Notitie Maatschappelijke Stages

Vergelijkbare documenten
Informatie voor docenten/begeleiders


Samenwerkingsovereenkomst Maatschappelijke Stage. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

De makelaarsfunctie vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage: de stand van zaken begin 2009

Maatschappelijke stage

gemeenten Gemeenten en de maatschappelijke makelaarsfunctie

Raadsstuk. CDA fractie Haarlem Cees-Jan Pen/Ria Keesstra. College van B&W T.a.v. portefeuillehouders Onderwijs en Welzijn

Convenant Maatschappelijke Stage Gemeente Edam-Volendam

Maatschappelijke stage

Checklist Afspraken met elkaar maken voor scholen en stagebieders

Convenant Maatschappelijke Stage Gemeente Haarlemmermeer

Beleidsplan Maatschappelijke stage Vmbo, Havo en Vwo Elzendaalcollege

Maatschappelijke stage

Maatschappelijke stage

Maatschappelijk stages gemeenten Bergeijk & Eersel

Beleidsnotitie Maatschappelijke stages in Hengelo

Geraadpleegd

Begeleiding van leerlingen: wat is de rol van de school en stagebieder

1. Met toepassing van artikel 169, tweede lid, van de Gemeentewet delen wij u het volgende mede.

Visie op vrijwilligersbeleid/vrijwillige inzet en de maatschappelijke stage

Concept Convenant maatschappelijke stage voor Nieuwegein, IJsselstein en Vianen

S A M E N V A T T I N G

Vrijwillige inzet is de basis

Plan van Aanpak. Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo. Onderdeel. Maatschappelijke Stage

Maatschappelijke Stage

Maatschappelijke stage in gemeentebeleid. Typetest

Hand-out Maatschappelijke Stage in de sport

Maatschappelijke stage

Basisinformatie maatschappelijke stage in Deventer

Startnotitie. Vrijwilligerswerk Vrijwilligers maken het verschil! Versie: 21 april

Informatiepakket Maatschappelijke stages in de Land- en tuinbouwsector

Praktische handleiding MaS voor stagebiedende organisaties

Werkboek. In 7 stappen aan de slag met maatschappelijke stage. Maatschappelijke stage in en rond de kerk. In 7 stappen

VERDRINGING STAGEPLAATSEN VMBO? RESULTATEN VAN EEN INSPECTIEONDERZOEK IN HET SCHOOLJAAR 2008/2009

Korfbalvereniging KV Drachten/Van der Wiel

Draaiboek Maatschappelijke stages voor stagebieders De Vrijwilligerscentrale Deventer, oktober Inhoud

Evaluatie. De MaS. Start jaar 2008/2009 tot en met 2012

WAT IS COOLSOCIETY? WAARDEVOL EN GEVALIDEERD CONCEPT

Stappenplan. maatschappelijke stage. voor organisaties die met. aan de slag willen. Stappenplan maatschappelijk stage

Onderzoek Maatschappelijke Stage

Stappenplan maatschappelijke stage voor stagebieders

Invoeringsplan maatschappelijke stages (een praktijkvoorbeeld)

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Zwartewaterland Informatieboekje Maatschappelijke Stage

maatschappelijke stage iets betekenen voor een ander!

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur

Rapportage Maatschappelijke stage in gemeente Werkendam Schooljaar

WELKOM BIJ HET ONDERNEMERSONTBIJT Thema: beroepspraktijkoriëntatie

Beleidsplan Maatschappelijke stage OSG Willem Blaeu

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Kadernota. Meedoen. Midden-Drenthe

Toelichting bij de Tijdelijke regeling stimulering pilot projecten maatschappelijke stage

Stappenplan en checklist convenant / samenwerkingovereenkomst

Stagemakelaars Productenboek

Aanvraagformulier Maatschappelijke Stage schooljaar Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet

1.1 Doelen van de maatschappelijke stage

Maatschappelijke stages in Brabant

Kaderstellende Notitie

Tussenrapportage implementatie Maatschappelijke Stage in Hilversum Versa Vrijwilligerscentrale - januari t/m december 2009

Oriëntatie op een digitale omgeving voor maatschappelijke stage

MAATSCHAPPELIJKE STAGE (MAS)

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke

Wat is het doel van een convenant?

Productenboek. Maatschappelijk makelaars V.I.P. Katwijk. Vrijwilligers Informatie Punt Katwijk p.a. Callaoweg AS Katwijk ZH

In deze handleiding geven wij stagebieders* antwoorden op de volgende vragen:

Maatschappelijke Stages Hoogezand-Sappemeer

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Maatschappelijke stage op het Trias 1. Verschil tussen maatschappelijke stage en beroepsoriënterende stage 2. Tips voor ouders 3

Maatschappelijke stages bij. peuterspeelzaalwerk. voor iedereen beter

Van Kooten en de bie. De rol van de vrijwilliger en de betekenis van de Kanteling

MAATSCHAPPELIJKE STAGE

De maatschappelijke stage als onderdeel van burgerschapsvorming

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet

Kan ik hier stage lopen??

Colofon. Gezamenlijke nieuwsbrief met BAR-gemeenten. Trajectbegeleiders Delta steun in de rug voor organisaties

Gouden Maatschappelijke Stage Tips. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 1

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen

Maatschappelijke Stage

Draaiboek Maatschappelijke Stage

Brede Welzijnsinstelling. Stand van zaken ten behoeve van De raadscommissie Samenleving

logoocw Geadresseerde PO/ZO/2007/30206 koersbrief

Maatschappelijke Stage

Maatschappelijke stage: De ander en ik. April 2018

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Projectp. rojectplan. Bemiddeling. eling- en ondersteuningsstructuur Maatschappelijke. Stages voor Nie. ieuwegein, IJsselstein en Vianen

Inleiding. En uw parochie kan daaraan meedoen!

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept

WMO-beleidsnotitie van het Land van Cuijk participatie en vrijwilligers

Nieuwsbrief Maart 2011

EVALUATIE CONVENANT MAKELAARSFUNCTIE VRIJWILLIGERSWERK EN MAATSCHAPPELIJKE STAGE

1 Maatschappelijke stage op de agenda

Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De maatschappelijke stage op het Alfrink College Klas 3H en 4V

Uitgangspunten vrijwilligersbeleid Papendrecht

Handboek Maatschappelijke Stages in de sport voor gymnastiekverenigingen IT S YOUR TURN!

Met een hartelijke groet,

MAATSCHAPPELIJKE STAGE, WAT IS DAT?

Transcriptie:

Notitie Maatschappelijke Stages Januari 2009 1

1. Inleiding Het kabinet zet in op participatie door betaald en/of vrijwilligerswerk. De infrastructuur voor het vrijwilligerswerk heeft veel ervaring met het bemiddelen en begeleiden van verschillende groepen (langdurig werklozen, allochtone vrouwen, inburgeraars, enzovoort). Met de komst van de verplichte maatschappelijke stage (MaS) in 2011 komt er een nieuwe doelgroep bij. Door de leeftijd van de stagiairs en de omvang van de stage is maatschappelijke stage een onderwerp dat andere eisen stelt aan organisaties en bemiddelaars. De maatschappelijke stage is een grote kans voor de samenleving om jongeren te betrekken bij hun leefomgeving en maatschappelijke organisaties. Maatschappelijke stage is een goede opstap naar participatie van jongeren. Wanneer de kennismaking met vrijwillige inzet positief verloopt, is de kans groter dat jongeren zich vaker willen inzetten. Jongeren die maatschappelijk participeren ontwikkelen sociale vaardigheden, bindingen, zelfvertrouwen en meer zicht op de (lokale) maatschappij. In vrijwillige inzet en projecten geven ze invulling aan burgerschap. 2. Plannen overheid In het regeerakkoord is opgenomen dat met ingang van 2011 de maatschappelijke stage verplicht wordt voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs. Per jaar zullen gemiddeld 190.000 leerlingen een stage van (netto) 72 uur gaan lopen. De huidige praktijk van maatschappelijke stage is nog erg beperkt wat betreft omvang. Er staat het veld een enorme opschaling te wachten. De jaren 2008 tot 2011 moeten benut worden om in een aantal grote pilotprojecten te bouwen aan een stevige samenwerking tussen scholen, vrijwilligersorganisaties en stagemakelaars. Zodat iedereen klaar is als de wettelijke verplichting ingaat. Dat betekent: investeringen in scholen voor de inbedding in het curriculum en de interne coördinatie; bouwen aan een lokale ondersteuningstructuur/makelaarsfunctie bij vrijwilligerssteunpunten en organisaties enthousiasmeren en toerusten bij het aanbieden van stageplaatsen. 2.1 Stand van zaken MaS landelijk In de afgelopen jaren zijn een aantal proefprojecten MaS gedraaid. De ervaringen waren positief. Sinds schooljaar 2005-2006 kunnen scholen daarom subsidie aanvragen bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor bekostiging van MaS. Vanaf schooljaar 2007-2008 krijgen alle scholen geoormerkte subsidie voor de MaS. Alle scholen zijn verplicht met MaS aan de slag te gaan. Er zijn kaders gesteld. Deze zijn benoemd in het ministeriële plan van aanpak Samen leven kun je leren. Binnen die kaders hebben scholen en organisaties veel vrijheid tot gezamenlijke afstemming en invulling. 2.2 Plan van aanpak Het concrete plan van aanpak voor de maatschappelijke stage is in 2007 ontwikkeld. Onder de naam Samen leven kun je leren is dit officiële plan van aanpak in november 2007 gepresenteerd en op 24 januari 2008 besproken in de Tweede Kamer en goedgekeurd. De kern van dit plan is als volgt: 2

Verplichte stage: MaS is verplicht voor alle scholieren (VMBO, HAVO, VWO) die vanaf schooljaar 2011-2012 in het voortgezet onderwijs binnenstromen. Voor leerlingen van het praktijkonderwijs is MaS niet verplicht. Het wordt wel gestimuleerd ook mee te doen. Stageduur van 72 uur: Vanaf schooljaar 2011-2012 is de verplichte stageduur (op het stageadres zelf) 72 uur. Dit mag over 4 of 6 jaren worden uitgesmeerd. Tot die tijd mogen de stages officieel nog wel iets kleiner zijn, maar om in 2011 goede stages te kunnen bieden én coördinatie en inbedding in het onderwijs te kunnen garanderen, stimuleert OCW om in de aanloopperiode wel te oefenen met grote stages. Eigen initiatief is belangrijk: Voor iedereen stageplaatsen zoeken, is een grote taak. Bovendien weten veel leerlingen wat ze leuk vinden en waar ze stage wel willen lopen. Daarom wordt veel vrijheid geboden voor eigen initiatief van leerlingen en scholen. Stageplaats bij non-profitorganisatie: Stages worden bij vrijwilligersorganisaties of maatschappelijke projecten van maatschappelijke organisatie of bedrijven uitgevoerd. Het is geen beroepsgerichte stage, dus geen stage voor of bij een profitorganisatie! Aandachtspunten bij de invoering van MaS de komende jaren zijn de afbakening en criteria voor MaS, de waardering van MaS en de verdeling van de financiële middelen. Medio 2009 komt een voortgangsrapportage uit en zal meer duidelijkheid gegeven worden over invulling van deze punten vanaf 2011. 2.3 Gefaseerde invoering Omdat iedereen de komende tijd ervaring gaat opdoen, is er sprake van een gefaseerde invoering, toewerkend naar een volledig verplichting en goede inbedding in onderwijs en organisaties. Per schooljaar wordt de MaS verder uitgewerkt en uitgebreid. De schooljaren 2007 tot 2009 zijn bedoeld voor stimuleren en leren. Schooljaar 2009-2010 staat in het teken van versnellen. Schooljaar 2010-2011 is het jaar waarin alle scholen in hun schoolplannen vermeld hebben hoe MaS ingevoerd wordt. Vanaf 2011-2012 is MaS wettelijk verplicht voor alle VO-leerlingen die instromen. Alle scholen bieden MaS aan. 2.4 Rol- en taakverdeling In het plan van aanpak zijn de taken en rollen als volgt verdeeld: De school is verantwoordelijk voor de voorbereiding van leerlingen, het opstellen van een stagecontract, het begeleiden van jongeren en het reflecteren van de stage met jongeren. De leerling voert de stage uit, houdt een logboek bij en reflecteert de stage. De stagebieder is op zijn beurt verantwoordelijk voor het organiseren van een stageplek, het ondertekenen van een stagecontract en het bieden van begeleiding op de stagevloer. De stagebemiddelaar, ofwel de stagemakelaar brengt vraag en aanbod van en naar stageplaatsen bij elkaar. Bovendien denkt deze mee met organisaties om stageplaatsen te creëren. Een laatste belangrijke partij is de gemeente. Deze ondersteunt en faciliteert in ontwikkeling van effectieve bemiddelingsstructuur voor onder andere MaS door de realisatie van een makelaarsfunctie op lokaal of regionaal niveau. 3

2.5 Financiën Om de projecten van MaS mogelijk te maken, is er geld beschikbaar voor scholen en gemeenten. Voor vrijwilligersorganisaties is er vooralsnog géén geld beschikbaar. De totale geldstroom per jaar loopt op van 5 miljoen in 2008 naar 30 miljoen in 2011. De verdeling van financiële middelen is als volgt: Scholen krijgen geld voor ontwikkelen en inbedden MaS; Er was voorheen 18.000 euro per BRIN-nummer beschikbaar (niet per locatie, maar per scholengemeenschap). Vanaf schooljaar 2008-2009 is er een nieuwe regeling waarbij scholen per telleerling een geldbedrag krijgen. In het eerste jaar is dit 28 euro per leerling op school. Dit mag ingezet worden voor die leerlingen die een MaS gaan doen. De komende jaren loopt dit bedrag per leerling op. Gemeenten krijgen ook geld. Iedere gemeente krijgt een eigen bedrag, gebaseerd op leerlingen en aantal inwoners. Een bedrag per gemeente met hoofdvestiging van VO-school (225), gebaseerd op het aantal leerlingen in die gemeente. En een bedrag voor alle gemeenten (443), gebaseerd op het aantal inwoners. MOVISIE en CPS krijgen geld voor informatievoorziening, advisering, ondersteuning en monitoring van MaS en de pilots. 2.6 Proefprojecten In de periode van voorjaar 2008 tot zomer 2009 zullen ongeveer 20 proefprojecten uitgevoerd en gemonitord worden. In deze zogenaamde pilots wordt onder andere gekeken naar coördinatie, regionale samenwerking, begeleiding en stageconcepten. Samenwerkende partijen (minimaal twee scholen, een stagebiedende organisatie en een bemiddelende partij) konden tot uiterlijk 1 augustus 2008 een pilotaanvraag indienen bij CPS. Leren hoe de maatschappij in elkaar steekt: daar kan een jongere van alles over te horen krijgen, maar ervaring is vaak de beste leermeester. Uitgaande van dit gegeven heeft Het Assink Lyceum sinds 2003 een maatschappelijke stage opgenomen in het lesprogramma. De school loopt hiermee vooruit op de wettelijke verplichting om vanaf het schooljaar 2011-2012 de maatschappelijke stage als vast onderdeel van het onderwijsprogramma op te nemen. Vanaf dan geldt voor leerlingen die in de eerste klas beginnen: zonder succesvol afgeronde maatschappelijke stage geen diploma. Om de organisatie hiervan in de toekomst gestructureerd te laten verlopen, doen Het Assink Lyceum en het AOC Oost te Borculo dit schooljaar mee in een regionaal proefproject. Maar liefst 550 leerlingen van Het Assink Lyceum en 90 leerlingen van het AOC Oost moeten in het schooljaar 2008-2009 30 uur invullen met maatschappelijk relevante activiteiten. 380 leerlingen daarvan zijn op dit moment al maatschappelijk actief voor minder dan 20 uren per week. Die activiteiten tellen mee bij de MaS. Tijdens het proefproject wisselen de scholen onderling ervaringen uit en wordt er gewerkt aan de uitbreiding van de samenwerking tussen vrijwilligersinformatiepunten, gemeente en scholen. De samenwerking moet leiden tot een gezamenlijke visie en een gestructureerde aanpak voor de komende jaren. Het Staring College en de praktijkscholen in Berkelland doen voorlopig niet mee. 4

In verband met de Maatschappelijke Stages zijn daarover in november 2008 een aantal informatieavonden gehouden in Haaksbergen, Neede, Borculo en Eibergen. Deze waren bedoeld voor vertegenwoordigers van scholen, makelaars van vrijwilligerswerk en verenigingen en instellingen die met het vrijwilligerswerk te maken hebben. Tijdens de bijeenkomsten stond het bouwen aan vertrouwen en samenwerking voor succesvolle maatschappelijke stages in de Berkelland centraal. Tijdens de bijeenkomsten werden alle belangstellenden geïnformeerd en kon men kennis met elkaar maken. Er moeten vervolgafspraken worden gemaakt om samen te werken aan goede maatschappelijke stages voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs in 2011 in Berkelland. 2.7 Intentieverklaringen Om alle leerlingen te kunnen plaatsen, zijn er landelijk jaarlijks zo n 195.000 stageplekken nodig. Om deze te creëren, heeft OCW in de afgelopen maanden convenanten gesloten met onder anderen samenwerkende natuurorganisaties, Scouting, Rode Kruis, Aedes (koepel woningbouwcorporaties). Zij zullen de bij hen aangesloten organisaties motiveren om maatschappelijke stageplaatsen te bieden. Met de VNG zijn afspraken gemaakt over de taak van gemeenten. Het gaat om het ontwikkelen en ondersteunen van de makelaarsfunctie. De taak is omschreven in het convenant (VNG en OCW) en in de begeleidende brief aan de Tweede Kamer. 3. Wat is maatschappelijke stage (MaS)? Maatschappelijke stages zijn een vast en verplicht onderdeel van het onderwijs op elke school voor voortgezet onderwijs in Nederland. Ze maken deel uit van het onderwijsprogramma van scholen. Ze zijn er om leerlingen als vrijwilliger ervaringen te laten op doen en te laten leren vanuit de gedachte Samen leven kun je leren. Meer specifiek kan het gaan om doelen als: Ontdekken wat er in de maatschappij te koop is; Leren van vaardigheden op sociaal en communicatief gebied; Leren dragen van verantwoordelijkheid; Ervaren wat het betekent om mensen te helpen; Ervaren wat vrijwilligerswerk is en hoe belangrijk dat is voor alle mensen in onze samenleving. Bij maatschappelijke stages gaat het altijd om onbetaald vrijwilligerswerk dat leerlingen uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de school. Scholen stimuleren leerlingen vaak om zelf naar stageplaatsen te zoeken. Meestal hebben ze (daarnaast) ook een aanbod aan stageplaatsen waaruit leerlingen kunnen kiezen. Ze kunnen vaak gebruik maken van de diensten van vrijwilligerscentrales of vrijwilligerssteunpunten. De stages vinden buiten de school plaats, maar soms biedt de school zelf ook stageplekken binnen de school aan. 3.1 Het doel Het doel van de maatschappelijke stage is dat jongeren iets voor een ander doet en op deze manier kennismaakt met de samenleving en ervaart hoe het is om verantwoordelijkheid te nemen voor een ander. Tijdens de stage ontdekt de jongere overeenkomsten en verschillen in eigen en andermans leefwijze, in cultuur en levensbeschouwing. Hij ziet welke gevolgen keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu hebben op de samenleving. 3.2 De inhoud van de maatschappelijke stage De stage moet zinvol zijn. Voor de leerling, die merkt dat zijn inzet ertoe doet en dat de samenleving is wat je er met anderen van maakt. Maar ook voor de samenleving: 5

ouderen leren computeren, kinderen kunnen lekker sporten of wijkbewoners zien dat hun straat wordt schoongemaakt. Er moet een balans zijn tussen waarde voor de leerling en waarde voor de samenleving. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat de stages een soort beroepsgerichte stage worden, om vaardigheden en competenties op te doen voor een later beroep. Of dat organisaties de maatschappelijke stagiair inzetten als een goedkope arbeidskracht. Een maatschappelijke stage kan een leerling natuurlijk wel enthousiast maken voor een bepaald beroep. 3.2.1 Wat is de ruimte voor eigen invulling? Scholen hebben veel ruimte om stages op hun manier te regelen en om criteria vast te stellen voor wat een geschikte stageplaats is. Hierbij is richtinggevend wat de school met deze stage wil bereiken. Binnen deze context is van het groot belang dat een leerling aan de slag gaat met een stage die hem of haar zinvol lijkt. Begeleiding van leerlingen vanuit de stageplek en vanuit de school is een wezenlijk deel van de stage. Leerlingen hebben begeleiding nodig en verwachten die ook te krijgen. De school heeft een eigen onderwijsbelang bij maatschappelijke stage vanuit haar visie en doelen en is verantwoordelijk voor een uitvoering door leerlingen die aan haar eisen voldoet. Het gaat hierbij om een aantal uitgangspunten: Scholen moeten iedere leerling in totaal minimaal 72 uur maatschappelijke stage laten verrichten. Dit is exclusief de tijd voor voorbereiding en afronding van de stage op school. Maatschappelijke stages zijn een onderdeel van het onderwijsprogramma. Scholen regelen zelf hoe ze maatschappelijke stages vorm en inhoud geven en in welk leerjaar de stage plaatsvindt. De stage kan ook verdeeld worden over meerdere leerjaren. Scholen stellen zelf criteria op waaraan de stage moet voldoen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat het een soort beroepsgerichte stage wordt, om vaardigheden en competenties op te doen voor een later beroep. Of dat organisaties de maatschappelijke stagiair inzetten als een goedkope arbeidskracht. Een maatschappelijke stage kan een leerling natuurlijk wel enthousiast maken voor een bepaald beroep. Maatschappelijke stages zijn vrijwilligerswerk en altijd onbetaald. Het is in het belang van de school, leerlingen en ouders en van de stagebiedende organisaties om de maatschappelijke stages duidelijk te onderscheiden van beroeps(oriënterende) stages. 3.2.2 Waarom is het? Alle leerlingen die vanaf schooljaar 2011-2012 instromen in het voorgezet onderwijs, volgen in hun opleiding één of meer maatschappelijke stages. Het primaire doel is jongeren tijdens hun schooltijd kennis te laten maken met de samenleving en daar een onbetaalde bijdrage aan te leveren. Het geeft hen de mogelijkheid om buiten de school te leren en daarbij op een andere manier kennis te maken met de samenleving en met bepaalde groepen in deze samenleving, waar ze anders misschien niet zo snel mee in contact komen. Het stelt de leerlingen in staat om zich meer betrokken te voelen bij de maatschappij, op een praktische manier te leren welke normen en waarden belangrijk zijn in onze samenleving en zich verantwoordelijk te voelen voor een stukje van de samenleving. Een bijkomend doel van maatschappelijke stage is dat jongeren de belangstelling kunnen ontwikkelen om zelf (nu of later) vrijwilligerswerk te doen. Wanneer we ons realiseren dat miljoenen mensen gebruikelijk voor langere tijd vrijwilligerswerk doen (van het laten draaien van een sportclub tot het doen van boodschappen voor zieke buren), dan is de onmisbaarheid van vrijwilligerswerk voor een goed functionerende samenleving een uitgemaakte zaak. 6

Naast de onderwijsdoelen die de school voor de leerlingen formuleert, blijkt dat veel leerlingen een maatschappelijke stage gewoon als een leuke, waardevolle en soms spannende ervaring beleven. 3.3 Waar? Een maatschappelijke stage kunnen leerlingen lopen in een maatschappelijke organisatie of projecten zonder winstoogmerk, bijvoorbeeld bij vrijwilligersorganisaties, professionele non-profit organisaties of maatschappelijke projecten van bedrijven. 3.3.1 Wat is er mogelijk aan stages? Er is een breed scala aan stageplaatsen. De activiteiten kunnen per stageplaats sterk uiteenlopen en vragen om verschillende vaardigheden. Een maatschappelijke stage is een stage waarbij leerlingen door middel van vrijwilligersactiviteiten kennis maken met diverse facetten van de samenleving om hen heen. De leerlingen kunnen op vrijwillige basis actief zijn bij een sportvereniging, maar er kan ook gedacht worden aan het helpen op een kinderboerderij, vrijwilligerswerk in de ouderenzorg of het helpen in een wereldwinkel. Voorbeelden: koffieschenken in een bejaardentehuis helpen bij het maken van kerststukjes voor een verzorgingstehuis voetballen met gehandicapten geven van een mobieltjescursus of computerles aan bejaarden het schoonmaken van dierenhokken op de kinderboerderij of in het asiel het begeleiden van bejaarden of gehandicapten bij een uitje het opvoeren van een toneelstukje voor kinderen helpen in een kinderdagverblijf het organiseren van een sportdag voor gehandicapten helpen bij natuurbehoud door bijvoorbeeld het knotten van wilgen het assisteren van de coach van een jeugdelftal het assisteren bij jeugdtrainingen het assisteren bij de organisatie van een sponsorloop Het gaat dus om vrijwilligersorganisaties, zorg- of welzijnsinstellingen. Het principe is echter altijd dat je iets voor anderen doet zonder daar een vergoeding voor terug te krijgen. 3.3.2 Verschil met beroepsstage Het grootste verschil tussen een beroepsstage (snuffelstage en dergelijke) en een maatschappelijke stage is dat een beroepsstage in het teken staat van een toekomstig beroep en een maatschappelijke stage per definitie vrijwilligerswerk is en niet op de beroepenwereld gericht is. Het kan natuurlijk een bijeffect zijn dat leerlingen beter zicht krijgen op een arbeidssector of een beroep. Een verschil met een beroepsstage is soms een vergoeding. Maatschappelijke stages vinden altijd plaats zonder dat er betaling tegenover staat en zijn doorgaans ondergebracht bij niet-commerciële instellingen. 3.3.3 Voordelen stagebieders en wat verwachten zij van scholen? De stagebiedende instellingen profiteren van hulp (soms ook gezelligheid voor cliënten en voeling voor hen met de samenleving) en zien graag een win-winsituatie voor school, leerling en zichzelf. De voordelen voor stagebieders: Extra handen voor het werk wat gedaan moet worden Meer aandacht voor de organisatie / vereniging / instelling Mogelijk uitbreiding van aantal vrijwilligers (aansluitend of in de toekomst) Een extra klus kan worden aangepakt 7

De stagebegeleiders vanuit de instelling verwachten van scholen goede afspraken en een goede voorbereiding van leerlingen op de stage. Hun voorkeur gaat uit naar langdurige relaties met scholen. Voor scholen is continuïteit in de relaties ook efficiënt. Organisaties willen vaak persoonlijk contact met de stagecoördinator. Zij houden van duidelijkheid in regels, afspraken, verwachtingen en opdrachten van de leerlingen. Ze willen dat de school de leerling goed voorbereidt. Door de toenemende vraag naar stageplaatsen groeit bij de stagebiedende instellingen de vraag naar onderlinge afstemming en samenwerking van scholen bij het zoeken en plannen van stages. Lokale en regionale samenwerking zal steeds meer een must worden. 3.3.4 Wat verwachten leraren van hun school? Docenten (mentoren, stagebegeleiders) zetten zich in om de leerling te motiveren, te ondersteunen met een lessenserie, voorlichting en instructie te geven, te begeleiden, grenzen te stellen, te communiceren met de stagebiedende organisaties, links te leggen met andere vakken/vakgebieden, de leerling in staat te stellen kennis te maken met de maatschappij en zich dienstbaar te laten opstellen. Deze inzet van docenten is afhankelijk of daarvoor door de school passende werkomstandigheden geboden worden. Docenten vragen om goede interne en externe communicatie. Er moeten duidelijke afspraken gemaakt worden met externe organisaties en leerlingen. De school (schoolleiding en stagecoördinator) moet helderheid bieden over het wat, waar, wanneer en hoe van de stages. Maatschappelijke stages zijn geen vrijwilligerswerk voor de docent! Docenten willen de stage professioneel inbedden in (vaste) lesuren. De visie van de school op dit type stages en de positie in het onderwijsaanbod is daarom van groot belang. Voor een succesvolle en duurzame invoering van de maatschappelijke stage op school is een breed draagvlak van schoolleiding en docenten een cruciale voorwaarde. 3.3.5 Wat verwachten ouders van de stage? De ouders en verzorgers willen hun kind kennis laten maken met de samenleving, verantwoordelijkheid laten dragen en dergelijke. Van de school verwachten ze goede informatie, variërend van de bedoeling en opzet van de stage tot en met concrete gegevens als stageadres, tijden, enzovoort. Ze wensen dat hun kind voorbereid wordt en een goede begeleiding ontvangt. Het betrekken van ouders bij de voorbereiding en terugkoppeling van maatschappelijke stages kan een prima impuls zijn voor de school. 3.4 De omvang De verplichte maatschappelijke stage is maximaal 72 uur wat betreft omvang, maar zal in de praktijk vaak opgeknipt worden in kleinere deelstages. Scholen zijn vrij om te kiezen voor een stagevorm die past bij het schooltype en het curriculum. Het is belangrijk dat school en organisatie (eventueel met hulp van de stagemakelaar) samen een vorm kiezen die voor alle betrokkenen passend is. 3.5 Wat leren leerlingen van deze stages? Voor veel leerlingen zelf staat het belang om iets te leren voorop. Ze noemen: hun talenten ontdekken, leren organiseren, mensenkennis opdoen, sociale vaardigheden ontwikkelen. Voor hen speelt een grote rol: - waardering te krijgen - hun zelfvertrouwen te versterken - samen te werken met andere leerlingen - het gevoel te hebben iets nuttigs voor onbekende anderen te betekenen 8

Om te leren samenwerken met andere leerlingen en de ervaringen te kunnen delen, laten sommige scholen leerlingen stages tenminste in tweetallen doen. 3.6 Beloning en waardering Kenmerkend voor de maatschappelijke stage is dat een leerling onbezoldigd iets voor een ander doet. Onbezoldigd betekent overigens niet dat leerlingen geen beloning of waardering krijgen. Die krijgen zij vooralsnog in een andere vorm, zoals een certificaat, een erkenning verworven competenties (EVC) of een aanvulling op het persoonlijk portfolio van een leerling. Vanaf 2011 wordt de maatschappelijke stage vermeld op diploma of cijferlijst. 3.7 Open staan voor jongeren Wederzijdse vooroordelen belemmeren soms de communicatie tussen jong en oud, tussen vrijwilligers en (nog)niet-vrijwilligers. De bereidheid om jongeren open tegemoet te treden en ruimte te laten aan hun eigen initiatief - uiteraard binnen de grenzen van de organisatie - is belangrijk voor het slagen van de maatschappelijke stage. Het is daarom belangrijk dat: de keuze om stageplaatsen aan te bieden op een breed draagvlak kan rekenen binnen de organisatie; dat er een vaste interne contactpersoon is voor de stagiairs en dat taken en verantwoordelijkheden voor iedereen duidelijk zijn. Binnen een dergelijk kader kunnen organisaties goed profiteren van de kennis, vaardigheden en netwerken die jongeren met zich mee brengen. Hun frisse kijk kan de organisatie een spiegel voorhouden of op nieuwe ideeën brengen voor activiteiten. 4. Vrijwilligersorganisaties Maatschappelijke stage is een vorm van leren binnen of buiten de school, waarbij leerlingen vanuit de school door het doen van vrijwilligersactiviteiten kennismaken met: 1. vrijwilligerswerk; 2. het dragen van verantwoordelijkheid voor een ander en/of een maatschappelijke belang; 3. het reilen en zeilen van een vrijwilligers- of non-profit organisatie. Door deze stages kunnen leerlingen vrijwilligersorganisaties helpen bij hun reguliere werkzaamheden. Maar ze kunnen soms ook iets extra s doen voor de organisatie, iets waar de vrijwilligers normaal gesproken niet aan toekomen. Bijvoorbeeld aan het organiseren van een barbecue voor alle vrijwillige thuishulpen of het opknappen van de huiskamer van het asielzoekerscentrum. Op deze manier kunnen leerlingen ontdekken wat de betekenis is van vrijwilligerswerk voor de samenleving en vrijwilligersorganisaties een helpende hand toesteken. Voor (vrijwilligers)organisaties is de maatschappelijke stage een enorme kans om te werken aan een frisser imago van vrijwilligerswerk en met jongeren in contact te komen. Vrijwilligersorganisaties die al ervaring hebben met maatschappelijke stages zijn enthousiast over de inbreng van jongeren in hun organisatie; vrijwilligers en klanten/cliënten zijn blij met de inzet van scholieren. De maatschappelijke stage biedt organisaties die moeite hebben om jonge vrijwilligers te werven een unieke gelegenheid om jongeren een tijdje mee te laten lopen in hun organisatie en te profiteren van de talenten die jongeren in huis hebben. Uit onderzoek blijkt dat er veel onbekendheid is bij jongeren over wat vrijwilligerswerk allemaal te 9

bieden heeft. Vaak komen ze niet veel verder dan het beeld in de media van rolstoelen duwen en koffieschenken voor ouderen. Het werk dat in het verenigingsleven (sport, cultuur, natuur) gedaan wordt, ervaren zij vaak niet als vrijwilligerswerk. Verrassend veel jongeren blijken zelf best al vrijwillig actief. 4.1 Huidige praktijk De afgelopen jaren zijn het vooral de vrijwilligerscentrales geweest die op veel plaatsen de coördinerende rol rond de maatschappelijke stages hebben opgepakt. Meestal was het vertrekpunt de bestaande vacaturebank en het bestaande netwerk van organisaties waarover deze steunpunten beschikken. Van daaruit is hun rol langzaam gegroeid. Vrijwilligerscentrales zijn: vaak van begin tot eind betrokken bij de stages; zij verzorgen voorbereidende lessen op scholen; zij werven stageplaatsen; zij organiseren stagemarkten; ondersteunen tijdens de stage en evalueren na afloop de stages met alle betrokkenen. Voor scholen zijn deze vrijwilligerscentrales de spin in het web van organisaties die hen veel werk uit handen neemt. Voor organisaties fungeren zij als belangenbehartiger en centraal communicatiekanaal naar de scholen. 4.2 Makelaarsfunctie nieuwe stijl Ook de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hebben de noodzaak tot coördinatie onderkend. Ze hebben daarom een convenant gesloten met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) over de inrichting van een makelaarsfunctie voor vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage. In de periode 2008 2011 ontvangen gemeenten geld waarmee zij een lokale of regionale makelaarsfunctie kunnen inrichten of versterken. De makelaarsfunctie heeft als doel: de ontwikkeling van een effectieve lokale of regionale infrastructuur voor bemiddeling en ondersteuning van vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage. De drie taken van de makelaar zijn: - Versterken van breed vrijwilligerswerk en passend aanbod aan leerling indien nodig. - Versterken ondersteunen organisaties bij plaatsen van vrijwilligers en maatschappelijke stagiairs. - Bevorderen dat de stagiair van nu de vrijwilliger van de toekomst wordt. De makelaarsfunctie is dus een nieuwe term, maar geen nieuwe taak. De makelaar is meer dan alleen een bemiddelaar. En ook meer dan een coördinator van maatschappelijke stage. Dit is slechts een onderdeel van de makelaarstaak. De makelaar informeert over en bemiddelt naar vrijwilligerswerk. Speciale aandacht is er voor nieuwe groepen zoals ouderen, allochtone vrouwen (in het kader van integratie), mensen die via vrijwilligerswerk kunnen re-integreren en jongeren (in het kader van hun maatschappelijke stage). Ook ondersteunt de makelaar vrijwilligersorganisaties om deze nieuwe groepen vrijwilligers te kunnen ontvangen. 10

De groei van de maatschappelijke stages vraagt om coördinatie en afstemming en een voortdurende werving van stageplaatsen. Afstemming is nodig zodat scholen en leerlingen elkaar niet gaan beconcurreren om stageplaatsen, maar dat elke leerling gelijke kansen krijgt. 4.3 Rol steunpunten Steunpunten vrijwilligerswerk, vacaturebanken of vrijwilligerscentrales zijn al actief in ondersteuning van het vrijwilligerswerk. Het is belangrijk dat zij met de gemeente in gesprek gaan over de mogelijkheden om de makelaarsfunctie onder te brengen bij hun organisatie. Het is belangrijk dat zij laten zien wat ze al doen op de drie genoemde taken. En dat ze overleggen op welke manier zij de makelaarsfunctie de komende tijd verder kunnen ontwikkelen. De gemeente heeft geld om de steunpunten te ondersteunen. Zij kunnen daarmee een nieuwe medewerker aantrekken, een nieuw ICT-systeem voor bemiddeling financieren of een opleiding bekostigen voor de makelaar waarin die wordt voorbereid op goede bemiddeling en ondersteuning van vrijwilligersorganisaties. 4.4 Vrijwilligers Informatiepunt Voor 640 leerlingen een stageplaats verzorgen is geen gemakkelijke opgave. In samenwerking met het Vrijwilligers Informatie Punt van Berkelland en de Vrijwilligerscentrale in Haaksbergen wordt geprobeerd iedereen op een goede plek te krijgen. Leerlingen kunnen hier terecht voor informatie, advies en/of bemiddeling bij het invullen van de stage. Het Assink en AOC in Berkelland werken in deze pilot samen met gemeente Berkelland en het VrijwilligersInformatiePunt (VIP) Berkelland die voor de stageplekken bij de sport samenwerkt met SportFederatie Berkelland (SFB). Er wordt een aanbod gecreëerd waaruit in overleg een stageplek wordt gezocht. Verenigingen / instellingen / organisaties op gebied van sport, cultuur, zorg en welzijn geven zich op als stageplek. Laagdrempelige opgave, niet teveel regels vooraf, veel moet mogelijk zijn. Via de SportFederatie Berkelland (SFB) worden de stageplekken op het gebied van sport geregeld. 87 Sportverenigingen vallen hieronder. Opgaven sportverenigingen gaan naar SFB. Het VrijwilligersInformatiePunt Berkelland (VIP) neemt contact op met rest: inhoud van stageplek, wat de structurele uren zijn. Of het een korte klus betreft, hoeveel plekken, enzovoort. Het VIP maakt lijst voor school waaruit gekozen kan worden door middel van voorkeur 1,2,3. De jongere neemt na overleg zelf contact op (is ook leerpunt). Leerlingen die buiten Berkelland wonen zoeken in hun woonplaats zelf naar een stageplek. Leerlingen kunnen elkaar ook opvolgen en inwerken als het een doorlopende stageplek is en er meerdere leerlingen voor 1 stageplek zijn en het voor het werkveld mogelijk is. Het VrijwilligersInformatiePunt Berkelland neemt na de info-avonden kontakt op met de organisaties die zich gemeld hebben voor de maatschappelijke stage. Zij krijgen een samenvattend verslag van de avonden met alle informatie op een rijtje en hoe de samenwerking zal gaan verlopen. De organisaties wordt gevraagd in het kort aan te geven wat de inhoud van de stageplek is. Het VIP stuurt niet aanwezige organisaties/verenigingen/instellingen ook het verslag met oproep om alsnog op te geven. Zij wijzen daarbij op de maatschappelijke verantwoordelijkheid en de mogelijkheden voor henzelf. De SFB zal een schrijven op de website zetten en momenten van kontakt met de sportverenigingen benutten om hun bewust te maken van de mogelijkheden. 11

5. Taak gemeente Iedere gemeente is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een effectieve lokale of regionale infrastructuur voor bemiddeling en ondersteuning van vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage. Ook wel: de ontwikkeling van een goede makelaarsfunctie. Daarbij moet de gemeente zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande initiatieven. Is er al een steunpunt vrijwilligerswerk actief op een of meerdere van bovengenoemde taken? Dan kan de gemeente ondersteunen bij het uitbreiden van het takenpakket tot bovenstaand aanbod. Dit kan eventueel samen met een aantal andere ondersteunende partijen, zoals andere ondersteuners (bijvoorbeeld vanuit sport of zorg) of bijvoorbeeld een welzijnsorganisatie. Is er nog geen partij actief op dit vlak? Dan zal de gemeente moeten helpen in de ontwikkeling van een lokale makelaarsfunctie. Berkelland ziet in dat de inzet van vrijwilligers een belangrijke bijdrage levert aan de lokale samenleving. Om dit vrijwilligerswerk te ondersteunen heeft Berkelland vrijwilligerswerkbeleid geformuleerd en dit vervolgens geïmplementeerd door het inrichten van een ondersteuningsstructuur, bijvoorbeeld in de vorm van een lokaal steunpunt vrijwilligerswerk. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is sinds 2007 een wettelijk kader, waarbinnen gemeenten verplicht zijn te formuleren hoe het vrijwilligerswerk wordt ondersteund. Dit heeft ertoe geleid dat Berkelland naast een Wmo-nota specifiek vrijwilligerswerkbeleid heeft opgesteld. Iedere gemeente ontvangt geld van het ministerie van VWS. Inwonertal is daarbij de verdeelsleutel. Gemeenten met een hoofd- of nevenvestiging van een school in het voortgezet onderwijs krijgen ook geld van het ministerie OCW. Dit bedrag wordt overgemaakt naar het gemeentefonds en is niet geoormerkt door de landelijke overheid. Het is daarom belangrijk dat alle gemeenten het geld voor 2009 zelf vrijmaken uit het gemeentefonds. Berkelland heeft dat tot nu toe nog niet gedaan. 5.1 Geld voor drie taken Elke gemeente krijgt geld. Het is afkomstig van de ministeries van OCW en VWS samen. Het geld is bedoeld voor de ontwikkeling en ondersteuning van een lokale of regionale makelaarsfunctie. Die makelaar heeft zoals op bladzijde tien geschreven staat drie taken. Concreet betekent dit dat de gemeente de financiële middelen kan inzetten voor: Aantrekken van een nieuwe medewerker die de taak van makelaar op zich kan nemen. Vergoeding van uren van het steunpunt vrijwilligerswerk/ vrijwilligerscentrale die de makelaarsfunctie al heeft, maar met dit geld kan uitbreiden tot een volledige makelaarsfunctie met taken zoals opgenomen in convenant. Informatievoorziening en deskundigheidsbevordering (training, advies) van organisaties die stageplaatsen of vrijwilligersplekken willen bieden. Organiseren van bijeenkomsten (netwerken en informatie uitwisselen). Maken van promotiemateriaal (voor lokale stagebieders). Aanschaffen van een ICT-systeem (een matchings- en leerlingvolgsysteem in een). 5.2 Waar moet de gemeente op letten? Bij de besteding van het geld moet de gemeente letten op een aantal dingen: De gemeente moet kijken welke partijen al actief zijn met vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage. Het is de bedoeling zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande initiatieven en samenwerkingsverbanden. 12

Het geld mag NIET alleen ten goede komen aan maatschappelijke stage. De makelaar heeft drie taken, die niet allen te maken hebben met het bemiddelen van leerlingen. Het geld is ook bedoeld voor het bemiddelen van andere nieuwe groepen vrijwilligers én het ondersteunen van organisaties die nieuwe vrijwilligers (en/of maatschappelijke stagiairs) ontvangen. Het geld moet niet direct besteed worden aan een commerciële makelaar. De ervaring leert: zij richten zich vaak alleen op maatschappelijke stage en vergeten andere doelgroepen. En ze houden lang niet altijd rekening met de mogelijkheden en grenzen van vrijwilligersorganisaties. Terwijl dat juist heel belangrijk is! 5.3 Rol en taken van de gemeente De gemeente heeft de taak gekregen om de makelaarsfunctie te realiseren. Met het geld kan de gemeente een persoon vrijmaken om de drie taken, zoals genoemd in het convenant, uit te voeren. De gemeente heeft dan dus de rol van financier. Maar de gemeente kan meer doen. We denken aan: Informeren: potentiële stagebiedende organisaties informeren over maatschappelijke stage. Bijeenroepen van partijen (organisaties, scholen, steunpunt vrijwilligerswerk). Samenwerking opzoeken met andere gemeenten. Afstemming bereiken en afspraken maken over verdeling van alle financiële middelen in de regio. Faciliteren: ruimten en materialen leveren waarmee leerlingen maatschappelijke stage kunnen uitvoeren. Stage plaatsen bieden: de gemeente kan stageplaatsen (samen met andere organisaties) aanbieden. Begeleiding bieden: werknemers kunnen in het kader van werknemersvrijwilligerswerk als vrijwilliger leerlingen begeleiden. Helpende handen bieden: werknemers kunnen in het kader van werknemersvrijwilligerswerk meehelpen aan de uitvoering van een klus, samen met de leerlingen. Meedenken over nieuwe stageplaatsen: door beleidsthema s te verbinden, kunnen er leuke stageplaatsen bedacht worden. We denken aan projecten waarbij leerlingen helpen bij de integratie van nieuwkomers of helpen bij het leefbaar en gezellig maken van wijken en buurten. 6. Verzekering De jongeren zijn in ieder geval verzekerd via school. Met ingang van 1 januari 2009 bestaat de mogelijkheid van een collectieve verzekering voor alle vrijwilligers in de gemeenten. Zie brief van de VNG van. 7. Handboek Er is een handboek (met DVD) uitgegeven voor organisaties die met maatschappelijke stagiairs willen gaan werken. Het boek is toegankelijk en eenvoudig beschreven, en erg praktijkgericht. Het bevat veel praktische informatie en een groot aantal bijlagen met voorbeeldbrieven, formulieren, vragenlijsten. De kosten zijn 19,50 per stuk. Als zich 300 stagebieders melden zijn de kosten 5.850. Dat kan betaald worden uit het budget dat de gemeente heeft ontvangen. Het budget is onder anderen ook bedoeld voor promotiemateriaal voor de lokale stagebieders. Voorgesteld wordt elke stagebieder het praktische handboek voor de maatschappelijke stage te verstrekken. 13

8. Financiën Alle gemeenten ontvangen geld voor de ontwikkeling van een effectieve lokale of regionale infrastructuur voor bemiddeling en ondersteuning van vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage. Het totale beschikbare budget voor de gemeenten loopt op van 5 miljoen in 2008 tot 30 miljoen in 2011. Per jaar gaat de helft van het geld naar alle 443 gemeenten, verdeelsleutel is het aantal inwoners van de gemeente. De andere helft wordt verdeeld onder de 225 gemeenten met een hoofdvestiging van een VO-school binnen de gemeentegrenzen. Met dit geld kunnen gemeenten werken aan de makelaarsfunctie. Gemeenten met een VO-school krijgen meer, omdat er een grote groep jongeren bemiddeld zal moeten worden naar het vrijwilligerswerk, in het kader van hun MaS. Wij hebben van het ministerie geld gekregen om te voorzien in een makelaarsfunctie tussen scholen, leerlingen en stageaanbieders. Dit geld komt van de Rijksoverheid (OCW en VWS). Het is bestemd voor versterking van de makelaarsfunctie voor maatschappelijke stage én vrijwilligerswerk in brede zin. Ten behoeve van de ondersteuning maatschappelijke stages en het vervullen van de gemeentelijke makelaarsfunctie zijn middelen aan het Gemeentefonds toegevoegd. Dat budget voor maatschappelijke stages is als stelpost op algemene baten en lasten opgenomen in de begroting (2009 t/m 2012). Het staat als het ware geparkeerd. De raad moet hieraan de bestemming nog verlenen. Het budget moet nu naar het juiste product overgeheveld worden. Dat is het programma Overig doorgaand sociaal beleid / product overig sociaal beleid-maatschappelijke stages. Dit is een mutatie tussen programmalijnen en hiervoor is een (financieel) raadsbesluit nodig. Betula heeft op ons verzoek een begroting ingediend voor de jaren 2009 tot en met 2011. Zie de bijlage. In onderstaand overzicht ziet u om welke bedragen het gaat. Via Gemeentefonds ontvangen Gereserveerd voor nieuw beleid Begroting Betula en SFB 2008 10.831 geen 2009 33.817 33.193 *29.366 2010 35.973 33.193 36.207 2011 35.254 33.193 40.441 2012 34.605 33.193 Bron: Meicirculaire 2009 * Begroting Betula 2009 43.000 -/- Eenmalige bijdrage rijksoverheid voor pilotjaar 2008-2009 13.634 Totaal uitgaven 29.366 Van het budget van het rijk voor de maatschappelijke stages is vanaf 2009 in de begroting een bedrag van 33.193 per jaar gereserveerd. Voorgesteld wordt om over de jaren 2010 en 2011 een bedrag van 33.193 per jaar voor maatschappelijke stages aan Stichting Betula te betalen. Voor 2011 maken we een nieuwe afweging op basis van een evaluatie van het gevoerde beleid ten aanzien van maatschappelijke stages. 14