SECUNDAIR ONDERWIJS. Mechanica-elektriciteit SPECIFIEK GEDEELTE. Industriële computertechnieken. PV/TV Stage elektronica TV Elektronica

Vergelijkbare documenten
TSO. 22 lt/w 6 lt/w. TV Elektronica PV/TV Stage elektronica. Industriële computertechnieken. derde graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

BSO TWEEDE GRAAD. vak TV ELEKTRICITEIT 2000/057. (vervangt 98036) 1 u/week. IT-e

PV/TV Stage /elektriciteit/elektronica/ elektromechanica/ TV Elektriciteit/elektronica/elektromechanica. TV Toegepaste informatica

COMPUTEROPERATOR. 580 Lt. Kwalitatief onderwijs voor volwassenen in Aalst. TANERA

TV Elektriciteit/elektronica/centrale verwarming/sanitair BSO. Verwarmingsinstallaties. derde graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS.

PV/TV Stage toegepaste informatica

Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden -

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

VOLWASSENENONDERWIJS

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

BASISOPTIE SECUNDAIR ONDERWIJS. A-stroom EERSTE GRAAD TWEEDE LEERJAAR MARITIEME VORMING. TV Nautische technieken/scheepvaart/ zeemanschap 1 Lt/w.

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

3KA Toegepaste informatica

eerste en tweede leerjaar PV/TV Stage toegepaste informatica

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september 2007 STUDIEGEBIED ICT

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

BSO TWEEDE GRAAD. vak 2000/095 TV AUTOTECHNIEKEN / CARROSSERIE. (vervangt 97323) 1 u/w. IT-o

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek.

SECUNDAIR ONDERWIJS BSO. derde graad. derde leerjaar SPECIFIEK GEDEELTE. Industrieel onderhoud. 4-2 lt/w 2 lt/w

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep muzikale opvoeding

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep mode

OPLEIDINGENSTRUCTUUR PC-TECHNICUS

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Atheneum Boom en ICT. Inleiding

FUNDAMENTEEL GEDEELTE

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

HBO5 Informatica Netwerkbeheer (90 studiepunten) C4 Internettechnologie en systeem- en netwerkbeheer deel 2 (5 studiepunten) Module

DOCUMENT. Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VVKSO

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Moderne Vreemde Talen

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep economie en handelsvakken

Sint-Jan Berchmanscollege

DOCUMENT. Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VVKSO

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS MULTIMEDIATECHNIEKEN. Derde graad TSO Eerste en tweede leerjaar

SECUNDAIR ONDERWIJS TSO. derde graad. derde leerjaar. Mechanica-elektriciteit SPECIFIEK GEDEELTE. Industriële computertechnieken.

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep aardrijkskunde

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september 2007 STUDIEGEBIED ICT

HBO5 Informatica Netwerkbeheer (90 studiepunten) Het schematiseren van probleemstellingen. met zelfgedefinieerde klassen werken.

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Pagina 1 van 5 EVALUEREN. 1 Procesevaluatie versus productevaluatie

SECUNDAIR ONDERWIJS SPECIFIEK GEDEELTE. Industriële elektriciteit. PV Praktijk elektriciteit PV/TV Stage elektriciteit TV Elektriciteit

Praktijkinstructie Industriële automatisering 3 (ICT09.3/CREBO:53270)

Jaarplan PV elektriciteit

VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL

Samengevat door Lieve D Helft ICT-coördinator Scholengemeenschap InterEssen

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27)

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

THEME Competence Matrix - Mechatronics

FUNDAMENTEEL GEDEELTE

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep personenzorg (component huishoudkunde)

Sint-Jan Berchmanscollege

DON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt!

Sint-Jan Berchmanscollege

1. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken ter ondersteuning van hun leren.

Leraar en verantwoordelijkheden (LEV) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X

IN1. Nr Omschrijving 2,5j 3j 4j 5j 6j 7j 8j 9j 10j 11j

OPLEIDINGENSTRUCTUUR PLAATSER EN HERSTELLER VAN ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het Don Bosco-Instituut ASO/TSO/BSO te Dilbeek

VAK Informatica. LP NR September 2011 VVKSO BRUSSEL D/2011/7841/039 KSO LEERKRACHT Kris Cauberghe

Gezien het bovenstaande zijn kunstvakken direct of indirect betrokken bij het nastreven van vakoverschrijdende

Documenten van de leraar

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september 2007 STUDIEGEBIED ICT. Modulaire opleiding Informatica: Programmeren AO IC 002

Sint-Jan Berchmanscollege

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Module Didactische competentie stage 3

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Exameneisen gewicht % theorie

Profilering derde graad

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van KTA Niel

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Profilering derde graad

ECTS- FICHE. L.Fret, H. Hicketick, S. Van Schoubroeck

Profilering derde graad

ECTS-fiche. 1. Identificatie HBO5. Code 7368 Lestijden 80 Studiepunten n.v.t. 100% Ingeschatte totale 160 studiebelasting

VOLWASSENENONDERWIJS

Jaarplan Informatica 5e jaar

VSKO. Leerplan OPLEIDING. Zwevende module. Modulair. Studiegebied Auto

STRUCTUUR PROJECTVOORBEREIDING

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten.

Onderzoekscompetenties. Schooljaar GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan Wetteren

ACTIVERENDE WERKVORMEN. Pedagogische dag COLOMAplus Johan Fouquaert

Project wiskunde: iteratie en fractalen. Naam:

ICT-coördinator Contractueel voltijds (38/38) Functiebeschrijving

ECTS-fiche. HBO5 Werkplekleren productieautomatisering Code 7392 Lestijden 80 Studiepunten n.v.t. 100 %

Wat stelt de doorlichting vast? Enkele voorbeelden:

* schrappen wat niet past

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1

19/12/2010. Vakconcept LO. Soorten ET/OD. Vakgebonden ET/OD LO. Vakconcept LO. Eindtermen/Ontwikkelingsdoelen. Regiovergaderingen LO

HBO5 Informatica Netwerkbeheer (90 studiepunten) C2 netwerkbeheer 2 Deel 1 (5 studiepunten)

Documenten van de leraar

VITAAL Plus 1 e graad

LEERPLANSTUDIE Tweede graad TSO/KSO leerplan d

Transcriptie:

SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: TSO Graad: derde graad Jaar: derde leerjaar Studiegebied: Mechanica-elektriciteit SPECIFIEK GEDEELTE Optie(s): Industriële computertechnieken Vak(ken): PV/TV Stage elektronica TV Elektronica 6 lt/w 20 lt/w Vakkencode: IT-e Leerplannummer: 2005/103 (vervangt 2004/233) Nummer inspectie: 2004 / 233 // 1 / N / SG / 2h / III7 / / D/ (vervangt 2004 / 233 // 1 / N / SG / 1 / III7 / / D/)

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 1 INHOUD SECUNDAIR ONDERWIJS...1 Visie...2 Beginsituatie...3 Algemene doelstellingen...4 Leerplandoelstellingen / leerinhouden...5 1. Interfacing met industriële randapparatuur + labo...5 2. Industriële Processen + labo...7 3. Computertechnieken + labo...9 4. Netwerktechnologie + labo...11 5. PV/TV Stage Elektronica...13 Pedagogisch-didactische wenken en timing...15 Algemeen...15 1. Interfacing met industriële randapparatuur + labo...15 2. Industriële Processen + labo...15 3. Computertechnieken + labo...15 4. Netwerktechnologie + labo...15 5. ICT...16 6. Begeleid zelfgestuurd leren...17 7. Jaarplan...18 Minimale materiële vereisten...20 Evaluatie...22 Theoretische vakken...22 Labo s...23 Evaluatie en rapportering van de stage...24 Bibliografie...26

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 2 VISIE De specialisatiejaren TSO hebben tot doel een verdieping te realiseren van de leerstof van de derde graad. Ze sluiten nauw aan bij concrete tewerkstellingsmogelijkheden. De leerling die een dergelijk jaar volgt wil vooral zijn tewerkstellingskansen verhogen, eerder dan doorstromen naar het hoger onderwijs. De klemtoon zal dus komen te liggen op specialisatie en niet op vervolmaking. Dit laatste zou immers betekenen dat de vormingscyclus op het einde van het tweede jaar van de derde graad niet afgerond zou zijn wat nooit de bedoeling kan geweest zijn. In dit specialisatiejaar wordt de vorming beoogt van industriële computertechnici die zowel onderlegd zijn in de automatiseringstechnologie als in de industriële pc s in netwerkomgevingen. Deze leerlingen worden aldus inzetbaar in de bedrijven: waar men zoekt naar een computertechnicus die hun computerpark kan beheren; waar men zoekt naar computersystemen op maat voor hun productieprocessen; waar men computernetwerken, bussytemen op maat wenst aan te leggen en te onderhouden; waar men microcontrollers en PLC s inschakelt in productieprocessen.

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 3 BEGINSITUATIE De leerlingen die kiezen voor dit specialisatiejaar industriële computertechnieken komen normaal gezien van het tweede jaar van de derde graad TSO uit het studiegebied mechanica-elektriciteit, zodat zij een voldoende kennis hebben van basiselektriciteit en basiselektronica. De leerkracht kan door middel van gerichte toetsing eventuele tekorten bij zijn leerlingen detecteren en remediërend optreden door aangepaste differentiatie.

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 4 ALGEMENE DOELSTELLINGEN De optie industriële computertechnieken beoogt vooral technici te vormen voor het installeren, het in bedrijf stellen en het onderhouden van computersystemen en netwerken in industriële oepassingen. Zij zullen tevens de gebruiker van computergesteunde systemen technisch kunnen ondersteunen. Zowel hardware- als softwareaspecten komen aan bod. De leerlingen dienen een ruime kennis op te doen met betrekking tot de computer zelf en de interfacing van de computer naar de industriële buitenwereld en omgekeerd: randapparatuur, netwerken, industriële machines en processen. Niet de diepgaande kennis van deze buitenwereld op zich staat centraal, maar vooral de aspecten ervan die de koppeling en de communicatie met en de besturing door de computer mogelijk maken. Leerlingen die kiezen voor deze studierichting hebben een sterke interesse voor de moderne technologie en meer bepaald de industriële toepassingen ervan, gekoppeld aan technisch talent en een voorkeur voor een directe, praktische aanpak. Zij hebben een aanleg voor logisch, probleemoplossend denken en handelen, die niet noodzakelijk gekoppeld is aan een zuiver wiskundige en wetenschappelijke benadering. Zij hebben zin voor detail, nauwkeurigheid, orde, structuur en fijn technisch werk. Het elektronisch schematekenen en het printontwerpen (CAD) zullen geïntegreerd worden in de TV. Bij alle leerinhouden zal, waar mogelijk, de nodige aandacht besteedt worden aan het bijbrengen van de genormaliseerde eenheden bij de verschillende nieuwe begrippen en aan de voorschriften van ARAB en AREI. Naast de "technische" vaardigheden, zal de leraar ook oog hebben voor de vereiste persoonlijkheidskenmerken: kritische ingesteldheid; zijn eigen plaats in de arbeidssituatie beseffen; kunnen participeren in de maatschappij, de mentale bereidheid daarvoor hebben; bedrijfsminded zijn; luistervaardig zijn; plichtsbewust zijn, verantwoordelijkheidszin en zin voor initiatief hebben; veiligheidsbetrachting; doorzettingsvermogen; arbeid bekijken als persoonlijkheidsontwikkelende bezigheid; het sociaal karakter van de arbeid inschatten; aanpassingsvermogen; mobiliteit; leervaardig zijn: bereidheid tot permanente vorming; bereidheid tot inzet; zowel zelfstandig als in team kunnen werken; flexibiliteit; logisch, rationeel, analytisch en synthetisch denken; creativiteit; organisatietalent; kostenbewust (denken) werken; kwaliteitsbewust zijn; problemen interdisciplinair benaderen; zin voor milieu bewust handelen.

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 5 LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN Toelichting bij gebruik van het leerplan In het leerplan zijn een aantal uitbreidingsdoelstellingen opgenomen. Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid door een (U) na de doelstelling. Uitbreidingsdoelstellingen moeten enkel bereikt worden als het niveau van de leerlingen dit toelaat. 1. INTERFACING MET INDUSTRIËLE RANDAPPARATUUR + LABO 3e jaar: 6 lestijden/week DECR. NR. De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 1 het begrip interface situeren; 1. Inleiding de functie van interfacing toelichten; Begrip Interfacing Basistoepassingen sequentiële logica (registers, tellers ) simuleren en uitvoeren; de belangrijkste (binair, hexadecimaal, BCD, Gray ) talstelsels en codes toepassen; Sequentiële logica Talstelsels en codes Programmeertalen elementaire programmastructuren beheersen; 2 het gebruik van de Schmitt-trigger als signaalsteilheidverbeteraar en anti-denderschakelaar toelichten en testen; CMOS en TTL, IC s met elkaar koppelen; het gebruik van pull-up weerstanden uitleggen en toepassen; het gebruik van A/D en D/A converters toelichten en hun karakteristieken opzoeken ; meetkaarten gebruiken en hun karakteristieken opzoeken ; sturen van led s, relais via transistoren, halfgeleider-vermogencomponenten en driver- IC s toelichten en realiseren; het gebruik van opto-isolator en solid-state relais uitleggen en toepassen; de signaaalconditionering, A/D en D/A converters, buffering en galvanische scheiding lokaliseren in bestaande schakelingen; specifieke I/O IC s gebruiken; 2. I/O- Interfacing Signaaalconditionering A/D en D/A converters Buffering en galvanische scheiding Interfaceschakelingen Bijzondere I/O IC s

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 6 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 3 de opbouw en de werking van de verschillende standaardinterfaces uitleggen; de verschillende poorten aansturen (programmeren en testen) ; timing - en controlesignalen bespreken; LEERINHOUDEN 3. PC- poorten Bussystemen en -protocollen: Seriëel Parallel USB Midi 4 industriële uitbreidingskaarten toelichten en gebruiken (meetkaarten ); 4. Industriële uitbreidingskaarten 5 aan de hand van een blokschema de opbouw van microcontrollers toelichten; datagegevens en specifieke I/O poorten toelichten; opbouw en verwerking van instructies toelichten ; de verschillende adresseringsmethoden toelichten en gebruiken; de functie van een interruptroutine verwoorden ; programmeren via een editor, compileren en simulaties uitvoeren; programmeren met interruptroutines; timers programmeren; een eenvoudige gecombineerde oefening procesregeling met microprocessor,controller en PLC uitvoeren. 5. Microcontrollers (U) Blokschema Adresseermethodes en instructies Programmatie Interrupts Timers

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 7 2. INDUSTRIËLE PROCESSEN + LABO 3e jaar: 4 lestijden/week DECR. NR. De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN 1 het begrip procescontrole toelichten; aan de hand van een blokschema de opbouw en de werking uitleggen van een procescontroller; 2 de verschillende soorten sensoren opnoemen; door zelfstandig meten een aantal opnemers toelichten; zelstandig een uitgangssysteem kiezen (2-draads, 3-draads, NPN, PNP) kiezen in functie van de toepassing en in een schakeling opnemen; de verschillende toerentalmeetsystemen toelichten; de toerentalmeetinrichtingen aansluiten op een regelsysteem ; sensoren met meetomvormer gebruiken; LEERINHOUDEN 1. Procescontrole Doel Blokschema Input procescontroller (analoog,digital) Output procescontroler (analoog,digital) 2. Sensoren Soorten (herhaling) Uitgangssignalen Verplaatsingsopnemers: digitaal en analoog Toerentalmetingen: - draaistroomtachometers - gelijkstroomtachometers - digitale toerentalmeting 3 het gebruik en het toepassingsgebied van PLC s toelichten ; de verschillende onderdelen herkennen; technische gegevens opzoeken en toelichten; functiediagrammen opstellen en omzetten naar een PLC-programma; het programma kunnen inbrengen en testen met een programmeertoestel; het gebruik van de relevante functiebouwstenen (PID, A/D, D/A ) toelichten en toepassen; plc-gestuurde processen onderhouden door gestructureerde foutenanalyse (ook praktisch toepassen); de communicatie tussen de PLC en de PC toelichten en toepassen; een eenvoudige HMI inzetten voor visualisatie en bediening; een configuratie met decentrale opstelling situeren en toepassen; 3. Programmeerbare automaten (PLC) Blokschema (herhaling) Programmeer en ontwerpmethoden 1. cyclus met lineaire structuur 2. cyclus met sprong, herhaling 3. cyclus met vertakkingen 4. cyclus met gelijktijdige werking 5. subroutines Programmatie van functiebouwstenen en databouwstenen Opsporen en diagnosticeren van fouten Periferiekaarten Communicatie PC-PLC Human Machine Interface (HMI) PLC-netwerken en remote control

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 8 DECR. NR. De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN 4 de werking van de DC-regelaar toelichten; een sturing met regelaar uitvoeren en de koppel-snelheidskarakteristiek opnemen en interpreteren; de werking van een tachogenerator demonstreren; de werking van frequentieregelaars toelichten; frequentieregelaars parametreren, proefopstelling bouwen; sofstarters gebruiken; de werkingsprincipes van de stappenmotor verklaren; realiseren van sturingen voor stappenmotor. LEERINHOUDEN 4. Regeling van motoren (Als toepassing op onderdelen PLC en sensoren) 4.1. Gelijkstroommotoren DC motorregelaar 4.2. Regeling van wisselstroommotoren frequentieregelingen aanzetten met softstarter 4.3. Werking en sturing van bijzondere motoren stappenmotoren: samenstelling en soorten; sturing schijfmotoren

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 9 3. COMPUTERTECHNIEKEN + LABO 3e jaar: 5 lestijden/week DECR. NR. De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN 1 de opbouw en de werking van een computersysteem toelichten; de basiselementen van een computer omschrijven; de functie en toepassing van processorregisters toelichten; opbouw en verwerking van instructies toelichten; de verschillende soorten geheugens toelichten; de functie, soorten en de interruptverwerking toelichten; de verschillende soorten I/O- communicatietechnieken toelichten; de functie, soorten en werking van moderne bussen en I/O- interfaces omschrijven, specificaties opzoeken en toelichten; de opbouw en architectuur van moderne computersystemen opzoeken en toelichten; LEERINHOUDEN 1. Computersystemen blokschema van een microcomputer basiselementen: CPU, I/O en geheugen processorregisters uitvoering van instructies de geheugenhiërarchie en cachegeheugen interrupts I/O- poorten en communicatietechnieken moderne processoren en chipsets moderne busarchitecturen I/O- interfaces 2 de verschillende componenten situeren en correct aanbrengen; hardwareconfiguratie instellen volgens de geëigende procedures; configuratiesoftware toelichten en systeem set-up via configuratiesoftware of bios aanpassen; de veel voorkomende besturingssystemen toelichten een besturingssysteem installeren: manueel en via netwerk; standaardpakketten of eigen applicaties (U) installeren de registratieprocedures en licentieverplichtingen toelichten; eenvoudige testmethodes uitleggen geassembleerde PC s deskundig testen; de samenstelling van actuele pc-configuratie opzoeken en toelichten een fout lokaliseren en herstellen; 3 de technische kenmerken van de randapparatuur opzoeken en toelichten; deskundig de randapparatuur aansluiten en operationeel maken ; de pc aansluiten en de settings personaliseren; de apparatuur gericht uittesten; de bediening en de basisroutines toelichten; een fout lokaliseren en herstellen; 2. Assembleren en pre-installeren van PC s assembleren componenten: voeding, moederbord, processor, geheugen, poorten, bussen, disks, drives, controllers, instellen hardwareconfiguratie aanpassen systeem set-up installatie van besturingssysteem toepassingssoftware installeren testen systematisch foutzoeken en herstellen 3. Installatie van de PC en aansluiten randapparatuur randapparatuur: beeldschermen, printers, scanners, back-up eenheden, multimediacomponenten aansluiten en configureren randapparatuur installeren, configureren en optimaliseren van de PC testen systematisch foutzoeken en herstellen

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 10 DECR. NR. De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 4 preventieve onderhoudsprogramma s toelichten en uitvoeren; de problematiek van systeembeveiliging en virussen toelichten; beveiligings- en virusprogramma s installeren en gebruiken; een back-up of reservekopie nemen van de belangrijkste software; een pc hardwarematig en softwarematig upgraden; softwaretools om verloren of beschadigde data te recupereren toelichten en gebruiken. 4. Onderhoud van een pc-park preventieve onderhoudsprogramma s back-up methoden beveiliging en virusbeheer upgraden hardware upgraden software recoveries en restores

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 11 4. NETWERKTECHNOLOGIE + LABO 3e jaar: 5 lestijden/week DECR. NR. De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN 1 de componenten van een datacommunicatieverbinding in een schema weergeven en toelichten; de soorten serietransmissies en verbindingsmodes toelichten en kennen hun toepassing; het verschil duiden tussen baud en bps, digitale bandbreedte en throughput van fysische verbindingen; het OSI-model vergelijken met het TCP/IP-referentiemodel, de verschillende lagen toelichten en de verschillende protocollen in de juiste laag plaatsen; de opbouw en toewijzing van een IP-adres en de manier van IP-routering toelichten; in een TCP/IP-netwerk, het subnetmasker en het aantal subnetten bepalen in functie van het aan te leggen netwerk; de belangrijkste netwerk- en TCP/IP-protocollen toelichten; de werking, standaarden en protocollen voor modems toelichten, specificaties opzoeken en modems aansluiten ; LEERINHOUDEN 1. Datacommunicatie algemene begrippen componenten van een datacommunicatieverbinding transmissiemodes verbindingsmodes snelheid van een verbinding en bandbreedte OSI-model TCP/IP-model IP-adressering en -routering netwerkprotocollen belangrijke TCP/IP-protocollen analoge en digitale modems 2 de begrippen bus, ring en ster toelichten; de bijhorende toegangsprotocollen uitleggen; de verschillende soorten bekabelingen en bijhorende connectoren bespreken en er de voor- en nadelen van geven; het nut van de hardware-onderdelen toelichten en op basis van hun voornaamste kenmerken een verantwoorde keuze maken tussen deze onderdelen bij het uitwerken van een netwerk ; de opbouw en werking van een peer-to-peer en cliënt-server netwerk toelichten; de soorten servers onderscheiden en toelichten; het nut en de mogelijkheden van een doeltreffende netwerkbeveiliging toelichten; 2. Opbouw van netwerken doel en nut van een netwerk, begrippen WAN en LAN fysische topologieën: bus, ster en ring toegangsprotocollen: CSMA/CD Ethernet en Token Passing hardware: - netwerkkaarten, - bekabeling: coax, UTP, glasvezel en draadloos, - netwerkapparatuur: repeater, hub, switch, bridge, router peer-to-peer en client-server netwerken soorten server: file- en printservers netwerkbeveiliging

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 12 DECR. NR. De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN 3 een netwerk ontwerpen waarbij rekening wordt gehouden met de bestaande normen, de wensen van de klant en de mogelijkheden van de apparaten; de technologische aspecten van randapparatuur in een netwerkenomgeving opzoeken en toelichten; configuraties voor server en werkstations opzoeken en toelichten; de specificaties van modems opzoeken en modems aansluiten; de correcte connectoren plaatsen op de kabels (UTP,STP,FTP,coax); de specificaties van diverse netwerkapparatuur opzoeken, aansluiten en installeren; omgaan met problemen van netwerkbekabeling zoals verzwakking, reflecties, noise, dispersion, jitter, latency; omgaan met problemen van toestellen en stroomvoorzieningen zoals aarding, netvervuiling, aardpotentialen spanningsverlies, spanningspieken en dippen; LEERINHOUDEN 3. PC s en randapparatuur in een netwerkomgeving server en werkstation analoge en digitale modems netwerkprinter, cd-rom UPS netwerkapparatuur: hub, swich, router racks outlets patchpanelen bekabeling aanleggen en aansluiten gebruik van hardware tools, kabeltester veiligheidsregels 4 een peer-to-peer en cliënt-server netwerken aanleggen, installeren en configureren; netwerkkaarten kiezen en correct aanbrengen ; werkposten en server fysiek met elkaar verbinden ; aanloggen in een werkqroep en domein (als administrator, gebruiker ); softwarematig de netwerkverbinding realiseren; netwerkprinters configureren en aansluiten; procedures om IP-adressen aan te vragen en/of domeinnamen te registreren toelichten; een netwerk instellen voor het delen van bronnen, internettoegang, data en programma s, remote control een netwerk beheren en een doeltreffende netwerkbeveiliging toepassen; problemen met TCP/IP oplossen; softwaretools gebruiken om het netwerk te testen en te onderhouden. 4. Realiseren van een netwerk peer-to-peer netwerken client-server netwerken installatie en configuratie netwerkbesturingssysteem verbinden en configureren van werkposten en server(s) verbinden en configureren van randapparatuur: lokale en netwerkprinters, analoge en digitale modems configureren van intranets internetverbindingen internetdiensten en remote control netwerkbeheer en -beveiliging gebruik softwaretools systematisch foutzoeken en herstellen

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 13 5. PV/TV STAGE ELEKTRONICA 3e jaar 6 lestijden/week DECR. NR. De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN 1. kennis nemen en omgaan met de bedrijfscultuur; formele en informele omgangsvormen hanteren; functioneren buiten het beschermende schoolmilieu; omgaan met stress; omgaan met oversten, gelijken,ouderen; kritiek aanvaarden; assertief gedrag vertonen; van organisatiebekwaamheid getuigen in groep werken; omgaan met formele en informele regels, afspraken en procedures; 2. veiligheids- en milieuvoorschriften toepassen; ergonomie toepassen 1 Algemeen Omgaan met de bedrijfscultuur LEERINHOUDEN Omgaan met de reglementeringen inzake AREI ARAB Welzijn,milieu 3. goederenbehandeling uitvoeren (stockeren, inventariseren, in- en uitpakken); 1.3 Omgaan met goederen 4. doelgericht communiceren.; telefonische ondersteuning bieden; 5. werkzaamheden voorbereiden.; een geschikte werkmethode en werkvolgorde bepalen; waakzaam zijn voor welzijn en milieu; de nodige beschermingsmiddelen uitkiezen; zorg dragen en orde hebben voor gereedschap,materiaal en apparatuur; individuele opdrachten van beperkte omvang onder begeleiding organiseren, uitvoeren en evalueren ; ladders en kleine stellingen monteren en correct gebruiken (veiligheid) (U); 1.4 Communicatie 2. Voorbereiding 2.1 Het eigen werk organiseren 6. tekeningen lezen en interpreteren, tekeningen opmaken; 2.2 Tekeningen en schema s 7. administratieve gegevens verwerken; 2.3 Administratie 8. met computerapparatuur deskundig omgaan; 2.4 Omgaan met computerapparatuur

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 14 DECR. NR. De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN 9. onder begeleiding computernetwerken ontwerpen en/of installatie superviseren en/of storingen verhelpen 3 Proces 3.1 Computernetwerken 10. montagetechnieken toepassen; 3.2 Montage en demontage 11. een industrieel proces opvolgen (U); onder begeleiding oplossingen uitwerken voor industriële automatisatie; 12. verbindingstechnieken toepassen zoals solderen, schroeven, kabelverbindingen 13. adequaat omgaan met deze toestellen. (plaatsen, aansluiten,onderhouden,opsporen van storingen); 3.3 Automatisatie 3.4 Verbindingstechnieken 3.5 PC s,plc s, randapparatuur 4. Nazorg 14. administratieve gegevens verwerken; 4.1 Administratie 15. kwaliteitscontrole toepassen; 4.2 Afwerking, zelfevaluatie 16. resten en afval volgens instructies sorteren en opslaan. 4.3 Milieubewustzijn LEERINHOUDEN

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 15 PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING ALGEMEEN Er wordt steeds uitgegaan van 25 effectieve lesweken per schooljaar. Overblijvende weken kunnen worden besteed aan een verder uitdiepen van de leerstof. Pedagogisch is het niet verantwoord om de leerlingen tijdens de les de leerstof te laten noteren. Om tijdverlies te vermijden, wordt het gebruik van een goed handboek of van een zelf gemaakte cursus expliciet aanbevolen. Het frontaal lesgeven zal tot een minimum worden beperkt 1. INTERFACING MET INDUSTRIËLE RANDAPPARATUUR + LABO NR. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN TIMING IN WEKEN 1 Benader praktisch; laat de leerlingen zelfstandig de nodige informatie opzoeken. 8 W 2 Herhaal de nodige basisbegrippen; laat de leerlingen zoveel mogelijk schakelingen maken. 10 W 3 Gebruik bestaande en zelfgebouwde schakelingen om de pc-poort te testen. 4 W 4 Gebruik voldoende didactisch materiaal. 3 W 5 De gelijkenissen/verschillen met µp praktisch aanleren. (U) 2. INDUSTRIËLE PROCESSEN + LABO NR. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN TIMING 1 Leerlingen zelf laten experimenteren met de toestellen. 2 W 2 Meerdere experimenten laten opstellen door de leerlingen. 5 W 3 Veel oefeningen maken. 12 W 4 Het aangeleerde toepassen in een volledige opstelling. 6 W 3. COMPUTERTECHNIEKEN + LABO NR. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN TIMING 1 Leerlingen zelf de nodige documentatie laten verzamelen over de opbouw en architectuur van actuele pc-systemen en in een verslag bundelen. 2 Leerlingen vooraf een schema laten opmaken van de te volgen werken. Gebruik losse onderdelen met voldoende documentatie en volg het uitvoeringsschema. Laat zelfstandig een pc monteren, testen en tunen (hard- en software). De leerlingen. moeten probleem-oplossend kunnen werken. 3 W 14 W 3 Volg dezelfde procedures als in vorig item. 4 W 4 Gebruik verschillende professionele softwaretools om systemen te testen en te onderhouden. 4 W 4. NETWERKTECHNOLOGIE + LABO NR. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN TIMING 1 Passende voorbeelden aanhalen. De verschillen verklaren tussen intranet en internet. Netwerk tools bestuderen om TCP/IP- problemen op te kunnen lossen. 4 W 2 Leerlingen zoeken schema s over moderne netwerken en netwerkapparatuur. 4 W 3 Passende documentatie opzoeken over alle componenten in een industrieel netwerk. 3 W 4 Gebruik de beschikbare apparatuur op school om netwerken te realiseren. Leerlingen vooraf een schema laten opmaken van de te volgen werken. Leerlingen zelfstandig en volgens uitvoeringsschema een netwerk laten installeren, configureren en testen. 14 W

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 16 5. ICT 1 Wat? Onder ICT verstaan we het geheel van computers, netwerken, internetverbindingen, software, simulatoren, etc. Telefoon, video, televisie en overhead worden in deze context niet expliciet meegenomen. 2 Waarom? De recente toevloed van informatie maakt levenslang leren een noodzaak voor iedereen die bij wil blijven. Maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen wijzen op het belang van het verwerven van ICT. Enerzijds speelt het in op de vertrouwdheid met de beeldcultuur en de leefwereld van jongeren. Anderzijds moeten jongeren niet alleen in staat zijn om nieuwe media efficiënt te gebruiken, maar is ICT ook een hulpmiddel bij uitstek om de nieuwe onderwijsdoelen te realiseren. Het nastreven van die competentie veronderstelt onderwijsvernieuwing en aangepaste onderwijsleersituaties. Er wordt immers meer en meer belang gehecht aan probleemoplossend denken, het zelfstandig of in groep leren werken, het kunnen omgaan met enorme hoeveelheden aan informatie In bepaalde gevallen maakt ICT deel uit van de vakinhoud en is ze gericht op actieve beheersing van bijvoorbeeld een softwarepakket binnen de lessen informatica. In de meeste andere vakken of bij het nastreven van vakoverschrijdende eindtermen vervult ICT een ondersteunende rol. Door de integratie van ICT kunnen leerlingen immers: het leerproces zelf in eigen handen nemen; zelfstandig en actief leren omgaan met les- en informatiemateriaal; op eigen tempo werken en een eigen parcours kiezen (differentiatie en individualisatie). 3 Hoe te realiseren? In de eerste graad van het SO kunnen leerlingen adequaat of onder begeleiding elektronische informatiebronnen raadplegen. In de tweede en nog meer in de derde graad kunnen de leerlingen spontaan gegevens opzoeken, ordenen, selecteren en raadplegen uit diverse informatiebronnen en kanalen met het oog op de te bereiken doelen. Er bestaan verschillende mogelijkheden om ICT te integreren in het leerproces. Bepaalde programma s kunnen het inzicht verhogen d.m.v. visualisatie, grafische voorstellingen, simulatie, het opbouwen van schema s, stilstaande en bewegende beelden, demo. Sommige cd-roms bieden allerlei informatie interactief aan, echter niet op een lineaire manier. De leerling komt via bepaalde zoekopdrachten en verwerkingstaken zo tot zijn eigen gestructureerde leerstof. Databanken en het internet kunnen gebruikt worden om informatie op te zoeken. Wegens het grote aanbod aan informatie is het belangrijk dat de leerlingen op een efficiënte en een kritische wijze leren omgaan met deze informatie. Extra begeleiding in de vorm van studiewijzers of instructiekaarten is een must. Om tot een kwaliteitsvol eindresultaat te komen, kunnen leerlingen de auteur (persoon, organisatie...), de context, andere bronnen die de inhoud bevestigen en de onderzoeksmethode toevoegen. Dit zal het voor de leraar gemakkelijker maken om het resultaat en het leerproces te beoordelen. De resultaten van individuele of groepsopdrachten kunnen gekoppeld worden aan een mondelinge presentatie. Het programma Powerpoint kan hier ondersteunend werken. Men kan resultaten en/of informatie uitwisselen via e-mail, blackboard, chatten, nieuwsgroepen, discussiefora... ICT maakt immers allerlei nieuwe vormen van directe en indirecte communicatie mogelijk. Dit is zeker een meerwaarde omdat ICT zo de mogelijkheid biedt om niet alleen interscolaire projecten op te zetten, maar ook om de communicatie tussen leraar en leerling (uitwisselen van cursusmateriaal, planningsdocumenten, toets- en examenvragen...) en leraren onderling (uitwisseling lesmateriaal) te bevorderen. Sommige programma s laten toe op graduele niveaus te werken. Ze geven de leerling de nodige feedback en remediëring gedurende het leerproces (= zelfreflectie en -evaluatie).

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 17 6. BEGELEID ZELFGESTUURD LEREN 1 Wat? Met begeleid zelfgestuurd leren bedoelen we het geleidelijk opbouwen van een competentie naar het einde van het secundair onderwijs, waarbij leerlingen meer en meer het leerproces zelf in handen gaan nemen. Zij zullen meer en meer zelfstandig beslissingen leren nemen in verband met leerdoelen, leeractiviteiten en zelfbeoordeling. Dit houdt onder meer in dat: de opdrachten meer open worden; er meerdere antwoorden of oplossingen mogelijk zijn; de leerlingen zelf keuzes leren maken en die verantwoorden; de leerlingen zelf leren plannen; er feedback is op proces en product; er gereflecteerd wordt op leerproces en leerproduct. De leraar is ook coach, begeleider. De impact van de leerlingen op de inhoud, de volgorde, de tijd en de aanpak wordt groter. 2 Waarom? Begeleid zelfgestuurd leren sluit aan bij enkele pijlers van ons PPGO, o.m. leerlingen zelfstandig leren denken over hun handelen en hierbij verantwoorde keuzes leren maken; leerlingen voorbereiden op levenslang leren; het aanleren van onderzoeksmethodes en van technieken om de verworven kennis adequaat te kunnen toepassen. Vanaf het kleuteronderwijs worden werkvormen gebruikt die de zelfstandigheid van kinderen stimuleren, zoals het gedifferentieerd werken in groepen en het contractwerk. Ook in het voortgezet onderwijs wordt meer en meer de nadruk gelegd op de zelfsturing van het leerproces in welke vorm dan ook. Binnen de vakoverschrijdende eindtermen, meer bepaald Leren leren, vinden we aanknopingspunten als: keuzebekwaamheid; regulering van het leerproces; attitudes, leerhoudingen, opvattingen over leren. In onze (informatie)maatschappij wint het opzoeken en beheren van kennis voortdurend aan belang. 3 Hoe te realiseren? Het is belangrijk dat bij het werken aan de competentie de verschillende actoren hun rol opnemen: de leraar als coach, begeleider; de leerling gemotiveerd en aangesproken op zijn leer kracht; de school als stimulator van uitdagende en creatieve onderwijsleersituaties. De eerste stappen in begeleid zelfgestuurd leren zullen afhangen van de doelgroep en van het moment in de leerlijn Leren leren, maar eerder dan begeleid zelfgestuurd leren op schoolniveau op te starten is klein beginnen aan te raden. Vanaf het ogenblik dat de leraar zijn leerlingen op min of meer zelfstandige manier laat doelen voorop stellen strategieën kiezen en ontwikkelen oplossingen voorstellen en uitwerken stappenplannen of tijdsplannen uitzetten resultaten bespreken en beoordelen reflecteren over contexten, over proces en product, over houdingen en handelingen verantwoorde conclusies trekken keuzes maken en die verantwoorden is hij al met een of ander aspect van begeleid zelfgestuurd leren bezig.

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 18 7. JAARPLAN Van elke lerares/leraar wordt verwacht dat zij/hij in het begin van het schooljaar een jaarplanning maakt. Die planning kan gemaakt worden volgens het bijgevoegd model. Eenvormigheid is een noodzaak voor de verschillende collega s binnen eenzelfde vakgroep. De verschillende jaarplannen zullen zodanig gemaakt worden dat er - waar mogelijk - per week een coördinatie is tussen de verschillende vakken. Een overleg tussen de verschillende leraars zal absoluut noodzakelijk zijn! Tijdens het schooljaar zullen de vorderingen door de verschillende collega's samen regelmatig geëvalueerd worden met het doel de verschillende jaarplannen eventueel bij te sturen. De timing is gemaakt voor 25 weken per schooljaar. De resterende tijd kan door de lerares/leraar vrij gebruikt worden voor uitdiepingen en/of uitbreidingen. Ook nieuwe ontwikkelingen kunnen hier eventueel aan bod komen. De timing en de volgorde van de leerstofonderdelen zijn niet bindend. Indien afgeweken wordt, zal dit in overleg tussen de verschillende collega's gebeuren en zullen indien nodig de andere jaarplannen eveneens aangepast worden. Steeds zal erover gewaakt worden dat de noodzakelijke voorkennis aanwezig is.

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 19 Jaarplan Optie:... Leerkracht:... Vorderingsplan Onderwijsvorm:... Graad:... Jaar:... Schooljaar: /.. Vak:... Leerplannummer:... Handboek/cursus:... Lestijden/week:... JAARPLAN VORDERINGSPLAN Week nummer Nr in leerplan te realiseren leerplandoelstellingen Gegeven op (datum) Opmerkingen

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 20 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN 1 Algemene uitrusting in een labo elektronica: - universele labovoedingen, - meetapparatuur (oscilloscoop, functiegenerator, multimeter ) - basisset elektronische componenten - faciliteiten voor het maken van printen - mechanische werkpost Basisuitrusting in een computerklas: - PC per leerling: + teken- en simulatiesoftware (CAD) + hogere programmeertalen met mogelijkheden tot data-aquisitie + plc-software met simulatie- en netwerkmogelijkheden + internettoegang - projectiemogelijkheden - audio en video uitrusting - printer, scanner, dvd/cd-rom, cd-rw - toepassingspakketten - netwerkfaciliteiten Basisuitrusting in labo industriële pc s, netwerktechnologie en interfacing: - PC per leerling - diverse operating systems - pc-onderdelen voor upgrading van oudere systemen - alle pc-onderdelen voor assemblageoefeningen van nieuwe systemen ( één configuratie per 2 lln) - netwerkkabel, connectoren, hardware tools en klein handgereedschap - software testtools met upgrades - programma s voor pc- onderhoud en virusbeheer - één server configuratie - cliënt- en serversoftware - randapparatuur in een netwerkomgeving volgens leerplan: analoge en digitale modem, router, hub en/of switches, printer, scanner - breedband internetaansluiting - telefoonaansluiting - uitrusting voor draadloos netwerk - kant en klare seriële, parallelle en usb interfacekaart per 2 leerlingen - basis microcontroller kit - SCSI-kaarten en apparatuur 1 Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: - Codex - ARAB - AREI - Vlarem. Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: - de uitrusting en inrichting van de lokalen; - de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel. Zij schrijven voor dat: - duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; - alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; - de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden; - de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 21 - PCI I/O-kaarten en meetkaarten - DAQ kaart met moderne software - diverse logische bouwstenen, elementaire elektronicacomponenten, opamp s - A/D en D/A omzetters, speciale programmeerbare IC s - 3 breadboards per leerling - mininmum één geheugenscoop en 4 multimeters met pc-aansluiting Basisuitrusting labo industriële processen: - industriële sensoren meetomvormers en communicatiesoftware - diverse processen: temperatuur, niveau, druk, positie, toerental - PLC met netwerkmogelijkheden en uitbreidingskaarten - frequentieomvormers (één per 4 leerlingen) - DC sturing - AC-, DC- en stappenmotoren

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 22 EVALUATIE THEORETISCHE VAKKEN Voor alle evaluaties is het noodzakelijk dat er vooraf afspraken gemaakt worden tussen leraar en leerlingen. Waar mogelijk, gebeurt dit in onderling overleg met de leerlingenraad om zoveel mogelijk tot afspraken te komen voor de volledige school. Noodzakelijke afspraken betreffen o.a.: gebruik van hulpmiddelen, bijv. woordenboek, rekenmachine ; spieken; ziekte; planning; afspraken tussen de leerkrachten onderling; afspraken met de leerlingen; inspraak van leerlingen; open-boek-evaluatie ; Organisatorisch kan de evaluatie opgesplitst worden in permanente evaluatie in de klas; korte mondelinge of schriftelijke toetsen; schriftelijke herhalingstoetsen; mondelinge examens; schriftelijke examens; examens praktijk en lab;... 1 PERMANENTE EVALUATIE IN DE KLAS Permanente evaluatie moet leiden naar permanente remediëring. De concrete vaststellingen op het ogenblik zelf en de reflectie door de leerling zijn de belangrijkste aanzet tot remediëring. Een aangepaste strategie, een herhaling, een rechtzetting, een terugkoppeling, een andere aanpak, een variant, een verdere inoefening maken deel uit van de remediëring. Bij permanente evaluatie in de klas moeten dezelfde evaluatieprincipes toegepast worden als voor andere toetsen (voldoen aan de normen voor een goede evaluatie). Let erop dat niet enkel attitudes (inzet, gedrag, ) geëvalueerd worden. Bij de evaluatie van attitudes is de transparantie van de beoordelingscriteria van het uiterste gewicht. 2 KORTE TOETSEN Korte mondelinge of schriftelijke toetsen kunnen afgenomen worden bij het begin of op het einde van de les. Korte evaluaties blijven het best beperkt tot de leerstof van de voorbije (resp. huidige) les en moeten beperkt blijven in tijdsduur (bijvoorbeeld maximum 10 tot 15 minuten). Korte toetsen kunnen op ieder moment worden afgenomen, liefst zonder de leerling vooraf expliciet te verwittigen. Het is wel noodzakelijk dat de leerlingen weten dat er op die manier kan geëvalueerd worden. Om zoveel mogelijk voordeel te halen uit mondelinge toetsen, moeten zoveel mogelijk leerlingen bij de overhoring betrokken worden en moet de moeilijkheidsgraad van de opgaven zodanig gekozen worden dat de meerderheid van de vragen een goed antwoord oplevert. De mondelinge toetsen mogen daarbij niet alleen feitenkennis of reproduceerbare kennis bevragen, maar ook doelen van een hogere cognitieve orde zoals analyseren, synthetiseren, concluderen, verbanden leggen en toepassingen maken. Belangrijk bij de overhoring is de feedback op het gegeven antwoord. Deze moet in voorkomend geval vooral aangeven waarom het gegeven antwoord niet helemaal correct was en mag zich niet beperken tot de mededeling dat iets goed of fout, volledig of onvolledig is. Bij de feedback mag men bovendien slechts matig gebruik maken van belonen of prijzen, en zelden of nooit van negatieve kritiek. 3 SCHRIFTELIJKE HERHALINGSTOETSEN Schriftelijke herhalingstoetsen worden gebruikt om grotere delen van de leerstof te evalueren. Om overbelasting van de leraar en vooral van de leerlingen te voorkomen, moet men zeker vermijden dat gedurende 1 of 2 weken vóór het uitreiken van het rapport herhalingstoetsen worden afgenomen voor àlle vakken. In plaats van die toetsen te plannen in functie van rapportperioden, is het zinvoller om ze te plannen in functie van de leerstof en ze mee op te nemen in de jaarplanning. Alle geplande data (voor alle vakken) kunnen dan in het begin van het schooljaar aan de klastitularis bezorgd worden. Hierdoor kan de klastitularis (eventueel in overleg met de leerlingenraad) sommige collega s aanspreken om tot een betere spreiding te komen. Ofschoon spreiding immers nooit volledig zal slagen, wordt het voor de leerlingen beter mogelijk om eventueel drukke weken te voorzien in hun studieplanning. Door het kenbaar maken van een jaarplanning weten de leerlingen wanneer en voor welk vak een herhalingstoets wordt voorzien. De te kennen leerstof wordt minstens 1 tot 2 weken op voorhand aan de leerlingen meegedeeld. Een herhalingstoets wordt best beperkt tot maximum 1 lesuur.

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 23 4 MONDELINGE EXAMENS Om doelgericht, doorzichtig en betrouwbaar te kunnen examineren, moeten mondelinge examens vooraf gepland worden. Met de leerlingen zijn duidelijke afspraken nodig over de leerstof, het verwachtingspatroon en het verloop van de mondelinge examens. De leraars stellen liefst in teamverband een vragen/opdrachtenlijst op. Opgaven die pas tijdens de overhoring bedacht worden, leiden onvermijdelijk tot een onevenwichtige bevraging van de gestelde doelen. De opgavenlijst moet bestaan uit gelijkwaardige en communicatief eenduidige opgaven. De lijst mag echter niet ter voorbereiding met de leerlingen meegegeven worden, want dit leidt tot het letterlijk 'van buiten blokken', waardoor het niveau 'kunnen' niet meer beoordeeld kan worden. Wel is het nodig dat voorbeelden van vragen met de leerlingen besproken worden, alsook de aanpak en de wijze van beoordelen. De leerlingen moeten dus vooraf weten waaraan ze zich mogen verwachten wat de soort vragen, de nauwkeurigheidsgraad, de tijdslimiet en de scoring betreft. Na het trekken van de vragen krijgen de leerlingen steeds tijd om zich voor te bereiden. Ter wille van het principe van gelijkberechtiging is het aangewezen dat elke leerling een zelfde aantal vragen trekt uit de lijst(en) met gelijkwaardige vragen. Alle leerlingen moeten tevens een gelijkwaardige voorbereidingstijd krijgen. De voorbereiding gebeurt best schriftelijk om ook die kopij te kunnen bewaren voor een latere bespreking of verantwoording van de beoordeling (vooral bij mislukkingen). Om een overzicht van de antwoorden te hebben voor de uiteindelijke quotering, is het bovendien nodig om er beknopte aantekeningen over te maken. Beoordeel met een modelantwoord en met scoringsvoorschriften om de nawerkingsinvloeden te neutraliseren. Beoordeel bij voorkeur eerst met een beoordelingsniveau en zet dat niveau achteraf om in een beoordelingscijfer. De betrouwbaarheid stijgt als het aantal beoordelingsniveaus wordt beperkt tot vier: bijv. onvoldoende of slecht / voldoende met leemten / voldoende of goed / ruim voldoende of heel goed. Het examen wordt bij voorkeur afgenomen in de aanwezigheid van een collega met een overeenstemmende discipline. Er wordt een verslag opgemaakt van het verloop van het examen. Daarin wordt voor iedere leerling vermeld: de vragenlijst waaruit gekozen kon worden; de gestelde vragen; het behaalde resultaat per vraag; de beoordelingscriteria en een korte motivering voor de toegekende punten indien minder dan 50 % van de punten wordt behaald; de handtekeningen van de examinatoren. 5 SCHRIFTELIJKE EXAMENS Alle examens worden afgenomen gedurende de daartoe voorziene weken. Indien er voor sommige opties of vakken organisatorische problemen zijn, kan het examen ook afgenomen worden in de week vóór de eigenlijke examenperiode. Met de leerlingen zijn duidelijke afspraken nodig over de leerstof, het verwachtingspatroon, het verloop van en de beschikbare tijd voor de examens. LABO S Een evaluatie dient te vertrekken vanuit duidelijke en operationele doelstellingen. Zowel het proces als het product moeten op een zo objectief mogelijke manier geëvalueerd worden. De evaluatie steunt altijd op een vaardigheids- en werkanalyse die het verloop, de verantwoording en de criteria van de opdracht weergeeft. Proces- en productgericht evalueren kan vier aspecten omvatten: de denkactiviteit (instructies lezen, aantekeningen maken ); de motorische handelingen (bijv. schaven ); de vakgebonden attitudes4 (bijv. nauwkeurig werken, scherp waarnemen ); de uitvoeringstijd, waarbij gestreefd wordt naar een haalbaarheid voor 90 % van de leerlingen. Bij de evaluatie wordt er in ieder geval rekening mee gehouden dat het om leerlingen gaat. Onnauwkeurig werken, kleine fouten maken het moet in zekere mate aanvaardbaar zijn. Belangrijk is de evolutie. Daarom zal de leraar voortdurend de vorderingen van de leerlingen controleren en als het nodig is, zal hij meteen remediërend optreden. Bij het begin van iedere les zal de leraar desnoods aan alle leerlingen afzonderlijk meedelen welke (sub)doelstellingen tijdens die les moeten bereikt of nagestreefd worden: iedere leerling moet bij het begin van iedere les weten wat van hem tijdens die les verwacht wordt. Van iedere afgewerkte lab-opdracht (of van een afgewerkt deel bij grotere oefeningen) wordt door elke leerling afzonderlijk een verslag gemaakt waarmee rekening gehouden wordt voor de toegekende quotering. In het evaluatieproces kunnen 2 stappen onderscheiden worden: registreren, rapporteren.

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 24 1 REGISTREREN Om zo objectief mogelijk te kunnen registreren, wordt voor iedere opdracht een evaluatieschema opgesteld. Zo een schema bevat alle doelstellingen en attitudes die bij de opdracht zullen geëvalueerd worden. Het is niet noodzakelijk om bij alle opdrachten steeds alle mogelijke doelstellingen te evalueren. De selectie van de attitudes en de wijze van registratie worden in vakgroep overlegd. Door middel van het evaluatieschema controleert de leraar in welke mate de leerlingen de lesdoelstellingen bereikten. De mate waarin een doelstelling waarneembaar bereikt werd, kan aangeduid worden d.m.v. een driepuntenschaal: + : doelstelling bereikt ± : doelstelling niet helemaal bereikt - : doelstelling niet bereikt Door samen met de opgave het evaluatieschema ter beschikking te stellen van de leerling, wordt diens bereidheid tot zelfevaluatie sterk aangemoedigd. Vakgebonden attitudes kunnen slechts in de vakevaluatie opgenomen worden indien ze voorkomen in het leerplan, in het studiereglement of in de geformaliseerde schriftelijke evaluatieafspraken. 2 RAPPORTEREN De evaluaties kunnen als volgt gerapporteerd worden: Zeer goed enkel + codes; (nagenoeg) foutloos, uitstekend; volledig zelfstandig uitgevoerd; vlotte uitvoering, met overtuiging, belangstelling, Goed veel + en weinig ± codes; aanvaardbare kwaliteitsverschillen; aanvaardbare proces-leerfouten, geen schadelijke fouten; zichtbare vorderingen. Voldoende weinig + en veel ± codes; slechts een deel van de doelen is bereikt; veel onnodige leerfouten, soms zware schadelijke fouten; geen zichtbare vorderingen Onvoldoende veel ± codes of alleen maar ± codes en codes of alleen maar + codes; veel schadelijke of onvergeeflijke fouten, onlogische handelingen. EVALUATIE EN RAPPORTERING VAN DE STAGE Inleiding Sinds de invoering van de nieuwe reglementering wordt de stage als afzonderlijk vak beschouwd en is het duidelijk dat het belang van een correcte evaluatie aanzienlijk toeneemt. De evaluatie van de stage gebeurt door de stagementor en de stagebegeleider. Deze laatste kan, gelet op het onderwijskundig aspect, optreden als coördinator van het evaluatiegebeuren. Hij rapporteert dan ook rechtstreeks aan de BKR en de DKR. De evaluatie kan best rekening houden met kennis, attitudes en vaardigheden. Een bijzonder gewicht kan worden toegekend aan de sociale vaardigheden en de aanpassing aan de bedrijfscultuur. Ten slotte kan ook de zelfevaluatie mede bepalend zijn voor het globale evaluatiebeeld. Degelijke evaluatie van de stage gebeurt best aan de hand van evaluatiecriteria. Deze evaluatiecriteria worden bepaald in functie va de stagedoelstellingen in relatie tot het leerplan en bestaan enerzijds uit stageactiviteiten en anderzijds uit attitudes 1. Ze worden voor het begin van de stage vastgelegd door de stagebegeleider in overleg met de stagementor en met de leerlingen besproken. Registratie De verschillende evaluatieformulieren maken een volledige en relevante registratie mogelijk. De stagebegeleider zal, steunend op zijn grotere ervaring met het schoolse evaluatiesysteem, in samenspraak met de mentor de evaluatie omzetten in een aangepaste rapportering. 1 Zie ook voetnoot nr. 4 bij hoofdstuk 6

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 25 Rapportering Het evaluatiedossier van de leerling omvat: de evaluatieverslagen van de stagementor; het stageschrift van de leerling; de verslagen van de stagebegeleider. De leerling houdt een verslag bij van zijn stageactiviteiten. Het verslag bevat ook een zelfevaluatie. De rapportering gebeurt als een volwaardig vak in het rapport. Bij een blokstage zal de evaluatie éénmalig vermeld worden in het rapport dat onmiddellijk op de stage volgt. Wordt er toch gekozen voor een alternerende stage, dan wordt de stage-evaluatie over verschillende rapportperioden gespreid. Er moeten steeds voldoende tussentijdse evaluaties opgesteld worden, zodat remediëring mogelijk is. De evolutie van de stage (leerproces) dient met de leerling besproken worden. Er moet in elk geval tijd worden vrijgemaakt om na afloop van elke stage(periode) de (eind)evaluatie individueel met elke leerling te bespreken.. Invloed van de stage bij de delibererende klassenraad Vermits de stage als volwaardig vak een deel is van de totale opleiding, mogen er in principe geen stages ingericht worden als een geldige evaluatie niet meer mogelijk is. Dat is bijvoorbeeld het geval na de laatste examenperiode en zeker na de einddeliberatie. Bij niet slagen zou een leerling immers terecht kunnen opmerken dat er geen rekening gehouden werd met alle elementen. Indien een leerling op 30 juni van het lopende schooljaar het vooropgestelde stagevolume nog niet heeft bereikt, dan resten er twee mogelijkheden. Ofwel wordt onmiddellijk een eindbeslissing genomen over het al dan niet geslaagd zijn, ofwel wordt de eindbeslissing uitgesteld om met een inhaalstage tijdens de zomervakantie alsnog aanvullende evaluatiegegevens te kunnen verzamelen.

TSO 3e graad optie Industriële computertechnieken 26 BIBLIOGRAFIE PC-poorten onder windows B. Kainka Elektuur Besturen via internet J. Ochs Elektuur PLC programmeerbare sturingen 2 H.Mariën die keure Regeltechniek 2 J. Roelants die keure Regetechniek procestechnieken H.Denis, J.Hay, W.VDWijngaert die keure Regeltechniek C. Clerx Plantyn Labview 6i beginners A. Brebels Campinia media Elektronische vermogencontrole J. Pollefliet Uitg. Nevelland PC INTERRUPTS R. Brown Addison-Wesley The 8086/8088 family J. Uffenbeck Prentice-Hall Introduction to control system techn. R. Bateson Prentice-Hall Visual Basic 6, SUPERBIBLE The waite group SAMS Operating Systems W. Stallings Academic Services Repareer en upgrade je eigen pc, C. Sandler Addison Wesley Het pc-hardwareboek H.P. Messmer Addison Wesley Upgrading and repairing pc s S. Mueller MCSA Training kit A+ Certificering Academic Service Netwerken Academic Service Computernetwerken J.F. Kurose Pearson Education TCP/IP A. Becker Addison Wesley ICT-Infrastructuur en Datacom R. Braam Academic Service Computernetwerken A.S. Tanenbaum Academic Service Computernetwerken en datacom R. Matthijssen Academic Service Datacommunicatie P.C. Den Heijer Kluwer Internet en Intranet technologie J. Vanheste Addison Wesley MCSE Training kits besturingssystemen Microsoft Academic Service