Pagina van 6 Functiebeschrijving Kraamverzorgende Algemene informatie Organisatie BTKzorg Functie Kraamverzorgende Datum 05-04-0 Status f vastgesteld FWG-schaal 5 Algemeen BTKzorg is een dynamische organisatie, kleinschalig, met groot enthousiasme en veel ambitie. Als dé aanbieder van verpleging, verzorging, kraamzorg en huishoudelijke hulp biedt BTKzorg thuiszorg en kraamzorg uit het hart, waarbij kernwaarden: aandacht, betrouwbaar en respect hoog in het vaandel staan. Kern/ doel van de functie Verlenen van assistentie aan de verloskundige bij de bevalling thuis of in het ziekenhuis (poliklinisch) en het verzorgen en/of begeleiden van kraamvrouw, baby en overige gezinsleden tijdens de kraamtijd. Situatieschets De Kraamverzorgende werkt in de thuissituatie van de zorgvrager of in het ziekenhuis (poliklinisch) en heeft te maken met diverse gezinsomstandigheden, gezinssamenstellingen met mensen uit alle culturen en van alle leef-tijden: jonge kinderen, ouders, grootouders etc. Plaats in de organisatie Ontvangt hiërarchisch leiding van de Manager Kraamzorg en maakt deel uit van een kraamzorgteam. De Kraamverzorgende ontvangt functionele aanwijzingen van de Planner Kraamzorg. Contacten Intern: Manager Kraamzorg Planner Kraamzorg Collega Kraamverzorgenden Medewerkers Bedrijfsbureau Extern: Cliënten, diens familie en huisgenoten Verloskundigen Overige disciplines zoals huisartsen, GGD en apotheken Taken/verantwoordelijkheden in hoofdlijnen. Voorbereiden en assisteren. Begeleiden van kraamvrouw. Controleren van de gezondheidstoestand 4. Verrichten van verzorgende en huishoudelijke taken 5. Begeleiden van stagiairs 6. Overige werkzaamheden Uitwerking in activiteiten en te behalen resultaten. Voorbereiden en assisteren Zet alle benodigdheden in de kraamkamer klaar; Assisteert de verloskundige bij de poliklinische/thuisbevalling (aangeven benodigdheden, afval opruimen, biedt ondersteuning aan kraamvrouw); Verzorgt de kraamvrouw en baby na de bevalling; Zorgt middels het zorgdossier voor overdracht aan collega s.. Begeleiden van kraamvrouw Geeft voorlichting, instructie en advies over de lichamelijke verzorging van de baby; Geeft voorlichting, instructie en advies bij borst/flesvoeding, passief roken en het voorkomen van wiegendood.. Controleren van de gezondheidstoestand Controleert de gezondheidstoestand van de baby (onder andere: meten, gewicht, kleur, ontlasting, urine, navelstomp, etc); Controleert de gezondheidstoestand van de kraamvrouw (onder andere: meten van de baarmoederstand, polsslag, temperatuur, controle borsten, controle en verzorgen van eventuele hechtingen, etc); Reikt medicatie aan zoals een zetpil of paracetamol; Informeert de Verloskundige of huisarts bij geconstateerde achteruitgang, afwijkingen of ontstane risico's; Werkt volgens het LIP (Landelijk Indicatie Protocol);
Pagina van 6 Rapporteert dagelijks in het zorgdossier over de gezondheidstoestand van de kraamvrouw en baby. 4. Verrichten van verzorgende en huishoudelijke taken Draagt conform afstemming, zorg voor de opvang en begeleiding van overige gezinsleden; Verricht huishoudelijke werkzaamheden mbt de verblijfsomgeving (slaapkamer, badkamer en toilet), verzorgt indien nodig de maaltijden in het gezin en verzorgt de was; Is bekend met de arbo-richtlijnen en is zelf verantwoordelijk voor naleving hiervan; Is indien nodig gastvrouw mbt kraambezoek. 5. Begeleiden van stagiairs Instrueert en begeleidt stagiairs; Rapporteert en evalueert aan de werkbegeleider. 6. Overige werkzaamheden Verleent couveuse-nazorg of zorg in situaties waarbij intensievere zorg en/ of begeleiding nodig is, zoals bij een baby met een handicap of bij meerlingen; Geeft in opdracht van de Manager Kraamzorg voorlichting over de organisatie tijdens kraammarkten, beurzen en oudervoorlichtingsbijeenkomsten. Bevoegdheden Zelfstandig uitvoeren van handelingen die betrekking hebben op de eigen werkzaamheden. Functie-eisen, vaardigheden en verantwoordelijkheden Kennis Kennis op het niveau van een MBO niveau, differentiatie kraamzorg en ervaring op het gebied van kraamzorg. Vakkennis en vaardigheden worden op peil gehouden door deelname aan (verplichte) bijscholing en het lezen van vakliteratuur. Zelfstandigheid De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de grenzen van het in overleg met de cliënt opgestelde kraamzorgdossier. Terugval is mogelijk op de Manager Kraamzorg, Verloskundige of huisarts. Sociale Vaardigheden De zorgcontacten met kraamvrouw en partner stellen eisen aan tact, overredingskracht, invoelend vermogen, het kunnen stimuleren en het kunnen omgaan met wisselende emoties. Bepalen en bewaren van de eigen houding is van belang om overvraging te kunnen hanteren. Risico s, verantwoordelijkheid en invloed Er is risico op materiële schade, immateriële schade en toebrengen van letsel aan kraamvrouw en baby bij het uitvoeren van de verzorgende en/of begeleidende werkzaamheden. Uitdrukkingsvaardigheid Goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden zijn nodig om de inhoudelijke aspecten van het werk mondeling en schriftelijk adequaat aan collega s, cliënten en andere betrokkenen bij de zorg over te brengen. Bewegingsvaardigheid Enige bewegingsvaardigheid is nodig bij het uitvoeren van huishoudelijke taken en verzorgende handelingen. Oplettendheid Oplettendheid is vereist bij het controleren van de gezondheidstoestand van kraamvrouw en baby in relatie tot mogelijke gezondheidsrisico s voor kraamvrouw of baby. Bijvoorbeeld het verschil herkennen tussen een gebruikelijke emotie/reactie op de bevalling en reacties voortkomend uit een postnatale depressie. Overige functie-eisen Eisen worden gesteld aan volharding en doorzettingsvermogen bij het verkrijgen van medewerking van kraamvrouw en overige gezinsleden bij de uitvoering van het zorgplan. Gevoel voor hygiëne is vereist bij het uitvoeren van verzorgende handelingen. Integriteit is vereist in verband met het beschikken over vertrouwelijke gegevens van cliënten. Eisen worden gesteld aan voorkomen, gedrag in verband met de contacten met cliënten, diens familie en huisgenoten en overige disciplines, het goed spreken van de Nederlandse taal is een vereiste; Kennis van anatomie is vereist bij het herkennen van afwijkingen in de ge-
Pagina van 6 zondheidstoestand van kraamvrouw en baby. Inconveniënten Fysieke belasting kan optreden bij taken als tillen, door het veelvuldige lopen en het werken in onnatuurlijke houdingen; Psychische belasting kan optreden bij het in aanraking komen met leed van de cliënt, bijvoorbeeld het overlijden van een baby en het werken in gezinnen waarbij vroegsignalering aan de orde is; Bezwarende werkomstandigheden bestaan uit het in aanraking komen met secretiemateriaal en werken in woningen met relatief hoge temperaturen; Kernwaarden en BTK-competenties Kernwaarden: Op een goede manier met zichzelf en anderen omgaan. Aandacht, betrouwbaar en respect Behandelt mensen eerlijk, zorgvuldig en met respect. Is toegankelijk, stelt zich dienstverlenend op. Houdt in het eigen gedrag rekening met de ander. Doet niet mee aan wandelgangenpraat. Doet wat hij zegt, komt beloften na. Is open over zelf gemaakte fouten of beslissingen. Houdt rekening met verschillen in cultuur, geaardheid, waarden etc. Voelt aan of anderen contact en gesprek al dan niet op prijs stellen. Heeft respect voor de ander, ongeacht de onredelijkheid van wensen of klachten. Toont de bereidheid om tot een oplossing te komen. Handelt vakbekwaam, met gebruik van de vereiste kennis en vaardigheden. Vakinhoudelijk handelen Gaat zorgzaam om met (werk)materialen. Voert voorgeschreven instructies foutloos uit. Werkt geconcentreerd, efficiënt, zorgvuldig en netjes. Weet wat er gedaan moet worden en hoe het gedaan moet worden. Is alert op veranderingen. Controleert het eigen werk zorgvuldig en blijft alert op details. Voert werkzaamheden als volleerd uit, resultaten getuigen van vakkennis. Benadert vraagstukken vanuit een methodisch kader of theoretisch oogpunt. Onderscheidt hoofd- en bijzaken, oorzaak en gevolg. Legt verbanden tussen gegevens. Geeft advies op basis van richtlijnen, protocollen en afspraken. Verwerkt nieuwe kennis en ervaringen in het eigen denken en handelen. Mondeling en/of schriftelijk helder overbrengen van informatie, meningen, ideeën, standpunten en/of besluiten. Communicatie Luistert. Stelt (open) vragen. Formuleert in goed lopende, vloeiende zinnen. Spreekt goed verstaanbaar, praat rustig en duidelijk, articuleert goed. Brengt informatie helder over. Beheerst de Nederlandse taal goed. Reageert beheerst in onverwachte situaties. Heeft in het gesprek een heldere opbouw en structuur. Beantwoordt inhoudelijke vragen afdoende. Heeft oog voor non-verbale communicatie en rapporteert indien
Pagina 4 van 6 nodig. Geeft ruimte aan gesprekspartners. Vat het gesprokene to the point samen. Achterhaalt actief de behoeften en verwachtingen van de ander en probeert hier zoveel mogelijk bij aan te sluiten. Vraagt door op standpunten en op emotionele opmerkingen. Hanteert in teksten een heldere opbouw en structuur (verslagen, rapportages). Past de communicatie/schrijfstijl aan de gesprekspartner/lezer aan. Formuleert teksten in correct Nederlands, zonder taalfouten, met juist gebruik van grammatica. Teamspeler, werkt samen naar een gemeenschappelijk doel. Samenwerking Stelt zich collegiaal op. Draagt bij aan een prettige werksfeer Staat open voor meningen, ideeën en feedback. Kijkt over de muren van het eigen team of de eigen afdeling heen. Is proactief, wacht niet af. Zoekt de samenwerking en het overleg op. Signaleert wanneer anderen hulp nodig hebben en neemt taken zo nodig over. Stelt het gemeenschappelijk doel boven het persoonlijk belang als dat nodig is. Neemt zo nodig maatregelen om de situatie niet uit de hand te laten lopen. Spreekt de ander aan op gedrag. Werkt actief aan de eigen ontwikkeling en deskundigheid. Ontwikkelen Staat open voor feedback. Stelt zich vragend op en toont de wil om te leren. Leert van eigen fouten. Vraagt en geeft feedback aan collega s of anderen. Toont zich nieuwsgierig/leergierig om huidige kennis te verbreden en/of te verdiepen. Werkt zich snel in nieuwe materie in. Heeft een kritische blik op het eigen functioneren (zelfreflectie). Toont een realistisch inzicht in de eigen sterke en zwakke punten. Wacht niet af, zoekt en benut kansen voor eigen ontwikkeling. Investeert in de eigen ontwikkeling (scholing, opleiding, training, vakliteratuur, e-learning, intervisie). Integreert nieuwe kennis in bestaande.
Pagina 5 van 6 Beschikt over een antenne voor ontwikkelingen en gebruikt deze voor het eigen werk of de organisatie. Gedrag met als doel bevorderen van gezondheid, voorlichten, informeren en/of bewustwording. Maatschappelijk handelen en preventie Gedraagt zich volgens de geldende regels, normen en waarden. Is zich bewust van het feit de organisatie te vertegenwoordigen. Praat positief en enthousiast over het werk, de organisatie of het vak. Onderscheidt incidenten van alledaagse vraagstukken, legt verbanden tussen vraagstukken. Voelt aan waar het in de kern omgaat, van daaruit verder denken en zoeken naar oplossingen of toepassingen. Overziet welke doelstellingen behaald moeten worden (door wie, met welke middelen) en wat daarbij prioriteit heeft. Organisatie en financiering Werkt ordelijk en systematisch. Houdt zich aan deadlines en gemaakte afspraken. Verspilt geen goederen/materialen. Belooft geen dingen die niet waargemaakt kunnen worden. Combineert verschillende soorten werkzaamheden op een effectieve en efficiënte manier. Weet optimaal gebruik te maken van de beschikbare middelen. Kan planmatig werken, kijkt vooruit (rekening houdend met pieken en dalen in werkzaamheden, rond vakanties/ziekte/ periodeafsluitingen). Formuleert activiteiten/concrete doelen voor zichzelf of voor anderen. Stelt prioriteiten voor zichzelf. Anticipeert gemakkelijk op wijzigingen en ontwikkelingen. Handelen volgens de geldende regels, normen en waarden. Professionaliteit en kwaliteit Werkt volgens geldende vakkennis, procedures, regels en kwaliteitsafspraken (handboek, gedragcode, etc). Heeft toegang tot en maakt gebruik van relevante vakinhoudelijke informatie. Werkt onder druk kwaliteitsgericht en let op details. Herstelt fouten als deze aan het licht komen. Kent de eigen grenzen, vraagt bij te moeilijke situaties tijdig om hulp. Handelt beheerst en doelmatig onder stressvolle omstandigheden, zoals werk- en tijdsdruk, tegenslag, risico s of emotionele confrontaties, laat geen steken vallen. Stimuleert nauwkeurig werken en wijkt waar nodig af wanneer fouten voorkomen worden of kwaliteit verhoogd. Is zich bewust van ethische, juridische en maatschappelijke kaders en opereert daarbinnen.
Pagina 6 van 6 Behandelt vertrouwelijke informatie met de nodige zorgvuldigheid en geheimhouding. Wijkt beargumenteerd van procedures, regels en richtlijnen af zodat ongewenste resultaten worden voorkomen en kwaliteit wordt verhoogd en maakt hier melding van. Neemt verantwoordelijkheid voor eigen handelen, verschuilt zich niet achter overmacht.