Discussiestuk over de voorgestelde wijzigingen n.a.v. de bezuinigingsopgave voor de Kadernota 2014 te bespreken in de Sportkamer van 16 september 2013 Inleiding Op 22 april 2013 hebben de Sportraadleden in aanwezigheid van enkele gemeenteraadsleden in een Dordtse Sportkamer gesproken over de voorgestelde bezuinigingsopgave op het gebied van de sport, zoals die door het college van B&W was opgesteld. De uitkomst van die Sportkamer was gericht op het vaststellen van een richtinggevend advies aan het college en de gemeenteraad. Drie voorstellen stonden in de bijeenkomst centraal: het vervoer t.b.v. het schoolzwemmen, de subsidies en de financiering van de Sportraad. Wat betreft het vervoer voor het schoolzwemmen waren de aanwezigen van mening, dat afschaffing van het vervoer het verdwijnen van het schoolzwemmen zou betekenen en dat het daarmee ook een nadelige invloed zou kunnen hebben op de zwemvaardigheid van de jeugd. De voorstellen die handelden over het beëindigen c.q. afbouwen van de jeugdsportsubsidie, de subsidie voor Dordtse sporttalenten, de sportstimuleringssubsidie en de kleedkamersubsidie werden, zij het met tegenzin, goedgekeurd. De aanwezigen spraken zich fel uit tegen het stopzetten van een deel van de financiering van de Sportraad. De bereidheid was er daar waar mogelijk de bestuurskosten te reduceren en de Sportprom een soberder karakter te geven, maar het specifiek verminderen van de vergoedingen stuitte op veel bezwaar. Men was van mening, dat de ingeslagen weg van professionaliteit, met name binnen het dagelijks bestuur, zou gaan verdwijnen en dat het fundament voor een efficiënte en vakkundige Sportraad zou worden weggeslagen als een eenzijdige aanpak van de vergoedingen wordt doorgevoerd. De Sportraad heeft zijn nut als instituut tussen de sport en sportverenigingen enerzijds en de overheid anderzijds en als adviesorgaan voor de politiek meer dan bewezen en bij een dergelijke professionele status behoort een in de Regeling Sportraad en in de gemeentewet verankerde vergoeding. In de Sportkamer werd afgesproken, dat het dagelijks bestuur de mening van de Sportraad middels een brief aan college en raad zou bekendmaken. Nu gebleken is, dat het college en de gemeenteraad het standpunt van de Sportraad grotendeels niet hebben overgenomen, is het de taak aan het algemeen bestuur dekkingsvoorstellen te doen voor de uiteindelijk opgelegde taakstelling. Aanleiding Op 13 februari 2013 is door het college van B&W van de gemeente Dordrecht een raadsinformatiebrief naar de gemeenteraad gezonden over de bezuinigingspakketten en afwegingskaders in het kader van de voorbereidingen op het vaststellen van de Kadernota voor 2014. Daarin wordt tevens aangegeven op welke wijze ook voor de periode 2014-2017 een sluitende begroting gepresenteerd kan worden. Deze voorstellen zijn nodig om de effecten van de rijksbezuinigingen en de economische crisis voor Dordrecht op te vangen. In een uitgebreid en divers pallet aan mogelijke bezuinigingsvoorstellen heeft het college in mei een definitieve keuze gemaakt, waarbij een ordening is aangebracht in de pakketten A, B en C. Daarbij is het van de voorstellen in pakket A de bedoeling, dat deze direct ingezet worden. De definitieve keuzes zijn door het college gemaakt, nadat er een enquête is voorgelegd aan de burgers. Tijdens de gemeenteraadsvergaderingen van 16 en 17 juli zijn deze keuzes besproken en is er gestemd over amendementen en moties. 1
Bezuinigingen op het gebied van de sport In de lijst met bezuinigingsvoorstellen komen vijf voorstellen voor die de sport direct raken en vier die zijdelings van invloed zijn. In deze laatste categorie betreft het een stopzetting van de subsidie voor de zwembaden het Wantij en De Dubbel, alsmede het minder subsidiëren van evenementen, waaronder de sportevenementen. Deze drie voorstellen zijn in pakket C geplaatst en worden dus vooralsnog niet ingezet. Het vervoer voor het schoolzwemmen staat wel in pakket A. Dat betekent, dat het vervoer in zijn geheel wordt afgeschaft. Daardoor ontstaat de angst, dat de basisscholen het zwemmen niet meer zullen aanbieden tijdens het bewegingsonderwijs. Gevolgen voor de exploitatie van de Sportboulevard heeft dit niet. Het bedrag van deze mogelijke bezuiniging is 37.500 in 2014 en 75.000 vanaf 2015. Vijf oppositiepartijen hebben op 16 en 17 juli een amendement ingediend teneinde deze bezuiniging te schrappen. Het amendement is verworpen. Drie van de voorstellen die de sport direct raken, zijn door het college ook in pakket C gezet. Het betreft dan de topsport en breedtesport en de eventuele bezuinigingen op de sportaccommodaties. In de Sportraad hebben al discussies plaatsgevonden over een gewenste herstructurering van de sportcomplexen in Dordrecht, waardoor op termijn besparingen gerealiseerd kunnen worden. Het college heeft daarvoor niet gekozen, omdat dat in de nabije jaren niet de gewenste bezuinigingen oplevert, er eerst investeringen nodig zullen zijn om die besparingen te kunnen waarmaken en omdat er niet gekwantificeerd kan worden hoeveel die besparingen zullen zijn. De twee voorstellen die wel in pakket A terecht zijn gekomen, zijn het afschaffen van de sportsubsidies en de bezuiniging op de Sportraad. In de sportsubsidieregeling worden de jeugdsportsubsidie, de sportstimuleringssubsidie en de subsidie voor de Dordtse sporttalenten afgeschaft. De kleedkamersubsidie zal afgebouwd worden, wat betekent, dat nieuwe aanvragen niet meer gehonoreerd zullen worden en de bestaande contracten blijven bestaan. Daardoor zal een aflopend budget over maximaal dertig jaar overblijven. De subsidie voor zwembadhuur zal blijven bestaan, aangezien anders een exploitatieprobleem voor de Sportboulevard zal ontstaan. Bovendien zullen de verenigingen die gebruik maken van het zwembad in de Sportboulevard, dan een grotere bijdrage moeten leveren. Dat is onredelijk gezien de tarieven die aan de overige sportverenigingen, die gebruik maken van gemeentelijke sportcomplexen, worden opgelegd. Het bedrag van de bezuiniging op de subsidies wordt geschat op 33.000 in 2014 en 66.000 vanaf 2015. De financiering van de Sportraad is ook in pakket A terechtgekomen. Dat betekent een aanzienlijke verlaging van het budget, nl. 18.250 in 2014, vervolgens 30.000 in 2015 en daarna 36.500 vanaf 2016. Ook hiervoor is door vijf oppositiepartijen een amendement ingediend, waarin voorgesteld werd de Sportraad per jaar 15.000 te laten inleveren. Ook dit amendement is verworpen. Bezuiniging op de Sportraad Met de bezuiniging op de Sportraad wordt eigenlijk bedoeld een vermindering van de bestuurskosten met 50%. De bestuurskosten van de Sportraad bestaan uit de reis- en verblijfkosten, de representatiekosten, de kantoorbehoeften, de aanschaf van niet-duurzame goederen en diensten, de advertentiekosten, de SportProm en de presentiegelden en vergoedingen. In de begroting voor 2013 worden de totale kosten voor de Sportraad geraamd op 73.000. Aangezien de vijf eerstgenoemde onderdelen altijd deel zullen blijven uitmaken van de bestuurskosten en de SportProm in zijn vorm het liefst behouden blijft, zal dus de besparing voor het grootste deel drukken op de presentiegelden en vergoedingen. Op een totaalbedrag aan presentiegelden en vergoedingen van 52.000 is dat een fors bedrag. Als het alleen op deze post zou drukken, gaat het budget in 2015 met 70% omlaag. De SportProm staat op de begroting in 2014 voor 15.000 en de rest van de bestuurskosten beslaan totaal 6.000. Naar verluidt is het percentage van 50% bezuiniging op het totaal bedrag uit de lucht komen vallen. Het had net zo goed een ander percentage kunnen zijn. 2
Volgens de Regeling Sportraad die door het college is vastgesteld, zijn de vergoedingen voor de leden van het algemeen en dagelijks bestuur gerelateerd aan de vergoedingen van de gemeenteraadsleden, zoals beschreven in het Rechtspositiebesluit voor raads- en commissieleden, artikel 2 en artikel 14. Sinds jaar en dag is deze relatie gelegd, zelfs voordat de dualisering in de gemeente is ingevoerd, is deze vergoeding vastgelegd geweest in de door de gemeenteraad goedgekeurde stukken betreffende de Sportraad. Een beperking van de vergoedingen betekent dus een aanzienlijke wijziging van en verschraling in de al jaren bestaande regeling. Omdat in artikel 8 van de Regeling Sportraad de vergoedingen en presentiegelden vastgelegd zijn, kunnen deze eerst wijzigen, nadat het college de Regeling heeft ingetrokken c.q. gewijzigd. Dat betekent, dat een eventuele wijziging voor de AB-leden pas kan ingaan in mei 2014 na de gemeenteraadsverkiezing en de benoeming van de sportraadleden door het nieuwe college. De eventuele wijziging voor DB-leden zal zijn beslag kunnen krijgen in mei 2015, nadat de huidige leden zijn afgetreden en de nieuwe door het college zijn benoemd. Het is merkwaardig, dat in deze bezuinigingsmaatregelen slechts van de Sportraad een offer gevraagd wordt, terwijl de gemeenteraad daarbuiten gelaten wordt. De door het college gedane vergelijking met de WMO adviesraad is onjuist. Deze adviesraad is geen bestuurscommissie in de zin van de gemeentewet, is een onafhankelijke adviesraad, heeft geen gedelegeerde bevoegdheden van het college, de leden worden niet door het college benoemd en deze raad is dus niet op dezelfde wijze ingebed in de gemeentelijke structuur zoals de Sportraad. Afgezien van de werkzaamheden kan dus ook niet de vergoedingen-structuur vergeleken worden. Opgemerkt moet worden, dat in de laatste twee zittingsperiodes de uitgaven van de Sportraad al zeer ingeperkt zijn. Zo is een specifieke, secretariële ondersteuning voor de Sportraad in de loop der jaren teruggegaan van 1,5 fte naar een ondersteuning binnen de formatie van Sportbedrijf. In de afgelopen twee jaar zijn ook de reis- en verblijfkosten, de representatiekosten, de kantoorbehoeften en advertentiekosten al aanzienlijk teruggebracht, omdat de leden van het dagelijks bestuur steeds meer voor eigen rekening hebben genomen en nauwelijks declaraties hebben ingediend. In mei 2013 was slechts 800,- van de bestuurskosten uitgegeven. Gevolgen voor de vergoedingen Nu de voorgestelde bezuiniging op de Sportraad standhoudt, is het zaak een andere vergoedingenstructuur te implementeren. In het Rechtspositiebesluit is bij de vergoeding voor commissieleden uitgegaan van de gemeenteklasse 5, die gerelateerd is aan het aantal inwoners van de gemeente Dordrecht, namelijk die van 100.001 tot 250.000. Aan AB-leden wordt de maximum vergoeding uitgekeerd: 117,94 per vergadering. Bij de vergoeding voor de leden van het dagelijks bestuur is uitgegaan van de gemeenteklasse 7, die geldt voor raadsleden en gerelateerd is aan het aantal inwoners van de gemeente Dordrecht, namelijk die van 100.001 tot 150.000. Voor de gemeenteraadsleden geldt een vergoeding van 1557,74 voor werkzaamheden en 176,66 voor onkosten. Deze bedragen zijn per maand. In de Regeling Sportraad is opgenomen, dat aan de voorzitter van de Sportraad 50% wordt uitgekeerd van de maximum vergoeding voor zowel werkzaamheden als onkosten en voor de andere leden van het dagelijks bestuur 40% van deze bedragen. Ook deze bedragen zijn per maand. 3
Overzicht Rechtspositiebesluit: Tabel IV. Vergoeding commissieleden Gemeenteklasse Aantal inwoners gemeente Maximum vergoeding werkzaamheden per vergadering 1 10 000 56,59 2 10 001 20 000 62,56 3 20 001 50 000 75,05 4 50 001 100 000 92,35 5 100 001 250 000 117,94 6 250 001 149,52 Tabel I. Vergoeding voor de werkzaamheden Klasse Inwonertal Maximum vergoeding werkzaamheden per maand 1 Tot en met 8.000 235,58 2 8.001 14.000 372,25 3 14.001 24.000 580,23 4 24.001 40.000 900,64 5 40.001 60.000 1172,56 6 60.001 100.000 1372,07 7 100.001 150.000 1557,74 8 150.001 375.000 1814,73 9 375.001 2209,35 Tabel II. Onkostenvergoeding raadsleden Klasse Inwonertal Maximum onkostenvergoeding per maand 1 Tot en met 8.000 44,31 2 8.001 14.000 58,86 3 14.001 24.000 78,13 4 24.001 40.000 107,28 5 40.001 60.000 138,76 6 60.001 100.000 158,00 7 100.001 150.000 176,66 8 150.001 375.000 210,46 9 375.001 252,43 4
Als men ervan uitgaat, dat gemeenteraadsleden geacht worden de totale bevolking van Dordrecht te vertegenwoordigen, circa 117.000, dan zou men op dezelfde wijze kunnen stellen, dat de Sportraad de georganiseerde sporters in Dordrecht vertegenwoordigt. Dat zijn er circa 30.000. In dat geval zou het te verdedigen zijn, dat de vergoeding voor AB-leden in de gemeenteklasse 3 valt en die voor DBleden in de gemeenteklasse 4. Daarmee blijft het Rechtspositiebesluit van kracht en is ook de plaats van de Sportraad in de gemeentelijke structuur gewaarborgd. Door deze redenering zou de vergoeding voor AB-leden 75,05 per vergadering gaan bedragen. De vergoeding voor DB-leden wordt dan respectievelijk 50% en 40% van 900,64 voor de werkzaamheden en van 107,28 voor de onkosten per maand. Er wordt voorgesteld het aantal AB-leden terug te brengen tot 25 leden inclusief de kwaliteitszetels. Daarnaast kunnen enkele sporten die aan elkaar verwant zijn, samengevoegd worden onder één vertegenwoordiger. Op deze wijze kan toch een maximale vertegenwoordiging van de sporters in Dordrecht bereikt worden. Teneinde de betrokkenheid van de AB-leden te vergroten, wordt voorgesteld het aantal AB-vergaderingen te stellen op vier, twee voor de zomervakantie en twee erna. Het aantal Sportkamers wordt teruggebracht tot vijf per jaar. Alleen voor de vergaderingen van het algemeen bestuur krijgen de leden een vergoeding. Zij worden wel geacht alle negen bijeenkomsten bij te wonen. Financiële context Indien alle 25 leden van het algemeen bestuur de vier vergaderingen bijwonen, is daarvoor een bedrag van 100 x 75,05 = 7505,- nodig. De praktijk leert dat gemiddeld 80% van de leden de vergadering bezoekt. Dat betekent dat een onkostenpost voor presentiegeld opgevoerd kan worden van 6.000,- De vergoeding voor de voorzitter bedraagt volgens bovenstaande uitgangspunten 50% van 1007,92 (werkzaamheden en onkosten) per maand. Totaal vergoeding is 6047,52 De vergoeding voor de andere leden van het dagelijks bestuur bedraagt dan 40% van 1007,92 per maand. Voor de vier leden betekent dat een vergoeding van 19.352,06 Het totaal bedrag aan vergoedingen voor het DB komt daarmee op 25.399,58. Dat betekent dat een onkostenpost voor vergoedingen opgevoerd kan worden van 25.000,- Gelet op de begroting voor 2013 betekent dit voorstel een besparing van 21.000,- vanaf 2016. De besparing voor 2014 is 3.000,- (alleen presentiegelden voor AB-leden) en voor 2015 is dat 12.000,-. Aangezien de nieuwe zittingsperiode eerst in mei van een jaar ingaat, betekent dat voor de begroting van 2014 een besparing van 1.500,- en voor de begroting van 2015 een besparing van 15.000,-. Vanaf 2016 wordt de totale besparing 21.000,- Voor de SportProm is in de begroting voor 2013 een bedrag opgenomen van 15.000,- Voorgesteld wordt dit vanaf 2014 terug te brengen tot 10.000,- Aanvullende financiering kan van eventuele sponsoren komen of de SportProm moet soberder worden aangekleed. De besparing vanaf 2013 is 5000,- Voor reis- en verblijfkosten en representatiekosten kan gezien de ontwikkelingen van de afgelopen jaren volstaan worden met een bedrag van 2000,- Het dagelijks bestuur ziet graag de herinvoering van het zogenaamde Piera-Lotsy-fonds en wil daarvoor 1000,- in de begroting opnemen. Dit fonds geeft de Sportraad de mogelijkheid om indien nodig naar eigen inzicht tegemoetkomingen en presentjes te verstrekken aan verenigingen die volgens het DB daarvoor in aanmerking komen. 5
Het overschot van dit bedrag aan het eind van een boekjaar kan terugvloeien naar de algemene middelen. De besparing op de rest van de bestuurskosten is daarmee 3000,- groot. Voor de begroting van 2014 betekent dit een uitgave van 63.500,- en dus een besparing van 9.500,- Voor de begroting van 2015 betekent dit een uitgave van 50.000,- en dus een besparing van 23.000,- Voor de begrotingen vanaf 2016 betekent dit een uitgave van 44.000,- en dus een besparing van 29.000,- Het verschil met de taakstelling is in 2014 8750,- en in 2015 7000,- en vanaf 2016 is dat 7500,-. Hiervoor is op dit moment nog geen dekking gevonden. Deze bedragen zouden gezien kunnen worden als de kwantificering van de vermindering van de personele inzet door het Sportbedrijf. Het is immers de wens van de Sportraad om AB-leden meer bij de uitvoerende werkzaamheden te betrekken in commissies die voorbereidende beleidszaken behartigen. In de begroting van het Sportbedrijf zal hiervoor echter hoogstwaarschijnlijk geen ruimte zijn. Bovendien kunnen de DB-leden enerzijds de notulering van DB-vergaderingen voor hun rekening nemen en andere redigerende werkzaamheden en anderzijds zich ook meer inzetten voor beleidsplannen en clubondersteuning. Daarnaast zijn er minder vergaderingen en wordt de verplichte aanwezigheid buiten de kantooruren verminderd. De kosten voor kantoorbehoeften en advertenties en voor niet-voorziene kosten dienen opgevangen te worden in de Sportbegroting die opgesteld wordt door het Sportbedrijf. Vanzelfsprekend is bovenstaande slechts een voorbeeld van hoe er met de taakstelling kan worden omgegaan. Andere mogelijke bezuinigingen zijn in de bijlage vermeld. Vergaderstructuur Sportraad Zoals hierboven vermeld worden vier vergaderingen van het algemeen bestuur per jaar gehouden, telkens de eerste maandag van een maand. Daarnaast zullen er vijf zogenaamde Sportkamers zijn, telkens ook de eerste maandag van een andere maand. Het dagelijks bestuur komt twaalf maal per jaar bijeen, telkens de derde maandag van de maand. Hiermee is ook een goede voorbereiding voor de Sportkamers geregeld, immers de onderwerpen voor de Sportkamer kunnen op deze manier twee weken tevoren bepaald en bijtijds gecommuniceerd worden. Voorafgaande aan een DB-vergadering wordt er een spreekuur gehouden van 19.00 tot 19.30 uur, waar sportverenigingen maar ook individuele sporters vragen kunnen stellen, plannen presenteren of klachten uiten. Op deze wijze hebben alle sporters het gevoel, dat zij vertegenwoordigd worden en invloed kunnen aanwenden. Hoewel het algemeen bestuur minder leden gaat tellen, zijn er toch door samenvoeging van sporten 34 van de 44 sporten in Dordrecht vertegenwoordigd. Volgens de nieuwe indeling blijven er op deze manier tien kleine sporten met minder dan honderd leden over, die niet rechtstreeks vertegenwoordigd zijn. Overigens blijft de Regeling Sportraad van kracht waarin vastgelegd is, dat als een van de grotere sporten niet vertegenwoordigd wil zijn, aan de volgende op de lijst gevraagd wordt een vertegenwoordiger te leveren. Om toch de mogelijkheid te bieden dat alle sportverenigingen met de Sportraad kunnen spreken over allerlei zaken die hen bezighouden, wordt twee maal per jaar een zogenaamd Groot Sportoverleg (GSO) georganiseerd. Deze bijeenkomst kan ook de vorm hebben van een sportcafé, een informatieavond of discussieavond. Het is goed als het dagelijks bestuur twee maal per jaar een overleg heeft met (een deel van) het college. 6
Portefeuilles dagelijks bestuur en ondersteuning Het dagelijks bestuur zal bestaan uit: 1 voorzitter 1 vice-voorzitter 1 lid die optreedt als secretaris/notulist 1 lid die financiële zaken behartigt 1 lid die met name contact houdt met de niet-vertegenwoordigende verenigingen/sporten. Bij het Sportbedrijf is een van de medewerkers belast met de ondersteuning van de Sportraad in de functie van ambtelijk secretaris. Deze persoon zal alle vergaderingen van het algemeen bestuur en de Sportkamers bijwonen. Het Sportbedrijf zal verder ook allerlei regelende taken op zich nemen, zoals beantwoorden van de telefoon, bespreken van vergaderlocaties, beheren van agenda s, zorgen voor catering, verzending van stukken en het bijhouden van de site en statistische gegevens. Daarnaast ondersteunt het Sportbedrijf de Sportraad in het organiseren van excursies, de SportProm en andere bijeenkomsten. Jaarkalender Hieronder een voorstel voor de indeling van de verschillende vergadermomenten. Onder invloed van vakanties en feestdagen kan een datum een week verschoven worden. Dat is voor elk kalenderjaar anders. jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Week1 SK AB SK AB SK AB SK AB SK Week 2 Week 3 DB DB DB DB DB DB DB DB DB DB DB DB Week 4 GSO GSO De kalender laat ruimte over voor andere bijeenkomsten, zoals sportcafés, voorlichtingsbijeenkomsten en andere ad hoc vergaderingen. Bijeenkomsten waar ook raadsleden aanwezig kunnen of moeten zijn, worden niet op maandag gehouden. Vergaderingen van ad hoc commissies worden bij voorkeur op een donderdag ingepland. Vertegenwoordiging van sporten in het algemeen bestuur Voorstel voor een nieuwe indeling: nr tak van sport leden vertegenwoordiger aantal ver. totaal 1 Voetbal 6709 13 6709 2 Tennis 3984 7 3984 3 Gymnastiek 2673 6 2673 4 Schaatsen 2253 3 2432 IJshockey 179 1 5 Korfbal 2408 5 2408 7
6 Zwemmen 1326 2 2360 Zwemmend redden 747 1 Waterpolo 287 1 7 Atletiek 1250 2 1416 Wandelsport 110 2 Triathlon 56 1 8 Roeien/zeilen 822 2 1006 Kanoën 141 1 Watersport 43 1 9 Hockey 898 1 898 10 Golfen 850 1 850 11 Bridge 489 4 671 Schaken 128 2 Dammen 54 1 12 Paardensport 526 2 526 13 Klim- en bergsport 500 1 500 14 Volleybal 459 2 459 15 Biljarten 442 15 442 16 Onderwatersport 244 1 341 Duiken 97 1 17 Skiën 338 5 338 18 Tafeltennis 329 3 329 19 Wielrennen 254 1 254 20 Basketbal 202 1 202 21 Schieten 139 1 169 Handboogschieten 30 1 22 Badminton 134 1 134 23 Honk- en softbal 117 1 117 reserve: a Bowlen 108 1 108 b Karate 75 1 75 c Handbal 69 1 69 d Rugby 66 1 66 e Aikiko 63 1 63 f Radiovliegsport 60 1 60 g Bowls 49 1 49 h Krachtsport 49 1 49 i Jeu de boules 38 1 38 j Boksen 5 1 5 24 KNVLO 25 Ouderensport 8
Bovenstaande indeling kan wijzigen, zodra de nieuwe ledenlijsten bekend zijn per 1 januari 2014. In december 2013 zal de procedure starten voor de verkiezing van de leden voor de zittingsperiode 2014-2018. Uit de lijst moge blijken, dat voorgesteld wordt de kwaliteitszetel voor aangepast sporten op te heffen. Aparte verenigingen voor aangepast sporten zijn er niet meer en de sporters met een beperking hebben onderdak gevonden bij de reguliere sportverenigingen. Via het SAD worden de belangen van deze sporters wel behartigd. De sporten motorvoetbal en rolhockey worden niet meer beoefend in Dordrecht. Bij NOC*NSF liggen voorstellen om nieuwe sporten toe te laten. Dat kan betekenen, dat ook in Dordrecht de lijst op termijn aangepast zal moeten worden. Taakopdracht Sportraad De leden van het algemeen bestuur die meerdere verenigingen vertegenwoordigen, zijn verplicht minstens drie maal per jaar een bijeenkomst te organiseren met de voorzitters c.q. een ander bestuurslid van elke onder dit lid van het algemeen bestuur vallende vereniging om zaken die de Sportraad aangaan, te bespreken en ook mededeling te doen van zaken waarmee de Sportraad zich bezighoudt. Van deze bijeenkomsten dient de vertegenwoordiger een verslag te maken en aan het dagelijks bestuur te overhandigen. De verenigingen die niet rechtstreeks in het algemeen bestuur vertegenwoordigd zijn, worden door het daartoe aangewezen lid van het dagelijks bestuur minimaal twee maal per jaar bezocht. Leden van het algemeen bestuur worden uitgenodigd deel uit te maken van ad hoc commissies met een speciale opdracht. Op deze wijze wordt de betrokkenheid van deze leden vergroot. Het karakter van deze commissies is voorbereidend voor een behandeling in de Sportkamer. Zodoende komen er ook meer uitvoerende werkzaamheden bij het algemeen bestuur te liggen. Indien nodig krijgen de bedoelde commissies ook ondersteuning van het Sportbedrijf. Te denken valt aan commissies op het gebied van de SportProm, de tarieven, de herstructurering van de sportcomplexen, de binnensportaccommodaties en alle andere door het dagelijks bestuur noodzakelijk geachte onderwerpen. Het dagelijks bestuur streeft er ook naar meer beleidsvoorbereidend bezig te zijn en verwacht meer dan nu het geval is, betrokken te zijn bij de ontwikkelingen aan de voorkant van het ontwikkelingstraject. Het dagelijks bestuur verwacht bijtijds op de hoogte gebracht te worden van het moment dat een raadsinformatiebrief gereed is, opdat er ook tijdig een advies aan het college uitgebracht kan worden. Het verwacht van het college dat de Sportraad, zoals in de Regeling Sportraad is omschreven, in ieder geval om advies gevraagd zal worden over die onderwerpen, die financiële gevolgen hebben. De Sportraad hecht er waarde aan de communicatie beter tot zijn recht te laten komen middels de site, de sportpagina s en door meer gebruik te maken van het Sportraadlogo in alle gevallen dat het opportuun geacht wordt. In ieder geval wil de Sportraad op de Sportpagina s in Dordt Centraal elke keer een aparte kolom ter beschikking te hebben om belangrijke mededelingen vanuit de Sportraad te kunnen ventileren en om data van belangrijke bijeenkomsten te kunnen mededelen, zoals openbare vergaderingen inclusief de onderwerpen die besproken zullen worden. Correspondentie vanuit de Sportraad zal altijd op briefpapier met het logo van de Sportraad gevoerd worden. Omdat met het afschaffen van de (meeste) subsidies een deel van de legitimering en status van de Sportraad is weggevallen, stelt de Sportraad het op prijs een andere bevoegdheid van het college overgedragen te krijgen. Het ligt daarbij voor de hand, dat het beheer van de gemeentelijke sportaccommodaties tot de mandatering kan behoren. Overigens zal dat niet het onderhoud kunnen betreffen, noch alles in zake vastgoed en grote investeringen. 9
Conclusie Het is de overtuiging van de Sportraad, dat op de manier die hierboven is beschreven, zowel de taakstelling gerealiseerd kan worden, als ook de status en legitimering beter tot zijn recht komen. De taakomschrijving in de Regeling Sportraad krijgt bovendien een nieuwe impuls. De leden van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur zullen zich hierin ook beter kunnen herkennen. Vanzelfsprekend kan de herziening van de Regeling Sportraad en de vertegenwoordiging in het algemeen bestuur pas in mei 2014 ingaan. Het ligt echter voor de hand, dat de zaken die eerder ingevoerd kunnen worden, zoals de werkwijze van het dagelijks bestuur, ook nog in 2013 geïmplementeerd zouden kunnen worden. Dordrecht, 10 september 2013 Het dagelijks bestuur van de Sportraad 10