werkproces 1 Werken in de handel Winkelassistent Wat laat je zien? Je toont interesse in het bedrijf en levert een positieve bijdrage Je gaat flexibel om met wisselende werktijden en werkzaamheden Je werkt volgens de huisregels Je werkt alleen of samen, altijd in opdracht van anderen Je volgt instructies op en stelt vragen als je iets niet begrijpt Je werkt nauwkeurig en laat je werk controleren als je klaar bent Je gaat zuinig om met materiaal en voorkomt derving Je werkt met de juiste lichaamshouding en let op je gezondheid Je onderzoekt mogelijkheden om je verder te ontwikkelen Je legt aan anderen uit wat je doet en waarom niveau 1 leerkaarten 1 2 3 4 5 werken met de stad
werkproces 1 Werken in de handel Wat moet je doorvoor weten Wat zijn je werktijden en werkzaamheden? Wie is je leidinggevende, wie zijn je collega s en wat doen ze? Welke Arbo-regels zijn voor jou van toepassing? Wat zijn de huisregels? Wat moet je doen bij calamiteiten? Wat doe je om goed samen te werken met collega s? Welke vaktermen worden er gebruikt? Wanneer en bij wie vraag je om hulp? Hoe voorkom je derving? Wanneer heb je je werk goed gedaan? Wat moet je daarvoor doen? Zoek uit welke afdelingen er zijn en of er andere vestigingen zijn Zorg ervoor dat je gezond en fit genoeg bent om je werk goed te kunnen doen Vraag aan collega s welke werkzaamheden zij doen Houd er rekening mee dat je soms eerder begint of langer doorwerkt Wen jezelf de goede lichaamshouding aan bij al je werk (tillen en staan) Oefen met het zelfstandig uitvoeren van een opdracht Vraag aan anderen om je werk te controleren Vraag tips over bijvoorbeeld je werktempo en nauwkeurigheid Kom afspraken na Denk mee over een oplossing als er problemen zijn in je werkzaamheden Gebruik tips van collega s om je werk nog beter te doen 07186-2
werkproces 2 Voorbereiden van je werk Winkelassistent Wat laat je zien? Je kleedt je volgens de huisregels Je bespreekt je taken en de planning Je stelt vragen als je iets niet begrijpt Je zegt het als je het ergens mee oneens bent Je praat bij met collega s voordat je aan je werk begint Je kijkt in de spiegel voordat je de winkel ingaat Je verzamelt de voorgeschreven materialen en gereedschappen Je stelt je op de hoogte van veranderingen in het bedrijf Je legt aan anderen uit wat je doet en waarom niveau 1 leerkaarten 1 2 3 4 5 werken met de stad
werkproces 2 Voorbereiden van je werk Wat moet je doorvoor weten Hoe moet je je kleden? Met wie spreek je de taken en planning door? Wat zijn de namen van de materialen en gereedschappen? Waar gebruik je de materialen en gereedschappen voor? Waar vind je de materialen en gereedschappen? Hoe informeert het bedrijf de medewerker? Wat moet je daarvoor doen? Lees de huisregels Zorg dat je de voorgeschreven kleding draagt en er verzorgd uitziet Stel vragen bij het bespreken van de taken en planning Probeer je mening te geven en vraag de ander hoe dat overkomt Maak eens een praatje met een collega Lees interne informatie, zoals memo s, nieuwsbrieven en het mededelingenbord Leg uit welke stappen je gaat zetten om je taak uit te voeren 07186-2
werkproces 3 Omgaan met kl anten Winkelassistent Wat laat je zien? Je spreekt de klant aan volgens de regels van het bedrijf Je helpt een klant altijd als deze iets vraagt Je staat een klant correct te woord Je let op signalen van klanten Je vraagt een collega om hulp als je de klant niet kunt helpen Je legt aan anderen uit wat je doet en waarom niveau 1 leerkaarten 1 2 3 4 5 werken met de stad
werkproces 3 Omgaan met kl anten Wat moet je doorvoor weten Wat zijn de richtlijnen voor het aanspreken? Welke vragen kun je verwachten van een klant? Op welke signalen van klanten moet je letten? Hoe laat je zien dat je de klant wilt helpen? Welke artikelen zitten in het assortiment en waar liggen deze? Naar wie verwijs je een klant door als je geen antwoord kunt geven? Welke woorden gebruik je in een klantgesprek? Wat moet je daarvoor doen? Oefen het aanspreken van klanten Oefen je houding als je een klant te woord staat Zoek uit welke vragen van klanten jij mag beantwoorden Oefen het voeren van klantgesprekken Vraag tips over hoe je met klanten omgaat 07186-2
werkproces 4 Werken in de winkel Winkelassistent Wat laat je zien? Je zorgt ervoor dat de klant ongestoord en veilig kan winkelen Je controleert artikelen op prijs en beschadiging tijdens het aanvullen Je meldt afwijkingen Je vult artikelen aan volgens het schappenplan Je onderhoudt het interieur en exterieur Je assisteert bij het aanbrengen van promotiematerialen Je assisteert bij het verzorgen van presentaties Je houdt je werkplek opgeruimd en schoon Je waarschuwt de leidinggevende bij storend en verdacht gedrag Je legt aan anderen uit wat je doet en waarom niveau 1 leerkaarten 1 2 3 4 5 werken met de stad
werkproces 4 Werken in de winkel Wat moet je doorvoor weten Hoe is de routing en hoe houd je deze veilig? Wat is het assortiment en waar liggen de artikelen? Wat is een schappenplan? Waar let je op bij het controleren van artikelen? Welke regels zijn er voor het aanvullen? Welke promotiematerialen worden gebruikt? Welke werkzaamheden horen bij het onderhouden van het interieur en exterieur? Wat zijn de regels voor het schoonmaken en opruimen? Welke middelen gebruik je bij het schoonmaken en opruimen? Waaraan herken je storend en verdacht gedrag? Wat moet je daarvoor doen? Wen jezelf aan om te werken volgens het schappenplan Kijk mee met een collega die artikelen controleert en vraag waarop deze let Oefen het controleren van artikelen Oefen het aanvullen volgens de regels en vraag tips Wen jezelf aan om je werkplek opgeruimd en schoon te houden Oefen het opruimen en schoonmaken volgens de regels Vraag of je kunt helpen bij het aanbrengen van promotiematerialen Vraag of je kunt helpen bij het verzorgen van presentaties 07186-2
werkproces 5 Werken in het magazijn Winkelassistent Wat laat je zien? Je maakt ruimte vrij voor de goederen Je ontvangt goederen, controleert ze en meldt afwijkingen Je sorteert de artikelen Je vult de schappen volgens het schappenplan Je gebruikt de juiste hulpmiddelen, zoals een steekwagen en een trap Je maakt artikelen verkoopklaar Je assisteert bij het herinrichten van het magazijn Je houdt je werkplek schoon en je brengt afval gescheiden naar de juiste plek Je verwerkt de emballage Je legt aan anderen uit wat je doet en waarom niveau 1 leerkaarten 1 2 3 4 5 werken met de stad
werkproces 5 Werken in het magazijn Wat moet je doorvoor weten Hoe verloopt de goederenstroom? Wat is het schappenplan? Kloppen de binnengekomen goederen met de pakbon? Op welke plek in het magazijn open je de grootverpakking? Hoe open je de grootverpakking zonder de inhoud te beschadigen? Welke hulpmiddelen gebruik je bij het verplaatsen van de goederen? Hoe gebruik je de hulpmiddelen op een veilige manier? Hoe til je met de juiste lichaamshouding? Hoe maak je goederen verkoopklaar? Welk afval hoort in welke container? Wat moet je daarvoor doen? Steek je handen uit de mouwen! Vraag je leidinggevende naar jouw taak in de goederenstroom Wen jezelf aan om te werken volgens het schappenplan Oefen het tellen van goederen op de pakbon Oefen het uitpakken van goederen Oefen met de hulpmiddelen die zijn voorgeschreven Oefen in het benoemen van veilige en onveilige situaties Kijk om je heen en zie wat anderen doen 07186-2