Bij het onderzoek is gekeken naar de sterkte

Vergelijkbare documenten
De trekproef. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. Principe. Bepalen van materiaaleigenschappen

Titel: Beoordeling van het lijmsysteem Adheseal Projectlijm voor het verlijmen van Rockpanel Colours gevelplaten

Simulatie van onthechtingsmechanismen bij betonconstructies versterkt met uitwendig gelijmde koolstofvezelwapening. DOV mei 2004 Ernst Klamer

Basic Creative Engineering Skills

AUTOMOTIVE GEREEDSCHAPPEN BEVESTIGEN AEROSPACE VIBA NV. Duallock en lijmsystemen Alex Scheenstra

Solico. Brugdekpaneel 500x40. Solutions in composites. Mechanische eigenschappen. Versie : 2. Datum : 16 januari 2013

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.

THEMA IS BEZWIJKEN HET BEREIKEN VAN DE VLOEIGRENS?

Solico. Brugdekpaneel 400x85. Solutions in composites. Mechanische eigenschappen. Versie : 1. Datum : 20 september 2011

Corus Strip Products IJmuiden. Ympress Laser E250C. Ontwikkeld voor lasersnijden. Laser

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 3 bladzijden inclusief dit voorblad.

Stap 2. Geometrisch niet-lineair model Het elastisch weerstandsmoment dat nodig is om dit moment op te nemen is

Niet-lineaire mechanica datum: Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19

Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus

Eigenschappen basalt composiet

UNIQFAST Systeem. B NJ Hamont-Achel. VOORDELEN

Solid Mechanics (4MB00) Toets 2 versie 4

8 Aanvulling Hoofdstuk 8 Metalen

Werkstuk Natuurkunde Trekproef, buigproef en de afschuifproef

Uit te voeren in groepen van 2 personen. Indien een groep van 2 personen niet mogelijk is, dient de opdracht alleen uitgevoerd te worden

Duurzaamheid van lijmverbindingen

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.

OPLEIDING TOT EUROPEAN ADHESIVE SPECIALIST EWF/NIL EAS

woensdag 6 augustus 2008, u Code: 8W020, BMT 1.3 Faculteit Biomedische Technologie Technische Universiteit Eindhoven

Titel: Fysische en mechanische eigenschappen van Wood Polymer Composite dekdelen Gardenline en 651 Carp garant

Nieuwe generatie gelijmde wapening

Matthias Van Wonterghem, Pieter Vanhulsel Aluminium en hoge snelheid, een mooie toekomst?

Nieuwe generatie gelijmde wapening S. Matthys, UGent

Ontwerp van koudgevormde stalen gordingen volgens EN met Scia Engineer 2010

Piekresultaten aanpakken op platen in Scia Engineer

Metaalkunde in de. Lastechniek. H.Schrijen 1. Lasgroep Zuid Limburg. Mechanische Eigenschappen. Trekproef. Metaalkunde en Lastechniek

VOOR PROEVEN OP MATERIALEN


EUROPEAN ADHESIVE SPECIALIST

Q U A K E S H I E L D E X P E R I M E N T B I J E E N K O M S T 30/11/2017

Oefeningen materiaalleer

Solid Mechanics (4MB00) Toets 2 versie 1

3M 3.1 3M M

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 4 bladzijden inclusief dit voorblad en een uitwerkingsblad.

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Samenvatting. Samenvatting

8.1. Sterktebepaling in SE?

QuakeShield CEM Modellering constructief gedrag bij belasting uit het vlak 17 november 2017

Fundamentele testen op asfalt Dr. A. Vanelstraete

een aantal proeven, de waarde van de spro gsconcentraties die

EUROPEAN ADHESIVE SPECIALIST

Titel: Rapportcode: w Datum: 29 maart 2006

DRUKVERLIES GELAMINEERDE FLEXIBELE SLANGEN

OPLEIDING TOT EUROPEAN ADHESIVE BONDER EWF/NIL 515-1

Sterkte- en stabiliteitsberekening ASC.

Tentamen MATERIAALKUNDE Ia

Solico. Dakkapel Max overspanning tot 4075 mm. Solutions in composites. Verificatie. : Van den Borne Kunststoffen B.V. Versie : 1.

ZETTEX MS POLYMERS. Stick with us for a stronger world

Folkert Buiter 2 oktober 2015

Voorspandraad op lengte

Flexvloer. Inhoud presentatie. Inleiding Doelstelling Dwarskrachtcapaciteit Stijfheid Conclusies Aanbevelingen

Two-component. structural adhesives. and hardware. 3M Industriële lijmen. Tweecomponenten structurele lijmen en lijmpistolen

Tentamen Verwerking en Eigenschappen van Kunststoffen ( ) 2 februari 2012, uur

Verslag Proefbelasting Zeewijkplein te IJmuiden

Het modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel

ONT 5: Schaarkrik. Robert-Jan Joosten & Tommy Groen & WP28 D1 & WP28 C2 7/5/2013

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Tentamen Fundamentals of Deformation and Linear Elasticity (4A450)

Solico Solutions in composites

Beproevingsrapport: Controle overspanning WPC-vlonderdelen volgens BRL Rapportcode: Datum: 26 oktober 2016

Vervormingseigenschappen

EUROPEAN ADHESIVE BONDER

Tentamen Toegepaste elasticiteitsleer (4A450)

Weerstand van het kritische detail bij bestaande breedplaatvloeren Toelichting bij rapport

BETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE DRAAD met hoge ductiliteit

TECHNISCHE FICHE Versie: 12/2014

Inhoud. Toetsing dwarskrachtcapaciteit Heinenoordtunnel volgens de TNO- IBBC methode. Henco Burggraaf en Jan Zwarthoed

Formules Materiaaltechnologie

Nederlandse vertaling KE 81. September 2018 Engelse versie. Keuringseis 81. Rubberafdichtingen

Dynamic Bonding Systems B.V.

QuakeShield Modellering constructief gedrag bij belasting in het vlak 17 November 2017

BEREKENING SCHEURKANSEN VOOR VERHARDENDE BETONNEN ELEMENTEN

natuurkunde havo 2017-II

C.02 ALUFLEX 112. Flexibele luchtkanalen. Niet geïsoleerd Aluminium gelamineerd Hoge temperatuur.

Productontwikkeling 3EM

Technisch gegevensblad Ingangsdatum: 17/6/16 Vervangt: 01/11/09

Voor meer informatie: OPLEIDING TOT EUROPEAN ADHESIVE BONDER EWF/NIL EAB. Opleiding tot Europees Lijmvakman/-vrouw

LIJMACADEMIE. Duurzaamheid van lijmverbindingen. ir. Arnold Knottnerus European Adhesive Engineer DVS /EWF 3309 EWF 517-1

Tentamen Materiaalmodellen en Niet-lineaire Mechanica Docent: P.C.J. Hoogenboom 29 mei 2012, 18:00 tot 19:30 uur. Vraagstuk 1 (30 minuten, 3 punten)

Onder de dekvloer Demtec ES Onder dekvloeren, hout en beton. Onder dekvloeren, hout en beton. . Soms wordt ook de (oude) ΔL w

Tentamen MATERIAALKUNDE Ia

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 3 bladzijden inclusief dit voorblad.

Schuifspanningen loodrecht op een cilindrisch gat

NIET OFFICIEEL DEEL VAN HET RID. Voorschriften voor kunststof recipiënten

Waar bleef een half miljard onderwijsgeld?

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 4 bladzijden inclusief dit voorblad.

Materiaalkeuze. t Is niet zo gemakkelijk

Vermoeiing getackeld met hulp van FEM

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Ontwikkeling leerlingaantallen

Constructieburo Hummel

Pro Part project lijm systeem voor de verlijming van Eternit panelen met name Natura, Natura Pro, Pictura, Textura, Operal, en Eter-Color

Transcriptie:

De invloed van de E-modulus op de sterkte van gelijmde overlapverbindingen Het berekenen van de sterkte van een lijmverbinding is nog altijd niet goed mogelijk. Dat wordt vooral veroorzaakt door het feit dat er voor deze verbindingen geen algemeen geaccepteerd breukcriterium beschikbaar is [1]. Dat wil echter niet zeggen dat het gedrag van lijmverbindingen volledig onvoorspelbaar is. In tegendeel zelfs. De invloed van parameters als het type lijm, de overlaplengte van de verbinding en de mechanische eigenschappen van het te verlijmen materiaal is zelfs relatief eenvoudig te begrijpen. In dit artikel wordt dit nader uitgelegd voor enkelvoudige overlapverbindingen. Als basis hiervoor zullen de resultaten dienen van een onderzoek dat bij Corus Research, Development & Technology is uitgevoerd. De E-modulus van de lijm blijkt daarbij een belangrijke factor te zijn. Daarom zal onderscheid worden gemaakt tussen lijmen met een hoge en lijmen met een lage E-modulus. Ir. Jurgen Vrenken, Corus Research, Development & Technology, IJmuiden Tabel 1. Overzicht van de onderzochte materialen en van een aantal van de belangrijkste testresultaten. B Bij het onderzoek is gekeken naar de sterkte van lijmverbindingen in diverse staal-, aluminium- en rvs-kwaliteiten (tabel 1). Daarbij is gebruikgemaakt van een tweetal geheel verschillende lijmtypes, een lijm met een hoge en een lijm met een lage E-modulus. De lijm met de hoge E-modulus is Betamate 196 van Dow Automotive, een één-component epoxy lijm die veel in de auto-industrie wordt gebruikt en die behoort tot de nieuwste crashbestendige generatie. De lijm met een lage E-modulus is ISR 7-5, een één-component MS polymeer van Bostik. Vanwege hun flexibiliteit zijn dit soort lijmtypes zeer geschikt voor gebruik in verbindingen waar een zekere beweging moet worden opgenomen. De lage E-modulus verzekert dan een relatief lage spanningsopbouw in de verbinding. Tabel geeft van beide lijmtypes een aantal materiaal- en verwerkingseigenschappen. Afbeelding 1 toont de geometrie van de in het onderzoek gebruikte proefstukken. Tenzij anders is aangegeven is er telkens een overlaplengte van 1 mm gebruikt. In tabel 1 zijn tevens de belangrijkste resultaten uit het Eigenschappen substraatmaterialen Sterkte lijmverbindingen 1 (kn) Materiaal Dikte (mm) Vloeigrens (Mpa) Treksterkte (Mpa) Vloeisterkte (kn) met Betamate 196 met ISR 7-5 Staal HSLA35 1,5 6 58 15, 1,7,9 DP6 1,8 7 673 18,3 1,3,7 BH18GI,7 19 31 3,8 5,1 niet getest RVS 3LN 1, 319 669 8, 8,,7 Aluminium 518 1, 1 66,3 5,,8 583 (1 mm) 1, 158 95,,,8 583 ( mm),1 156 31 16, 8,5,7 616 1,1 1 5 3,9 5,8 niet getest 1 Overlaplengte van 1 mm; testsnelheid van 1 mm/min. Met vloeisterkte wordt de kracht bedoeld waarbij een 5 mm breed proefstuk van dit materiaal en deze dikte plastisch gaat vervormen. 6/6

Betamate 196 ISR 7-5 Eigenschappen lijm Volgens standaard: DIN / ISO 57-1 DIN 535 / ISO 37 E-modulus (MPa) 16,8 Treksterkte (MPa) 3 3,5 Rek bij breuk (%) 1 Tabel. Overzicht van de eigenschappen van de gebruikte lijmtypes (data van leveranciers) en van hun toepassing in dit onderzoek. Toepassing in dit onderzoek Uithardingscondities 5 min, 18 C > 1 week KT Lijmnaaddikte (mm),1 1 onderzoek opgenomen. In het kort kan daarover het volgende worden opgemerkt. In de eerste plaats valt op dat de verbindingen die zijn gelijmd met ISR 7-5 veel minder sterk zijn dan die met Betamate 196 zijn gelijmd. Dat is een min of meer algemeen geldig resultaat, lijmen met een lage E-modulus zijn over het algemeen minder sterk dan lijmen met een hoge E-modulus. Verder valt op dat de sterkte van de verbindingen die met Betamate 196 zijn gelijmd, sterk uiteenloopt, van zo n, kn tot ruim boven de 1 kn, terwijl de sterkte van de verbindingen die zijn gelijmd met ISR 7-5 voor alle materialen vrijwel gelijk is. Daarbij moet worden opgemerkt dat er in alle gevallen cohesieve breuk optrad (breuk in de lijm). Daardoor kunnen de verschillen in de gevonden sterkte niet worden toegeschreven aan het hechtingsniveau maar moeten er andere oorzaken aan ten grondslag liggen. Hoge E-modulus versus lage E-modulus Hoewel de sterkte van een lijmverbinding dus niet goed valt te berekenen, is het berekenen van de spanningsverdeling in een lijmverbinding daarentegen relatief eenvoudig. Als een lineair elastische analyse voldoende is kan dat bijvoorbeeld met analytische berekeningsmethoden zoals die van Volkersen (1938), Goland & Reissner (19) of Bigwood & Crocombe (1989). Met de eindige elementen methode kan eventueel ook niet-lineair gedrag worden meegenomen. In de hier gepubliceerde berekeningen is gebruik gemaakt van de methode van Bigwood en Crocombe []. Met de analyse van de spanningsverdeling in een lijmverbinding kan de grote invloed van de E-modulus van de lijm op het gedrag van de verbinding duidelijk worden gemaakt. Afbeelding toont de spanningsverdeling ten gevolge van een belasting van 5 N in een verbinding die verlijmd is met een lijm met een hoge E-modulus. Aan de uiteinden van de overlapverbinding treden niet alleen pieken op in de afschuifspanning, maar treden ook ongunstige pelspanningen op (trek- 5 mm Spanning in lijmnaad (MPa) Inklemming τ σ 1 mm Testlengte: 11 mm Afbeelding 1. De geometrie van de gebruikte proefstukken. Spanning in lijmnaad (MPa) 6-1 mm Inklemming -5 -,5,5 5 τ σ Poisitie langs overlap (mm) 6 - Lijm: Betamate 196 E modulus lijm: 16 MPa Substraat: 1,5 mm staal Belasting: 5 N Proefstukbreedte: 5 mm Overlaplengte: 1 mm Lijmnaaddikte:,1 mm Afbeelding. De spanningsverdeling in een enkelvoudige overlapverbinding volgens de methode van Bigwood & Crocombe bij gebruik van een lijm met hoge E-modulus. -5 -,5,5 5 Positie langs overlap (mm) Lijm: ISR 7-5 E modulus lijm:,8 MPa Substraat: 1,5 mm staal Belasting: 5 N Proefstukbreedte: 5 mm Overlaplengte: 1 mm Lijmnaaddikte:,1 mm Afbeelding 3. De spanningsverdeling in een enkelvoudige overlapverbinding volgens de methode van Bigwood & Crocombe bij gebruik van een lijm met lage E-modulus. Lijmen met lage E-modulus Lijmen met hoge E-modulus 1 component polyurethaan 1 component epoxy 1 component MS polymeer component epoxy 1 component acrylaat component polyurethaan silicone tweezijdige (structurele) tape component (meth)acrylaat Tabel 3. Indeling van lijmtypes in twee categorieën, op basis van de E-modulus [3]. 5 6/6

6 Afbeelding. Vergelijking tussen het kracht-wegverloop van twee materialen en lijmverbindingen uit die materialen. De rechterafbeelding is een detail uit de linkerafbeelding. spanningen loodrecht op het vlak van de lijmnaad). De pieken in de pelspanning zijn zelfs nog iets hoger dan die in de afschuifspanning. Afbeelding 3 toont de spanningsverdeling als gebruik wordt gemaakt van een lijm met een lage E-modulus. De spanningsverdeling is totaal anders. In dit geval is er vrijwel geen sprake van pelspanningen en zijn er ook geen pieken in de afschuifspanning, maar de afschuifspanning is constant over de verbinding. Maar, ondanks deze veel homogenere spanningsverdeling zijn lijmen met een lage E-modulus meestal toch minder sterk dan lijmen met een hoge E-modulus. Helaas valt een duidelijke grens tussen een hoge en een lage E- modulus niet precies aan te geven, hoewel analytische berekeningen ruwweg aantonen dat de grens ergens bij een E-modulus van enkele honderden MPa moet liggen. Maar omdat de E-modulus van veel lijmtypes duidelijk boven of onder dat niveau ligt is het toch goed mogelijk ze in één van de twee categorieën in te delen. In tabel 3 is dat voor een aantal veel gebruikte lijmtypes gedaan. Kracht-weg verloop In afbeelding worden de trekkrommen van twee materialen vergeleken met het kracht-wegverloop van lijmverbindingen van diezelfde materialen (afbeelding links toont een detail uit afbeelding rechts). Opvallend is dat in het geval van de lijm met een lage E-modulus, het kracht/wegverloop van de verbindingen voor beide substraten vrijwel identiek is. Het substraatmateriaal heeft dus blijkbaar geen invloed op de sterkte van de lijmverbinding. De kracht in het substraatmateriaal blijft verder relatief klein en ruim onder de vloeigrens. De verplaatsing die is opgetreden moet dan ook voornamelijk worden toegeschreven aan rek in de lijm zelf. Het kracht/wegverloop van de verbindingen met Betamate 196 is totaal anders. In dit geval worden de trekkrommes van de substraatmaterialen vrij nauwkeurig gevolgd. Als de vloeigrens van het substraatmateriaal wordt bereikt, zoals bij AA 518 het geval is, wordt daarmee de sterkte begrensd die de verbinding kan bereiken. De lijm kan op zich wel een hogere kracht aan, maar bevindt zich nu eenmaal tussen twee materialen die aan het vloeien zijn en zal mee dienen te rekken. Als de breukrek in de lijm is bereikt zal de verbinding bezwijken. In het geval van een lijm met een hoge E-modulus heeft het substraatmateriaal dus wel degelijk een grote invloed op de sterkte van een lijmverbinding. Invloed overlaplengte bij een lijm met hoge E-modulus Afbeelding 5 toont het kracht/wegverloop van een trekproef op AA 518 en van een aantal lijmverbindingen met verschillende overlaplengtes, maar in hetzelfde materiaal. De relatie tussen verbindingssterkte, overlaplengte en de mechanische eigenschappen van het substraatmateriaal kan hiermee worden verklaard. Zoals al eerder is geconstateerd, volgt het kracht/wegverloop van een lijmverbinding de trekkrome van het substraatmateriaal. De overlaplengte heeft vooral een effect op het moment van breuk; hoe groter de overlaplengte, des te groter de sterkte en de verplaatsing bij breuk. De in afbeelding 5 gevonden sterktes zijn ook uitgezet in afbeelding 6, waar tevens de resultaten van een tweede materiaal zijn toegevoegd. Voor beide materialen zijn de trends hetzelfde. Bij relatief kleine overlaplengtes neemt de verbindingssterkte sterk toe met toenemende overlaplengte, maar bij grotere overlaplengtes vlakt die toename af. Zoals afbeelding 6 duidelijk maakt, zal het verder vergroten van de overlaplengte voor deze beide substraatmaterialen nauwelijks een verdere vergroting van de sterkte geven. Bij een overlaplengte van 5 mm zijn de verbindingen namelijk al bijna net zo sterk als de substraatmaterialen zelf en een verbinding kan natuurlijk nooit sterker worden dan het substraatmateriaal waaruit het gemaakt is. Invloed overlaplengte bij een lijm met lage E-modulus Bij een lijm met een lage E-modulus blijkt de verbindingssterkte wel lineair toe te nemen met Trekproef op HSLA 35 HSLA35 - Betamate 196 AA 518 - Betamate 196 HSLA35 - Betamate 196 AA 518 - Betamate 196 15 HSLA35 - ISR 7-5 AA 518 - ISR 7-5 1 HSLA35 - ISR 7-5 AA 518 - ISR 7-5 1 Trekproef op AA 518 75 5 5 5 5 1 15 5 3 35 6 3/6

1 Treksterkte HSLA 35 75 15 5 5 AA 518 - Trekproef 5 mm overlap 1 mm overlap 5 mm overlap 1 5 Treksterkte AA 518 HSLA 35 AA 518 1 3 5 1 15 5 3 15 Staal Aluminium 1 1 75 5.1 mm 583 Trendlijn 5 1 3 5 1 15 'Vloeisterkte' (N) de overlaplengte (afbeelding 7). Dat is ook niet zo verwonderlijk. Doordat de krachtniveaus laag blijven treedt er geen plasticiteit op in de substraatmaterialen en vanwege de zeer homogene verdeling van de belasting over de verbinding (afbeelding ) zal een verdubbeling van het gelijmde oppervlak ook een verdubbeling van de sterkte betekenen. Bij heel grote overlaplengtes zal deze lineaire toename van de verbindingssterkte overigens niet langer opgaan. Ook bij een lijm met een lage E-modulus kan de verbinding namelijk nooit sterker worden dan de sterkte van het substraatmateriaal. Invloed mechanische eigenschappen van het substraat bij een lijm met hoge E-modulus Zoals hierboven is vastgesteld, wordt de sterkte van een lijmverbinding begrensd door plasticiteit in het substraatmateriaal. De kracht waarbij het substraatmateriaal plastisch begint te vervormen, wordt bepaald door de breedte van het proefstuk (die in alle gevallen gelijk was aan 5 mm), de vloeigrens en de dikte van het substraatmateriaal. Die waarde is hier vloeisterkte gedoopt en kan eenvoudig worden uitgerekend. In tabel 1 is de vloeisterkte van de onderzochte materialen weergegeven. In afbeelding 8 zijn de vloeisterkte en de sterkte van de verbindingen tegen elkaar uitgezet. Er blijkt een duidelijk verband te zijn. Op één afwijkend punt na vallen alle resultaten op dezelfde lijn. Dit betekent dat, met gebruik van één bepaalde lijm en steeds dezelfde overlaplengte, de sterkte van een gelijmde overlapverbinding (lineair) toeneemt met toenemende vloeigrens en dikte van het substraatmateriaal. Of het daarbij om staal, roestvast staal of aluminium gaat is niet belangrijk. De gevonden trendlijn zou zelfs kunnen worden gebruikt om de sterkte van een lijmverbinding in een willekeurig materiaal te voorspellen. Daarbij moet men zich echter wel realiseren dat deze specifieke trendlijn alleen geldig is voor één lijm (Betamate 196) en één overlaplengte (1 mm). Voor een andere lijm of een andere overlaplengte zou eerst een vergelijkbare trendlijn dienen te worden geconstrueerd. Het enige meetpunt dat niet op de trendlijn valt behoort tot het.1 mm dikke AA 583. Dat is het enige materiaal dat buiten de dikte range van,7 tot 1,8 mm valt waartoe wel alle andere materialen behoren. Een grotere substraatdikte betekent een grotere excentriciteit in de verbinding wat weer een ongunstigere spanningsverdeling tot gevolg heeft. Mogelijk verklaart dat de afwijkende waarde. De gevonden trendlijn is dan ook alleen geldig voor substraten met een dikte van zo n,7 tot 1,8 mm. Invloed mechanisch eigenschappen van het substraat bij een flexibele lijm Over de invloed van de substraateigenschappen op verbindingen die gelijmd zijn met een lijm met een lage E-modulus, kunnen we kort zijn. Die invloed is er simpelweg niet. De sterkte van een flexibele lijm is onafhankelijk van het Afbeelding 5 (linksboven). Vergelijking tussen het krachtwegverloop van AA 518 en lijmverbindingen met verschillende overlaplengtes van hetzelfde materiaal (bij gebruik Betamate 196, de lijm met hoge E-modulus). Afbeelding 6 (rechtsboven). Invloed van de overlaplengte op de verbindingssterkte bij twee materialen gelijmd met Betamate 196, de lijm met hoge E-modulus. Afbeelding 7 (linksonder). Invloed van de overlaplengte op de sterkte van verbindingen van AA 575, gelijmd met ISR 7-5 (de lijm met lage E-modulus). Afbeelding 8 (rechtsonder). Relatie tussen vloeisterkte en verbindings-sterkte bij gebruik Betamate 196 (de lijm met hoge E-modulus) en een overlap van 1 mm. 7 6/6

7 6 HSLA 35 Gem. afschuifspanning (MPa) AA 518 5 3 1 Gem. afschuifspanning (MPa) 3 1 5 1 15 5 1 3 8 Afbeelding 9 (links). Invloed van de overlaplengte op de sterkte van verbindingen gelijmd met Betamate 196 (de lijm met hoge E-modulus), uitgedrukt als gemiddelde afschuifspanning (zelfde resultaten als gebruikt in afbeelding 6). Afbeelding 1 (rechts). Invloed van de overlaplengte op de sterkte van verbindingen in AA 575 gelijmd met ISR 7-5 (de lijm met lage E- modulus), uitgedrukt als gemiddelde afschuifspanning (de zelfde resultaten als gebruikt in afbeelding 7). Referenties [1] Comparative assesment of prediction models. R.D. Adams. Multimaterials technology; Solutions and oppertunities, Utrecht, the Netherlands, en 5 oktober. [] Elastic analysis and engineering design formula for bonded joints. D.A. Bigwood, A.D. Crocombe. International Journal of Adhesion and Adhesives, vol. 9 no., oktober 1989. [3] Mechanisch verbinden en lijmen; Ontwerprichtlijn. C.C.J. Kaasschieter, J.H.J.W. van der Velden, J. Vrenken. TNO-rapport LD98-7, december 1997. substraatmateriaal. Ook uit afbeelding en tabel 1 komt dat naar voren, hoewel er wel degelijk sprake is van enige spreiding in de resultaten. In dit artikel is de sterkte van de lijmverbindingen steeds consequent uitgedrukt in N, terwijl het ook heel gebruikelijk is om de sterkte van een lijmverbinding als een gemiddelde afschuifspanning, in MPa, uit te drukken (de sterkte in N gedeeld door het lijmoppervlak in mm). Volgens de auteur brengt het gebruik van een gemiddelde afschuifspanning echter het gevaar met zich mee, dat zo n waarde als een constante materiaaleigenschap zal worden gezien. Voor een lijm met een hoge E-modulus is dat echter allerminst het geval. Ter verduidelijking zijn in afbeelding 9 dezelfde resultaten uitgezet als in afbeelding 6, maar nu niet uitgedrukt in N maar in MPa. De afbeelding ziet er volledig anders uit. Bij een kleine overlaplengte wordt een hoge gemiddelde afschuifspanning gevonden en die waarde daalt continu met toenemende overlaplengte. De gemiddelde afschuifspanning blijkt overduidelijk geen constante materiaaleigenschap, alleen al in deze resultaten varieert de waarde tussen de 1 en 6 MPa. In afbeelding 1 zijn de resultaten uit afbeelding 7 uitgezet als gemiddelde afschuifspanning. Lijmen met een lage E-modulus blijken zich wederom totaal anders te gedragen dan lijmen met een hoge E-modulus. In dit geval is de gemiddelde afschuifspanning wel degelijk min of meer constant. Voor een lijm met een lage E- modulus kan de gemiddelde afschuifspanning dus wel als een materiaalconstante worden gezien. Voor ISR 7-5 is de gemiddelde afschuifspanning circa 3 MPa. Samenvatting Op basis van de E-modulus kunnen lijmen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, lijmen met een hoge en lijmen met een lage E-modulus. Een exacte grens valt niet precies aan te geven, maar zal naar verwachting bij een E-modulus van enkele honderden MPa liggen. Aangezien de E-modulus van veel lijmtypes duidelijk boven dan wel onder die grens ligt, zullen de meeste lijmen toch goed in één van beide categorieën kunnen worden ingedeeld. Het gedrag van een lijmverbinding uit beide categorieën is volledig anders. Een verbinding die met een lijm met een hoge E-modulus is gelijmd heeft de volgende eigenschappen: De spanningsverdeling in de lijm is niet homogeen. Er zijn spanningspieken aan de uiteinden van de overlap. Lijmen met een hoge E-modulus zijn over het algemeen sterker dan lijmen met een lage E-modulus. Bij gelijkblijvende overlaplengte neemt de verbindingssterkte (lineair) toe met toenemende dikte en vloeigrens van het gelijmde substraatmateriaal. Bij een korte overlaplengte neemt de verbindingssterkte sterk toe met toenemende overlaplengte. Bij grotere overlaplengtes zwakt die toename af. Uiteindelijk zal de verbindingssterkte niet verder toenemen bij nog grotere overlaplengtes. De gemiddelde afschuifspanning is geen materiaalconstante en hangt onder meer af van de gebruikte overlaplengte en het substraatmateriaal. Een verbinding die met een lijm met een lage E-modulus is gelijmd heeft de volgende eigenschappen: De spanningsverdeling in de lijm is zeer homogeen. Lijmen met een lage E-modulus zijn over het algemeen minder sterk dan lijmen met een hoge E-modulus. De verbindingssterkte is onafhankelijk van de dikte en de mechanische eigenschappen van het gebruikte substraatmateriaal. De verbindingssterkte neemt lineair toe met toenemende overlaplengte. De gemiddelde afschuifspanning is constant en kan worden gezien als een materiaalconstante. * 6/6