ADVIES ZORGPROGRAMMA S REPRODUCTIEVE GENEESKUNDE

Vergelijkbare documenten
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU BRUSSEL, 09/04/2009

Belgische Senaat ZITTING OKTOBER 2012

bevoegdheid heeft nader te bepalen criteria waaraan de in dit besluit bedoelde geneesheren-specialisten en universitair geschoolden moeten voldoen; 4

Invriezen en bewaren van gameten in zorgprogramma s A

ADVIES M.B.T. DE OPHEFFING ART. 4 2 TWEEDE LID VAN HET KB d.d NIEUWE NIC-BEDDEN VIA RECONVERSIE VAN BEDDEN C OF D

FOD VOLKSGEZONDHEID, Brussel, 11/06/2009 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Diensten waarin een magnetische resonantie tomograaf wordt opgesteld. Maximum aantal en erkenningsnormen

ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNING VAN DE TRANSPLANTATIECENTRA ALS ZIEKENHUISFUNCTIE

15 FEBRUARI Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan de zorgprogramma's. reproductieve geneeskunde

ADVIES M.B.T. DE ZIEKENHUISBLOEDBANK

O/Ref. : NRZV/D/314-2 (*)

6 OKTOBER Koninklijk besluit houdende. invoering van een forfaitaire tegemoetkoming. voor de behandeling

6 OKTOBER ( B.S.

ADVIES BETREFFENDE DE VERSTERKING VAN DE PALLIATIEVE FUNCTIE IN DE RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN EN IN DE RUSTOORDEN VOOR BEJAARDEN

ADVIES VAN DE NRZV AANZET TOT EEN VERNIEUWDE MINIMALE REGISTRATIE IN DE GGZ-VOORZIENINGEN

2 dienst medische beeldvorming : een dienst erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 november 1986;

Advies van de ad-hocwerkgroep Palliatieve dagverzorgingscentra

Diensten nucleaire geneeskunde waarin een PET-scanner wordt opgesteld

24 MEI Besluit van de Vlaamse Regering. tot vaststelling van aanvullende normen. waaraan de zorgprogramma's cardiale pathologie B

(*) Dit advies werd bekrachtigd op de bijzondere Bureauvergadering dd. 20 mei Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

FOD VOLKSGEZONDHEID BRUSSEL, 10 december 2015 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FOD VOLKSGEZONDHEID BRUSSEL 16 mei 2013 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Voor Prof. J. Janssens, Voorzitter, De Secretaris, C. Decoster BRUSSEL, 12/10/2006. Afdelingen Programmatie & Erkenning en Financiering ---

25 APRIL Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen

15 FEBRUARI Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen

ADVIES HERGEBRUIK VAN MEDISCHE HULPMIDDELEN VOOR EENMALIG GEBRUIK

ADVIES M.B.T. DE FUNCTIE BRANDWONDENCENTRUM

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

ADVIES BETREFFENDE DE NORMEN VOOR DE MAGNETISCHE RESONANTIE TOMOGRAAF

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

ADVIES M.B.T. DE UITOEFENING VAN DE NIEUWE GEZONDHEIDSZORGBEROEPEN

Limburgs Klinisch Onderzoeksprogramma

DE ERKENNINGSNORMEN VOOR

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening.

Advies inzake pilootprojecten voor intensieve behandeling van psychiatrische patiënten met een dubbeldiagnose : psychose en verslaving

Wet- en Regelgeving rond de Palliatieve Zorg in Vlaanderen

ADVIES INZAKE NORMERING EN PROGRAMMATIE

Minder versnippering, meer zorg

II - Groeperingen en fusies in ziekenhuizen

Advies betreffende de titels en bekwaamheden in de geestelijke gezondheidszorg

ADVIES MET BETREKKING TOT DEEL 1 VAN DE ADVIESVRAAG BETREFFENDE DE UITVOERING VAN ARTIKEL 17 BIS TOT 17 SEXIES EN ARTIKEL 8, 7 EN 8

N Apothekers A03 Brussel, MH/BL/LC ADVIES OP EIGEN INITIATIEF. over EEN VOORSTEL VAN ADMINISTRATIEVE VEREENVOUDIGINGEN VOOR DE APOTHEKERS

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Advies m.b.t. de MUG helikopters MUGH

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.

VR DOC.1387/1BIS

Multidisciplinair Kwaliteitshandboek Netwerk Pediatrie UZ Gent en partner

Coordinatie--ZH--KB Nucleaire-geneeskunde-met-PET-scan--NORMEN.doc

O/Ref. : NRZV/D/255-1 (*)

Praktische informatie fertiliteitsbehandeling INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning

J.C.M. Dumoulin Hoofd Laboratorium voor Voortplantingsgeneeskunde Maastricht Universitair Medisch Centrum

VR DOC.1528/2BIS

ADVIES NIET-CHIRURGISCH DAGZIEKENHUIS

INSTANTIES EN WETGEVING

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

ADVIES M.B.T. HET COMITE VOOR MEDISCH MATERIAAL

Praktische informatie fertiliteitsbehandeling INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

Interuniversitaire. Permanente Vorming Arbeidsgeneeskunde

Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG)

11 JUNI Ministerieel besluit tot vaststelling van de gemeenschappelijke criteria voor de erkenning van tandartsen-specialisten

Voor Prof. J. Janssens, Voorzitter, De Secretaris,

4 JUNI Wet tot wijziging van de wetgeving met het oog op de bevordering van de patiëntenmobiliteit

Jaarverslag. Commissie dierlijke bijproducten (CoABP) Deel FOD

17 JUNI Koninklijk besluit betreffende de verklaring bij opname in een ziekenhuis

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen

17 JUNI Ministerieel besluit tot vaststelling van de functie van logistiek assistent (1) De Minister van Volksgezondheid, Gelet op de wet van

ADVIES INZAKE ONCOLOGIE. Voor Prof. J. Janssens, Voorzitter, De Secretaris, C. Decoster

ZIEKENHUISNETWERKEN REGIONALE ZORGSTRATEGISCHE PLANNING 10/07/2019

Veel gestelde vragen Menselijk lichaamsmateriaal Laatst bijgewerkt op 28 februari 2010

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Inhoudsopgave BEVOEGDHEID INZAKE GEZONDHEIDSZORG AANBOD IN DE ZORG. Ziekenhuizen. Programmatie en planning. Algemeen.

KOSTENRAMING PRESTATIES ARG 2015

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid

DE ADMINISTRATEUR-GENERAAL VAN HET AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID,

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Inwendige - Pneumo - Gastro - Cardio - Reuma--BIJZONDERE- CRITERIA--MB

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

9 JANUARI Koninklijk besluit betreffende de biobanken

ADVIES BETREFFENDE DE TOEKOMSTIGE ONTWIKKELING VAN DE PSYCHIATRISCHE ZORG IN DE THUISSITUATIE IN DE SECTOR VAN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

16 DECEMBER Ministerieel besluit tot vaststelling van de erkenningsmodaliteiten van de huisartsenkringen.

Inhoudstafel per onderwerp volume 2 experimenten op de mens en menselijk lichaamsmateriaal

BS Gewijzigd door: MB BS (blz. 2 t.e.m. 7) in voege vanaf

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE

BRUSSEL, 14/09/2006 FOD VOLKSGEZONDHEID VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU. Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen

Advies betreffende de zichtbaarheid en de toegankelijkheid van de ombudsfuncties in de ziekenhuizen

Inleiding tot (in)fertiliteit

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, II, 4 ;

HOOFDSTUK I. BEGRIPSOMSCHRIJVING. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder :

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

GEMEENTELIJKE PREMIE VOOR HET THUIS VERZORGEN

De Secretaris C. Decoster

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88;

HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen.

22 AUGUSTUS 2002 WET BETREFFENDE DE RECHTEN VAN DE PATIENT... 15

ERKENNING VAN DE PARAMEDISCHE BEROEPEN

Coordinatie--ZIV--KB forfaitaire-honoraria-klinische-biologie--niet-in-ziekenhuis.doc

Audiologen en audiciens

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Intensieve-zorg--BIJZONDERE-CRITERIA--MB doc

Transcriptie:

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID BRUSSEL, 12/05/2011 VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen NATIONALE RAAD VOOR ZIEKENHUISVOORZIENINGEN AFDELING PROGRAMMATIE & ERKENNING Kenm. : NRZV/D/326-3 ADVIES ZORGPROGRAMMA S REPRODUCTIEVE GENEESKUNDE Namens de Voorzitter, Dhr Peter Degadt De Secretaris C. Decoster (*) Dit advies werd bekrachtigd op de Bureauvergadering van 12/05/2011

De Werkgroep was samengesteld uit leden van de NRZV en een afvaardiging van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten en een afvaardiging van het College Geneesheren Reproductieve Geneeskunde werden uitgenodigd op de tweede vergadering van de Werkgroep. De Werkgroep heeft vergaderd op 19.10.2010 en op 21.12.2010. Situatieschets Het Koninklijk Besluit van 15.02.1999 tot vaststelling van de programmatie- en erkenningsnormen waaraan de zorgprogramma s reproductieve geneeskunde moeten voldoen om te worden erkend, heeft op het terrein geleid tot de erkenning en exploitatie van 13 A-centra en 18 B-centra op basis van de huidige programmatienormen: - Artikel 2: Het aantal zorgprogramma s reproductieve geneeskunde A wordt beperkt tot één programma per begonnen schijf van 700.000 inwoners - Artikel 3: Inzake het zorgprogramma reproductieve geneeskunde B worden erkend: een programma per UZ van een Faculteit Geneeskunde met volledig leerplan een programma in een niet-uz per provincie, waarbij Brussel als provincie wordt geteld en er minstens één zorgprogramma B in een openbaar ziekenhuis per gewest dient te zijn een niet-uz met zorgprogramma B kan worden erkend in een andere provincie als de eigen provincie niet aan de erkenningsvoorwaarden kan voldoen Een tweetal zorgprogramma s reproductieve geneeskunde B worden uitgebaat door twee afzonderlijke ziekenhuizen in één gezamenlijke exploitatie op een plaats en een zorgprogramma reproductieve geneeskunde A wordt door twee afzonderlijke ziekenhuizen in één gezamenlijke exploitatie op één plaats uitgebaat. Deze constructie is het resultaat van een programmatie die werd ingevoerd op het ogenblik dat er reeds meer ziekenhuizen een zorgprogramma reproductieve geneeskunde aanboden dan binnen de programmatieregels konden worden erkend. Sedert de publicatie van de programmatie- en erkenningsnormen van de zorgprogramma s reproductieve geneeskunde is de zorgvraag duidelijk toegenomen omwille van het verder opschuiven van de gemiddelde procreatieleeftijd en omwille van de drempelverlaging onder meer door gunstige terugbetalingsvoorwaarden van de verschillende behandelingsvormen.

Deze toename in het aantal behandelingen kan derhalve niet in causaal verband worden gebracht met het aantal centra, dat immers het laatste decennium niet verder is toegenomen. Volgens de cijfers van het Rijksinstituut voor de Ziekte- en Invaliditeitsverzekering waren er in 2009 19.625 embryo-terugplaatsingen na IVF, 16.912 IUI-handelingen na spermacapacitatie, 15.710 follikelaspiraties (ovum pick ups) en 8.454 IVF/ICSI laboratoriumactiviteiten voor 1, 2 en 3 cycli. Dankzij de nieuwe wetgeving op de weefselbanken en het toezicht door het FAGG is de controle op de kwaliteit volgens Europese richtlijnen op heden gegarandeerd. Door de toepassing van de recente wetgeving op de behandeling van menselijke weefsels (gameten) is bovendien komen vast te staan dat er in zeer vele ziekenhuizen met een grotere dienst gynecologie-obstetrie maar zonder erkend zorgprogramma reproductieve geneeskunde A of B volgende behandelingen reproductieve geneeskunde routinematig worden aangeboden: - ovulatiemonitoring - ovulatie-inductie met clomifeencitraat - ovulatie-inductie met gonadotrofines : mits overeenkomst met A- of B-centrum aflevering door eigen ziekenhuisapotheek - intra-uteriene inseminatie (IUI) met of zonder ovulatie-inductie mits spermacapacitatie door als intermediaire structuur erkend klinisch laboratorium Enkel de eicelaspiratie (zorgprogramma A en B), fertilisatie, embryocultuur, embryotransfer, embryo- en spermacryopreservatie en embryoterugplaatsing (zorgprogramma B) moeten in een erkend centrum worden uitgevoerd. De vraag wordt dus terecht gesteld of de huidige programmatie- en erkenningsnormen nog aangepast zijn aan de gewijzigde situatie op het terrein en of er al dan niet nood bestaat aan specifieke regelgeving om: - de basisactiviteiten van reproductieve geneeskunde uitvoerbaar in elk ziekenhuis nader te omschrijven en de nodige kwaliteitsverzekering te voorzien - de programmatie van zorgprogramma s reproductieve geneeskunde A te herzien om de toegankelijkheid en het comfort voor de patiënten te vergroten resp. de programmatie van zorgprogramma s reproductieve geneeskunde B te herzien zowel om enkele probleemdossiers

ontstaan door arbitraire beslissingen in het verleden te kunnen oplossen, alsook om het comfort van de patiënt en de arts te kunnen verhogen door het beperken van verplaatsingen. De bewuste probleemdossiers betreffen twee centra met een erkenning als zorgprogramma reproductieve geneeskunde A in een provincie zonder universitair ziekenhuis van een faculteit geneeskunde met volledig leerplan, waarbij de erkenning als zorgprogramma reproductieve geneeskunde B niet omwille van de erkenningsnormen maar slechts omwille van arbitraire programmatieregels werd geweigerd. - de mogelijkheid tot cryopreservatie van zaadcellen (bv. van oncologiepatiënten of mannen met lange afwezigheden) in de regio s met enkel een erkend zorgprogramma reproductieve geneeskunde A voor IUI-behandeling binnen eenzelfde koppel te voorzien in een A-centrum. Naast het onderzoeken van de mogelijkheden en wenselijkheden om de programmatie- en erkenningsnormen te herzien enerzijds, ofwel om gedeelde erkenningen uitgebaat op twee plaatsen onder vorm van associaties met behoud van de huidige programmatienormen toe te staan, benadrukt de Werkgroep vooral het bewaken van de kwaliteit van de reproductieve geneeskunde als belangrijkste voorwaarde van erkenning. Om zowel over de bestaande situatie met 13 erkende zorgprogramma s reproductieve geneeskunde A en 18 erkende zorgprogramma s reproductieve geneeskunde B, als over de mogelijkheid en wenselijkheid van een aanpassing van de bestaande programmatie- en erkenningscriteria met prioritaire aandacht voor de kwaliteit van de zorgverlening een expertadvies te krijgen, werd beroep gedaan op het College Geneesheren Reproductieve Geneeskunde. Op 21.12.2010 bracht de afvaardiging van het College, bestaande uit prof. dr. P. DE SUTTER (UZ Gent), dr. A. DELBAERE (ULB, ondervoorzitter), dr. A. DELVIGNE (Luik) en dr. W. OMBELET (ZOL Genk), het unaniem goedgekeurd advies van het College Geneesheren Reproductieve Geneeskunde uit voor de werkgroep: Het College geeft een negatief advies inzake uitbreiding van de bestaande programmatie van de zorgprogramma s reproductieve geneeskunde A en inzake een aanpassing van de bestaande programmatie van de zorgprogramma s reproductieve geneeskunde B via uitbreiding of associatiemogelijkheid om volgende redenen: - het reeds hoog aantal zorgprogramma s per bevolkingseenheid met 3 centra per miljoen inwoners en het relatief hoog aantal behandelingen in verhouding tot de vruchtbaarheid en objectieve nood aan medisch begeleide bevruchting

- risico op overconsumptie, kwaliteitsverlies door spreiding van expertise en zorgvraag en onderbenutte dure investeringen - voldoende toegankelijkheid wordt geboden door de huidige geografische spreiding - meer centra betekent meer concurrentie met nadelig effect op de huidige goede samenwerkingsverbanden Anderzijds blijkt uit de bespreking met de leden van de Werkgroep en met de vertegenwoordiger van het FAGG dat het College Geneesheren Reproductieve Geneeskunde wél de nodige aandacht heeft voor de twee volgende kwaliteitsonderdelen van de reproductieve geneeskunde en hiervoor bereid is de gewenste oplossingen mee uit te werken: - het voorzien van een toetsing van de criteria tot behandeling per centrum en per patiënt, omwille van het zeer hoog aantal behandelingen in België (2.000 per miljoen inwoners tegenover gemiddeld 1.500 per miljoen in andere Europese landen, met een onverklaarbare stijging van 20% bij de -35 jarigen). Dergelijke toetsing maakt deel uit van de opdrachten van het College en de nodige bijkomende middelen moeten hiervoor worden voorzien. - het omschrijven van de samenwerkingsvoorwaarden van een erkend centrum reproductieve geneeskunde A en/of B met een centrum waar basiszorg reproductieve geneeskunde ( intermediair centrum ) wordt aangeboden. Dit onderdeel zou grotendeels tegemoet komen aan de bestaande onduidelijkheden over en vraag naar erkenning van basiszorg (ovulatie-inductie en IUI) in de grotere ziekenhuizen, die niet beschikken over een erkend zorgprogramma reproductieve geneeskunde A, maar wel een groter deel van deze activiteiten routinematig verrichten. Een meerderheid van de leden betreurt dat er geen oplossing wordt geboden voor de enkele centra met een erkenning zorgprogramma reproductieve geneeskunde A en met de zelfde activiteit, know how en werkingsvoorwaarden van een erkend zorgprogramma reproductieve geneeskunde B en verwijst naar de associatiewetgeving (Koninklijk Besluit houdende vaststelling van de afwijkingen op de toepassing van Artikel 82 van de Wet op de Ziekenhuizen) om voor de betrokken centra een erkenning van het zorgprogramma reproductieve geneeskunde B in gezamenlijke exploitatie met een reeds erkend B-centrum mogelijk te maken. Bovendien gaat het volgens deze leden specifiek

om twee A-centra die gelegen zijn in een provincie zonder universitair ziekenhuis, waardoor er een meer homogene geografische verdeling van de centra zou kunnen worden bekomen. * * * Op basis van de situatie op het terrein, van de hierboven vermelde overwegingen en van het advies van het College Geneesheren Reproductieve Geneeskunde adviseert de NRZV inzake de zorgprogramma s reproductieve geneeskunde de volgende aanpassingen: - het voorzien van de uitvoering van een systematische toetsing van de criteria tot behandeling reproductieve geneeskunde per centrum door het College Geneesheren Reproductieve Geneeskunde met het oog op een verbeterde indicatiestelling en een verantwoord en doelmatig gebruik van de middelen. Het College dient hiervoor bijkomende ondersteuning te ontvangen, daar de huidige werkingsmiddelen volledig aan de jaarlijkse registratie worden besteed. - het streven naar een volledige registratie van alle behandelingen reproductieve geneeskunde ongeacht of deze in een erkend centrum reproductieve geneeskunde A of B of in een intermediair centrum met aanbod van basiszorg reproductieve geneeskunde worden uitgevoerd. Dergelijke verplichte registratie wordt gecoördineerd door het College Geneesheren Reproductieve Geneeskunde. - het voorzien in de programmatie- en erkenningsvoorwaarden van de zorgprogramma s reproductieve geneeskunde van de omschrijving basiszorg reproductieve geneeskunde met o.m. ovulatie-inductie en IUI-behandeling en de modaliteiten van een verplichte samenwerking met een erkend zorgprogramma A of B. - het voorzien van de mogelijkheid tot cryopreservatie van zaadcellen (bv. van oncologiepatiënten of mannen met lange afwezigheden) in regio s met enkel een erkend zorgprogramma reproductieve geneeskunde A binnen dit erkende centrum. - het voorzien van een aanpassing van de vigerende wetgeving door een specifieke wijziging van het Koninklijk Besluit van 15 februari 1999 houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma s reproductieve geneeskunde moeten voldoen om erkend te worden, overeenkomstig Artikel 82 3 van de gecoördinerende ziekenhuiswet d.d. 10-07-2008. Dergelijke aanpassing moet een oplossing bieden voor de enkele A-centra die gelegen zijn in een provincie zonder universitair ziekenhuis en een volwaardige B-activiteit op twee vestigingsplaatsen toelaten via de samenwerking tussen het reeds erkende centrum

met B-erkenning en het andere centrum met A-erkenning waar de facto reeds B-activiteit volgens geldende kwaliteitscriteria kan worden verricht. Deze specifieke oplossing wijzigt niet de programmatie, leidt niet tot een vrijkomen van A- erkenningen en regelt slechts de situatie van bepaalde centra, die in 1999 voldeden aan de erkenningscriteria, maar door de programmatienorm niet konden worden erkend. Het College Geneesheren Reproductieve Geneeskunde kan de NRZV adviseren inzake de kwaliteitscriteria, welke gehanteerd moeten worden door dergelijke effectieve ziekenhuisassociaties.