Handleiding voor docenten op het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs In 6 stappen debatteren in de klas over media Deze handleiding helpt naar een actief, gestructureerd en inhoudelijk debat over sociale media binnen een lesuur. Door met de leerlingen te debatteren zullen zij geprikkeld worden om kritischer over sociale media na te denken, terwijl ze tegelijkertijd hun taal- en denkvaardigheden verbeteren. Een stelling duurt circa 30 minuten. Veel debatplezier! Onze missie Jongeren die vraagtekens zetten, daar worden wij heel erg blij van. Als Stichting Nederlands Debat Instituut ontwikkelen we daarom al negentien jaar speelse debat-activiteiten voor kinderen en jongeren die ervoor zorgen dat ze nieuwsgierig blijven, overtuigender leren spreken en zorgvuldiger leren luisteren. Ga voor lesvideo s, stellingen en lestips naar www.schooldebatteren.nl. Het carrouseldebat In deze handleiding staat beschreven hoe je een carrouseldebat kunt organiseren in de klas. Het carrouseldebat is een groepsdebat waarbij je de klas in drieën splitst. Hierbij is groep 1 voorstander, groep 2 tegenstander en groep 3 luistert en oordeelt over het debat, dit zijn de rechters. Na de eerste stelling draaien de groepen door (vandaar de naam carrouseldebat) en volgt de tweede stelling, waarbij elke groep een andere taak krijgt. Bijvoorbeeld voorstanders worden tegenstanders, de tegenstanders worden rechters en de rechters worden voorstanders. Deze handleiding kunt u toepassen op 3 lesuren, zodat elke groep aan de beurt komt. De voorstanders en tegenstanders hebben een opgelegd standpunt. Zij spreken dus niet op basis van hun eigen mening. Als gevolg hiervan moeten ze vooraf beter nadenken over de argumenten voor of tegen een standpunt, wat het debat naar een hoger niveau tilt en verrassende inzichten oplevert. Benodigde materialen Stopwatch / timer (bijvoorbeeld op ipad)
Stemkaarten: rood blaadje en groen blaadje Tijdschema Een debat in de klas voeren duurt circa 30 minuten: Stap 1: De stelling geven Stap 2: Argumenten bedenken Stap 3: Eerste stemronde Stap 4: Debatteren Stap 5: Tweede stemronde Stap 6: Feedback docent 1 minuut 10 minuten 1 minuut 8 minuten 5 minuten 5 minuten Stap 1: De stelling (1 minuut) Verdeel de klas in drie groepen (voorstanders, tegenstanders en rechters). Debatteren is namelijk discussiëren met regels waarbij je niet elkaar, maar een jury probeert te overtuigen (in dit geval de rechters). Maak een van de stelling zichtbaar op het (digi)bord voor alle leerlingen zodat iedereen weet waarover het debat gaat en elke leerling tijdens de voorbereiding de stelling kan teruglezen. De stellingen zijn als volgt: Stellingen Stelling 1: Vloggers moeten verplicht worden te melden wanneer ze voor een product betaald worden. Stelling 2: Vloggers die in hun filmpjes de wet overtreden, mogen nooit meer vloggen. Stelling 3: Je moet in de media alles kunnen zeggen en laten zien wat je wilt. Stap 2: Argumenten bedenken (10 minuten) Laat de leerlingen met hun eigen groep argumenten bij de stelling bedenken. De leerlingen moeten het argument kunnen uitleggen en er voorbeelden bij bedenken, het zogenaamde AUB-
tje (Argument, Uitleg, Bijvoorbeeld). Ook is het leerzaam voor de leerlingen om te proberen hun argument in een paar kernwoorden samen te vatten of zelfs in één woord (een label ). Je kunt er ook voor kiezen om de leerlingen eerst individueel argumenten te laten opschrijven en ze vervolgens de argumenten pas met elkaar te laten bespreken. Daarnaast wijst de docent een timekeeper aan. De timekeeper houdt tijdens het debat de tijd bij. Voorbeeld Stelling: Leerlingen moeten verplicht vier uur per week gymlessen krijgen op school/de opleiding. Argument voor: Ons eerste argument is gezond (gezond = hier het label). Wij denken dat meer gymlessen voor jongeren gezonder is. Uitleg: Het probleem is namelijk dat jongeren nu veel te weinig bewegen en als er meer gymlessen zijn, zullen ze meer bewegen. Voorbeeld: Wanneer je bijvoorbeeld twee keer per week gaat hardlopen met school, dan krijgt iedereen meer beweging omdat het vanuit school geregeld wordt. Stap 3: Eerste stemronde (1 minuut) De rechters stemmen of zij voor of tegen de stelling zijn. De docent schrijft op het bord hoeveel van de rechters voor en hoeveel van de rechters tegen zijn. Dit kun je zien aan de hand van stemkaarten. Hierbij is rood tegen en groen voor. De rechters zullen tijdens het debat kritisch moeten luisteren, want de voor- en tegenstanders zullen dan tegen elkaar de strijd aangaan om hen te overtuigen.
Stap 4: Het debat (5-8 minuten) Het debat duurt 5 tot 8 minuten naar keuze. Hoe meer ervaring in debatteren, hoe langer het kan. De timekeeper houdt de tijd bij. De leerlingen laten zien dat ze iets willen zeggen door op te staan. Vervolgens geeft u als docent afwisselend de voor- en tegenstanders een beurt en u doet uw best om alle leerlingen uit de teams aan het woord te laten. Als er niemand meer opstaat, kun je eventueel een time-out geven zodat de teams heel even de koppen bij elkaar kunnen steken. Als de tijd van het debat bijna voorbij is, geeft de timekeeper een seintje (handen klap) en stopt het debat. Tijdens het debat let de docent op presentatie, argumentatie en teamwork. Stap 5: Tweede stemronde (5 minuten) Na het debat wordt er opnieuw gestemd door de rechters. Geef als docent expliciet aan dat rechters die ook maar een klein beetje van mening zijn veranderd, de andere kant moeten stemmen uit sportiviteit. De docent schrijft opnieuw op wie er nu voor en tegen zijn. Zo is te zien wie van gedachten is veranderd. De debatleider vraagt hen waarom. Daarnaast stelt de debatleider ook vragen over het debat, zoals: Was alles duidelijk? Wat misten jullie in het debat? Op deze manier wordt de kern van het debat voor iedereen inzichtelijk gemaakt. Schrijf eventueel de belangrijkste voor- en tegenargumenten in labels op het bord. Stap 6: Feedback docent (5 minuten) Na afloop van de tweede stemronde geeft de docent aan of de voor- of tegenstanders hebben gewonnen en waarom. Hierbij is het de bedoeling dat de docent feedback geeft aan de hand van de punten: presentatie, argumentatie en teamwork. De docent kan ook de klas vragen om feedback te geven aan de hand van tips. Om te bepalen welk team het debat heeft gewonnen, zijn er drie criteria. Deze staan hieronder uitgeschreven. 1. Presentatie Welk team maakt het meeste oogcontact met de rechters en publiek? Welk team spreekt het duidelijkste? Welk team gebruikt de handen er het best bij?
Welk team gelooft het meest in zichzelf? 2. Argumentatie Welk team legt de argumenten het beste uit aan de hand van voorbeelden? Bij welk team hanteert de beste structuur? Welk team maakt het best gebruikt van labels? Welk team reageert het beste op het andere team? 3. Teamwork Bij welk team komen alle leerlingen goed aan het woord? Welk team helpt elkaar het beste? Welk team is het beste op elkaar afgestemd?