Notulen van de vergadering van de Ministerraad op 16 maart 1962 *'s Morgens te 9 uur aangevangen en 's middags voortgezet, Trêveszaal.

Vergelijkbare documenten
Notulen van de vergadering van de Ministerraad op 23 mei 1962 *'s Avonds te 8.30 uur aangevangen, Kabinet van de Minister-President.

Notulen van de vergadering van de Ministerraad op 23 maart 1962 *'s Morgens te 10 uur aangevangen en 's middags voortgezet, Trêveszaal.

Notulen van de vergadering van de Ministerraad op 14 augustus 1962 *'s Middags te 2.30 uur aangevangen, Trêveszaal.

Notulen van de vergadering van de Ministerraad op 9 april 1962 *'s Morgens te 9.15 uur aangevangen, vergaderzaal Kabinet van de Minister-President.

Notulen van de buitengewone vergadering van de Ministerraad op 7 juni 1960 *'s Middags te 4 uur aangevangen en 's avonds voortgezet.

Notulen van de vergadering gehouden op donderdag 24 juli 1969 in de Trêveszaal, aangevangen 's morgens om tien uur en 's middags voortgezet

Notulen van de vergadering van de Ministerraad op 13 dec. 1957

Nr Notulen van de vergadering gehouden op vrijdag 5 december 1969 in de Trêvesaal, aangevangen 's morgens om 9 uur en 's middag3 voortgezet

hem hulde voor de bekwame wijze, waarop hij het standpunt van de Regering heeft verdedigd. De behandeling voor de Verenigde Naties heeft voor

Notulen van de vergadering van de Ministerraad op 27 feb *'s Morgens te 10 uur aangevangen en 's middags voortgezet, Trêveszaal.

Notulen van de vergadering van de Ministerraad op 9 okt *'s Middags te 2 uur aangevangen en 's avonds voortgezet, Plein 2b.

Notulen van de vergadering van de Ministerraad op 21 aug *'s Middags te 2 uur aangevangen, Plein 2b.

Avondvergadering Aanwezig: Dezelfden als 's middags, alsmede de Staatssecretarissen Blom, Fockema Andreae en Moorman.

Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad*

Verordening behandeling bezwaarschriften Orionis Walcheren Ambtenaren

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

MINISTERIE 'S-GRAVENHAGE. ' *f'

12 Overleg met organisaties van overheidspersoneel. Algemene bepalingen

REGLEMENT VAN ORDE 2. Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie. Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Notulen van de vergadering gehouden op vrijdag 15 maart 1968 in de Trêveszaal aangevangen 's morgens om 10 uur en *s middags

Plein 1813 nr. 4- 's-geavewhage. Onderwerp: Weekoverzicht.

BIJLAGEN. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een Besluit van de Raad

Vastelling Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) Shared Service Center Zuid-Limburg

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

Regeling Bezwarencommissie Orionis Walcheren Ambtenaren

College voor geschillen medezeggenschap defensie

Notulen van de vergadering gehouden op vrijdag 20 december 1968 in de Trêveszaal aangevangen 's morgens om tien uur en 's middags voortgezet

: LANDSVERORDENING houdende goedkeuring van het Reglement van Orde voor de ministerraad

OVEREENKOMST 13 SEPTEMBER 2006

'S-G R AVE N H AG E. 9 k APR iqc"7 /J 4 i*^7 Datum: </~&'

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 25 november

PERMANENTE VERTEGENWOORDIGING VAN NEDERLAND

Doe mee en test je kennis. Stuur je antwoorden naar mij en ik informeer je over de scoren.

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STUDENTENSTATUUT

CONCEPT SOCIAAL PLAN (onderhandelaar akkoord )

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Aankoop nieuwbouwappartement mislukt. Beweerdelijke toezegging makelaar-verkoper. De Raad van Toezicht Oost geeft uitspraak inzake de klacht van:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ZEER GEHEIM. Aanwezig: De minister-president De Quayen de ministers Van Aartsen, Beerman, Cals, Korthals Luns

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

Regeling commissie bezwaarschriften rechtspositie gemeente Den Helder

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE POST per 1 april 2016

Verslag van de Ministerraad beteffende het comité-spaak (7 november 1955)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus BA Amsterdam

REGELING MELDING ONREGELMATIGHEDEN UNIVERSITEIT LEIDEN

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur

Notulen van de vergadering gehouden op woensdag 3 januari 1968 in de Trêveszaal aangevangen 's morgens om tien uur en 's middags voortge zet

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

Klachtenregeling Jeugdwet

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 13 november

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand (Klokkenluidersregeling Medelijk Dalton Lyceum)

Dienst Terugkeer en Vertrek Ministerie van Veiligheid en Justitie

17217/2/10 REV 2 bar/lep/mv 1 DG I 1A

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE DEFENSIE GENEESKUNDIGE ZORG Per 1 januari 2016

VR DOC.0098/1

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

De n o t u l e n worden v a s t g e s t e l d na de. w i j z i g i n g e n opgenomen i n b i j l a g e I I.

Klachtenregeling Wlz en Wmo

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het kabinet is de Afdeling erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het advies inzake het bovenvermelde voorstel is uitgebracht.

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011

REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB STICHTING WAARBORGFONDS POLITIE BESLUIT. Begripsbepalingen. De commissie voor de bezwaarschriften

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand

bedrijfsleven in Indonesië onder leiding van Ir. Philips besprokene. door de Papoea's geen al te grote betekenis

Den Haag, 3 mei Openbaar gedeelte. 1. Verslag van de vergadering van 15 februari 2017 Voorstel: vaststellen

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 1 oktober 2012

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. E.H.C. Vos, secretaris)

1. De klachtencommissie heeft tenminste drie leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter.

School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES

22 JUNI Koninklijk besluit tot goedkeuring van het Huishoudelijk Reglement van de Nationale Commissie Geneesheren-Ziekenfondsen

Reglement van de Commissie Aanprijzing Veterinaire Producten. 1.1 Commissie: de Commissie Aanprijzing Veterinaire Producten (CAVP).

KLOKKENLUIDERSREGLEMENT STICHTING TRIFOLIUM WOONDIENSTEN BOSKOOP

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE TELECOMMUNICATIEDIENSTEN per 2 mei 2016

Datum Januari 2017 Versie 2.0 Pagina s 10 (inclusief voorpagina) Klachtenregeling

Klachtenprocedure & reglement

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan.

BIJLAGE 3 - GESCHILLENREGLEMENT IKB EI

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen het Emelwerda College.

Raadsvoorstel 48 Vergadering 27 juni Gemeenteraad. Onderwerp : Verordening behandeling bezwaarschriften Helmond 2017.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Ledenpanel Januari 2016

Overlegverordening van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Klachtenprocedure. Inleiding

Klachtenregeling. Klachtenregeling Sensa Zorg versie 1.0

Klachtenregeling cliënten De Hoven

Landelijk model klachtenregeling

Erven, belasting en rente. Rapport over een klacht over de voorlichting van de Belastingdienst.

Transcriptie:

170 Notulen van de vergadering van de Ministerraad op 16 maart 1962 *'s Morgens te 9 uur aangevangen en 's middags voortgezet, Trêveszaal. Aanwezig: De Minister-President De Quay en de Ministers Van Aartsen, Beerman, Cals, Klompé, Korthals, Luns, Marijnen, De Pous, Toxopeus, Veldkamp, Visser en Zijlstra. Voorts zijn aanwezig de Staatssecretarissen Van den Berge (punten 2 en 16), Bot (punten 2 en 3c), De Jong (punt 3c), Calmeyer (punt 3c) en Schmelzer (punt 2). Secretaris: J. Middelburg. 3. Buitenlands beleid c. Nieuw-Guinea (Zie notulen MR 12 maart 1962.) Minister Luns deelt mede, dat de beslissing van de Nederlandse Regering om vier marineschepen die in de West aan oefeningen hebben deelgenomen door het Panama-kanaal naar de Amerikaanse Westkust te zenden na aanvankelijke Amerikaanse bezwaren door de Amerikaanse Regering (McGhee) als gegeven is aanvaard, waaraan men verbond, dat men naar aanleiding hiervan een matigende invloed in Djakarta zou trachten uit te oefenen. Na overleg tussen de betrokken Ministers heeft Minister Visser in de Kamercommissies onder zware geheimhouding mededeling van deze beslissing gedaan, waarover binnen een kwartier voorlichtingsdiensten zijn opgebeld met de vraag of Minister Visser dit in de Commissies had medegedeeld. De Minister-President heeft naar aanleiding hiervan zich tot de voorzitter van de Tweede Kamer gewend en hem gezegd, dat de Regering deze schending der geheimhouding hoogst ernstig acht en dat zij zich gedwongen zal zien in de toekomst in deze Commissies geen mededelingen van deze aard meer te doen. De dag daarop heeft hij aan Mr. Kortenhorst gezegd, dat in het perscentrum De Nieuwpoort ook de plaats en de datum en de derde man van het geheim overleg met Indonesië (gegevens die het Kabinet nog niet wist) bekend bleken te zijn. Spreker heeft gezegd, dat hij erop rekende, dat Mr. Kortenhorst dit in het Seniorenconvent zou bespreken en zou uitzoeken waar het lek zit. Spreker heeft voorts vernomen, dat Dr. De Gou aan een journalist mededelingen heeft gedaan die evenmin in de publiciteit kunnen komen. Minister Cals heeft zich verbaasd over de uitlating van Dr. De Gou als Burgemeester van Venlo over zijn overdracht van de souvereiniteit in die gemeente aan Prins Carnaval. Minister Toxopeus zal hierover nog met de Commissaris van de Koningin in Limburg spreken. Minister Luns heeft de indruk, dat het feit dat de vier oorlogsschepen door het Panamakanaal gaan, de Nederlandse positie bij de Amerikaanse Regering versterkt heeft. Een uur na de aanvraag aan Canada voor een operationeel bezoek van de vier marineschepen is toestemming gegeven voor een bezoek aan Vancouver. Spreker herinnert eraan, dat in de Raad is besloten dat men van Nederlandse zijde met betrekking tot de besprekingen met Indonesië in procedurezaken zo soepel mogelijk zou zijn. De voorstellen waren de agendabespreking te houden op één uur afstand van Washington in tegenwoordigheid van de Amerikaan Bunker. De besprekingen zouden zeer geheim zijn en de Amerikaanse Regering zou een oproep aan beide partijen doen om geen agressie te plegen. Voor deze bespreking heeft President Sukarno nog geen Indonesiërs benoemd. Er zijn echter thans al berichten, dat hij opnieuw 10.000 man heeft gezonden naar een plaats die dicht bij Nieuw-Guinea ligt. Er is voorts een nieuwe zeer sterke Indonesische zender vlak bij Nieuw-Guinea in werking gekomen, die de indruk geeft, dat hij op Nieuw-Guinea is gevestigd. Spreker stelt voor aan de Nederlandse vertegenwoordiger bij de geheime agendabespreking de volgende instructie te geven over procedurekwesties. In de eerste plaats zal men moeten beslissen wie voorzitter zal zijn als de besprekingen zelf tot stand komen.

Daarbij kan men denken aan U Thant of diens plaatsvervanger. Vervolgens komt de omvang van de delegaties aan de orde. Volgens berichten zou Indonesië de Minister van Buitenlandse Zaken Subandrio hiervoor willen zenden, maar spreker gelooft, dat men onzerzijds niet moet zeggen, dat Nederland ook door een Minister vertegenwoordigd zal zijn. Persoonlijk wil spreker zich buiten deze besprekingen houden. Minister Klompé stelt de vraag of ook Papoeavertegenwoordigers in de Nederlandse delegatie worden opgenomen. Minister Luns zou niet willen trachten hierover overeenstemming met Indonesië te bereiken. Minister Zijlstra meent, dat dit wel open met de Indonesiërs besproken kan worden. Ministers Luns zou aan hen alleen willen mededelen, dat Nederland dit overweegt. Spreker noemt voorts als andere procedurepunten de taal of de talen en de opstelling van de notulen. Als men een onpartijdig conferentiesecretariaat wil, zal men hiervoor het secretariaat van de VN moeten nemen. Mogelijkheden zijn voorts, dat het gesproken woord op bandrecorders wordt opgenomen en dat men afzonderlijke schrijvers van samenvattingen heeft. Spreker is voorstander van het inroepen van de hulp van het VN-secretariaat voor een onpartijdig verslag. Tenslotte hoort nog bij de procedurepunten een afspraak hoe en wanneer met de pers zal worden gesproken. Als materiële punten noemt spreker de volgende. In de eerste plaats zijn er de door Nederland aangegane verplichtingen inzake de ontwikkeling en de toekomst van Nieuw- Guinea; in de tweede plaats de wensen van de Papoea's over hun staatkundig-politieke toekomst; ten derde de gelegenheid tot internationale oriëntatie van de Papoealeiders met name in Indonesië; ten vierde de uiteindelijke bestemming van het gebied en de wijze van raadpleging van de bevolking daarover; ten vijfde de regeling van het bestuur in de interimperiode en daarmede samenhangende onderwerpen. (Spreker noemt het Nederlandse voorstel in de VN, de resolutie van de Brazzavillelanden, terwijl ook andere mogelijkheden besproken kunnen worden). Minister Beerman wil rekening houden met de feiten en wil dit probleem in een grotere context zien. Nadat Nederland twaalf jaar in Nieuw-Guinea het bestuur heeft uitgeoefend zijn wij in een feitelijke overmachtstoestand gekomen nl. een militaire overmachtstoestand, die zich over zes maanden of nog wat later zal voordoen. Met het oog hierop voelt spreker zich verplicht - gezien de beloften, die Nederland aan de Papoea's heeft gedaan - eruit te halen wat mogelijk is ten aanzien van het voortgaan der ontwikkeling en van de mate van zelfbestuur. Spreker acht uiteindelijk overdracht van het gebied aan Indonesië onafwendbaar. Met betrekking tot de voorgestelde defensieversterking heeft spreker in de Raad twee motieven gehoord. Enerzijds geldt het de bescherming van vrouwen en kinderen, anderzijds zijn de maatregelen bestemd om de Nederlandse politiek in Nieuw-Guinea te kunnen voortzetten. Bij de beoordeling van de mogelijkheden zal men echter moeten aanvaarden, dat Nederland met dit laatste in het Westen alleen staat en in de Aziatische wereld een sterke antipathie ondervindt. Nu dit zo is, is spreker van oordeel, dat de Regering consequent moet streven naar de mogelijkheden, die er voor de Papoea's nog zijn. Deze zijn niet gebaat met de zending van meer oorlogsschepen. Minister Luns merkt naar aanleiding van het betoog van Minister Beerman op, dat Nederland bij de komende besprekingen niet in een positie van absolute zwakte moet verkeren, als het hierbij enig succes wil hebben. Men moet voorts niet vergeten, dat de defensievoorzieningen steeds erop gericht zijn om infiltraties tot ongeveer 1000 man aan te kunnen, waarbij men thans weet dat Indonesië terzake actief is. Tenslotte wijst spreker erop, dat de Raad bij zijn beleid ook rekening moet houden met de situatie in Indonesië zelf. Spreker heeft een rapport van de Belgische Ambassadeur in Djakarta gezien, dat bijzonder somber is. De deviezenvoorraad is verdwenen. De Indonesiërs hebben maanden geoefend om een kruiser van Amerika te kunnen bedienen, maar zij hebben deze kruiser afgezegd, omdat zij niet ertoe in staat waren. Spreker is van oordeel, dat de Nederlandse defensie op Nieuw-Guinea sterk genoeg is om Indonesische aanvallen te keren, ware het niet dat de situatie op Nieuw-Guinea zelf minder goed is. Met het oog hierop lijkt het hem het beste Nieuw-Guinea in uitzicht te stellen, dat het militaire apparaat versterkt zal worden.

De Minister-President herinnert aan wat in de Ministerraad van maandag 12 maart j.l. is afgesproken. In de eerste plaats is toen besloten, dat Nederland bereid is in te gaan op de Amerikaanse voorstellen inzake geheime besprekingen over een agenda voor besprekingen inzake Nieuw-Guinea. In die vergadering is niet besloten militaire versterkingen naar Nieuw-Guinea te zenden, maar is alleen beslist vier marineschepen die in de West waren door het Panamakanaal naar de westkust van Amerika te zenden, waarmede de reisduur bij een eventuele order om naar Nieuw-Guinea te gaan met een week werd bekort. Tenslotte is toen ook afgesproken, dat indien President Sukarno verder gaat met zijn dreigende taal en met het zenden van versterkingen naar eilanden in de buurt van Nieuw-Guinea de Ministerraad opnieuw zal bespreken of versterkingen zullen worden gezonden. Spreker meent, dat op het ogenblik nog dezelfde situatie als maandag bestaat, zij het dat men aan Indonesische zijde niet duidelijk is opgehouden met de dreigingen en militaire voorbereidingen. President Sukarno zal komende zondag opnieuw een toespraak houden. Een discussie over het doorzenden van de vier marineschepen heeft ook geen zin, voordat deze San Diego hebben bereikt. Intussen is men dan aangekomen bij de datum van 20 maart, waarop de agendabesprekingen zullen beginnen. Over de verdere toekomst, waarover Minister Zijlstra sprak, is niet veel te zeggen, zodat het dan weinig zin heeft om thans hierover verder te discussiëren. Minister Cals wil gaarne in de Raad de mogelijkheden met Minister Luns doorspreken. Spreker vindt het een groot gemis, dat de andere Ministers niet een evaluatie van de mogelijkheden van Buitenlandse Zaken hebben, zoals uit het bericht van de Belgische Ambassadeur dat Minister Luns aanhaalde. Spreker maakt zich veel zorg over het Nieuw- Guineabeleid. Hij heeft voor zichzelf de overtuiging, dat Nieuw-Guinea naar Indonesië gaat. Daarom zou hij ook willen streven naar zo gunstig mogelijke voorwaarden voor dat gebied. Van uitstel vreest hij een verdere afbrokkeling van het binnenlandse front. Hij vraagt zich af op welke gronden men verwacht, dat de zaak volgend jaar beter zal liggen. Intussen leidt spreker uit zijn verwachtingen niet af, dat Nederland beslist geen versterkingen naar Nieuw-Guinea moet zenden. Men moet van Nederland op Nieuw-Guinea niet het bovenmenselijke verwachten. In dit verband haalt spreker aan de reacties van Ambonnezen in ons land van wie eerst enkelen naar Indonesië terugkeerden en nu duizenden zich hiervoor hebben gemeld. De algemene sfeer in Nederland is, dat maar nog slechts weinigen geloven, dat Nederland duurzaam een rol in Nieuw-Guinea zal blijven spelen. Het lijkt spreker dan noodzakelijk om met de Amerikaanse Regering te proberen alles eruit te halen ten gunste van de Papoea's wat er in zit. Het gaat thans om hoogst belangrijke besprekingen. Spreker zou daarom gaarne schriftelijk de materiële punten van het voorstel voor de instructie hebben gehad. Hierin is in de eerste plaats sprake over door Nederland aangegane verplichtingen tegenover de Papoea's. Spreker informeert wat Minister Luns hiermede bedoelt. Minister Luns antwoordt, dat het hierbij gaat om de belofte aan de Papoea's inzake het zelfbeschikkingsrecht. Daaruit afgeleid komen allerlei andere punten aan de orde. Minister Cals stelt de vraag of dit punt reëel is en of er enige kans is, dat de Indonesische gedelegeerden dit aanvaarden. Spreker is ervan overtuigd, dat dit voor Indonesië ten enen male onacceptabel is. Hij vreest, dat dit tot uitstel leidt en de Regering over een paar weken weer voor dezelfde situatie staat. Minister Luns antwoordt, dat het steeds weer gaat om de vraag of het Kabinet zal vasthouden aan een regeling voor de bonafide uitoefening van het zelfbeschikkingsrecht; dit is in januari als voornaamste richtsnoer door de Ministerraad aanvaard. De rest acht spreker prematuur. Minister Zijlstra is het met Minister Luns eens, dat men in het algemeen niet te vroeg de mogelijkheden in de toekomst op tafel moet brengen, maar hij moet wel bedenken, dat het niet geheel windstil is. Als de Raad thans beslissingen over de voorgestelde punten neemt, kan hij de gevolgen die mogelijk zijn niet buiten beschouwing laten. Als het mogelijk is, dat door het beginnen van deze agendabesprekingen iets op Nieuw-Guinea wordt los gemaakt, zal de Raad dit eerst moeten bespreken. Hetzelfde is het geval, als het zenden van versterkingen een kettingreactie te weeg kan brengen. Als Dr. Van Roijen erin slaagt, dat men in langdurige

besprekingen wat dichter bij elkaar komt, zal de Raad dit toejuichen, maar het kan ook zijn, dat men al komt tot beslissende dingen voor de hoofdzaak. Het is dan mogelijk, dat de Raad het over de hoofdzaak niet eens wordt, maar dit zou ongelukkig zijn, omdat het heengaan van het Kabinet het slechtste voor de Papoea's zou zijn. Minister Korthals acht de reeks materiële punten, die Minister Luns heeft genoemd, een logische opzet voor de besprekingen. Als men stelt, dat de Regering bij het aangaan van de besprekingen moet weten, waarheen zij gaat koersen, dient men te bedenken, dat in de Ministerraad hierover wel verschil van standpunt bestaat. Als men de besprekingen begint, zal men ook steeds rekening moeten houden hoe de omstandigheden zijn. Dat geldt in de eerste plaats voor Nieuw-Guinea; als de zaken daar uit de hand lopen, dan zal Nederland niet veel meer voor de Papoea's kunnen doen. Als verder tegenover het binnenlandse front de indruk wordt gevestigd, dat de Regering bezig is met Indonesië de overdracht van Nieuw-Guinea te bespreken, dan zal dit front ook niet sterk zijn. Spreker heeft zelf niet veel verwachtingen van politieke steun van Amerikaanse kant (vooral niet na het bezoek van Minister Robert Kennedy). Tenslotte hangt de uitslag ook af van de houding van Indonesië zelf; men weet niet waartoe President Sukarno bereid is om het niet tot een gewapende strijd te laten komen. Dit alles zal men moeten overwegen, voordat de Raad een beslissing neemt. Als men echter te vroeg op de fundamentele kanten van de zaak ingaat, loopt men kans de eenheid van het Kabinet te verliezen, wat de grootste overwinning van Sukarno zou zijn. Minister Klompé is van oordeel, dat zekerheden, die andere Ministers zien als bereikbaar te zijn van Indonesië ten behoeve van de Papoea's illusoor zullen blijken. De Amerikaanse Regering zal, zodra effectuering van zekerheden nodig zou zijn, niets doen. Spreekster zou ook de vier marineschepen reeds vóór 20 maart opdracht willen geven naar Nieuw-Guinea te gaan; zij meent, dat de Regering nergens is als zij nog het resultaat van de agendabesprekingen hiervoor zou afwachten. Minister Zijlstra wijst erop, dat Nederland door het zenden van deze schepen ook zijn positie zou kunnen verzwakken. Minister Klompé merkt op, dat de Amerikanen tegen elke prijs een oorlog om Nieuw-Guinea willen voorkomen. Het zenden van versterking is ook nodig om instorting van het Nieuw-Guineafront te voorkomen. Wat de handhaving van het binnenlandse front betreft is spreekster van oordeel, dat daartoe meer aandacht aan de voorlichting gegeven moet worden. Het substantiële punt voor deze discussie is of de Regering aan Dr. Van Roijen opdracht geeft voor het geval de Indonesische delegatie stelt, dat op de agenda wordt geplaatst overdracht van het bestuur over Nieuw-Guinea, dat hij dan moet antwoorden, dat dit niet mogelijk is. Minister Van Aartsen merkt op, dat wel vermeld kan worden: de wens tot overdracht van bestuur. Dan is duidelijk, dat deze overdracht niet a priori uitgesloten zal zijn; dat zou anders ook een prealabele voorwaarde zijn. Minister Klompé erkent, dat een internationaal bestuur in principe voor Nederland niet onaanvaardbaar zou zijn. Minister Luns is bereid alles op de agenda te laten plaatsen, indien dit maar niet tot misverstand leidt. Spreker zou aan Dr. Van Roijen kunnen seinen, wat Minister Klompé voorstelde, maar hij is van oordeel, dat beter eerst in de Ministerraad kan worden besproken wat de Indonesiërs bij de agendabesprekingen voorstellen. De Raad stemt hiermede in. Minister De Pous haalt van Minister Korthals aan, dat het moeilijk is aan te geven waar wij naartoe koersen. Spreker acht het echter voor de onderhandelingsstrategie wel lastig, als het de Nederlandse onderhandelaars niet bekend is welk doel hun Regering nastreeft. Spreker gelooft daarom, dat het het beste is de te volgen koers in informele besprekingen zoveel mogelijk door te spreken. Minister Luns acht dit laatste niet verstandig. Minister De Pous meent, dat men dan de zaken in de Ministerraad moet doorspreken. Hij is van oordeel, dat de besprekingen steeds op hoger niveau gebracht moeten kunnen worden, omdat het afbreken ervan oorlog betekent. Dit houdt ook in, dat het open moet blijven, dat ook Minister Luns of de Minister-President op een gegeven ogenblik eraan te pas komt. Voordien moet Dr. Van Roijen echter weten hoe de strategie is. Als van Indonesische zijde wordt gevraagd of Nederland bereid is contacten van Papoea's met Indonesiërs in de interimperiode toe te laten, zal men hierop wel positief moeten

antwoorden. De bepaling van het standpunt over dergelijke vragen zal men niet aan Dr. Van Roijen moeten overlaten, maar dit moet in de Ministerraad gebeuren. Minister Luns antwoordt, dat het niet de bedoeling is dit aan Dr. Van Roijen over te laten, aangezien de zaken in de Ministerraad gebracht zullen worden. Spreker acht het niet verstandig te beslissen, dat de voorperiode van de agendabespreking een definitieve periode wordt, want voor dit laatste wil hij de VN erbij betrekken. Naar aanleiding van het betoog van Minister Cals zegt spreker, dat de situatie voor Nederland op het ogenblik niet ongunstiger is dan drie jaar geleden. Minister Cals meent, dat de situatie van Indonesië wel dezelfde is, maar dat de Nederlandse positie ernstig is verzwakt, enerzijds door de verschillen bij het binnenlandse front die ook in de Ministerraad tot uiting komen, anderzijds doordat de Amerikaanse Regering de toezegging van Dulles niet meer met dezelfde kracht heeft gehandhaafd. De Minister-President acht de volgende ontwikkeling mogelijk. Duidelijk wil President Sukarno zeker zijn van de overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië, voordat hij de besprekingen begint. Spreker ziet daarvoor als enige mogelijkheid de totstandkoming van een interim regeling met een internationaal bestuur, waarbij Indonesië ook een positie zal hebben. Dit zal moeilijk zijn te bereiken, maar het is alleen mogelijk, als Nederland hierbij de steun van Amerika heeft. Minister Luns merkt op, dat zowel Rusk als Harriman hebben gezegd, dat naar het winnen van tijd moet worden gestreefd. De economische toestand van Indonesië is zodanig, dat het Amerikaanse hulp nodig heeft. Men moet ook bedenken, dat als Indonesië tot militair geweld zou overgaan de Amerikaanse politiek ten aanzien van dit land is mislukt. Minister Zijlstra is benauwd voor onderhandelingen in een situatie, waarbij de ene partij precies weet wat zij wil en de ander eens komt kijken hoe de situatie is. Daarom meent spreker, dat de Raad toch moet nagaan hoe de zaak substantieel ligt. Spreker meent, dat in geval de Indonesische delegatie vraagt of overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië onder alle omstandigheden uitgesloten is onzerzijds moet worden geantwoord, dat wij dat niet onmiddellijk kunnen zeggen, omdat dit mee van de Papoea's afhangt. Intussen is het in de Ministerraad ook steeds zo gesteld, dat Nederland over zijn beleid terzake niet geheel door de Papoea's kan laten beslissen. Er is dus geen automatisme, maar wel is gesteld, dat een oplossing niet buiten de Papoea's om zal worden aangegaan. Spreker voelt voor het standpunt van degenen, die zeggen, dat het een gewetenszaak moet zijn of onder bepaalde omstandigheden overdracht van Nieuw- Guinea kan worden geaccepteerd, maar er is ook een andere gewetenszaak nl. of men zich in een uitzichtloos conflict zal storten wat niet alleen ten koste van Nederlandse militairen gaat, maar ook van de Papoea's. Er zijn dus twee gewetensconflicten mogelijk en spreker weet thans niet hoe een oplossing hiervoor kan worden gevonden. Intussen is hij het er mee eens, dat Dr. Van Roijen zolang mogelijk met de besprekingen over de agenda moet doorgaan. Minister Luns meent ook, dat Nederland geen belang heeft bij het afbreken van deze besprekingen; hij zal Dr. Van Roijen in deze zin instrueren. Minister De Pous zou in de instructie aan Van Roijen willen opnemen, dat hij niet gemachtigd is de besprekingen zonder instemming van de Regering af te breken. Minister Beerman vindt het eerste van de materiële punten van de instructie, die Minister Luns eerder in de vergadering heeft opgesomd, niet geheel duidelijk, tenzij hierin ook begrepen zijn de beloften van financiële steun aan de ontwikkeling van het gebied. Spreker onderschrijft wat Minister Zijlstra zei, nl. dat met de wensen van de Papoea's wel rekening dient te worden gehouden, maar dat deze voor Nederland niet bindend kunnen zijn. Minister Luns zal nog met Staatssecretaris Bot spreken over het punt om de Nieuw-Guinearaad op de hoogte te brengen van het gesprek over een agenda. Minister De Pous meende, dat het geheime besprekingen waren. Minister Luns is van oordeel, dat de leidende Papoea's wel iets hierover moeten weten. Staatssecretaris Bot heeft met de Gouverneur besproken, dat desgewenst drie Papoealeiders naar Nederland zullen kunnen komen om hier over deze zaken te spreken.

Minister Zijlstra wijst erop, dat als Indonesië enige regeling over de nationalisaties en de schulden aan Nederland zou aanvaarden het daardoor toegang krijgt tot de Wereldbank en de IDA. De Minister-President stelt de volgende conclusies voor: 1. Aan Dr. Van Roijen zal de instructie worden gegeven, die Minister Luns heeft voorgesteld met de in de Raad besproken aanvullingen (o.a. niet afbreken zonder machtiging). 2. Als President Sukarno zondag opnieuw een dreigende rede houdt, zal de RVD een communiqué met het Nederlandse standpunt terzake uitgeven. 3. Nadat de inhoud van de rede van Sukarno bekend is, zullen de betrokken ministers telefonisch contact met elkaar opnemen en zal eventueel nog de Ministerraad samenkomen. Met Minister Luns zal dan zonodig telefonisch contact in Brussel of Luxemburg worden opgenomen. 4. Op vragen van het Kamerlid Burger inzake het verplaatsen van de vier marineschepen naar de Stille Oceaan zal een concept-antwoord worden opgesteld. Over het uitzenden van dit antwoord zal nader beslist worden. De Raad verklaart zich met deze conclusies akkoord. 20. Ingekomen stukken en mededelingen b. Herziening groepsregeling gerepatrieerden (Zie notulen MR 16 februari 1962, punt 14g.) De Minister-President vestigt er de aandacht op, dat vorige maand de vraag is besproken of de groepsregeling die toepassing vindt bij de verzorging van spijtoptanten niet herzien moet worden. Minister Klompé antwoordt, dat Minister Beerman haar een brief hierover heeft gezonden, die nog nader behandeld moet worden.