Opdrachten die leerlingen stimuleren en activeren Hans Morélis, SLO Leerlingen de opdracht geven iets te leren of te studeren of te herhalen blijkt in de praktijk weinig prikkelend te zijn. Je krijgt leerlingen meer en beter aan het werk door ze aan een opdracht te zetten die leidt tot een 'product'. Dit vergemakkelijkt de controle op het leerproces en het bevordert het actief bezig zijn. Vermijd opdrachten die klakkeloos kunnen worden uitgevoerd. Zorg er voor dat de leerlingen echt moeten nadenken en worden aangezet om iets te doen. De meeste recht-toe-recht-aan overhoorvragen die alleen over feiten gaan zijn ongeschikt als middel om het leerproces van leerlingen te stimuleren en al helemaal niet als er geen feedback op gegeven wordt. Behalve inzicht is overzicht belangrijk. Zorg dus ook voor opdrachten die daar naar toe werken bijvoorbeeld door schema's, samenvattingen of webben (woordwolken) te laten maken. Hieronder volgt een lijst met 10 algemene suggesties voor opdrachten die leerlingen kunnen helpen bij hun leerproces en die dus ergens een plaats zouden kunnen krijgen in lesmateriaal. 1 Werk het hoofdstuk door. Schrijf per alinea de belangrijkste begrippen op Vat vervolgens iedere alinea samen in één zin Probeer de belangrijke begrippen daar in mee te nemen 2 Vat alles wat je belangrijk vindt samen in een web (woordwolk) met strepen, pijlen en woorden 3 Verzin zelf 5 vragen voor een proefwerk Geef er de juiste antwoorden bij Bedenk zelf wat voor type vragen het zijn (makkelijk/moeilijk, kennis/toepassing/inzicht) schrijf dat er ook bij 4 Maak in maximaal 200 woorden een samenvatting van het hoofdstuk 5 Schrijf een verhaal over het hoofdstuk waar de volgende woorden in voorkomen..., en leg in twee zinnen uit wat je kunt hebben aan de kennis van het hoofdstuk 6 Maak een uittreksel dat je kunt gebruiken als spiekpapiertje voor het proefwerk 7 Maak zelf een trefwoordenlijst bij dit hoofdstuk. Zet achter elk woord wat het betekent 8 Maak bij de tekst zoveel mogelijk conclusies in de vorm van: als..., dan... 9 Bekijk de grafiek, het schema, de afbeelding, de tabel... Schrijf op:. wat het voorstelt. wat je niet begrijpt. waar je meer over wilt weten, en Bedenk twee vragen bij de grafiek die je aan een ander kunt stellen. 10 Maak één of twee transparanten die je kunt gebruiken om een ander uit te leggen waar het over gaat. Zelfstandig werken betekent niet dat leerlingen in hun eentje moeten werken. Integendeel, het is vaak veel beter als er samen gewerkt wordt, en vooral als er samen gepraat wordt over de leerstof. Het elkaar uitleggen en vragen stellen bevordert sterk het actief bezig zijn met de 1
leerstof. Bovendien bevordert het 'verbaliseren' dat je goed en beter nadenkt over de stof. Bij het vormen en uitspreken van zinnen overweeg je voortdurend hoe je iets moet zeggen en breng je automatisch structuur aan. Dit mentale proces leidt daardoor tot beter begrip. Neem daardoor in studiewijzers of lesmateriaal ook opdrachten op waarbij van groepswerk sprake is. Voorbeelden: - Voer samen een opdracht uit en zorg ervoor dat je het met elkaar eens bent over het resultaat. Dit kan zijn:. een uitgedeelde tekening voorzien van de juiste teksten, bijschriften en onderschriften. bij een gegeven tekst met één gezamenlijke conclusie komen. een invuloefening (gatentekst). een schema aanvullen. een rekenopgave maken. een proef uitvoeren en er één verslag over maken - Noteer op kaartjes alle begrippen die je belangrijk vindt bij dit hoofdstuk. Vergelijk jouw kaartjes met die van iemand anders. Kies de tien beste uit en orden die samen in volgorde van belangrijkheid of maak er samen een web of schema van waarin alle verbanden goed zijn te zien. Vergelijk na afloop jullie web of schema met dat van een andere groep. Welke is het beste en waarom? - Kijk het gemaakte huiswerk van een medeleerling na en geef er een cijfer voor. Leg aan hem of haar uit hoe je aan dat cijfer komt. - Iedereen verzint 10 vragen over de leerstof. Vergelijk daarna met elkaar wat ieder bedacht heeft. Selecteer samen de 10 beste vragen en lever die als groep in. - Bedenk samen naar aanleiding van de leerstof een onderzoeksvraag en maak samen een plan om dit onderzoek echt uit te voeren De laatste jaren is er veel bekend geworden over het functioneren van onze hersenen. Gebleken is dat er interessante verschillen zijn in wat er gebeurt in de linker- en de rechterhelft in allerlei situaties. Dit heeft geleid tot een toenemende belangstelling voor het zogenaamde brain based learning. En op grond van onderzoeksresultaten (o.a. van Gardner) is men er toe gekomen 7 manieren van informatieverwerking te onderscheiden en dus 7 verschillende leertypen. Goed onderwijs houdt rekening met verschillen tussen leerlingen en moet dus veelvormig en gevarieerd zijn. Als één stijl van leren overheerst is de kans aanwezig dat een grote groep leerlingen zich niet aangesproken voelt en weinig gemotiveerd is om iets te leren. In de figuur op de volgende blz staat aangegeven om welke leertypen het gaat en wat de bijbehorende favoriete leeractiviteiten zijn. Ieder kan zijn eigen leerprofiel voor informatieverwerking vaststellen met behulp van de bijgevoegde test. 2
de 7 profielen voor informatieverwerking Beantwoord de vragen op de volgende bladzijden en verwerk de resultaten in het lege diagram hieronder. Dit is je persoonlijke profiel voor informatieverwerking. 3
Mijn profiel voor informatieverwerking Waar ben je goed in? Geef jezelf bij elke beschrijving een cijfer op een vijf-punts schaal. Noteer onderaan het kolomtotaal. 5 = Ik kan dit ontzettend goed 4 = Ik kan dit goed 3 = Ik kan dit redelijk goed 2 = ik vind dit moeilijk 1 = Ik vind dit hopeloos Wees eerlijk! Fysiek Lichamelijk score Talig score Hobby's, waarbij je nauwgezet met je handen moet werken, zoals pottenbakken, het bouwen van modellen of borduren Dansen Mime spelen, poppenkast Mijn handschrift Je boeken en schriften netjes houden Koken, bakken, banketbakken Computerspelletjes waarbij je voorwerpen of personen moet besturen of bewegen; Gymnastiek, vechtsport Darts, boogschieten, schieten Sporten waarbij balcontrole belangrijk is Kruiswoord puzzels Een toespraak houden Grappen of verhalen vertellen Spelling Dingen duidelijk uitleggen Geheugenspelletjes als Triviant Woordspelletjes als scrabble of galgje Gedichten en rijmpjes schrijven Feiten in boeken opzoeken Brieven schrijven Visueel Ruimtelijk Tekenen en schilderen De weg zoeken in nieuwe plaatsen Een leuke collage maken van uitgeknipte plaatjes Puzzels waarbij je uit een doolhof moet komen of een vorm moet ontdekken Legpuzzels Afstanden schatten wanneer je moet springen, iets moet gooien of als je op de fiets zit Zien hoe een kamer eruit zal zien voordat hij is behangen of de meubels zijn verplaatst Schaken Computerspelletjes die met vliegen te maken hebben Kaarten en schema s begrijpen score Logisch Sommen bij wiskunde maken Een paklijst maken voor de vakantie Grafieken interpreteren Meten Je kamer opgeruimd houden Je tijd goed indelen en plannen Lesroosters, en dienstregelingen van bussen en treinen uitzoeken Schatten hoeveel er van iets is Controleren wat je met je geld kunt kopen Wiskundige en logische puzzels 4
Muzikaal score Sociaal score Melodieën of liedjes leren samen met iemand leren voor een proefwerk Melodieën herkennen Naar andere mensen luisteren Klappen, slaan of bewegen op de maat van de muziek Voor jongere kinderen zorgen of oppassen Muziek voor een feest uitzoeken Vrienden helpen met persoonlijke problemen Songs die je hebt gehoord herhalen of meezingen Goed kunnen opschieten met volwassenen Muziek schrijven Op nieuwe plaatsen vrienden maken Een muziekinstrument bespelen Meedoen in clubs of teams Onbekende geluiden, stemmen en mensen aan de telefoon herkennen Begrijpen waarom mensen wel of niet goed met elkaar kunnen opschieten "Films in je hoofd" zien als je naar muziek luistert. In groepjes met andere leerlingen werken zingen Onderhandelen met je ouders of leraren Metacognitief Voorspellen wat je goed zult kunnen doen en waarmee je problemen zult hebben Voor jezelf werken Je gevoelens, stemmingen en gedrag begrijpen Een dagboek bijhouden Je eigen sterke en zwakke kanten kennen Inzien op wie je lijkt of niet lijkt Zelf je problemen oplossen Je eigen doelen bereiken Inzien waar en hoe zaken verkeerd zijn gegaan als je een fout maakt Je eigen tijd plannen in de vakantie score Neem het totaal van ieder blok en verwerk dat in het lege diagram. Dat levert je eigen multiple intelligentie diagram voor het verwerken van informatie. Hieronder zie je een voorbeeld 5