2008 Daan Als je drugs gebruikt, ben je niet met je toekomst bezig



Vergelijkbare documenten
2006 Iria Dit was mijn redding uit de psychiatrie

2009 Jürgen Zo ver stappen? Ik dacht dat ze zot waren. Ik denk dat nog altijd.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Vroeg Interventiedienst Drugs

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

H E T V E R L O R E N G E L D

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Verhaal: Jozef en Maria

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Iris marrink Klas 3A.

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Bijlage 3: Interview cliënt

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

2000 Elke Ik kan echt niks vertellen dat niet goed was aan die tocht. Echt niet.

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

sarie, mijn vriend kaspar en ik

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Beste vrienden, ik mag jullie vandaag vertellen over de laatste week van het leven van Jezus.

Wat was voor jou de belangrijkste reden om aan dit project mee te werken?

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco.

2003 Alana Ik ben blij wie ik nu ben, door alles wat ik meegemaakt heb

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

STELLING HET SOCIALE LEVEN VAN JONGEREN ER IS NIKS MIS MEE OM VEEL OVER HET IS NIET GEVAARLIJK OM JE JEZELF OP MSN TE ZETTEN.


Inhoud. Woord vooraf 7. Het allereerste begin 9. Oervaders 19. Israël als moeder 57. Wijsheid voor ouders en kinderen 83. Koninklijke vaders 113

U in het middelpunt Die migraine hè Levenservaring verzilveren

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Mijn Hummelboekje. HOOFDSTUK 1: t Hummelhuis

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

De tijd die ik nooit meer

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

't gummybeertje le journal D' Hoge School redactie: Tom & Senne jaargang 3 nr. 7 frankieweyns@hotmail.

tje was saai. Haar ouders hadden een caravan, waarmee ze ieder jaar in de zomer naar Frankrijk gingen. Ook voor deze zomer was de camping al

Luisteren: muziek (B1 nr. 4)

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

ISABEL EN BAS VAN RHIENEN (6)

Nieuwsbrief december 2010

Faux Pas Test (Volwassenen versie)

2009 Kizzy Je leeft constant samen met elkaar. Op den duur verander je.

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

EEN WEEKEND ZONDER ZORGEN. door. Herman De Jonghe

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Eindverslag SLB module 12

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

BINNENSUIS Jehudi van Dijk

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

D E P A U L U S C A K E of de suiker is niet méér waard dan het zout

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Zaki stapte in 1993 samen met een andere jongen en Paul, zijn begeleider naar Santiago de Compostela.

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen.

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

Bijbellezing: Johannes 2 vers Bruiloftsfeest

Ik heb geen zin om op te staan

Wat je moet weten over hasj en wiet

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Van verslaving naar herstel!

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

London. klas 2B kompas. Dagboek: Gemaakt door Stacey Wilbrink

Presentatie Tranzo Zorgsalon 29 november 2012 Christine Kliphuis

Genieten van het echte leven

2011 Gaetan Ik heb op mijn tanden gebeten, tot op het einde.

Erasmusbestemming: Universiteit

September 2008 Door: Charlotte Storm van s Gravesande. Bijbehorende foto's: zie onderaan de tekst. Hallo mede dierenvrienden,

Antwoorden Thema 5 woonomgeving. Oefening mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10.

't gummybeertje le journal D' Hoge School redactie: Stina en Catho jaargang 3 nr frankieweyns@hotmail.

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

Interviewfragmenten. Vraag 1: Heeft u een zeer goede, goede, redelijke of slechte gezondheid?

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.:

VERSJES: Mourik lou VADERDAG. Lieve papa, kom eens even met uw hoofd heel dicht bij mij. k wil u graag een zoentje geven en u krijgt daar nog wat bij!

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT

Borstkanker ''Angst voor het onbekende''

Eerste druk, Arinka Linders AVI E5 M6 Illustraties: Michiel Linders

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Elk seizoen een nieuw interieur

Een week varen met de morgenster. Suzanne van Tilborg.

Vlinder en Neushoorn

1 Ben of word jij weleens gepest?

Hoe voorkom je diefstal op reis.

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

1989 Hubert Ik was soms aan het roepen en tieren in die bergen. Zo zwaar was het.

HET VERHAAL VAN KATRIN

ik? Houd je spreekbeurt over GGNet

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn:

Twee blauwe vinkjes. Door: Lenneke Sprong

Nieuwsbrief CliëntAanZet

Mijn mond zat vol aarde

Transcriptie:

2008 Daan Als je drugs gebruikt, ben je niet met je toekomst bezig Daan(fictieve naam) stapte in 2008, van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela en Finisterra met begeleider Max In het begin wist ik niet goed wat ik van Max moest denken. Een beetje een rare verschijning. Hij heeft een hele speciale kop hé, met zijn wit haar zo. Maar uiteindelijk de goeie ervaring van mijn tocht heeft héél veel met de begeleider te maken. Ik woonde bij mijn ouders. Via vrienden op school kwam ik in contact met drugs en ik ben beginnen gebruiken. Ik was nog vrij jong. Na een tijdje begon ik meer te gebruiken en ook te verkopen. Ik gebruikte zowat alles: alcohol, drugs, cocaïne toestanden. Ik gebruikte wel regelmatig, maar t was vooral om te experimenteren en weg te zijn. Ik was niet echt verslaafd aan een product. Dat was al een tijdje bezig en op mijn 13, 14 jaar ben ik op een keer met een overdosis in het ziekenhuis beland. Mijn ouders zijn me daar toen komen halen. Maar daarna gebeurde dat nog eens, en nog eens, en nog eens misschien was ik toen wel een beetje verslaafd. Op den duur kwam daar politie bij en dan hebben ze voorgesteld dat ik in opname zou gaan. Er zijn twee ontwenningsklinieken voor jongeren: Duffel en Tienen. De dag daarna zat ik op een K-dienst. Er was eigenlijk geen plaats, maar ze hebben me daar toch naartoe gebracht. Dat begint eerst met een maand, en dan wordt dat verlengd met nog een maand, en nog eens, en nog eens Ik ben daar tien maanden gebleven. In het begin was dat nieuw, een ramp eigenlijk. Dat is een gesloten instelling. Echt erg. In die tijd had ik zoiets van: Het maakt allemaal niet uit. Het kan me allemaal niks schelen. We deden daar een beetje sport, soms tekenen, veel gesprekken, er kwam drie uur per week iemand een beetje les geven maar alles tegen mijn goesting. Zelfs als er iets mét goesting was, dan ging je nog tégen je goesting! Omdat het dáár was. Als je je goed gedraagt, mag je daar in het weekend buiten. In het begin ben ik een keer of zeven, acht thuis geweest. Maar daarna niet meer zoveel. Niet omdat ik me niet gedragen had, maar ik was een paar keren gaan lopen. Meer tegen het einde, na een half jaar of zo, begon ik mij daar toch thuis te voelen. Op den duur moet je wel, hé. De weekends dat ik naar huis mocht, gebruikte ik soms nog wel, maar niet overdreven. Zeker tegen het einde van die tien maanden minderde dat. Toen ik daar vertrok, nam ik geen drugs meer. Ik heb voor het eerst van Oikoten gehoord via Bruno. Die heeft vroeger zelf nog bij Oikoten gewerkt en nu werkte die daar. Die sprak eerst over een werkproject en dat zag ik wel zitten. Maar toen ik over die staptochten hoorde, dacht ik meteen: Ja! Dát ga ik doen. Al een paar dagen later - of een paar weken, ik weet het zo juist niet meer heb ik een brief gestuurd. Ik ben toen uitgenodigd voor een gesprek op Oikoten, met Sophie en Jef denk ik. Ik vond het daar direct gewoon zalig. Die mensen, 1

die boerderij en toen ze over die tocht vertelden, was ik nog meer enthousiast. Santiago dan heb je een doel voor ogen, iets waar je naar kan uitkijken. Eerst kreeg ik te horen dat ik niet meekon, want ze hadden iemand anders gekozen. Dat was een grote ontgoocheling. Maar om een of andere reden was er iets met die jongen zijn paspoort en die kon niet mee. En plots kon ik dan tóch mee. Daarna ging het allemaal heel snel, ik moest nog maar een dag of tien op die K-dienst blijven. Ik vond het erg spannend, maar ook plezant. Ik was heel blij dat ik gekozen was om te kunnen meegaan. Ik geloofde er écht in. Ik wist zeker dat ik die tocht zou uitdoen, ik was heel vastberaden. Mijn zusje zag het ook meteen zitten dat ik die tocht deed - ik heb altijd een heel sterke band gehad met haar. Mijn mama ook. Eigenlijk zagen alle mensen rondom mij het zitten, ze stonden achter mij. Er was maar één iemand die zei dat me dat niet zou lukken. Dat was het diensthoofd van die K- dienst. Max, mijn begeleider van Oikoten, is dan nog naar de K-dienst gekomen. In het begin wist ik niet goed wat ik van Max moest denken. Een beetje een rare verschijning, maar uiteindelijk Hij heeft een hele speciale kop hé, met zijn wit haar zo. We zijn samen iets gaan drinken en hij vroeg hoe het was op die K-dienst en wat ik daar deed. Een week daarna begon de voorbereiding. Die voorbereiding vond ik het zwaarste aan heel de tocht. Fysiek ging dat echt niet! Vijf kilometer stappen, dat was voor mij gewoon dodelijk. Ik geloof dat ik over die eerste afstand een ganse dag gedaan heb! Heavy! Ik had op die K-dienst wel een beetje sport gedaan - tegen mijn goesting - maar ik wilde absoluut bewijzen dat het toch zou lukken. Die eerste vijf kilometer motiveerde mij nog meer! Dat was een extra reden om door te gaan. Al was het maar om te bewijzen dat die van die K- dienst ongelijk had. Na één dag Tildonk zijn we naar Biez gegaan. Daar sliepen we op de zolder. Toen ik daar de eerste keer die rugzak volledig gevuld had, dacht ik: Dit gaat nóóit lukken! We hebben in Biez toen een paar dagtochtjes gemaakt, eerst met een halve rugzak en daarna met telkens iets meer erbij. Op het einde zijn we in twee dagen terug naar Tildonk gestapt. Het afscheidsfeestje viel op 19 augustus, mijn verjaardag. Ik werd 16 jaar. Dat was een plezant feestje, behalve de ondertekening van die overeenkomst. Dat was nogal officieel. Ik vond dat raar, met al die partijen: de jeugdrechter, de consulent van de jeugdrechtbank, een begeleidster van de K- dienst, mijn ouders Ik heb heel veel geluk gehad met mijn jeugdrechter, mevrouw Cardoen in Brussel. Die was zo n beetje alternatief. Die consulente heb ik ook regelmatig gezien. Mijn ouders waren er ook, maar dat wilde ik eigenlijk niet. Ik wilde ook niet bij hen gaan zitten, ik was koppig. Altijd geweest. Ik zat bij Max en Sophie, de projectverantwoordelijke. op tocht We reden met de trein van Leuven naar Brussel. Dat was wel raar. Ineens besefte ik: Oei, drie maanden is toch lang! Wat heb ik nú gedaan? We zijn dan verder gereden naar een grote stad in 2

Frankrijk - neen, niet Parijs - en dan moesten we naar Le Puy-en-Velay. We zijn dan ook nog op een verkeerde trein gestapt. (lacht) We zijn vrij laat in Le Puy toegekomen en zijn daar in een klooster gaan slapen. We wisten vooraf dat we daar terecht konden. Dat waren aparte kamers met vier bedden.toen we s morgens in dat klooster opstonden, kregen we zo n grote kop koffie. Maar ik was niet gewoon om koffie te drinken en daar werd ik al meteen hyperactief van. (lacht) Het was heel goed weer, warm, rustig, eind augustus Ik had meteen het gevoel dat wij goed vertrokken waren. In het begin was dat wel wat afzien. Ik heb geen enkele blaar gehad, maar ik had last van mijn voeten, mijn kuiten deden zeer, mijn rug had last van die rugzak. Na een week of drie ben ik ziek geworden, een soort bronchitis en koorts. Ik was oververmoeid, denk ik, het was gewoon te zwaar. De achterban van Max kwam toen net meestappen en ik heb nog een dag of drie doorgestapt met koorts. Maar dan ging het niet meer. We zijn dan een dag ergens gebleven en een van die meestappers was een dokter. Die heeft iets voorgeschreven en dat zijn we gaan halen. Ik geloof dat die dokter ook nog geld gegeven heeft voor een taxi, en dan hebben ze mij twee dagen verder gebracht naar een klooster en daar ben ik dan bijgekomen. Later heeft Max ook eens iets gehad, aan zijn kuit. Toen hebben we ook een stuk met de auto gedaan. Toen moesten we liften, maar dat mocht. Kort na die eerste meestappers kwam de achterban op bezoek. Dat waren Sophie en nog enkele mensen van Oikoten. Ik had zelf ook iemand als achterban, een begeleider van die K-dienst. We hadden daar ooit eens een tocht gedaan naar Schotland, met een groep en vier of vijf begeleiders. Iemand van een andere dienst organiseerde dat mee en dat klikte goed. Die persoon is mijn achterban geworden. Ik had overigens niet veel keuze. Familie mocht niet en ik had geen vrienden ouder dan 26 jaar. Ik had die begeleider al over Oikoten verteld, en toen ik het vroeg heeft die direct ja gezegd. Maar voor mij moest dat niet echt, zo n achterban. Zonder had ook gekund. Ook brieven schrijven hoefde niet voor mij. Ik kreeg vrij veel post onderweg en dat was leuk natuurlijk. Maar ik voelde me dan verplicht om ook eens een kaartje terug te schrijven of zo, en dat was tegen mijn goesting. Moest die tocht nu zwaarder geweest zijn, dan zou brieven schrijven misschien fijn geweest zijn. Maar ik had eerder het gevoel dat ik op vakantie was, die tocht was eerder ontspannend. Er zijn onderweg wel dingen die je mist natuurlijk, zoals eens een keer goed kunnen uitgaan. Maar het zijn voor 99 procent goeie herinneringen. Ik heb ook nooit heimwee gehad, eerder omgekeerd. Ik was graag weg op mijn eentje. Ik heb daar nooit last van gehad. Je leeft nú, hé! Er zijn de hele tocht meestappers gekomen, dat was allemaal op voorhand zo gezegd. Ik herinner me nog twee vrienden van Max, Paul en Pieter. Ik vond dat oké, al had ik wel liever iets jongere mensen als meestappers. Op een keer is een vriendin van Max komen meestappen, samen met een jonge, nieuwe begeleider die nog nooit een tocht gedaan had. Dat vond ik fijn, omdat het heel gezellige momenten waren. Samen met vier of meer op stap, samen eten, gezelligheid De eerste maand vond ik het moeilijkste. Maar eens dat voorbij was, viel het mee.in Frankrijk volgden wij de GR, we hebben bijna nooit moeten zoeken op een kaart. Meestal liepen we samen 3

met ons twee, en s avonds zetten we onze tent gewoon ergens neer op een mooi plekje waar we dachten dat het geen probleem was. Dat ging goed, we gingen dat meestal niet vragen. In Frankrijk sliepen we vaak in de tent, maar ik sliep veel liever binnen. Dat tentje was veel te klein, ik geraakte daar nauwelijks in. Als het regent, lig je in zo n minitentje ook bijna tegen het zeil. Er was snel condensvorming - er was eigenlijk ook iets mis met die tent, denk ik. En dan die slaapzak met die binnenslaapzak, je ligt daarin te draaien, dat geraakt dan helemaal door elkaar ik deed bijna geen oog dicht. Neen, dat vond ik niks. Moest Oikoten het verplichten om altijd in die tent te slapen, ik zou daar zeker tegenin gekomen zijn. Ik zag dat echt niet zitten. Maar ondanks die tent is de tocht enorm goed verlopen voor mij, van het begin tot het einde. Ik heb maar één slechte dag gehad. We zaten in de buurt van de Pyreneeën en het regende en ik was moe en ambetant, het was lastig. Max was voorop om een gîte te zoeken en ik kwam achterop. Onderweg had ik het gevoel van ik stop, maar dat was maar een kort moment. Niet dat ik dacht: Nu ga ik naar huis. Het was meer een moment dat het moeilijk was, maar waar ik ook weer over geraakte. Dat heeft misschien maar een halve dag geduurd. Dat is raar, maar op tocht is het allemaal zo simpel. Zalig. Het klikte goed tussen Max en mij. Zo n tocht begeleiden is niet gemakkelijk, denk ik. Je moet natuurlijk een beetje geluk hebben wie je mee hebt, maar je weet nooit op voorhand hoe het allemaal zal lopen. Max heeft me nooit een verplichting opgelegd, hij heeft me altijd vrij gelaten. Ik denk dat dat heel goed is geweest. Wij beslisten bijvoorbeeld samen over de aankopen. Max at geen chocola en dronk geen cola, maar dan kwam hij wel de winkel uit met chocola en cola voor mij. Nu eet ik dat niet meer, maar op tocht kan dat smaken, zo n suikers. Ons budget was overigens juist genoeg om toe te komen. Nooit erover geweest of tekort gehad. Max hield die boekhouding goed in het oog. Op het einde hadden we 3 euro over! Eén keer heb ik ruzie gehad met Max - eigenlijk was dat geen ruzie. Het was meer over mijzelf, over mijn problemen. Ik praatte daar niet graag over, maar hij bleef daar over doordrammen. Ik werd lastig en zei dat hij moest ophouden en niet moest zagen! Hij is dan doorgelopen en een tijdje verder stond hij me op te wachten. Hij excuseerde zich dat hij daar niet had moeten over doorvragen. Hij mocht vragen wat hij wilde, hé. Maar ik mocht zeggen dat hij mij moest gerust laten. samen onderweg met andere pelgrims In Spanje volgden we de camino langs Logroño, Burgos en Leon. Die foto die in Oikoten hangt, is in Logroño genomen. Ik heb daar een boccadillo in mijn hand - die broodjes vond ik heel lekker - en er staat ook een St Jacobsschelp op. Maar zelf heb ik die nooit op mijn rugzak gehangen. In Spanje sliepen we meestal in een refugio. Daar ontmoette je ook veel mensen, meer dan in Frankrijk. In die refugio s kookten we vaak samen met anderen, dat was elke avond plezant. Er was wijn, gezelligheid, voorgerechtjes, zeker met zo n hele groep is dat echt iets anders. In Frankrijk was ik wat vermagerd, maar in Spanje ben ik terug bijgekomen. Eén keer is het eten tegengevallen. We waren in een klooster en we kregen looksoep. Die lag vol dikke stukken brood en dat was zo n 4

glibberige boel geworden. Dat was misschien niet slecht, maar het zag er niet uit. Dat was gewoon niet te eten. Dat contact met die andere mensen had ik heel graag. Als het klikt, ben ik altijd heel sociaal. Je kookt samen, je babbelt wat, je hoort eens iets van een ander. Niet dat ik de taal kende, maar ik kon me wel een beetje verstaanbaar maken. Drie maanden is ook wel zwaar en lang om altijd met dezelfde persoon te praten. Dus zocht je vanzelf al eens contact met anderen onderweg, voor de afwisseling. Iedereen deelde ook veel met elkaar, dat was heel fijn. Ken je die wijnfontein? Dat is ergens een kraantje waar je volop wijn kan drinken aan een fontein. Daar zijn we bijna heel de dag gebleven. Dat was teveel. Voor iedereen trouwens. Daar stond een bordje dat het verboden was onder de achttien jaar. Dat mocht ik dus eigenlijk niet.(lacht) Ik had vroeger met mijn ouders al wel in Spanje gereisd. Wij gingen meer naar toeristische plaatsen, maar dat kan je niet vergelijken. Dit is iets helemaal anders. Op tocht kom je stuk voor stuk prachtige, speciale mensen tegen. Alleen al hun aanwezigheid ik weet niet hoe ik dat moet zeggen. Die mensen hebben heel andere gedachten. Die hebben allemaal hun eigen reden om die tocht te doen. Iedereen doet dat natuurlijk voor een andere reden, maar iedereen hééft wel een reden. Naar het einde toe liepen we soms met een groep van vijftien mensen samen. Toen werd het zelfs wat druk. Max en ik liepen dan vaak apart, elk in een groep met andere stappers. Zonder al die mensen zou het me minder meegevallen zijn, dan zou ik het moeilijker gehad hebben. Met sommige van die mensen onderweg heb ik nog contact via Facebook en ik heb ook heel wat van die mensen toegevoegd aan mijn contacten. Af en toe kijk ik daar naar, ook al is het nu weer eventjes geleden. Ik zie wel waar ze zich mee bezighouden en zo, maar echt contact is er natuurlijk wel minder. Santiago Op de tocht ben je bezig met één doel, met een eindpunt, met in Santiago te geraken. En ineens ben je er. Dat was vrij pakkend, dat wel. Het gedacht van er te zijn. Dat is toch een prestatie, hé? Max en ik zijn samen aangekomen, we waren mooi op tijd. Het was alleen spijtig dat we toen niet samen waren met die groep waar we veel mee optrokken. Soms waren die voor ons of soms een paar dagen achter, want we volgden een ander schema. Om ons schema te doen kloppen, moesten wij immers soms een rustdag nemen. Anders was dat vervelend voor de mensen die kwamen meestappen. Die rustdagen moesten eigenlijk niet voor mij, ik had liever samen met die groep blijven stappen. Nu doorkruisten die rustdagen dat en dan deden we toch niks. Santiago was aankomen, daarna was het nog een beetje uitbollen tot Finisterra, het eindpunt van onze tocht. We zijn dan met de bus terug naar Santiago gereden en daar zijn we nog een dag of twee gebleven. Santiago is natuurlijk een leuk stadje, maar het was niet wat ik me ervan voorgesteld had. Wel leuk was dat we daar onze oorkonde kregen. Die ligt nog ergens bij mijn vader. Maar ik hecht daar geen bepaalde waarde aan. Mijn stempelboekje, mijn tochtboekje en mijn schoenen heb ik ook nog. Maar dat is het zowat. Van mijn achterban heb ik ook nog enkele foto s gekregen. 5

Ik was er toen heel erg mee bezig om ook te voet terug naar België te komen. Maar dat is er niet van gekomen. Het was te moeilijk om dat georganiseerd te krijgen en dat moest ook kunnen betaald worden. We zijn met de nachttrein naar huis gereden, maar dat was absoluut niet leuk. Ik was veel liever te voet teruggekeerd. Toen we aankwamen in het station van Leuven, was Sophie daar en mijn moeder ook. Mijn vader niet - wij kwamen niet overeen. De laatste tijd beginnen we elkaar terug meer te zien en praten we meer met elkaar. Maar toen niet. Toen ik in Leuven aankwam, vertelde mijn moeder dat ze gescheiden waren. Ze woonden nog wel in hetzelfde huis, maar zij ging verhuizen. Voor ik vertrok, waren mijn ouders niét gescheiden, toch niet dat ik weet. En ineens krijg ik dat te horen!? Ik was heel kwaad! Ze hadden me dat toén moeten zeggen! Dan zou ik geprobeerd hebben dat ze niet uit elkaar zouden gaan. Dan was ik zelfs niet vertrokken! Maar voor de rest is daar niks over gezegd, ook niet toen we thuis kwamen. We hebben daar niet meer over gepraat. Op de receptie s avonds was er veel volk. Familie vooral, alle vrienden van Max, mijn achterban en die van Max, de mensen van Oikoten. Mijn eigen kleren lagen daar nog! Dat was zááálig om propere kleren aan te doen. Ik vond die receptie plezant en ook wel een beetje spannend. Want ik was nog absoluut niet bezig geweest met een nieuw leven of zoiets. terug thuis, van kwaad naar erger Toen ze gescheiden zijn, is mijn vader alleen in dat huis blijven wonen. Ik woon nu met mijn oudere broer bij mijn moeder. Ze heeft wel iemand anders leren kennen, maar die woont niet bij ons. Met mijn broer heb ik heel lang geen contact gehad. Ik heb met hem nooit zo n sterke band gehad als met mijn zusje. Die periode na de tocht was niet zo goed. Ik weet eigenlijk niet goed wat er toen gebeurd is. Ik heb toen een jaar niks gedaan, behalve een beetje het varken uitgehangen. Ik kwam ook terug in contact met verkeerde vrienden, dat was echt niet goed. Ik ben terug beginnen gebruiken, misschien wel zwaarder dan voor mijn tocht. Geen zwaarder spul, maar wel veel meer en veel frequenter en veel regelmatiger. Dingen als cocaïne, speed, vooral stimulerende middelen, pepmiddelen. Je gebruikt omdat je je niet goed voelt. Je bent dan ook niet bezig met je toekomst. Ik zat terug in nesten, en Oikoten heeft dan kunnen regelen dat ik twee maanden naar Kreta kon. Max woonde daar, op een klein uurtje van de luchthaven en de hoofdstad Heraklion. Het is daar heel mooi, echt de moeite waard. Max leefde in Kreta op een heel andere manier. Dat zette mij wel aan het denken, dat het anders kan zijn dan in de maatschappij. Ik dacht toen: Ik wil ook niet mijn hele leven van 8 tot 5 werken, altijd hetzelfde. Dat sprak mij wel aan in hem. Ik wil ook niet wachten tot mijn 65 ste om dingen te doen die ik graag doe. Ik denk dat ik die liever nú wil doen. Reizen bijvoorbeeld. Ik vond het raar dat ik daar niet eerder aan gedacht had om op weg te gaan. Het gedacht dat je ergens anders volledig opnieuw kan starten. Allez, ik weet het niet natuurlijk, t is eerder een droom. Maar waarom niet? Een tijdje naar Kreta gaan of zo? 6

In Kreta rookte ik soms wat weed, maar voor de rest niks. Dat is wel het perfecte land om dat niet nodig te hebben, alles liep daar weer perfect. Maar toen ik na die vakantie terug in België kwam, was het weer om zeep. Ik ben terug bij mijn moeder gaan wonen en toen is het écht verkeerd gegaan. Ja, t is heel erg moeilijk geweest. (slikt) Zo erg, dat ik dacht dat het niet meer goed zou komen. In geen tien dagen was ik 30 kilo afgevallen. Ik woog nog maar 60 en kort daarna ben ik in een psychose geraakt. Ik had schrik om daar niet meer uit te geraken. Je hebt geen contact, je verliest voeling met je omgeving je leeft eigenlijk niet meer. Dat was een heel vies gevoel. Dat moeilijke moment heeft maar een paar dagen geduurd, maar ik besefte dat ik dat niet wilde. Dat mocht niét terugkomen!als ik dit nog een tweede keer moest beleven, dan Ik heb toen tegen mezelf gezegd dat er iets moest veranderen 'of ik ga er aan. terug overeind Bruno heeft mij daar uitgehaald. Bruno werkte niet meer in Tienen maar was nu thuisbegeleider. Hij deed een soort outreach-begeleiding. Ik was zo paranoïde als iets, en toen is Bruno gekomen en heeft gezegd dat we dat zouden oplossen. Hij heeft mij toen voorgesteld om een begeleiding te doen vanuit de dienst van Peter Adriaensens in Leuven. Maar ik wou géén gesprekken of zo. Uiteindelijk is dat toen langzaam gebeterd en met hulp van Bruno is dat onder controle gekomen. Ik begon ook minder te gebruiken en op den duur ben ik gestopt. Ik rook nu zelfs niet meer. Dat kwam ook omdat ik ben beginnen werken en dat is moeilijk te combineren. Ik moest s morgens om 5 uur beginnen en lange dagen doen, en met drugs is uw concentratie weg. Ik gebruik nu ongeveer een jaar niks meer. Wel nog wat drinken en smoren en zo. Een beetje, maar niet overdreven. Ik ben daarin totaal veranderd eigenlijk. Ik ben nu ook begonnen met fitness, eigenlijk totaal het tegenovergestelde. Dat zijn nu mijn hobby s: fitnessen en in het weekend goed feesten. Ik heb veel te danken aan Sophie, een schat van een vrouw, en ook aan Bruno. Ik heb ook wel steun gehad van een jeugdconsulente die zij kenden, en van een vriend. Maar vooral Sophie en Bruno zijn van groot belang geweest. Die mensen zijn daar echt mee bezig. Dat is niet enkel dat ze dat doen omdat het hun werk is. Ze leven daar voor en dat voel je. Op Oikoten zijn ze allemaal zo, hé! Ook op de tocht zelf. Al die mensen die die tochten stappen, zijn speciale, fijne mensen. Dimi bijvoorbeeld. Het zijn andere mensen dan waar je normaal mee in contact komt. Die hebben een andere manier van leven, van denken ook. Die zien het nut van het leven anders in dan de meeste andere mensen. De manier waarop ze dat doen in Oikoten is ook allemaal zo anders. Daarvoor was t altijd van: Je moét dit en je moét dat. Bij Oikoten moet je niks. Ze hebben daar allemaal leuke mensen bij elkaar gestoken. Ik kan dat moeilijk uitdrukken. werk Een jaar na de tocht ben ik beginnen werken. Ik moest van de rechter iets doen om in orde te zijn met de schoolwet, voltijds onderwijs of zo. Ik ben dan naar Syntra geweest, daar hebben ze me een lijst gegeven van mogelijkheden. Uiteindelijk ben ik dan met een leercontract begonnen, om iéts te 7

doen. Ik dacht: Dan zagen ze niet meer. Vroeger had ik al eens drie maanden standenbouw gedaan. Nu doe ik schrijnwerkerij, dak- en timmerwerken. Dat is vier dagen werken en een dag school. Ik werk bij een kleine zelfstandige,een goeie baas. Die is zelf nog maar 31 of 32 jaar en ik ben zijn eerste werknemer. Ik ben ook de enige, en dat is toch anders dan wanneer je daar met zeven schrijnwerkers rondloopt of zo. We doen vooral maatwerk, keukens, slaapkamers, af en toe een dak. Het is heel gevarieerd werk, ik doe dat graag. Ik hou van die afwisseling. Ik heb daar zo n beetjemijn eigen werk. t Is geen baas die zegt: Doe nu dit en nu dat. Hij zegt wel: Dat moet gemaakt zijn tegen dán en hop. Dat is leuk. Een keuken bijvoorbeeld, met al die specialekes erbij. Met hout werken is een mooi beroep, er zijn veel mogelijkheden. Ik ben content met mijn werk, maar ik heb ook al dikwijls gedacht om te stoppen. Want ik droom er nog altijd van om naar het buitenland te gaan. Maar ik ga nu geen domme dingen doen, ik ga dit afmaken en dan zie ik nog wel. Ik mocht die opleiding trouwens meteen in het tweede jaar beginnen, ik moet dus maar twee jaar doen in plaats van drie. En het niveau is te doen, zo moeilijk is het eigenlijk niet. Om dat A2 diploma te halen, moet ik wel nog een jaar specialisatie doen. Dat is een halve dag, maar wel meer wiskunde en zo. Als ik het dus drie jaar volhoud, heb ik een A2-diploma. Dat geeft meer mogelijkheden voor later. En in de bouw is er altijd werk. Mijn verstand en mijn goesting zeggen iets verschillend natuurlijk, maar t is ook zo n beetje mijn laatste kans om een diploma te halen en een deftige job te hebben die wat fatsoenlijk betaalt. Zo n diploma is toch een vangnet. Als ik eerst mijn studies afmaak, heb ik die ervaring en dan ken ik iets. Dat kunnen ze je niet meer afpakken. De lonen liggen dan ook veel hoger. En dan kan ik nog altijd als schrijnwerker bijvoorbeeld in Spanje gaan werken. Zoiets. Mijn baas weet niet dat ik die tocht met Oikoten gedaan hebt. Die weet niks van mij en hij hoeft dat ook niet te weten. Ik heb gewoon gezegd dat ik een tijdje niet naar school geweest ben tussenin. Misschien dat hij wel mag weten dat ik die tocht gedaan heb, maar de reden waarom? Toch liever niet. Bij nieuwe mensen heb ik dat liever niet. terugblik Zonder die tocht zou mijn leven slechter afgelopen zijn, denk ik. Het was nodig. Ik weet het natuurlijk niet, maar ik denk dat wel. Door die tocht had ik andere doelen in mijn leven. Ik probeer niet teveel meer te denken aan vroeger. Wat gebeurd is, is gebeurd en daarmee uit. Ergens was het ook leuk, want daardoor heb ik Oikoten leren kennen en Max en Kreta. Ik heb andere dingen gezien die ik anders nooit had leren kennen. Ik heb geleerd om te geloven in Het Lot. Of beter, in dat er gebeurt wat gebeurt. Het Lot heeft me naar Oikoten gebracht en zo op een goeie weg gezet. Ik ben blij dat ik die tocht gedaan heb. Toen wist ik niet wat het was, maar nu ik het weet: ik zou direct terug mijn rugzak pakken. Ik heb dat ook al gezegd tegen andere jongeren die ik ken. Als je die kans krijgt? Doén! Ik heb er trouwens ook al over gedacht om zelf nog eens te gaan stappen. Maar dat zou natuurlijk heel anders zijn. Het had voor mij in elk geval langer morgen duren, tien maand was ook goed. Kort na onze tocht heeft Max trouwens nog een tocht gedaan met twee jongeren. Ik 8

ben toen naar de afscheids- en de aankomstreceptie geweest. Ik had wel graag mee gegaan, maar dat ging niet. Iemand anders moet bij Oikoten ook die kans krijgen. Moesten ze mij vragen om eens te komen meestappen, dat zou ik wel doen. Al zou dat natuurlijk wel heel anders zijn. Max is nu weer een tocht aan het doen in het hooggebergte, iets met een weeshuis. En normaal had ik kunnen meegaan. Maar door dat leercontract was dat een beetje moeilijk. Max is een hele fijne mens. Ik denk echt dat ik veel geluk gehad heb. En dat het bij een andere begeleider misschien niet gelukt was. Bij Max moest niks, en dat was goed voor mij, net wat ik nodig had. Als hij mij bijvoorbeeld verplicht had om altijd in de tent te slapen dat zou nooit goed gekomen zijn. (lacht) Ik was eigenlijk verrast dat het zo goed meeviel. De goeie ervaring van mijn tocht heeft héél veel met de begeleider te maken. Ik heb ook nog contact met Bruno en Sophie. Een tijdje geleden ben ik er nog geweest. Ze hebben pas een tweede kindje. Ik heb hen al honderd keer willen bellen, maar ik ben hun nummer verloren. Bruno is nu aan het leren voor schrijnwerker, zoals ik. Hij heeft een combiné gekocht. Op mijn werk staat er ook zo eentje, maar dat is nogal hobby-achtig. Tegenwoordig wordt er veel gewerkt met verschillende soorten plaatmateriaal. En de nieuwe machines zijn meestal computer gestuurd, CNC. Ik programmeer die zelf. Dat kan ik, ook al gebruik je dat niet dagelijks. Ik denk niet dat ik door die tocht veranderd ben of dat ik ineens anders ben beginnen denken. Maar het is ook niet dat er niks geweest is. Door wat je gezien hebt, weet je dat dingen ook anders mogelijk zijn. Misschien doe ik nu ook wel dingen op een andere manier. Je hebt andere ervaringen gehad die je bijblijven. Je blijft dus niet denken zoals daarvoor. Als je begint te denken: Als dit en als dat en als Neen, da s niks voor mij. Dat heeft geen enkele zin. Wat gebeurt moet gebeuren. 9