N Apothekers A03 Brussel, MH/BL/LC ADVIES OP EIGEN INITIATIEF. over EEN VOORSTEL VAN ADMINISTRATIEVE VEREENVOUDIGINGEN VOOR DE APOTHEKERS

Transcriptie

1 N Apothekers A03 Brussel, MH/BL/LC ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over EEN VOORSTEL VAN ADMINISTRATIEVE VEREENVOUDIGINGEN VOOR DE APOTHEKERS ***

2 2 In het kader van de inspanningen voor de administratieve vereenvoudiging voor de zelfstandigen en de KMO s worden initiatieven onderzocht inzake de vereenvoudiging en de hergroepering van meerdere formaliteiten en stappen die opgelegd worden aan bepaalde medische en paramedische beroepen. Zo wordt met name de mogelijkheid onderzocht om de inschrijving van geneesheren bij meerdere instanties zoals de Orde van geneesheren, de Provinciale medische commissie, het RIZIV en de tariefovereenkomsten te vergemakkelijken. In deze analyse wordt eveneens de mogelijkheid onderzocht om in het belang van andere medische en paramedische beroepen op dezelfde wijze tewerk te gaan. Overwegend dat de apothekers geconfronteerd worden met veelvuldige formaliteiten die grotendeels dezelfde zijn als van toepassing voor de geneesheren, brengt de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO tijdens de plenaire vergadering van 1 juni 2006 op eigen initiatief volgend advies uit. CONTEXT Er zijn in België ongeveer apothekers die in een apotheek of in een ziekenhuis werken en ongeveer 600 apothekers die in laboratoria werken. In ons land zijn er 5230 apotheken (cijfers van december APB). Buiten de verplichtingen die opgelegd worden aan alle gezondheidszorgberoepen, worden de apothekers geconfronteerd met verplichtingen die verband houden met hun statuut en hun eigen beroep. Nog andere verplichtingen houden verband met het uitbaten van een apotheek en met de geneesmiddelen en producten die zij afleveren en nog andere met het commerciële luik van hun activiteiten in ruime zin, waaronder de verplichtingen inzake tewerkstelling van personeel. Het is dus duidelijk dat de apotheker dagelijks geconfronteerd wordt met veelvuldig, zich herhalend en soms nutteloos papierwerk. De overheid is zich daarvan bewust en gelukkig ontwikkelen bepaalde dossiers zich positief in de richting van een verlichting van de dagelijkse administratieve taken van de apotheker. De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO wil die tendens aanmoedigen. FORMALITEITEN IN VERBAND MET DE ACTIVITEIT Hoewel onderstaande lijst niet exhaustief is, stelt de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO voor dat de formaliteiten die verband houden met de instap in het beroep hetzij als titularis of als adjunct-apotheker en de stopzetting van de activiteit gegroepeerd en globaal behandeld zouden worden. 1. Het visum bekomen van de Provinciale medische commissie (artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen) De apotheker moet een visum voegen bij het voorlopig getuigschrift afgeleverd door de universiteit en ook bij zijn gehomologeerd diploma. Het visum moet aangevraagd worden bij de Provinciale medische commissie van de provincie waar hij werkzaam is. Die verplichting geldt zowel voor de apotheker die titularis is als voor de adjunct-apotheker.

3 3 2. Inschrijving bij de Orde der apothekers (artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 80 van 10 november 1967 betreffende de Orde der apothekers) De titularissen moeten de voorzitter van de Provinciale raad van de Orde verwittigen indien hun prestaties langer dan een week duren. Om zich in te schrijven bij de Orde moet men aan de Orde een voorlopig getuigschrift of een gehomologeerd diploma vergezeld van het visum voorleggen, evenals een bewijs van goed gedrag en zeden. Die verplichting geldt zowel voor de apotheker die titularis is als voor de adjunct-apotheker. 3. Het erkenningsnummer als apotheker aanvragen bij het RIZIV (artikel 9 ter van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen) Dit nummer is persoonlijk en slaat dus niet op de apotheek waar de apotheker werkt. Die verplichting geldt zowel voor de apotheker die titularis is als voor de adjunct-apotheker. De aanvraag moet ingediend worden bij het RIZIV, Dienst gezondheidszorg - Relaties met apothekers. 4. Het erkenningsnummer aanvragen voor kleine bandagistproducten (De artikels 83, 84 3 en 85 2 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994) Dit nummer is persoonlijk en slaat dus niet op de apotheek waar de apotheker werkt. Die verplichting geldt zowel voor de apotheker die titularis is als voor de adjunct-apotheker. De aanvraag moet ingediend worden bij het RIZIV, Dienst gezondheidszorg - Relaties met apothekers. 5. Sociale identiteitskaart SAM kaart (Artikels 42 tot 50 van het KB van 22 februari 1998 houdende uitvoeringsmaatregelen inzake de sociale identiteitskaart) Aanvraag voor nieuwe beroepskaarten op naam van de nieuwe titularis. De aanvraag moet ingediend worden bij de dienst SAM. 6. Kadaster van de apotheken: registratieformulieren betreffende de gegevens van de apotheek (artikel 20 van het KB van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken) De houder van een vergunning voor een apotheek moet per aangetekend schrijven aan de Minister volgende gegevens of wijzigingen laten registreren: de identiteit van de eigenaar, elke wijziging aan de statuten, elke wijziging aan het adres van de apotheek, elke identiteitswijziging van de apotheker-titularis. De aanvraag moet ingediend worden bij het Directoraat-generaal van Geneesmiddelen (DGG).

4 4 7. Aansluiting bij een tariferingsdienst (KB van 15 juni 2001 tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de tariferingsdiensten) De apothekers-titularissen en de depothoudende geneesheren die het stelsel toepassen van de rechtstreekse betaling door de verzekeringsinstellingen moeten verplicht aansluiten bij een erkende tariferingsdienst van hun keuze vanaf het ogenblik waarop zij die functie vervullen. 8. Aangifte bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer als beheerder van gegevensverwerking (wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens) De aangifte is in principe verplicht voor elke verwerking van persoonsgegevens die volledig of ten dele geautomatiseerd is krachtens de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. De tariferingsdiensten nemen al officieel de rol op zich van centraliserende organisatie en handelen via een mandaat in naam van de apothekers die lid zijn bij hen. 9. Verwittigen bij aflevering van bepaalde geneesmiddelen a) De apotheker moet het Directoraat-generaal voor Geneesmiddelen verwittigen wanneer hij geneesmiddelen aflevert aan een collectiviteit (artikel 26 bis van het KB van 31 mei 1885) b) De apotheker moet het Directoraat-generaal voor Geneesmiddelen verwittigen wanneer hij geneesmiddelen aflevert aan een dierenarts (koninklijk besluit van 16 maart 1984 houdende bijzondere bepalingen inzake geneesmiddelen bestemd voor dieren) FORMALITEITEN IN VERBAND MET BEPAALDE PRODUCTEN In zijn apotheek bereidt de apotheker bereidingen op recept of officinale bereidingen. Voor die bereidingen geldt een specifieke reglementering. Buiten die bereidingen maakt hij soms ook andere bereidingen zoals nutriënten, cosmetica, of moet hij bepaalde van die producten invoeren. Dan worden hem andere verplichtingen opgelegd. 1. Aanvraag voor het bekomen van een vergunning voor het in de handel brengen van voedingsmiddelen (KB van 4 december 1995 tot onderwerping aan vergunning van plaatsen waar voedingsmiddelen gefabriceerd of in de handel gebracht worden of met het oog op de uitvoer behandeld worden) 2. Toelating voor het op de markt brengen van biociden (KB van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden) De apotheker die een biocide op de markt wil brengen moet een voorafgaande toelating vragen. Het gaat om een bestuursrechtelijk besluit waarbij de Minister, ingevolge een door de aanvrager ingediende aanvraag, toelaat dat een biocide op de markt wordt gebracht.

5 5 3. Voorafgaande notificatie voor het op de markt brengen van nutriënten (KB van 3 maart 1992 betreffende het in de handel brengen van nutriënten en van voedingsmiddelen waaraan nutriënten werden toegevoegd) Het in de handel brengen van de voedingsmiddelen beoogd in de artikels 2 en 3 is onderworpen aan een voorafgaande notificatie bij het Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid, Voedselketen en Leefmilieu. 4. Toelating voor het op de markt brengen van producten op basis van planten (KB van 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten) Zonder voorafgaand het Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding van de FOD Volksgezondheid, Voedselketen en Leefmilieu op de hoogte te brengen, is het verboden in voorgedoseerde vorm voedingsmiddelen te fabriceren en in de handel te brengen die één of meerdere planten bevatten die vermeld zijn in lijst 2 en lijst 3 in bijlage bij dit besluit. 5. Kennisgeving van het op de markt brengen van cosmetica (KB van 15 oktober 1997 betreffende cosmetica) De natuurlijke of rechtspersoon die voor de eerste maal cosmetica in de handel brengt of fabriceert, ongeacht of hij de fabrikant, de persoon voor wiens rekening de cosmetica worden gefabriceerd of de invoerder is, moet zijn activiteit vooraf ter kennis brengen van het Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid, Voedselketen en Leefmilieu. VOORSTEL De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO stelt voor dat de veelvuldige formaliteiten die de apothekers moeten vervullen in de mate van het mogelijke gegroepeerd en behandeld zouden worden door reeds bestaande organismen die gemeenschappelijk zijn aan dit beroep. Het zou immers een grote stap voorwaarts betekenen mocht een organisme waarmee de apotheker regelmatig contact heeft de coördinatie op zich mogen nemen en de apotheker mogen helpen bij de afhandeling van formaliteiten, vergunningen, aangiftes en taksen waaraan deze onderworpen is. In de praktijk blijkt dat de tariferingsdiensten, die erkend worden als organisaties door de Minister van Sociale Zaken, reeds een helpende rol vervullen voor de apothekers 1 De apothekers-titularissen die het systeem van de derde betaler willen toepassen (zijnde het geheel van de apothekers) worden door de reglementering immers verplicht om zich aan te sluiten bij een tariferingsdienst en met deze een overeenkomst te sluiten. Bovendien hebben de tariferingsdiensten al vaak bepaalde van hun diensten uitgebreid tot de adjunct-apothekers. 1 Koninklijk besluit van 15 juni 2001 tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de tariferingsdiensten

6 6 De tariferingsdiensten worden opgericht door, hetzij één of meer representatieve beroepsorganisaties van de apothekers, hetzij één of meer coöperatieve vennootschappen, eigenaars-beheerders van apotheken, die erkend zijn door de Minister die de Economische Zaken onder zijn bevoegdheid heeft krachtens de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een nationale Raad van Coöperatie, hetzij één of meer verzekeringsinstellingen. Deze tariferingsdiensten zijn opgericht onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk of zijn georganiseerd als een dienst van één van de hoger vermelde verenigingen die zelf rechtspersoonlijkheid bezitten. De tariferingsdiensten kennen de apothekerswereld en de formaliteiten die hen opgelegd worden. Zij zijn zeker het best geplaatst om al die administratieve modaliteiten te vervullen tegenover de federale administraties en om de inschrijvings- en andere rechten opgelegd aan apothekers te innen. In het kader van de verplichte verzekering voert de tariferingsdienst al heel wat gelijkaardige taken uit. De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO stelt dan ook voor dat die rol uitgebreid zou worden en dat zij automatisch zouden kunnen erkend worden als het enig administratief contactpunt voor de apothekers die in een apotheek werken en van de met hen gelijkgestelde apothekers.