Richtlijn Vroegtijdige opsporing van aangeboren hartafwijkingen (2005; update verwacht begin 2017)

Vergelijkbare documenten
Take-home toets. Thema 4.3.1: Anatomie en fysiologie van het hart en de circulatie

2 Patiëntspecifieke informatie Partiële Cavo Pulmonale Connectie (PCPC)

anatomie en fysiologie van het hart

Hart anatomie en fysiologie

JGZ-STANDAARD Vroegtijdige opsporing van aangeboren hartafwijkingen 0-19 jaar

Beide kamers zijn met de grote slagaders verbonden. Vanuit de rechterkamer gaat deze slagader naar de

Werkstuk Biologie Aangeboren hartaandoeningen

OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP. Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek.

Anatomie / fysiologie

PRACTICUM: ANATOMIE EN FUNCTIE VAN HET HART

Richtlijn JGZ-richtlijn Vroegtijdige opsporing van aangeboren hartafwijkingen

Aortaklepinsufficiëntie

2 Patiëntspecifieke informatie Persisterende Ductus Arteriosus

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai

halvemaanvormige kleppen) Doordat de hartkamers het bloed met kracht wegpompen.

VSD (Ventrikel Septum Defect)

Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem

Gezondheidscursus UMC Utrecht

2 Patiëntspecifieke informatie Vernauwing van de longslagader

Afdrukken pagina 2-19 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd

Samenvatting Biologie Transport

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN

Aangeboren hartafwijkingen (in het algemeen)

Jolien Roos-Hesselink Judith Cuypers Maarten Witsenburg

Transpositie van de grote vaten Kinderleeftijd

Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder --> hart krijgt meer voedingsstoffen

JGZ-richtlijn Hartafwijkingen

1. Hoe ziet het hart eruit?

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9: Hart en bloedsomloop

Hart en bloedsomloop vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Hartcentrum. Hartklepaandoeningen. Patiëntenfolder aandoeningen

Op uw tafel licht het hart van een varken. Dit is wat kleiner dan een mensenhart, maar verder zeer vergelijkbaar.

365 DAGEN. hart voor je hond

Aangeboren hartafwijkingen. Ulrike Kraemer kinderarts-intensivist / kindercardioloog Erasmus MC-Sophia, Rotterdam WES symposium

Foetale beeldvorming van Fallot

Richtlijn JGZ-richtlijn Vroegtijdige opsporing van aangeboren hartafwijkingen

Patienten met een aangeboren hartafwijking: Lange termijn prognose

2 Patiëntspecifieke informatie Transpositie van de grote arteriën (TGA)

Kruispunt Diagnostiek en observaties

Elke spier neemt toe in dikte en kracht door hem regelmatig harder te laten werken (trainen).

Fysiologie les 5 Herhalen 3A Bloedsomloop

3.3 Aangeboren hartafwijkingen

UZ LEUVEN. I n f o r m a t i e v o o r p a t i ë n t e n. Percutane sluiting patent foramen ovale. Congenitale cardiologie. Tel.

Hartbijgeruisen: hoe pak je dit aan?

Richtlijn Hartafwijkingen (2017)

2 Patiëntspecifieke informatie Aortakleplekkage

Samenvatting Biologie Transport

JGZ-richtlijn Hartafwijkingen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 14 je levensstroom

Hoorcollege Tractus circulatorius. Dirk Geurts

Pompen of verzuipen. De bloedsomloop

Reanimatie bij Fontan. Kim Cortenbach Keuze coassistent IC 7 november 2017

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA

Werkstuk Biologie Bloed

2 Patiëntspecifieke informatie Atrium Septum Defect

1) Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop? 2) Tot welke bloedsomloop behoren je hersenen?

2 Patiëntspecifieke informatie Atrio Ventriculair Septum Defect (AVSD)

Hart en bloedsomloop hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Indeling. Congenitale pathologie. B. Verhoogde pulmonaal flow (links - rechts shunt) A. Obstructieve aandoeningen

Hartcentrum. Endocarditis. Patiëntenfolder aandoeningen

komt terug naar het hart in de linkerboezem, dan naar de linkerkamer en het hele proces begint opnieuw (afb. 1).

Percutane sluiting atrium septum defect

1. de rechterboezem: ontvangt het zuurstofarme bloed van de bovenste en onderste holle ader;

soort bloedvat aantal diameter (mm) lengte (cm)

Samenvatting Biologie Thema 5 Transport

Les 4 Hart en Vaten. Lymfe. Rol lymfatisch systeem in de afweer. Hart, hartgeleidingssysteem, hartfrequentie, bloedvaten, lymfe, anemie, milt

Tussentoets 1 (TT-1, code 8WA01) Hart en Long 8WA00. Maandag 11 maart 2013

PATIËNTENINFO PERCUTANE SLUITING PATENT FORAMEN OVALE

Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 34 tot en met 51. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken.

DE SHUNT DOOR HET FORAMENOVALE ONDER BEADEMINGSOMSTAND!GHEDEN

SEO. Beelden op te slaan voor SEO protocol 2.0

Anatomie / fysiologie Circulatie. Stellingen n.a.v. vorig college. Stellingen, vervolg. Bloeddruk

Percutane sluiting open ductus van Botalli

Anatomie / fysiologie. Taken circulatiestelsel. Onderverdeling bloedvaten. Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten

Hartslag: Het bloed stroomt door de boezems naar de hartkleppen. Boezems persen hun bloed naar de kamers. Er komt druk op het bloed waardoor

1. We ademen om te leven

PATIËNTENINFO PERCUTANE SLUITING ATRIUM SEPTUM DEFECT

Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan?

PPHN pathofysiologie en ontwikkelingen. Robin van der Lee Kinderarts neonatoloog AMC

Reanimatie van de pasgeborene

Boezemfibrilleren. De bouw en werking van het hart

2 Patiëntspecifieke informatie Ventrikel Septum Defect (VSD)

Begrippenlijst bloed, bloedsomloop en lymfe AB0-systeem Bloedgroepenstelsel, waarbij het menselijk bloed is ingedeeld in vier typen bloed: A, B, AB

Leren over je lijf. hart en bloedsomloop 11/10/2013. plaats van hart en longen. CT scan (computed tomography) vooraanzicht. Leren over je lijf A LS

Een aangeboren hartafwijking, levenslang? Maarten Witsenburg, kinder- /congenitaal cardioloog ErasmusMC Thoraxcentrum en Sophiakinderziekenhuis

Aangeboren hartafwijkingen, een prenatale diagnose. Lieke Rozendaal Kindercardioloog LUMC

Het Hart. Wat is de invloed van hart- en vaatziekten op de kwaliteit van leven van de mens? Vak: Biologie

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed?

Bij eencellige dieren transport via diffusie (over kleine afstand). Het transporteren van zuurstof en afvalstoffen (traag proces).

PFO. Patent Foramen Ovale. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk

Operatie aan de grote lichaamsslagader (aorta)

Oefenopgaven voortplanting / hormonale regulatie De mannenpil

Prostin. Wegverbreding

Paragraaf 14.1 Continu transport

Kijk, zo klopt het! EEN KIJKJE IN JE HART INHOUD. Je hart? Hard nodig!

Diagnostische katheterisatie

Transcriptie:

Richtlijn Vroegtijdige opsporing van aangeboren hartafwijkingen (2005; update verwacht 1. Werking van het hart Fysiologie van het hart Afbeelding 1: de normale volwassen bloedsomloop. Bronvermelding: Uitgeverij Boom. Het normale hart pompt met de linker ventrikel (kamer) het bloed via de aorta naar de grote bloedsomloop. De perifere organen worden vanuit het bloedcapillaire systeem (vele kleine vertakte bloedvaatjes) verzorgd. Door de venae cavae stroomt zuurstofarm bloed naar het rechter atrium (boezem) en via de tricuspidaalklep naar de rechter ventrikel. Hieruit wordt het bloed naar de kleine- of longcirculatie gepompt. Het uit de longen terugkerende zuurstofrijke bloed gaat vervolgens naar de linker helft van het hart, via het atrium en de mitralisklep naar de linker ventrikel. Pag 1 van 6

De hartcyclus bestaat uit verschillende fasen. De sinusknoop, die als gangmaker dient van het prikkelgeleidingsysteem van de hartspier, ontlaadt zich. Daardoor trekken de boezems zich samen en stroomt het bloed in de ventrikels. Vervolgens worden de ventrikels geprikkeld waardoor de ventrikeldruk stijgt en uiteindelijk hoger wordt dan de druk in de atria. Als gevolg daarvan sluiten de tricuspidalis- en mitraliskleppen zich, wat met de stethoscoop hoorbaar is als 1e harttoon. Dit is het einde van het onderdeel uit de hartcyclus dat diastole wordt genoemd. Vervolgens begint de aanspanningfase van de ventrikels totdat de kleppen van de aorta en de arteria pulmonalis opengaan waarmee de uitdrijvingsfase begint. De ventrikeldruk daalt als het bloed uit de ventrikels stroomt en wordt uiteindelijk lager dan die van de aorta en de longslagader, waardoor de aorta- en pulmonaliskleppen weer sluiten (2e harttoon). De aanspanningfase en de uitdrijvingsfase vormen samen de systole. Foetale circulatie (Tucker Blackburn,2002) Afbeelding 2: de normale foetale circulatie. Uit: folder Nederlandse Hartstichting. Pag 2 van 6

Het cardiovasculaire systeem is het eerste functionerende systeem in het embryo, opgebouwd voor het transport van voedingsstoffen en afbraakproducten. In de periode van de 8e tot 12e zwangerschapsweek, krijgt de circulatie de definitieve foetale vorm. De foetale circulatie is op verschillende onderdelen anders dan de circulatie na de geboorte. Er zijn extracardiale shunts (de ductus arteriosus en de ductus venosus) en een intracardiale shunt (het foramen ovale) aanwezig. Deze zorgen voor een gelijke druk tussen de twee atria en de grote bloedvaten en daarmee ook tussen de twee ventrikels. Er is een hoge longvaatweerstand doordat de longen niet ontplooid zijn en de longvaten veel glad spierweefsel bevatten. Hierdoor is er een geringe bloedstroom naar de longen. De weerstand in de grote systeemcirculatie is laag in vergelijking met de situatie ná de geboorte, onder andere door de lage druk van de navelstreng en de placentaire bloedstroom. Door deze aanpassingen werken de foetale ventrikels in feite parallel aan elkaar (naast elkaar) in plaats van in serie (na elkaar) zoals na de geboorte. De verdeling van het uitgedreven bloed is afhankelijk van weerstand en de stroom én van het feit dat de grote open ductus arteriosus zorgt voor een gelijke druk in aorta en pulmonaal arterie. Zuurstofrijk bloed stroomt vanuit de placenta door de navelstrengvene (vena umbilicalis) naar de lever, maar ongeveer 50% gaat direct naar de ductus venosus. De ductus venosus geeft weinig weerstand, waardoor het zuurstofrijke krachtiger stromende bloed uit de navelvene direct naar het hart wordt gestuurd. Het stroomt naar de rechter boezem en voor 50-60% door het foramen ovale naar het linker atrium. Dit zuurstofrijke bloed, gemengd met wat teruggekomen bloed uit de longen via de vena pulmonalis, wordt naar de Pag 3 van 6

linker ventrikel gestuurd en hiervandaan naar de aorta. De krans- en hersenslagaders, evenals de bovenste extremiteiten krijgen hierdoor zuurstofrijker bloed aangeboden dan de andere delen van het lichaam (met uitzondering van de lever). Een deel van het bloed uit de vena umbilicalis wordt in de vena cava inferior gemengd met het zuurstofarme bloed uit het onderste deel van het lichaam. Samen met het veel minder zuurstofrijke bloed uit de vena cava superior gaat dit via de tricuspidaalklep naar de rechter ventrikel en arteria pulmonalis. Een groot deel van dit bloed stroomt niet naar de longen (hoge vaatweerstand), maar via de ductus arteriosus (Botalli) naar de aorta descendens en zo naar het onderste deel van het lichaam en de navelstrengarteriën (lage vaatweerstand). Ongeveer 65% van de foetale output gaat naar de placenta terug, de rest doorstroomt foetale organen en weefsels. Neonatale circulatie (Bernstein,2003) Afbeelding 3: de normale neonatale circulatie. Uit: folder Nederlandse Hartstichting. Pag 4 van 6

De geboorte van het kind dwingt tot directe aanpassing aan deze nieuwe situatie. De gasuitwisseling, die via de placenta verliep, moet omschakelen naar gasuitwisseling langs de longen. De ademhaling wordt gestimuleerd door de veranderingen van koolstofdioxide, zuurstof en zuurgraad in het bloed na het onderbreken van de placentaire circulatie. Door het afnavelen treedt een herverdeling van de bloedstroom op. Diverse veranderingen treden direct bij de eerste ademhaling op. Een hoge druk is nodig voor de uitzetting van de longen. Deels komt dit tot stand doordat de thorax ineengedrukt wordt tijdens de uitdrijving via het baringskanaal. Maar het meeste vocht in de longen wordt verwijderd doordat de rechter ventrikeloutput voor een sterk toegenomen pulmonale circulatie zorgt. De zuurstof, aangevoerd tijdens de ademhaling, bewerkstelligt de verwijding van het longvaatbed, waardoor de pulmonale bloedstroom toeneemt. Het gevolg hiervan is, dat de bloedstroom in de venae pulmonales hoger wordt, evenals de output van de linker ventrikel. Overige hemodynamische veranderingen na de geboorte De sluiting van de ductus venosus Enkele minuten na de geboorte wordt de ductus venosus dichtgeknepen door het stoppen van de bloedstroom door de navelvene. Bij het merendeel van de zuigelingen is deze ductus na 14 dagen verschrompeld. Bij prematuren gebeurt dit iets later. De sluiting van het foramen ovale De druk in het linker atrium neemt toe onder invloed van de veranderingen in de vaatweerstand. De weerstand in de grote circulatie wordt lager terwijl de pulmonale veneuze stroom naar het hart toeneemt. De klep van het foramen ovale sluit de opening functioneel af waardoor twee gescheiden atria ontstaan. Het foramen ovale sluit definitief rondom de negende maand, maar bij Pag 5 van 6

sommigen blijft gedurende het hele leven de functionele sluiting door middel van de klep bestaan. De sluiting van de ductus arteriosus (Botalli) Bij de gezonde neonaat treedt de functionele sluiting van de ductus arteriosus 10-15 uur na de bevalling op. De belangrijkste factor voor het sluiten is de hogere zuurstofdruk van het passerende bloed waardoor spierweefsel samentrekt en de ductus arteriosus zich sluit. De anatomische sluiting van de ductus arteriosus treedt later op. Bij een aantal aangeboren hartafwijkingen, bijvoorbeeld een complete transpositie van de grote vaten, is het juist van belang dat de ductus openblijft om het lichaam van voldoende zuurstofrijk bloed te kunnen voorzien. Afname van de weerstand in de longcirculatie In de normale neonatale circulatie neemt de bloedstroom in het longvaatbed acht tot tien keer toe, waardoor de weerstand in de pulmonale vaten daalt, evenals de druk in de arteriae pulmonales en de rechter ventrikel. In de eerste twee tot zeven dagen neemt de hoge foetale druk in de longcirculatie af tot een normale neonatale waarde. Referenties Zie referentielijst. Pag 6 van 6