisaties te analyseren. Conceptuele kenmerken van productrealisaties uit de sector elektromechanica analyseren. De impact van de conceptuele kenmerken van productrealisaties uit de sector elektromechanica op de uitvoering duiden. uitvoere n 20% concep t 80% Mechanische technieken TSO De studie van een uit te voeren project Drie- en tweedimensionaal communiceren om het concept van mechanische constructies te begrijpen en de uitvoering voor te bereiden, Om de gevraagde kwaliteitscriteria te bereiken de noodzakelijke uitvoeringsrichtlijnen formuleren, De uitvoering voorbereiden, opvolgen en bijsturen. uitvoeren 50% concept 50% Metaal BSO Het uitvoeren van een project Schetsmatig twee- en driedimensionaal communiceren om het project te kunnen uitvo eren. De conceptuele kenmerken van het concept begrijpen en voorzieningen treffen om de uitvoering ervan mogelijk te maken. Onder leiding het project uitvoeren volgens opgelegde kwaliteitscriteria. uitvoere n 75% con cept 25% 2de graad TSO 11

3.4 Studierichtingprofiel De studierichting TSO heeft een dubbele doelstelling. Voldoende inzichten, vaardigheden en attitudes verwerven om: een geschikte keuze te kunnen maken naar een vervolgopleiding in de studiegebieden Auto, Koeling en Warmte en Mechanica-elektriciteit. in eenvoudige constructies en installaties, de kenmerken van materialen en constructieonderdelen te kunnen opzoeken of bepalen en daarvoor een geschikte uitvoeringstechniek kiezen. 3.5 Vormingscompetenties 3.5.1 Algemeen Leerlingen die de studierichting TSO hebben gevolgd verwerven heel wat competenties. Sommige competenties slaan op diverse vormingsclusters en hebben een hoge transferwaarde. Andere zijn specifiek en dienen voornamelijk om reeds in de tweede graad te proeven van een specifieke vormingscluster. De volgende competenties komen aan bod. 3.5.2 Algemene vormingscompetenties De eigenheid van diverse beroepen van de metaalwerkende sector en de taak van de leden van het metaalbewerkingteam kennen. De eigen werkplek inrichten en de eigen werkzaamheden situeren in het geheel van de planning en de organisatie. Constructies en onderdelen herkennen, deze in tekening brengen en hun functie en relatie t.o.v. elkaar bepalen. De uitwendige krachten die op eenvoudige constructie(s), -onderdelen inwerken en de factoren die het bewegingsmechanisme kenmerken, herkennen en hun grootte bepalen. De kenmerken van gereedschappen, hulpmiddelen en machines herkennen en een geschikte keuze maken. De kenmerkende eigenschappen en onderdelen van een elektrische stroomkring herkennen en de wiskundige grootheden wiskundig uitdrukken. De factoren die invloed hebben op de materiaalbewerking herkennen; Constructies en onderdelen bouwen. Voor een bepaalde werksituatie, de voorschriften die gelden voor collectieve veiligheidsvoorzieningen, persoonlijke beschermingsmiddelen, gezondheid, hygiëne, milieu en ergonomie opzoeken. De materiaalhoeveelheid en de productiekostprijs berekenen; De constructie(s) en onderdelen en het eigen werk evalueren. 12 2de graad TSO

3.5.3 Specifieke vormingscompetenties Van constructieonderdelen die gemaakt kunnen worden door het bewerkingen van plaat- en profielmateriaal en met behulp van lassen en solderen samengebouwd, de kenmerken en de vormgevingstechnieken bepalen. Eenvoudige constructies en onderdelen gemaakt uit plaatmateriaal herkennen, hun functie verklaren en hun kenmerken bepalen. Een geschikte plaatbewerkingtechniek bepalen. Rekening houdende met de kenmerken van de uit plaat- en profielmateriaal te vervaardigen constructies en onderdelen een geschikt las- en soldeerprocédé bepalen. Eenvoudige constructie(s) en onderdelen die kunnen worden gemaakt door het bewerken van plaat- en profielmateriaal, lassen en solderen met behulp van zelfgemaakte uitvoeringstekeningen maken. Van constructieonderdelen die gemaakt kunnen worden door middel van verspanende vormgevingstechnieken, de kenmerken en de vormgevingstechnieken bepalen. Eenvoudige constructie(s) en onderdelen gemaakt door middel van verspanende vormgevingstechnieken herkennen, hun functie verklaren en hun kenmerken bepalen. Een geschikte verspaningtechniek bepalen. Een geschikte verspaningmachine bepalen, deze instellen en onderhouden. Eenvoudige constructieonderdelen die kunnen worden gemaakt door middel van verspanende vormgevingstechnieken met behulp van zelfgemaakte uitvoeringstekeningen maken. Van constructieonderdelen gemonteerd, geïnstalleerd in een constructie, de kenmerken, de montage-/installatie en demontagetechnieken bepalen. In een eenvoudige constructie of installaties de diverse mechanische onderdelen herkennen, hun functie verklaren en in functie van de uitvoering hun kenmerken bepalen. In een eenvoudige constructie of installatie de diverse onderdelen van de energiekringen herkennen, hun functie verklaren en in functie van de uitvoering hun kenmerken bepalen. Met geschikt gereedschap mechanische montage/installatie en demontagewerkzaamheden uitvoeren. Met geschikt gereedschap eenvoudige elektrische installaties bouwen en demonteren. 3.5.4 Na te streven attitudes Het is enorm belangrijk om attitudes bewust en expliciet op diverse momenten na te streven. Attitudes die bijzondere aandacht verdienen zijn de volgende. Erop gericht zijn binnen de voorgeschreven tijd een opgedragen taak nauwkeurig te voltooien. De afgesproken regels en afspraken naleven. Ondanks moeilijkheden, willen verder werken om het einddoel te bereiken. Bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden (andere materialen, andere gereedschappen, nieuwe opdrachten, nieuwe technologieën ). Zich inleven in de situatie waarin mensen zich bevinden, er begrip voor opbrengen en er tactvol mee omgaan. Bereid zijn om informatie te raadplegen en op te zoeken. Handelen met het oog op tevredenheid van zichzelf en van anderen. De leiding van een team willen opnemen. Bereid zijn om correct en volledig te rapporteren, 2de graad TSO 13

Probleemoplossend denken en handelen en zoeken naar oplossingen voor problemen die zich stellen, Kwaliteitsvol en kostprijsbewust handelen Maatregelen treffen opdat richtlijnen i.v.m. preventie, milieu, gezondheid, hygiëne en ergonomie zouden kunnen worden nageleefd. Voor zijn mening durven uitkomen en deze op een beleefde manier formuleren en argumenteren, besluitvaardig zijn, Al deze attitudes terzelfder tijd nastreven is uiteraard onmogelijk. Het is daarom aangewezen om in functie van de opdracht telkens één of enkele attitudes expliciet te benadrukken. 3.6 Uitstroom De logische vervolgopleiding zijn de studierichtingen Autotechnieken TSO, Orthopedische technieken TSO, Koel- en warmtetechnieken TSO, Kunststoftechnieken TSO en Mechanische vormgevingstechnieken TSO. Leerlingen die slagen behalen het getuigschrift van de tweede graad TSO. 14 2de graad TSO

4 Algemene pedagogisch-didactische wenken 4.1 Inleiding Dit leerplan wil hoofdzakelijk een leidraad zijn. De erin opgenomen doelstellingen en leerinhouden zijn een referentiekader waarmee het lerarenteam vrij kan omgaan. Het is zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop deze doelstellingen en leerinhouden door de leerlingen kunnen worden verworven. De gekozen pedagogischdidactische methode is dus niet zonder belang. De in dit leerplan opgenomen pedagogisch-didactische wenken zijn dan ook bedoeld als suggesties, als tips. Het leerplan op zichzelf mag in geen geval een excuus zijn om niet naar de noden van de maatschappij en de verwachtingen van de leerlingen te luisteren. Daarom is het noodzakelijk dat er voldoende aandacht blijft bestaan voor opvoeding, voor ontplooiingskansen van elke individuele leerling, voor geloofsovertuiging De geboden vorming leunt sterk aan op wat typisch en attractief is voor de metaalverwerkende sector. De samenhang tussen hetgeen in de klas gebeurt en in de realiteit van het arbeidsproces in het bedrijfsleven is duidelijk. Het gegeven onderwijs is dus levensecht. Leerlingen moeten immers beroepsfiere en vakbekwame mensen kunnen worden. Het is belangrijk dat leerlingen tijdens hun leerproces zo dikwijls mogelijk succes beleven. Zij moeten dan ook voldoende worden gewaardeerd voor het gepresteerde werk. Gebruik ook zoveel mogelijk werkvormen. Combineer voortdurend de theorie en de praktijk. Doe steeds een beroep op denken en doen. Vermijd langdurige opdrachten met steeds terugkomende vaardigheden. Hou de momenten van theorie kort maar herhaal veelvuldig. Schenk voldoende aandacht aan het werken in team. 4.2 Projectmatig werken volgens een concentrisch vormingsconcept Eén van de belangrijkste verwachtingen van dit leerplan is geïntegreerd werken via projecten volgens een concentrisch vormingsconcept. 4.2.1 Wat is een project? In de context van dit leerplan verstaan we onder project: Van constructie(s) en onderdelen de kenmerken en de vormgevingstechnieken bepalen, individueel en/of in team deels onder begeleiding, deels zelfstandig. Binnen een project komen zowel conceptuele doelstellingen, uitvoeringsgerichte doelstellingen, als doelstellingen op het vlak van attitudes aan bod. Ook is er voortdurend aandacht voor evaluatie en bijsturing. Conceptuele doelstellingen verwijzen naar: te verwerven kennis; begrippen en inzichten om een opgedragen taak inzichtelijk te kunnen uitvoeren. Dit betekent eenvoudig gezegd: het denken voor het doen, voorkennis en voorbereiding. Uitvoeringsgerichte doelstellingen verwijzen naar: de praktische vaardigheden om tot realisatie te komen. Deze doelstellingen slaan dus op het praktisch uitvoeren, het materiaalgebonden doen, het realiseren. Evaluatie slaat zowel op het proces als op het product met als bedoeling om de eigen kennis en vaardigheden bij te sturen en aldus te komen tot kwaliteitsverbetering. 2de graad TSO 15

Onder attitude wordt verstaan: resultaatsgerichtheid, initiatief nemen, kostenbewustzijn, doorzetting, klantgerichtheid, kwaliteitszorg, werkmethodiek, discipline, interesse, sociale houding, 4.2.2 Projectmatig werken Onder Projectmatig werken verstaan we een pedagogisch-didactische aanpak waarbij de leerplandoelstellingen en leerinhouden voornamelijk op een projectmatige wijze worden geclusterd. Daarbij volgen diverse projecten elkaar op. Elk project wordt gekenmerkt door: kennis, vaardigheden en attitudes uit vorige projecten; nieuwe kennis, vaardigheden en attitudes; specifieke aandachtspunten; een stijgend in moeilijkheidsgraad; het aanbod komen van diverse mechanische technieken, materialen, componenten, ; zowel een proces- als een productevaluatie; een technologisch-procesmatige aanpak. Pn P2 P3 P1 4.2.3 Waarom projectmatig werken Het werken via projecten biedt onmiskenbaar een aantal pedagogisch-didactische voordelen. Deze worden hieronder in het kort besproken. Just in time learning Het projectmatig werken biedt de kans om de ogenblikken, waar aandacht wordt gevergd voor theorie, te plaatsen daar waar de kans op effect het grootst is. Bijvoorbeeld op het ogenblik waar de leerling de opdracht krijgt om iets uit te voeren en de vraag stelt: Ik moet dat nu uitvoeren, maar hoe moet dat nu en waarom? De theorie wordt dus zoveel mogelijk gegeven in directe aansluiting met de praktijk. Krachtige leeromgeving De klemtoon dient gelegd op zinvolle projecten. Er dient dus voor elk project een behoefte te zijn, een intrinsieke motivatie. Het moet voor de leerlingen de moeite waard zijn. Het ideale zou zijn dat elk project zo realistisch mogelijk wordt uitgevoerd, zo dicht mogelijk aanleunt bij de beroepsrealiteit. Het projectmatig werken wordt nog leerkrachtiger en boeiender door met de klasgroep simultaan aan verschillende projecten te werken. Men kan kijken en vergelijken, van elkaar leren. Het leerproces van de leerling staat centraal De didactiek vertrekt niet van kennisoverdracht, maar van het verwerven van kennis door zelfwerkzaamheid. Het leerproces van de leerling staat centraal. Door het geven van opdrachten, uitdagingen stimuleert de leraar het leerproces van de leerling. De rol van de leraar is dus duidelijk deze van opdrachtgever, coach, begeleider. Het blijft uiteraard de opdracht om kennis en vaardigheden over te dragen, maar dan in de filosofie van: liever dat de leerling het vraagt, dan dat de leraar het ongevraagd aanbiedt. Werken in team Het opzetten van grotere projecten, waar meerdere leerlingen samen aanwerken, is de pedagogische aanpak bij uitstek om het werken in team aan te leren. Interdisciplinaire probleemsituaties De meeste projecten vereisen het gebruik van kennis en vaardigheden uit diverse domeinen (schetsen, diverse uitvoeringstechnieken, praktijk, PAV, ICT, ). Deze domeinen (vakken) vormen binnen de projectmatige aanpak 16 2de graad TSO

een samenhangend geheel. Daar er geen splitsing in vakken is, gebeurt de integratie van kennis en vaardigheden uit diverse disciplines automatisch. De leraar beter het lerarenteam dient echter wel te zorgen voor een goed evenwicht tussen theorie en praktijk. De keuze van de projecten en de jaarplanning zijn hier bepalend. Een grote uitdaging is het bewaken van diverse leerlijnen. Herhaling en terugkoppeling Door telkens met nieuwe projecten te werken, waarin aspecten uit vorige projecten voorkomen, is er voortdurend herhaling en terugkoppeling mogelijk. Voor een doelgroep BSO is dit, vanuit pedagogisch-didactisch standpunt, een groot pluspunt. Succesbeleving Elk project biedt een nieuwe kans op succesbeleving. De leerling heeft dus niet alleen kans op succesbeleving op het einde van een semester, op het einde van een leerjaar maar na elk nieuw project. Dit houdt dus in dat er permanent wordt geëvalueerd. De eindevaluatie baseert zich dan op een portfolio van gerealiseerde en geëvalueerde projecten. 4.2.4 De keuze van projecten De grootste uitdaging is het kiezen van geschikte projecten die ook nog binnen de gestelde tijd-, plaatsruimte en met de ter beschikking gestelde (hulp)middelen, materialen en machines kunnen worden gerealiseerd. Heel wat factoren spelen hierbij een rol. De projecten moeten het mogelijk maken om de leerplandoelstellingen te realiseren. De projecten zijn zinvol of worden in een zinvol geheel gekaderd. In ieder geval vermijdt men om opdrachten te geven waar enkel de na te streven vaardigheid op zich centraal staat. Elk project schenkt aandacht aan het technologisch proces. Zij het dat niet elk onderdeel ervan kunstmatig dient te worden beklemtoond. De moeilijkheidsgraad van de projecten in hun geheel en/of van bepaalde onderdelen neemt geleidelijk toe. De leerlijn voor elke na te streven doelstelling wordt bewaakt. Elk nieuw project refereert enerzijds naar kennis en vaardigheden uit vorige projecten maar biedt anderzijds ook telkens iets nieuws aan. Zorg voor evenwichtige spreiding van theorie en praktijk. Breng voldoende verscheidenheid in. 4.2.5 Een dossier van projecten De leerling kan een dossier van projecten opstellen en bijhouden. Dit biedt heel wat voordelen. Gans de leerstof kan erin worden gebundeld; het kan het persoonlijk werk van de leerling bevatten en het kan aangeven hoe de leerling heeft gepresteerd er werd geëvalueerd. Elementen die in zo n dossier kunnen worden opgenomen zijn: een omschrijving van de gegeven opdrachten en de gestelde (kwaliteits)eisen; de wijze waarop gebruik gemaakt werd van informatiebronnen, (brochures, handboeken, technische fiches, websites, ); welke theoretische inzichten er nodig waren om de opdrachten te kunnen uitvoeren (résumés, geformuleerde oplossingen, verantwoording van gemaakte keuzes, ); welke uitvoeringstechnieken men nodig had en hoe deze werden verkend, ingeoefend en aangewend; documenten in verband met de voorbereiding, de uitvoering, de opvolging, de evaluatie van de diverse projecten (tekeningen, schetsen, berekeningen, werkvolgorde, tijdsbesteding ), foto s van de realisatie 2de graad TSO 17

Wanneer alle projecten afgewerkt zijn dienen alle leerplandoelstellingen één of meerdere malen aan bod te zijn gekomen. Om het overzicht te behouden worden: de leerplandoelstellingen het best opgelijst; wordt bijgehouden in welke projecten ze aan bod komen; welke diepgang er wordt gevraagd en bereikt; welke evaluatiemethodieken er worden gehanteerd; welke elementen belangrijk zijn voor bijsturing; welke punten in een volgend project extra aandacht vragen;... Diverse methodes zijn hiervoor geschikt. Worden deze gegevens in matrix-vorm geclusterd dan kan men ze op relatief eenvoudige wijze zowel manueel, als automatisch (rekenblad, database) gebruiken en als belangrijk werkinstrument gebruiken voor het opstellen en bijhouden van een jaarplanning. 4.2.6 Werken volgens het technologisch proces Elk project dient in min of meerdere mate te verlopen volgens het technologische proces. Onderstaande flowchart licht dit proces toe. Opdrachtbeschrijving vanuit een reële behoefte en formuleren van de kwaliteitseisen Opdoen van relevante voorkennis en verzamelen van de nodige gegevens Bijsturen evaluatie OK Voorbereiding, planning, organisatie Bijsturen evaluatie OK Uitvoeren, realiseren Bijsturen evaluatie OK Einde project 18 2de graad TSO

4.2.7 Wat verstaan we onder een concentrisch vormingsconcept In 4.2.2 en 4.2.3 werd aangegeven wat we onder projectmatig werken verstaan en waarom projectmatig werken de aangewezen methode is voor deze specifieke leerlingengroep. Aangezien elk nieuw project/werkstuk dat wordt gemaakt, behalve nieuwe doelstellingen, ook herhalende en verdiepende doelstellingen bevat en men bovendien ook aandacht moet hebben voor de specifieke contextgebonden kenmerken van het project kan dit worden voorgesteld als een concentrische aanpak. De moeilijkheid hierbij is het bewaken van de diverse leerlijnen. Om na te gaan of alle vormingscomponenten (VC) wel aan bod zijn gekomen, kan onderstaande schematische voorstelling helpen. Als voorbeeld nemen we 5 vormingsclusters (maar dezelfde redenering geldt natuurlijk ook voor 5 doelstellingen die men aan bod wil laten komen ). Voor elke vormingscluster worden op een as de te bereiken einddoelstellingen voorgesteld. 100% stelt het maximum voor. Noteren we daarbij enkel de einddoelstellingen die van elkaar verschillen dan krijgt men het volgende: Met project 1 bereikt men voor elk van de vijf voorgestelde vormingsclusters een bepaald percentage van het einddoel. Met project 2 bereikt men eveneens voor de vijf voorgestelde vormingsclusters een bepaald percentage van het einddoel. De voorgestelde percentages van het einddoel in het project 2 zijn verschillend van deze die bereikt worden in project 1. Project 1 en project 2 geven tezamen het gecumuleerde percentage weer van de einddoelstellingen die worden bereikt. Worden alle einddoelstellingen voor 100% bereikt dan krijgt men een regelmatige veelhoek. Voor de vijf voorgestelde vormingsclusters is dit dus een regelmatige vijfhoek. 4.2.8 Hoe vertalen in een jaarplan Om op een degelijke manier projectmatig te werken dient men te beschikken over projecten die aan de hierboven vermelde criteria voldoen. Het omzetten van het leerplan in een continuüm van projecten dient dus te gebeuren via een jaarplan en dit voor de volledige tweede graad (1ste en 2de leerjaar). 2de graad TSO 19

4.2.9 Randvoorwaarden Hieronder sommen we enkele voorwaarden op die deze leerplanvisie ondersteunen.. De projecten worden zorgvuldig gekozen en gekaderd in de totale vorming van de volledige tweede graad. De meest geschikte concentrische opbouw van de leerstofonderdelen wordt bestudeerd en door het lerarenteam gedragen. Een aangepaste infrastructuur met voldoende ruimte om aan projecten te werken. Een werkplaatsklas is hiervoor het best geschikt. Een werkplaats met in de nabijheid een klas waar regelmatig ondersteunende theorie kan worden gegeven uiteraard ook. Leraars dienen eerder als coach op te treden. Alle actoren dienen deze vormingsvisie te steunen en blijvend te stimuleren. Aangepaste leermiddelen moeten worden ontwikkeld. Aangepaste klasgroepen om via differentiatie recht te doen aan elke individuele leerling. 4.3 Aandachtspunten 4.3.1 Het gebruik van Informatie en Communicatie Technologie (ICT) Het is evident dat van de mogelijkheden die de computer, op het didactisch vlak biedt, optimaal gebruik moet worden gemaakt. Typische mogelijkheden die op dit leerplan betrekking hebben zijn: het opzoeken van onder meer: kenmerken van materialen, gereedschappen en uitvoeringstechnieken via Internet, cd-rom s, het gebruik van educatieve programma s in verband met het lezen van tekeningen, ruimtelijk voorstellings - en waarnemingsvermogen. eenvoudige rekenbladen of geprogrammeerde formulieren om de kostprijs te berekenen. programma s ter ondersteuning van zelfevaluatie. eenvoudige software om op een actieve manier kennis en inzichten te verwerken. Er dient opgemerkt dat de programma s die men aanwendt dermate gebruiksvriendelijk zijn dat de klemtoon ligt op de te verwerven leerplandoelstellingen en zeker niet op de beheersing van één of ander softwarepakket. 4.3.2 De aanpak van schetsen 2 en tekenen 3 Algemene doelstellingen Bij het schetsen en het technisch tekenen zijn de volgende doelstellingen van essentieel belang: het verhogen van het waarnemings-, het voorstellingsvermogen en het ruimtelijk inzicht, het begrijpen van uitvoeringstekeningen om volgens de verstrekte richtlijnen uit te voeren, tekenen/schetsen als communicatiemiddel gebruiken vóór, tijdens en na de uitvoering van de werken. 2 3 Onder een schets verstaan we een voorstelling die in hoofdlijnen het onderwerp (vormgeving, werkingsprincipe, uitvoeringsmethode, ) toelicht. Onder een technische tekening verstaan we de voorstelling van een uit te voeren of uitgevoerde constructie waarop alle afmetingen, materiaalaanduidingen, uitvoeringsvoorschriften, éénduidig en op schaal worden weergegeven. 20 2de graad TSO

Schetsen en tekenen geen doel op zich Het is dus absoluut niet de bedoeling dat de leerlingen zelf volledige uitvoeringstekeningen leren tekenen. Ze moeten de voorgelegde plannen kunnen lezen en interpreteren en aanduidingen kunnen aanbrengen opdat de constructies en onderdelen correct uitgevoerd zouden kunnen worden. Dit wil niet zeggen dat er niet getekend/geschetst mag worden, doch het maken van tekeningen situeert zich eerder op het vlak van communiceren in verband met de uitvoering of het aanbrengen van uitvoeringsgerichte aanvullingen. Daar er zoveel als mogelijk projectmatig wordt gewerkt staat het schetsen en het tekenen steeds in relatie met het praktisch werk. Het schetsen en het tekenen mag dus geen eigen leven gaan leiden los van de theoretische inzichten en de praktische uitvo ering. Doelstellingen op het vlak van uitvoeringstekeningen lezen Zich de te construeren delen driedimensionaal kunnen voorstellen. Uitvoeringsmaten plaatsen. De gebruikte genormaliseerde en symbolische voorstellingen aanbrengen i.f.v. het concept en de uitvoering. De bijschriften plaatsen in functie van de uitvoering. Doelstellingen op het vlak van het maken van tekenen en schetsen Het plannen van de inrichting van de werkplek. Twee- en driedimensionaal schetsen om zowel voor, tijdens en na de uitvoeringdetails toe te lichten. De te construeren onderdelen beter duiden via aanvullende detailschetsen en tekeningen, zowel twee- als driedimensionaal. Aanvullende aanduidingen om de maatvoering en de afwerking beter te begrijpen. Middelen en resultaat Voor het maken van schetsen en tekeningen zijn er diverse middelen beschikbaar: een bord en krijt, een bladpapier en een potlood, een tekenplank met tekendriehoek, een CAD-pakket. Het middel dient in ieder geval ondergeschikt en in functie te zijn van de hierboven vermelde doelstellingen. Leerplannen van het VVKSO zijn het werk van leerplancommissies, waarin begeleiders, leraren en eventueel externe deskundigen samenwerken. Op het voorliggende leerplan kan u als leraar ook reageren en uw opmerkingen, zowel positief als negatief, aan de leerplancommissie meedelen via e-mail (leerplannen@vvkso.vsko.be) of per brief (Dienst Leerplannen VVKSO, Guimardstraat 1, 1040 Brussel). Vergeet niet te vermelden over welk leerplan u schrijft: vak, studierichting, graad, licapnummer. Langs dezelfde weg kan u zich ook aanmelden om lid te worden van een leerplancommissie. In beide gevallen zal de Dienst Leerplannen zo snel mogelijk op uw schrijven reageren. 2de graad TSO 21

5 Evaluatie 5.1 Wat en waarom evalueren? Evalueren is geen doel op zich. Het maakt deel uit van het didactisch proces. Via allerlei vormen van evalueren krijgen de leerlingen en de leraar informatie over de bereikte en de niet-bereikte leerdoelen. Zowel het proces als het product worden geëvalueerd. De klemtoon ligt daarbij uiteraard op het proces want de hoofdbedoeling van het evalueren is bijsturen, remediëren. Bij het evalueren wordt aandacht besteed aan: cognitieve vaardigheden (kennen, begrijpen, inzien, toepassen...), psychomotorische vaardigheden (nadoen, oog-hand-coördinatie, ritme, snelheid, nauwkeurigheid, beheersen), attitudes (doorzetting, efficiëntie, sociale gerichtheid, ). Cognitieve elementen worden alleen getoetst in de context van de projecten en de realisaties, in directe relatie tot wat wordt of zal worden uitgevoerd. De einddoelstelling is dat de leerling door zelfevaluatie zijn eigen handelen leert bijsturen om te komen tot kwaliteitsverbetering. 5.2 Wanneer evalueren? Het lerend bezig zijn van de leerlingen en de vorderingen die ze daarbij maken worden permanent beoordeeld en geëvalueerd. De evaluatie gebeurt bij elke stap die ze zetten bij de realisatie van een product. Hun technisch en technologisch kennen en kunnen wordt permanent getoetst. Daarbij kunnen de leerlingen ook nog periodiek aan de hand van goed gekozen en duidelijk omschreven opdrachten bewijzen dat ze bepaalde vaardigheden en ondersteunende kennis verworven hebben. Evalueren helpt ook het onderwijsproces sturen. Daarom wordt het evalueren doorgedreven geïntegreerd in dat onderwijsproces. Evaluatie is geen afzonderlijke activiteit en is meer een leermoment dan een beoordelingsmoment. Daardoor worden het leerproces van de leerling en de instructie van de leraar geoptimaliseerd. Bovendien moet aan een aantal doelstellingen, dat voortdurend in de praktijk moet worden toegepast, elke les worden gewerkt. Zij kunnen niet het voorwerp zijn van een eenmalige of sporadische evaluatie. Dit is bijvoorbeeld zo voor het begrijpen en toepassen van de algemene en de machinegebonden veiligheidsvoorschriften of voor de attitude van zorg en respect voor materiaal. In deze visie kunnen klassieke examens tot een minimum worden beperkt. 5.3 Hoe evalueren? Toetsen van cognitieve elementen moet goed overwogen worden en zorgvuldig gebeuren. Schriftelijke opdrachten moeten duidelijk worden opgesteld zodat zij ook de werkelijk bereikte niveaus aangeven. Verschillende vo r- men van schriftelijke evaluatie zijn bruikbaar: 22 2de graad TSO

meerkeuzevragen; aanvullen van een tekening of schema (geen loutere invuloefening!); opdrachten als verbind de samenhorende elementen met een pijl, plaats in de juiste volgorde...; vooraf klaargemaakte tabellen of controlelijsten kunnen door de leerlingen individueel of in groep ingevuld worden en als basis dienen voor de evaluatie - mogelijke inhouden daarbij zijn: de opgemeten hoeveelheden, de te bestellen materialen, de beschrijving van de werkvolgorde, de geraamde en de werkelijke tijdsduur, de toegepaste veiligheidsvoorzieningen; het kunnen lezen van een werktekening kan men evalueren door bijvoorbeeld het nodige aantal te bestellen materialen te laten berekenen. Voor wat betreft het kunnen is het vooral ook de bedoeling dat de leerling zijn eigen werk leert beoordelen, dus aan zelfevaluatie doet. Het zelf kunnen deelnemen aan de evaluatie werkt stimulerend en motiverend voor de leerling. Bij iedere opdracht wordt duidelijk op voorhand opgegeven welke items zullen worden geëvalueerd en hoe de beoordeling zal worden opgevat. 5.4 Hoe rapporteren? De rapportering gebeurt niet louter via een cijferrapport. De vorderingen van de leerling en vooral de tips voor remediëren worden in een eenvoudige en directe taal omschreven. Een soort portfolio of dossier bijhouden van de gerealiseerde projecten (eventueel geïllustreerd met foto s van de gerealiseerde projecten) kan een middel zijn om de succesbeleving te bevorderen. 6 Leerplandoelstellingen, leerinhouden, pedagogisch-didactische wenken 6.1 Inleiding Zoals hierboven voldoende werd aangetoond is een degelijke integratie van praktijk, technologie en technisch tekenen absoluut noodzakelijk. De leerplandoelstellingen en leerinhouden dienen dus zoveel mogelijk geïntegreerd aan bod te komen in een technologisch procesmatige context. Om aan deze zienswijze concreet gestalte te geven is dit leerplan zodanig opgevat dat de leerplandoelstellingen en leerinhouden geï ntegreerd werden uitgeschreven. Is het om een of andere reden niet mogelijk om het merendeel van de leerplandoelstellingen en leerinhouden projectmatig te verwerven dan moet het lerarenteam zelf een zinvolle clustering maken en afspraken maken hoe deze aan bod komen. De leerplandoelstellingen en leerinhouden die als uitbreiding worden beschouwd staan cursief aangegeven (U). 6.2 Omschrijving van het studieobject Leerplandoelstellingen en leerinhouden voor de 2 de graad TSO zijn maar relevant indien ze kaderen binnen een einddoelstelling die men op het einde van deze studierichting wil bereiken. Deze 2de graad TSO 23

einddoelstelling kan het best worden omschreven door de eigenheid van het studieobject te omschrijven. Voor de studierichting TSO luidt deze als volgt: Van constructieonderdelen gebruikt in eenvoudige mechanische constructies bestaande uit vaste en be wegende onderdelen en gestuurd door eenvoudige energiekringen zelf gemaakt met behulp van verspanende en niet-verspanende vormgevingstechnieken of in de handel verkrijgbaar de kenmerken bepalen en ervaren welke problemen er moeten worden opgelost om deze in een constructie of installatie te monteren of te installeren. De moeilijkheidsgraad wordt mede bepaald door: De aard van de bewerkingen ; De complexiteit van de realisatie; De veelheid aan toegepaste vaardigheden en kennis 6.3 Clustering van leerplandoelstellingen en leerinhouden 6.3.1 Algemeen Het clusteren van leerplandoelstellingen en leerinhouden is niet eenvoudig. In vorige leerplannen werd er per vak geclusterd en binnen elk vak werden alle leerstofonderdelen op een bepaalde manier geordend. De leerlijn voor het bewaken van de theoretische inzichten enerzijds en de praktische vaardigheden anderzijds werden apart bewaakt. Integratie van beide was afhankelijk van de transfer die de leerling terzake kon maken en de wijze waarop leraars technische en praktische vakken met elkaar communiceerden en inhouden en te bereiken leerplandoelstellingen op elkaar afstemden. Bij het maken van geïntegreerde leerplannen staat men dan ook voor de uitdaging om leerplandoelstellingen en leerinhouden op zo n wijze te clusteren dat ze enerzijds bijdragen tot het bereiken van de einddoelstelling en dat ze anderzijds het geï ntegreerd werken ondersteunen. Zinvolle clusters zijn dan ook: een clustering volgens het technologisch proces, een clustering van gemeenschappelijke technologisch-technische inzichten, vaardigheden en attitudes van zinvolle vormingsclusters een clustering van specifieke technologisch-technische inzichten vaardigheden en attitudes per vormingscluster. 6.3.2 Clustering volgens het technologisch proces Elk technologisch proces bevat de volgende belangrijke onderdelen. Aspecten die te maken hebben met de behoefte en de gestelde kwaliteitseisen van producten en realisaties. Conceptuele aspecten zowel op het vlak van het ontwerp als op het vlak van de uitvoering. Uitvoeringsgerichte technologisch-technische. Het proces van evalueren en bijsturen. 24 2de graad TSO

6.3.3 Clustering van technologisch-technische inzichten, vaardigheden en attitudes Leerplandoelstellingen en leerinhouden die voor verschillende vormingsclusters gemeenschappelijk zijn kunnen worden gegroepeerd, andere kunnen per specifieke vormingscluster worden aangegeven. De specifieke vormingsclusters die werden weerhouden zijn de volgende. Van constructieonderdelen die gemaakt kunnen worden door het bewerkingen van plaat- en profielmateriaal en met behulp van lassen en solderen samengebouwd, de kenmerken en de vormgevingstechnieken bepalen. Van constructieonderdelen die gemaakt kunnen worden door middel van verspanende vormgevingstechnieken, de kenmerken en de vormgevingstechnieken bepalen. Van constructieonderdelen, gemonteerd/ geïnstalleerd in een constructie, de kenmerken, de montage-/ installatie- en demontagetechnieken bepalen. 6.3.4 Aangenomen structuur bij het clusteren. In een eerste deel werden de leerplandoelstellingen en leerinhouden, die gemeenschappelijk zijn voor de diverse vormingsclusters, gerangschikt volgens het technologisch proces. Vervolgens werden de leerplandoelstellingen en leerinhouden voor de specifieke vormingsclusters eveneens gerangschikt volgens het technologisch proces. 6.4 Complementair gedeelte De invulling van het complementair gedeelte is volledig vrij. Dit leerplan doet een aanbeveling naar drie vormingsclusters. Administratief opgesplitst in drie technische en drie praktische vakken. De specifieke invulling kan gebeuren met de uitbreidingsdoelstellingen die in het geï ntegreerd uitgeschreven leerplan van Realisaties mechanische constructies werden vermeld. Uitbreidingsdoelstellingen en leerinhouden aangeduid met (U) kunnen in al de drie vermelde complementaire vormingsclusters aan bod komen (hetzij in TV, hetzij in PV). De pedagogische vakbenaming Realisaties niet verspanend slaat op de specifieke vormingscluster: Van constructieonderdelen die gemaakt kunnen worden door het bewerkingen van plaat- en profielmateriaal en met behulp van lassen en solderen samengebouwd, de kenmerken en de vormgevingstechnieken bepalen. De uitbreidingsdoelstellingen (U1) kunnen hier extra aandacht krijgen. De pedagogische vakbenaming Realisaties verspanend slaat op de specifieke vormingscluster: Van constructieonderdelen die gemaakt kunnen worden door middel van verspanende vormgevingstechnieken, de kenmerken en de vormgevingstechnieken bepalen. De aangegeven uitbreidingsdoelstelling (U2) kunnen hier extra aandacht krijgen. Met de pedagogische vakbenaming Realisaties energiekringen wordt de vormingscluster Van constructieonderdelen, gemonteerd/ geïnstalleerd in een constructie, de kenmerken, de montage-/ installatie- en demontagetechnieken bepalen bedoeld. Uitbreidingsdoelstellingen (U3) kunnen hier extra aandacht krijgen.. 6.5 Van leerplan tot jaarplan Dit leerplan is een graadleerplan. Het lerarenteam dient, in overleg, de leerplandoelstellingen en leerinhouden te spreiden over de twee leerjaren. Dit moet resulteren in een gezamenlijk opgestelde jaarplanning. 2de graad TSO 25

Het is natuurlijk logisch dat in het eerste leerjaar van de tweede graad meer de gemeenschappelijke leerplandoelstellingen en leerinhouden aan bod komen en in het tweede leerjaar van de tweede graad wat meer klemtoon wordt gelegd op het verwerven van specifiekere leerplandoelstellingen en inhouden. 7 Leerplandoelstellingen, leerinhouden en pedagogisch-didactische wenken gemeenschappelijk voor alle vormingsclusters 7.1 De eigenheid van diverse beroepen van de metaalverwerkende sector en de taak van de leden van het metaalbewerkingteam kennen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 1 De eigenheid van de diverse beroepen uit de sector van de metaalbewerking met eigen woorden uitleggen. 2 De voornaamste taken van de leden van het metaalbewerkingteam met eigen woorden uitleggen. 3 De metaalverwerkende bedrijven in de buurt van de school verkennen. 4 Factoren die de eigen keuze naar vervolgonderwijs beïnvloeden met eigen woorden uitleggen. Diverse beroepen uit de sector van de metaalbewerking Autotechnieker Technieker CV Technieker Sanitair Koeltechnieker Mechanische vormgever Het metaalbewerkingteam De opdrachtgever Studiebureau Ingenieur Uitvoerder Veiligheidsverantwoordelijke Metaalverwerkende bedrijven in de buurt van de school Productengamma Tewerkstelling Vestiging Organisatie Uitrusting Toelevering Eigenheid van de diverse aansluitende studierichtingen in de derde graad DIDACTISCHE WENKEN Het is belangrijk dat de leerlingen de band ervaren tussen de leerplandoelstellingen die aan bod komen en de realiteit van het beroep. Dit werkt tegelijkertijd motiverend en oriënterend. Verzorg de relaties met de bedrijven in de buurt en nodig ze regelmatig uit op de school. 26 2de graad TSO

7.2 De eigen werkplek inrichten, de gezamenlijk te verrichten werkzaamheden in overleg opstellen en deze situeren in het geheel van de planning en de organisatie LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 5 Aspecten die de werkplaatsinrichting en de - organisatie in de school beï nvloeden met eigen woorden uitleggen. 6 Een planning van de gezamenlijke werkzaamheden in overleg opstellen, bijsturen en evalueren. 7 De materialen- en productenstroom in de school herkennen. 8 De eigen werkplek inrichten en deze zo efficiënt mogelijk organiseren. 9 De wijze waarop het magazijn in de school is georganiseerd met eigen woorden uitleggen. 10 In functie van de eisen gesteld aan de constructie(s) en onderdelen een geschikte uitvoeringstechniek kiezen. 11 De eigen werkplek opruimen en onderhouden. De Werkplaats Inrichting Organisatie Planning van de gezamenlijke werkzaamheden Planning van de eigen werkzaamheden Afspraken in overleg Materialen, producten Toevoer, verwerking, afvoer Werkplekinrichting Werkplekorganisatie De magazijnorganisatie in de school Inrichting Voorraadbeheer Administratie Bestellingen Leveringen Afspraken Producteisen Kenmerken van de uitvoeringstechnieken Het opruimen van de werkplek. Het onderhouden van de werkplek. DIDACTISCHE WENKEN Schenk aandacht bij de organisatie van bedrijfsbezoeken aan de inrichting en de goederenstroom. Schenk voldoende aandacht aan het naleven van de interne afspraken in de school. Leg de link met afspraken die in het bedrijfsleven worden gemaakt. Laat de leerlingen ervaren dat een degelijke werkvoorbereiding noodzakelijk is om rendabel en efficiënt te werken. Bespreek de verschillende factoren die een optimale werkplekinrichting beïnvloeden aan de hand van concrete voorbeelden, tekeningen en schetsen. Laat de leerlingen zelf voorstellen schetsen hoe zij hun werkplek zouden inrichten. Probeer dit te kaderen in de werkplaatsinrichting. Geef, indien mogelijk, de leerling de gelegenheid om zelf magazijnwerkzaamheden te verrichten. Laat hem dan ook de nodige verantwoordelijkheid nemen en maak afspraken i.v.m. de wijze van rapporteren. Schenk aandacht aan een goed ingerichte en onderhouden werkplek. Leg de link met de productiekostprijs en met het zich welbevinden van de betrokken personen. Geef leerlingen de kans om in overleg werkzaamheden te plannen, bij te sturen en te evalueren. Geef voldoende feedback en beklemtoon voornamelijk de positieve kanten van hun voorstellen. Laat hun ook ervaren wat minder goede voorstellen inhouden op het vlak van efficiënte, het afstemmen van ieders inbreng, op kwaliteit Laat de leerlingen ook een verslag maken over dit overleg. Bespreek terzake ook af met de leraren algemene vakken. 2de graad TSO 27