OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Video 4. Voorbereiding video-opnamen AV

Vergelijkbare documenten
OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Video 5. De video-opnamen AV Voorkennis: Je hebt de opdracht Voorbereiding video-opnamen afgerond.

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Het storyboard AV

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 4. Licht AV

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 2. De fotocamera AV Voorkennis: Geen

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Video 10. Het eindproduct AV Voorkennis: Je hebt de opdracht De eindmontage afgerond.

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Video 6. De spotlist AV Voorkennis: Je hebt de opdracht Video-opnamen afgerond.

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 7. Beweging AV Voorkennis: Je hebt de opdracht De fotocamera afgerond.

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 6. Scherptediepte AV Voorkennis: Je hebt de opdracht De fotocamera afgerond.

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 3. Fotografische vormgeving AV Voorkennis: Je hebt de opdracht De fotocamera afgerond.

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Video 2. Het script AV Voorkennis: Je hebt de opdracht Het concept afgerond.

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 8. De fotoreeks AV

Voorkennis: Je hebt de opdracht Introductie AV media afgerond. Je hebt de opdracht De invloed en kracht van AV media afgerond.

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 5. Kleur en contrast AV

Thema: Multimedia. Multimedia

OPDRACHTKAART. Thema: Multimedia. Het multimedia productieproces 3. De uitvoering MM

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. AV-media 2. De invloed en kracht van AV-media AV

OPDRACHTKAART. Thema: Multimedia. Multimedia 2. Interactiviteit MM

Een Helder Verhaal? Kunst verschaft de kunstenaar de mogelijkheid om zich te uiten. Door creatieve middelen te gebruiken, vertellen zij hun verhaal.

Stop-motion Animatie

Scherp stellen. Functies van de videocamera. Onscherp. Scherpstellen

Fotografie: van opname tot archivering deel 1. Bruno Vandermeulen

HANDMATIG FOTOGRAFEREN

WORKSHOP PORTRETFOTOGRAFIE

In veel kerkdiensten kan er met behulp van in de kerk geplaatste camera s live worden uitgezonden en/of terug bekeken op internet.

OPDRACHTKAART. Thema: Multimedia. Multimedia 3. Toepassingen MM Voorkennis: Je moet weten wat multimedia inhoudt.

Diafragma, hoe werkt het

Een machtige communicatietool

OPDRACHTKAART. Thema: Multimedia/IT. Audio 2. De verschijningsvormen van audio MM

Opdrachten. Druk dit document af en maak hierop aantekeningen tijdens uw fotosessies

Hoe dan ook is het goed ook de handmatige belichtingsinstellingen van uw camera te leren kennen.

Basisbegrippen in de fotografie

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Video 7. Capture AV Voorkennis: Je hebt de opdracht De spotlist afgerond.

BASIS FOTOGRAFIE BASISBEGRIPPEN

Fotograferen op P, Av, Tv of M? Welke stand wanneer?

Welk verhaal wil je vertellen met je film? Wat wil je bereiken bij de mensen die je film gaan zien? Denk bijvoorbeeld aan:

Hobby Film Ternat. Belichten! Freddy Borms 28 mei F. Borms

Totaalshot Medium shot Close-up Establishing shot

Wat wil ik vertellen? m.a.w. zoek de essentie op van het verhaal dat je wil vertellen.

Cursus Fotografie Les 2. Nu aan de slag

Instructie voor De training Het maken van een Video-verslag

Inzendinstructie *236E-IP-2017* Tenzij anders vermeld, berust het auteursrecht van de in dit werk voorkomende afbeeldingen bij OGN.

Het verhaal moet aanspreken, spannend zijn en een mooi einde hebben. Als je uit de bioscoop loopt moet je een goed gevoel hebben over de film.

Macro fotografie De eerste is de scherpstelafstand van de lens De tweede belangrijke waarde is de reproductiefactor

7 tips voor het fotograferen in een donkere kerk

Inhoudsopgave VOORBEREIDING... 3 HANDELINGEN OM DE CAMERA FILMKLAAR TE MAKEN:... 5 OPNAMETECHNIEK... 9 CAMERAVIEW... 11

Belichtingsregelingen: Introductie

Het doel. is om een eerste inzicht te geven in de basis van de digitale fotografie.

Welkom op deze Fotocursus

Communicatie in het horecabedrijf. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Wat is communicatie?

Cameraopstelling, beeld, licht en geluid (interview)

Hoe kan je een verhaal op een multimediale manier vertellen?

Camerabewegingen in de praktijk

10 Tips voor betere portretfoto's

Productfotografie in je eigen thuisstudio

Grote voordelen van het fotograferen in RAW

Reader 37. Workshop Fotografie. September 2007 Mediatheek Moller Tilburg

Demonstratie objectfotografie. Charles Strijd

De voordelen van de belichtingsregelingen onder creatief gebruik zijn in de meeste gevallen een juist belichte en creatievere foto.

Totaalshot Medium shot Close-up Establishing shot

Geluid Laura Van Raemdonck 1MMP C Mul4mediatechnologie

Verhaalvormen Teamreflectie

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. AV-media 1. Introductie AV-media AV Voorkennis: Geen

Bij de meeste camera s is de keuze van de belichtingsregelingen met een zogenaamd programmakeuzewiel

Opleiding Regie Fictie

LEERLIJN. Muziek & Techniek, onderdeel Techniek Zie 'Inleiding Muziek & Techniek' voor de volgorde van alle onderdelen van de leerlijn.

High Key>>>>>>><<<<<<<<Low key

LESBRIEF: Schooljournaal

Opzet en uitvoering. Inhoudsopgave. 1 Wat is Kiezen voor je leven? 3. 2 Hoe maak je een Digi-tale? 4. 3 Stap voor Stap Technische kant...

FOTOGRAFIE BASIS. Jelmer de Haas

Check de accu. Zit er een volle accu in de camera?

OPDRACHTKAART. Thema: Prepress. Photoshop 7. Kleuren bijwerken PP Voorkennis: De vorige Photoshop opdrachten afgerond.

SENSOR op stof en vlekken controleren

Cameratechniek KENNISNET 2006

Het belangrijkste aspect in de portretfotografie is "LICHT". En... om tot een goed resultaat te komen, gaan we dit licht ook gebruiken.

oplossen. Door meerdere belichtingen te maken en ze samen te voegen in Photoshop vergroot je de dynamiek in je foto.

Extra Thema: Voedingsfotografie

OPDRACHTKAART. Thema: Drukken. Zeefdrukken 4. Zeefdrukken in twee kleuren DR

CHALLENGE 3 Fast Fashion Fast Food - Stappenplan

AV THEORIE CAMERAREGIE

Belichting. Bepaal je ISO-waarde altijd nadat je de diafragma en sluitertijd hebt bepaald.

Bronvermelding:

maak zelf een filmpje

HDR- FOTOGRAFIE. Inleiding. Het digitale beeld - Bijlage

FOTOGRAFIE Opdrachten - Erik Boot Opdracht - Digitale fotografie Flitsen les 1

Fotografietips - Vuurwerk

Geluid. Geluid opnemen en monteren

LOREO MACRO 3D LENS. Tips voor het gebruik

Deze nieuwsbrief is een maandelijkse uitgave van VideoClub HOORN en de REGIO

The Spirit of Lifeplus. 21 mei video Richtlijnen

Locatie Prijs Materiaal kosten. Naam workshop Omschrijving Duur Aantal deelnemers

Bij het samenstellen van dit rapport is de grootste zorg besteed aan de juistheid van de hierin opgenomen informatie.

Personen bij weinig licht

AVOND OF NACHTFOTOGRAFIE

E-book Presenteren met

MOVING: workshop filmmaken

Tips voor avondfotografie

Helderheid en contrast verbeteren

Mediavoorzieningen/WorkshopReader

Transcriptie:

OPDRACHTKAART Video 4 AV-03-04-01 Voorbereiding video-opnamen Voorkennis: Je hebt de opdrachten Het script en Het storyboard afgerond. Intro: Het voorbereiden van video-opnamen neemt veel tijd in beslag. Vaak nog meer dan de opnamen zelf. In deze opdracht wordt uitleg gegeven over de voorbereidingen en de daarbij behorende taken. Doelen: Als je deze opdracht hebt uitgevoerd, heb je de volgende doelen bereikt: Je weet waarom de voorbereiding van video-opnamen belangrijk is. Je weet uit welke onderdelen de voorbereiding bestaat. Je weet uit welke onderdelen de taakverdeling bestaat. Je kunt de aangewezen voorbereidingen en taken uitvoeren. Activiteiten: Lees de theorie. Voer de opdrachten uit. Vul de checklist in. Vul het evaluatieformulier in. Tijd: Voor deze opdracht krijg je 6 lesuren. Theorie bestuderen: 1 lesuur Uitwerken van de opdracht: 5 lesuren Materiaal: Computer Printmogelijkheden AV-apparatuur Beoordeling: De docent beoordeelt op zelfstandigheid, zorgvuldigheid en volledigheid met betrekking tot de uitvoering van de opdrachten.

Theorie Video 4 AV-03-04-02 Voorbereiding van de video-opnamen Het is zover. We kunnen beginnen met de voorbereiding van de video-opnamen. Deze werkzaamheden kunnen je tijdens de opnamen veel tijd en problemen besparen. Hieronder wordt uitleg gegeven over de voorbereidingen en de daarbij behorende taken. Locatie Allereerst wordt er gezocht naar een geschikte locatie. De locatie moet passen bij de sfeer van de AV-productie. Het moet ook duidelijk zijn wanneer deze locatie beschikbaar is voor de opnamen. Apparatuur Ook wordt er van tevoren bepaald hoeveel camera s, microfoons en lampen aanwezig moeten zijn tijdens de opnamen. Acteurs Meestal zijn er acteurs of modellen nodig voor de opnamen. Deze mensen worden vaak via modellenburo s ingehuurd. We noemen deze bedrijven ook wel castingburo s. Castingburo s zijn bedrijven die bemiddelen tussen de acteurs en het AV-bedrijf. Asset list Van alle benodigde spullen wordt een lijst gemaakt. Deze lijst wordt ook wel een asset list genoemd. Een asset list is een handig hulpmiddel om te controleren of alles aanwezig is. Vaak is er één persoon die de spullen verzamelt en de lijst punt voor punt controleert. Dit voorkomt misverstanden tijdens de opnamen. Draaischema Daarnaast is er nóg een handig hulpmiddel om ervoor te zorgen dat de opnamen soepel zullen verlopen. Dat is een schema waarin de opnamen, de taakverdeling en de technische details staan. We noemen dit een draaischema. Het draaischema wordt gemaakt met behulp van het script, het storyboard en de asset list. Allereerst worden de scènes in de juiste volgorde gezet. Natuurlijk staan alle scènes ook in het script, maar daar staan ze vaak in een andere volgorde. Die volgorde is niet altijd handig voor de video-opnamen. Props en decorstukken Er moeten ook allerlei spullen bij elkaar worden gezocht, zoals bijvoorbeeld een horloge of kledingstukken. Deze losse voorwerpen noemen we props of assets. Grotere onderdelen noemen we decorstukken. Bijvoorbeeld: In het script speelt de eerste scène zich af in een lokaal, de tweede scène op een gang, en de derde scène weer in het lokaal. Tijdens de opnamen is het veel makkelijker om de twee scènes in het lokaal direct na elkaar op te nemen. Daarna kan de scène op de gang worden opgenomen. De volgorde ziet er dan zo uit: Scène 1: opnamen in het lokaal. Scène 2: opnamen in het lokaal. Scène 3: opnamen op de gang.

Theorie Video 4 AV-03-04-03 Nu kun je in één oogopslag zien dat elk onderdeel binnen dit schema een aantal werkzaamheden met zich meebrengt. Deze werkzaamheden worden in aparte taken verdeeld. Daarna worden deze scènes onderverdeeld in shots. Maar we zullen eerst eens kijken wat het verschil is tussen een scène en een shot. Scène: Een scène bestaat meestal uit een aantal opnamen, die een bepaalde handeling laten zien. Deze handeling vindt plaats op één bepaald moment en op één locatie. Bijvoorbeeld: Er staat een meisje in een muziekzaak en ze zoekt een CD uit. Ze luistert naar de muziek en daarna rekent ze de CD af. Vervolgens loopt ze de muziekzaak uit. Op het moment dat de camera verplaatst moet worden om het meisje buiten te kunnen volgen, is er sprake van een nieuwe scène. Shot: Een shot is een camera-opname die niet wordt onderbroken. Als de scènes zijn onderverdeeld in shots, dan kunnen alle details per shot worden uitgewerkt. Het draaischema ziet er dan bijvoorbeeld zo uit: Taakverdeling Een taakverdeling is heel belangrijk voor een goede samenwerking binnen de werkgroep, oftewel de crew. Een taakverdeling zorgt er namelijk voor dat iedereen precies weet wat er gedaan moet worden, en daardoor kun je fouten en irritaties voorkomen. Bij een kleine AV-productie is de volgende taakverdeling van belang: Regie Camera Licht Geluid Spel Regie Er is altijd één persoon die de leiding heeft over de crew. Dit is de regisseur. Tijdens de opnamen houdt deze persoon het draaischema bij de hand, en controleert of de opnamen volgens plan verlopen. De regisseur bepaalt dus ook of de opnamen geslaagd zijn. Dit gebeurt natuurlijk wel in overleg met de rest van de crew. De taken van de regisseur zijn: acteurs selecteren, als dit al niet door een castingburo is gedaan. uitwerken van het draaischema. de inhoud van het draaischema doornemen met de hele crew. overleg plegen met de acteurs en daarna gezamenlijk repeteren. leiding geven tijdens de opnamen. NR CAMERA LICHT GELUID SPEL DECOR TIJD 1 Totaalshot Bestaand licht Gekuch, Studenten zitten Klaslokaal, tafels, 3 sec. Links achter via ramen. daarna stilte. te lezen. stoelen, boeken. in lokaal. 2 Mediumshot Idem dito. Geschuifel, 1 student staat op Idem dito. 6 sec. student. met stoel en verlaat Camera volgt voetstappen het lokaal. student.

Theorie Video 4 AV-03-04-04 Camera De cameravoering wordt meestal door één persoon gedaan. Deze persoon filmt de hele productie, onder begeleiding van de regisseur. Maar allereerst nemen ze samen het storyboard door, om de cameraposities te bespreken. De cameraman is verantwoordelijk voor alle opgenomen beelden. Dit betekent bijvoorbeeld dat de beelden helder en scherp moeten zijn, maar ook dat het beeldkader goed moet zijn. Bovendien moeten alle beelden tot in de kleinste details op elkaar aansluiten. Dit noemen we continuïteit. Geluid De geluidsman zorgt tijdens het filmen voor de geluidsopnamen. Niemand anders kan dit werk direct controleren, vandaar dat de geluidsman extra goed moet opletten of het geluid in orde is. Om de kwaliteit goed te kunnen beoordelen, heeft de geluidsman meestal een hoofdtelefoon op. De taken van de cameraman zijn: bedienen van de camera. controleren of de beelden helder en scherp zijn. controleren of de juiste beeldkaders zijn gebruikt. controleren of er geen ongewenste voorwerpen in beeld zijn. bewaken van de continuïteit. Licht De belichting wordt bepaald door de belichter, maar uiteraard wordt er eerst overlegd met de cameraman en de regisseur. Vervolgens bewaakt de belichter de continuïteit van het licht. Dit betekent dat het licht continu dezelfde sfeer en intensiteit moet hebben, met name bij de beelden die later achter elkaar worden geplaatst. De taken van de belichter zijn: opstellen en controleren van de lichtbronnen. bedienen van het licht. bewaken van de continuïteit. De taken van de geluidsman zijn: bedienen van de geluidsapparatuur. controleren van de kwaliteit van de geluidsopnamen. Spel Uiteraard zijn de spelers, oftewel de acteurs, ook zeer belangrijk. Zij brengen namelijk de personages in het verhaal tot leven. Daarom moeten de acteurs zich verdiepen in de rol die ze gaan spelen. Ze moeten daarbij altijd het waarom kennen; oftewel het doel. Het volgende lijstje is daarbij een handig hulpmiddel.

Theorie Video 4 AV-03-04-05 De 5 W s: Wie ben ik? Wanneer speelt zich dit af, en wat is er hiervoor gebeurd? Waar ben ik en waar kom ik vandaan? Wat moet ik gaan doen? Waarom moet ik dit gaan doen? Het tot leven brengen van de personages gebeurt in overleg met de regisseur. Vandaar dat de acteurs uitgebreid gaan repeteren, onder begeleiding van de regisseur. Tijdens de repetities wordt er met name gelet op spraak, beweging, lichaamstaal en positie. De taken van de acteur zijn: teksten uit het hoofd leren. zich verdiepen in de rol van de personage. repeteren en acteren.

PRAKTIJKOPDRACHT Video 4 AV-03-04-06 Voorbereiding video-opnamen Zoals je hebt kunnen lezen, is een goede voorbereiding erg belangrijk. Deze voorbereiding bestaat uit een aantal taken. In het theoriegedeelte staat een korte beschrijving van deze taken. In deze praktijkopdracht gaan we hier dieper op in. Wat ga je doen: Verdeel de onderstaande taken onder de teamleden. Dit doe je uiteraard in overleg met je docent. Praktijkopdracht A Regie Praktijkopdracht B Camera Praktijkopdracht C Licht Praktijkopdracht D Geluid Praktijkopdracht E Spel Voer alleen het onderdeel uit dat bij jouw taak hoort. A Regie Lees praktijkopdracht A Regie en voer de bijbehorende werkzaamheden uit. B Camera Lees praktijkopdracht B Camera en voer de bijbehorende werkzaamheden uit. C Licht Lees praktijkopdracht C Licht en voer de bijbehorende werkzaamheden uit. D Geluid Lees praktijkopdracht D Geluid en voer de bijbehorende werkzaamheden uit. E Spel Lees praktijkopdracht E Spel en voer de bijbehorende werkzaamheden uit. Controleer samen of àlle voorbereidingen zijn getroffen. Hierna kun je beginnen met de video-opnamen. Dit gedeelte staat beschreven in opdracht Video-opnamen. Aantekeningen

PRAKTIJKOPDRACHT Opdracht A: Regie AV-03-04-07 Zoals je al hebt kunnen lezen, heeft de regisseur de leiding over de crew en over de opnamen. Als jij de regisseur bent, dan ben je in feite de baas tijdens de video-opnamen. Je stuurt de filmcrew aan, zodat iedereen precies weet wat er gedaan moet worden. Daarnaast controleer je ook of de opnamen volgens plan verlopen. Dit gebeurt natuurlijk wel in overleg met de rest van de crew. Maar voordat het zover is, moet er nog heel wat gebeuren. Als regisseur moet je namelijk ook voorbereidingen treffen en een aantal taken uitvoeren. Hieronder staat de werkvolgorde beschreven. Wat ga je doen: Overleg eerst met je docent op welke momenten er gefilmd kan worden, zodat de data en de tijden bekend zijn. Neem het script en het storyboard erbij en gebruik deze als basis voor de onderstaande voorbereidingen. Stap 1 Ga op zoek naar geschikte locaties voor de video-opnamen. Controleer of deze locaties ook beschikbaar zijn als je gaat filmen. Stap 2 Maak een asset list van alle benodigde spullen en decorstukken. Probeer deze lijst zo compleet mogelijk te maken; dit betekent dat ook alle kleine voorwerpen vermeld moeten worden. Controleer of alles aanwezig kan zijn tijdens de opnamen. Stap 3 Ga op zoek naar geschikte acteurs en vraag of ze beschikbaar zijn op de geplande opname-momenten. Geef ook door welke kleding ze moeten dragen tijdens de opnamen. Vermeld de namen van deze personen en ook de rol die ze gaan spelen. Tip: Probeer mensen te vinden die niet bang zijn om voor de camera te staan. Als je gebruik maakt van gesproken tekst, is het ook belangrijk dat deze mensen de informatie duidelijk en verstaanbaar kunnen overbrengen. Maak samen met je team een eenvoudig draaischema met behulp van het script, het storyboard en de asset list. Werk hierin de volgende onderdelen uit: NR DATUM LOCATIE CAMERA LICHT GELUID SPEL DECOR OPNAME- TIJD TIJD 1 2 etc.

PRAKTIJKOPDRACHT Opdracht A: Regie AV-03-04-08 Nr Vermeld de volgorde waarin de shots worden opgenomen. Let op: de volgorde van de shots in het draaischema kan heel anders zijn dan de volgorde in het script (zie theoriegedeelte Draaischema ). Datum, tijd Vermeld de datum en het tijdstip waarop het shot gefilmd gaat worden. Locatie Vermeld op welke plaats het shot gefilmd gaat worden. Camera Vermeld de camera-standpunten en beeldkaders, maar ook wat er precies in beeld moet komen. Doe dit in overleg met de cameraman. Licht Vermeld de lichtbronnen die gebruikt gaan worden, maar ook de positie van de lichtbronnen. Doe dit in overleg met de belichter. Geluid Vermeld welke geluiden er opgenomen moeten worden. Als er in dit shot gesproken gaat worden, vermeld je ook de gesproken tekst. Doe dit in overleg met de geluidsman. Spel Vermeld de namen van de acteurs en datgene wat ze moeten doen tijdens de opname. Doe dit in overleg met de acteurs. Decor Vermeld alle spullen die nodig zijn voor de opname. Opnametijd Vermeld hoe lang de opname moet duren. Bespreek het uitgewerkte draaischema met je docent. Pas het draaischema eventueel aan. Organiseer een repetitie met de acteurs. Repeteer de shots waarin de acteurs voorkomen. Controleer of alles naar wens verloopt en geef duidelijke aanwijzingen als dit niet het geval is. Let op: als je regisseert is het belangrijk om overzicht te houden. Daarnaast moet je goed kunnen communiceren en iedereen met respect behandelen. Dit betekent bijvoorbeeld dat je de acteurs niet moet commanderen; het is de kunst om ze te motiveren. Dit is belangrijk voor een goede samenwerking, en daardoor is de kans op een goed eindresultaat ook veel groter. Tip: Lees de opdracht Spel goed door, zodat je weet wat je van de acteurs mag verwachten. Maak duidelijk dat iedereen zich aan de afspraken moet houden! Anders loop je het risico dat er problemen ontstaan tijdens de opnamen. Presenteer de lijst met acteurs, de asset list en het draaischema aan je docent.

PRAKTIJKOPDRACHT Opdracht B: Camera AV-03-04-09 Zoals je al hebt kunnen lezen, is de cameraman verantwoordelijk voor alle opgenomen videobeelden. Als jij de cameraman bent, dan ben je tijdens de opnamen de baas over de cameravoering. Dit betekent dat jij verantwoordelijk bent voor de instellingen en bediening van de camera.dit gebeurt natuurlijk wel in overleg met de regisseur, want die heeft de leiding over de totale filmcrew. Maar voordat de opnamen kunnen beginnen, moet er nog heel wat gebeuren. Als cameraman moet je namelijk ook voorbereidingen treffen en een aantal taken uitvoeren. Hieronder staat de werkvolgorde beschreven. Wat ga je doen: Lees eerst de theorie B over de camera. Hierin wordt algemene informatie gegeven over de basisprincipes en de cameravoering. Daarna ga je oefenen met de camera. Vraag je docent om specifieke uitleg over de camera die je gaat gebruiken. Tip: het is ook altijd handig om de gebruiksaanwijzing van de camera goed door te lezen. Zorg dat je weet hoe de camera werkt, voordat je begint met de proef-opnamen. De cameravoering is namelijk jouw verantwoordelijkheid. Neem het storyboard en het draaischema door met de regisseur. Maak daarna proef-opnamen op de gekozen locatie. Dit gebeurt in samenwerking met de mensen van het geluid en het licht. Het doel van deze opnamen is het testen van de apparatuur en het oefenen met verschillende standpunten en beeldkaders. Tip: Gebruik een camera-statief, als deze beschikbaar is. Dit geeft een veel rustiger beeld. Als je na de proef-opnamen nog opmerkingen hebt over het draaischema, bespreek deze dan met de regisseur. Het draaischema kan dan eventueel nog worden aangepast. Zorg dat alles in orde is voordat de uiteindelijke opnamen beginnen. Selecteer vijf voorbeelden uit de proef-opnamen, waaruit blijkt dat je de camera goed kunt bedienen. Uit de voorbeelden moet ook blijken dat je met verschillende beeldkaders en standpunten kunt werken. Presenteer deze voorbeelden aan je docent. Aantekeningen

Theorie B Camera AV-03-04-10 Basisprincipes Een videocamera is in feite gebaseerd op een fotocamera. Het grote verschil is dat een videocamera heel snel achter elkaar een heleboel beelden kan opnemen. Er worden 25 stilstaande plaatjes per seconde opgenomen, die later ook weer heel snel achter elkaar worden vertoond. Hierdoor zien wij dit als een vloeiende beweging. Omdat er verder weinig verschillen zijn, komen we veel aspecten van de fotografie dan ook weer tegen bij het filmen. En het maakt ook weinig uit met welke videocamera je werkt, de basis is hetzelfde. Scherptediepte: Met behulp van het diafragma kun je het bereik bepalen, waarbinnen objecten scherp in beeld komen. Dit bereik heet scherptediepte. Met behulp van het diafragma kun je dit bereik groter of kleiner maken. Hoe kleiner de diafragma-opening hoe groter de scherptediepte. Op deze manier heb je vrijwel altijd een scherp beeld, of de voorwerpen nu dichtbij of ver weg zijn. Licht: Zonder licht kun je geen beelden opnemen. Een videobeeld ontstaat doordat er licht via een lens op een lichtgevoelige chip valt. De hoeveelheid licht die op die chip valt, is daarbij heel belangrijk. Als er teveel licht binnenkomt, is een beeld overbelicht. Dan zie je alleen witte vlekken met weinig of geen details. Als er te weinig licht binnenkomt, is een beeld onderbelicht. Dan zijn er ook delen in het beeld onherkenbaar, maar die zijn dan juist zwart of donkergrijs. Diafragma: Om de hoeveelheid licht die binnenkomt te regelen, heeft elke camera een diafragma. Dit is een lensopening die je kunt vergelijken met de pupil van je oog. Bij weinig licht wordt je pupil groter om ervoor te zorgen dat er toch genoeg licht binnenvalt. Bij veel licht wordt je pupil kleiner. Het diafragma van een camera doet precies hetzelfde. Door het diafragma te vergroten of te verkleinen kun je altijd een goed belicht beeld krijgen. En hoe groter de diafragma-opening hoe kleiner de scherptediepte. Dit geeft je de mogelijkheid om belangrijke delen te accentueren, of storende elementen juist minder belangrijk te laten zijn. Zo kun je bijvoorbeeld een persoon die dichtbij staat scherp in beeld krijgen, terwijl de achtergrond onscherp is. Zoeker en kader: De zoeker is het schermpje waarop je het gekozen beeld kunt zien. Door de zoeker zie je dus wat je in beeld krijgt. Datgene wat je uiteindelijk als videobeeld te zien krijgt wordt meestal beeldkader of kader genoemd. Voorbeelden hiervan zijn totaal shot, medium shot en close-up. Meer informatie over beeldkaders kun je vinden in opdracht Het storyboard. Objectief: Bij videocamera s heb je ook altijd te maken met een lens, of beter gezegd een objectief. Een objectief is

Theorie B Camera AV-03-04-11 namelijk een combinatie van lenzen die bij elkaar zijn gevoegd voor functies zoals scherpstellen en diafragma instellen. Op een videocamera zit altijd een objectief waarmee je kunt inzoomen en uitzoomen. Zo kun je je beeldkader bepalen. Maar er zijn natuurlijk ook nog andere instellingen mogelijk. Laten we eens gaan kijken naar de mogelijkheden. Cameravoering Cameravoering is de manier waarop de camera wordt bediend of ingesteld tijdens de opnamen. Zoomen: Eén van de instellingen is het zoomen. Door te zoomen kun je een onderwerp groter of kleiner in beeld brengen. Zo kun je verschillende beeldkaders maken vanuit hetzelfde standpunt. Dit werkt sneller dan dat je de camera moet verplaatsen. Vandaar dat het zoomen heel vaak wordt toegepast bij amateur-opnamen. Bij professionele opnamen wordt dit veel minder toegepast. Zoomen kan namelijk een onrustig beeld opleveren en daardoor onprofessioneel overkomen. Met behulp van zoomen kun je variëren tussen een groothoek-instelling, een tele-instelling en een standaardinstelling. Groothoek-instelling: Bij een groothoek-instelling wordt meestal een totaal overzicht getoond van het onderwerp. Het geeft een duidelijk overzicht van het onderwerp en de omgeving eromheen. Het verschil tussen voorgrond en achtergrond is duidelijk zichtbaar. Dit geeft een ruimtelijk effect. Tele-instelling: Bij een tele-instelling zie je meestal een close-up van het onderwerp. Het onderwerp wordt dichterbij gehaald, zoals bij een verrekijker. Daarbij wordt de voor- en achtergrond als het ware in elkaar gedrukt. De dieptewerking is klein, waardoor het beeld er meestal niet zo ruimtelijk uitziet. Standaard-instelling: De standaard-instelling zit tussen de andere twee instellingen in. Deze instelling benadert de werkelijkheid nog het meest. Het beeld wordt nauwelijks vervormd, in tegenstelling tot de andere instellingen. Camerabeweging: Ook de camerabeweging valt onder cameravoering. Als eerste kan de camera worden verplaatst. Dat betekent dat het standpunt van de camera wordt veranderd. Daarnaast kennen we nog een aantal andere camerabewegingen die vaak worden gebruikt. Als de camera niet wordt verplaatst, maar heen en weer wordt bewogen, spreken we van een pan. Als de camera op en neer wordt bewogen, spreken we van een tilt. Deze bewegingen worden bijvoorbeeld gebruikt om te laten zien hoe wijds het uitzicht is, of hoe hoog een toren is. Maar ze worden ook gebruikt om bewegende voorwerpen te filmen. Camerastandpunt: Het camerastandpunt is ook een belangrijk onderdeel binnen de cameravoering. Je kunt tijdens de opnamen uiteraard wisselen van een laag standpunt naar een hoog standpunt. Maar dit moet wel goed gebeuren, zodat de beelden later logisch op elkaar aansluiten. Dit noemen we ook wel continuïteit. Meer informatie over standpunten kun je vinden in opdracht Het storyboard.

Theorie B Camera AV-03-04-12 Scherpstellen: Je kunt het beeld scherpstellen, door zo ver mogelijk in te zoomen. Zorg ervoor dat je een onderwerp in beeld hebt met duidelijke contouren; dit maakt het scherpstellen een stuk makkelijker. Je kunt het beeld met de hand scherpstellen of met de autofocus. Als je de autofocus gebruikt, vergeet dan niet om deze daarna uit te zetten. Anders blijft de camera de scherpte bijstellen, bij elke beweging die je maakt. Zoom daarna uit tot het gewenste beeldkader. Witbalans: Zoals je misschien al weet, bestaat wit licht uit verschillende kleuren. Wij hebben daar weinig last van, maar de camera wel meer. Als je daar niets aan doet zal het beeld soms blauw lijken, terwijl het een andere keer juist heel rood of groen aandoet. Daglicht is van nature blauwig, terwijl gloeilamp-licht naar rood neigt en TL-licht naar groen. Om dit te corrigeren, zit er een functie op de camera die whitebalance heet. Zo kun je het licht toch wit laten lijken. Sommige camera s werken met een vastgestelde kleurcorrectie, die alleen de volgende standen kent: daglicht, kunstlicht en TL-licht. Op andere camera s kun je de witbalans handmatig instellen. Dit doe je door een vel wit papier in het hoofdlicht te houden en daarop in te zoomen, zodat je een geheel wit beeld hebt. Als je daarna op de witbalans-knop drukt, zorgt de camera ervoor dat het licht neutraal in beeld wordt gebracht. Je moet dit elke keer herhalen als je andere licht-omstandigheden krijgt. Het is vooral belangrijk als je van binnen naar buiten gaat, en omgekeerd.

PRAKTIJKOPDRACHT Opdracht C: Licht AV-03-04-13 Zoals je al hebt kunnen lezen, is de belichter verantwoordelijk voor het licht op de filmset. Als jij de belichter bent, dan ben je verantwoordelijk voor de instellingen en bediening van de lichtbronnen. Dit gebeurt in overleg met de regisseur, want die heeft de leiding over de totale filmcrew. Maar voordat de opnamen kunnen beginnen, moet er nog heel wat gebeuren. Als belichter moet je namelijk ook voorbereidingen treffen en een aantal taken uitvoeren. Hieronder staat de werkvolgorde beschreven. Wat ga je doen: Lees eerst de theorie C over het licht. Hierin wordt algemene informatie gegeven over de basisprincipes van het licht. Daarna ga je oefenen met de apparatuur. Als er geen speciale lichtbronnen aanwezig zijn, dan kun je ook gebruik maken van bouwlampen, etc. Overleg met je docent welke lichtbronnen je gaat gebruiken. Tip: Als je wel met speciale lichtbronnen gaat werken, is het ook handig om de gebruiksaanwijzingen goed door te lezen. Zorg ervoor dat je weet hoe de apparatuur werkt, voordat je begint met de proef-opnamen. De bediening van het licht is namelijk jouw verantwoordelijkheid. Neem het draaischema goed door met de regisseur. Maak daarna proef-opnamen op de gekozen locatie. Dit gebeurt in samenwerking met de rest van de crew. Als je na de proef-opnamen nog opmerkingen hebt over het draaischema, bespreek deze dan met de regisseur. Het draaischema kan dan eventueel nog worden aangepast. Bespreek de licht-opstelling met je docent. Zorg ervoor dat alles in orde is, voordat de uiteindelijke opnamen beginnen. Aantekeningen

Theorie C Licht AV-03-04-14 Basisprincipes Zonder licht is er geen beeld. En videobeelden hebben juist heel veel licht nodig. Te weinig licht veroorzaakt namelijk beeldruis. Deze storende puntjes en streepjes worden ook wel sneeuw genoemd. Deze lichtbronnen hebben meestal een knop waarmee je de lichtbundel breder of smaller kunt maken. Soms zijn de lichtbronnen ook voorzien van kleppen. Deze kleppen zorgen ervoor dat je de lichtbundel nog compacter kunt maken. Daarom is er altijd voldoende basislicht nodig. Dit basislicht kan bestaan uit kunstmatig licht, of uit aanwezig daglicht. Laten we eerst eens gaan kijken naar de mogelijkheden met kunstmatig licht. Licht in de studio Voor kunstmatige belichting worden speciale lichtbronnen gebruikt. Daarmee kun je verschillende lichteffecten maken, die de sfeer kunnen beïnvloeden. Hieronder worden een aantal lichtbronnen en belichtingstechnieken besproken: Spotlight Er zijn lichtbronnen waarmee je gebundeld licht kunt maken. Gebundeld licht wordt ook wel spotlight genoemd. Dit harde licht zorgt voor een dramatisch effect. Denk maar aan de schaduwen in detectiveseries en horrorfilms. Je kunt hard licht creëeren, door de lichtbronnen op korte afstand van het onderwerp te plaatsen. Als hard licht van één kant komt, dan geeft het diepe, scherpomrande schaduwen. Dit geeft een ruimtelijk effect. Maar als dit harde licht van meerdere kanten komt, dan wordt het beeld plat. Er is geen duidelijke schaduwpartij aanwezig, waardoor het beeld weinig of geen diepte laat zien. Probeer dus altijd om dit licht van één kant te laten komen. Floodlight Er zijn ook lichtbronnen waarmee je verspreid licht kunt maken. Verspreid licht wordt meestal floodlight genoemd. Dit licht geeft een heel zacht effect. Hierdoor vallen oneffenheden in het gezicht minder op. Deze lichtbronnen geven een wijde lichtkolom, en ze worden meestal ver van het onderwerp af geplaatst. Soms wordt er gebruik gemaakt van filtermateriaal ( spun ) dat het licht nog meer verspreid.

Theorie C Licht AV-03-04-15 richten, in een hoek van ± 90 graden op het hoofdlicht. Dit zachte licht wordt ook wel invullicht genoemd. Invullicht maakt zware schaduwen lichter zonder ze helemaal weg te nemen, waardoor het onderwerp niet plat wordt. Tenslotte kan het beeld nog meer diepte krijgen door het onderwerp los te maken van de achtergrond. Dit gebeurt door een tweede spot van achter op het onderwerp te richten. Dit licht wordt ook wel achtergrondlicht genoemd. Bouncen Een veelgebruikte techniek is bouncen. Dit betekent weerkaatsen. Bouncen is een vorm van indirecte belichting, waarbij het licht op een witte muur of reflectiescherm wordt gericht. Dit licht wordt via het witte oppervlak weerkaatst naar het onderwerp. Bouncen Deze techniek geeft het beeld een natuurlijke en gelijkmatige uitstraling. Daarom wordt deze belichting ook vaak gebruikt als basislicht. Een andere vorm van basislicht is de driepuntsbelichting. Driepuntsbelichting Neutraal basislicht mag eigenlijk niet echt opvallen. Er mogen dus geen zware schaduwen ontstaan, maar het beeld moet wel genoeg diepte hebben. Een goede techniek hiervoor is de driepuntsbelichting. Hierbij worden drie lichtbronnen gebruikt, zoals in het volgende voorbeeld wordt beschreven: Een spot wordt in een hoek van ± 45 graden op het onderwerp gericht. Dit is het hoofdlicht, oftewel het sterkste licht. Er is nu een harde schaduw ontstaan aan de andere kant van het onderwerp. Deze harde schaduw wordt lichter gemaakt door er zacht licht op te Daglicht buiten Buiten-opnamen bij daglicht zijn meestal eenvoudig te maken. Vaak is het daglicht zo sterk dat het ruim voldoende licht geeft voor de opnamen. Opnamen bij zonnig weer kunnen hele mooie, heldere beelden opleveren. Maar let op: Bij fel tegenlicht tekent het onderwerp zwart af tegen de achtergrond. Daardoor zie je bijna geen details meer. Fel zonlicht kan ook harde slagschaduwen veroorzaken. Daardoor kan een gezicht er heel vreemd uit zien. Je kunt deze schaduwen wel verzachten met een reflectiescherm. Het zonlicht wordt dan weerkaatst via dit scherm. Zoals je inmiddels weet wordt deze techniek ook wel bouncen genoemd.

Theorie C Licht AV-03-04-16 Elk moment van de dag heeft een eigen lichtsfeer. Deze sfeer heeft te maken met de stand van de zon en de kleurtemperatuur van het licht: Ochtendlicht heeft een koele kleur en het veroorzaakt zachte, lange schaduwen. Middaglicht is warmer van kleur en het veroorzaakt harde schaduwen. Omdat de zon hoog aan de hemel staat, geeft het licht weinig slagschaduw. Avondlicht is het warmst van kleur en het geeft lange, zachte schaduwen. Omdat de zon vrij laag staat, komt het licht duidelijk van één kant. Dit licht wordt ook wel strijklicht genoemd. Strijklicht wordt erg vaak gebruikt, omdat het extra diepte en structuur geeft aan het onderwerp. Het mooiste daglicht is diffuus licht, zoals op een lichtbewolkte dag. Maar als het regent krijg je al snel sombere beelden, waar je weinig invloed op hebt. Bij daglicht heb je dus minder controle over de sterkte en de stand van het licht. Dat wil zeker niet zeggen dat je niet bij daglicht kunt filmen, want je kunt de set bijvoorbeeld bijlichten met behulp van kunstlicht. Daglicht binnen Binnen-opnamen maken bij daglicht is een ander verhaal. Als je binnen in een ruimte filmt, moet je letten op de verschillende soorten licht die aanwezig zijn. Daglicht geeft bijvoorbeeld een blauwe zweem. Het licht van een gloeilamp geeft een rode zweem. Het licht van een tl-lamp geeft een groene zweem. Als het aanwezige licht slechts uit één van deze lichtbronnen bestaat, dan hoef je alleen de whitebalance van de camera in te stellen. Dit noemen we ook wel witten. Witten is de camera instellen op één soort licht, zodat dit licht er wit uit zal zien op de videobeelden. Maar in sommige situaties krijg je te maken met menglicht. Bijvoorbeeld als er daglicht binnenvalt, terwijl er binnen lampen aan zijn. Dit is een moeilijke situatie. Bekijk of één van de lichtbronnen het hoofdlicht kan worden. Dit kun je bijvoorbeeld doen door de set te verplaatsen, bij het raam vandaan. Maar je zou ook het kunstmatige licht uit kunnen doen. Vergeet ook nu niet om de whitebalance in te stellen op het hoofdlicht.

PRAKTIJKOPDRACHT Opdracht D: Geluid AV-03-04-17 Zoals je al hebt kunnen lezen, is de geluidsman verantwoordelijk voor het geluid op de filmset. Als jij de geluidsman bent, dan ben je verantwoordelijk voor de instelling en de bediening van de geluidsapparatuur. Dit gebeurt in overleg met de regisseur, want die heeft de leiding over de totale filmcrew. Maar voordat de opnamen kunnen beginnen, moet er nog heel wat gebeuren. Als geluidsman moet je namelijk ook voorbereidingen treffen en een aantal taken uitvoeren. Hieronder staat de werkvolgorde beschreven. Wat ga je doen: Lees eerst de theorie D over het geluid. Hierin wordt algemene informatie gegeven over de basisprincipes van geluid. Daarna ga je oefenen met de geluidsapparatuur. Vraag je docent om specifieke uitleg over de apparatuur die je gaat gebruiken. Tip: Het is altijd handig om de gebruiksaanwijzingen goed door te lezen. Zorg ervoor dat je weet hoe de apparatuur werkt, voordat je begint met de proef-opnamen. De bediening van het geluid is namelijk jouw verantwoordelijkheid. Neem het draaischema goed door met de regisseur. Maak daarna proef-opnamen op de gekozen locatie. Dit gebeurt in samenwerking met de rest van de crew. Als je na de proef-opnamen nog opmerkingen hebt over het draaischema, bespreek deze dan met de regisseur. Het draaischema kan dan eventueel nog worden aangepast. Bespreek de resultaten van de proef-opnamen met je docent. Zorg ervoor dat alles in orde is, voordat de uiteindelijke opnamen beginnen. Aantekeningen

Theorie D Geluid AV-03-04-18 Basisprincipes Geluid mag bij een AV productie natuurlijk niet ontbreken. Het geluid draagt bij aan de sfeer van de productie. Als je bijvoorbeeld een commercial of een nieuwsuitzending bekijkt zonder geluid, blijft er weinig over van de boodschap. Een rondom-gevoelige microfoon neemt met een ruime hoek alle geluiden op, in de directe omgeving. Deze microfoon kan bijvoorbeeld gebruikt worden bij concertopnamen. Zo kun je alle omgevingsgeluiden opnemen, die binnen het bereik van de microfoon vallen. Een richt-microfoon neemt het geluid heel gericht op, onder een kleine hoek. Je kunt hiermee één specifiek geluid opnemen. Deze microfoon wordt bijvoorbeeld gebruikt bij nieuwsreportages op locatie. Zo zullen omgevingsgeluiden, zoals voorbijrijdende auto s, de opnamen niet te veel verstoren. Het geluid in een video-productie is vaak een samenvoeging van verschillende soorten geluid. Hieronder worden een aantal soorten geluid besproken. Direct geluid Dit is geluid dat tegelijk met het beeld wordt opgenomen. Je zou hiervoor de vaste microfoon van de camera kunnen gebruiken, maar dit geeft meestal geen goed resultaat. Deze microfoon neemt meer op van de camerman dan van de acteurs. Daarom wordt er bij professionele opnamen vaak gebruik gemaakt van een losse microfoon. We kunnen onderscheid maken tussen richt-microfoons en rondom-gevoelige microfoons. Sfeergeluid Dit is geluid dat bijdraagt aan de sfeer van de videoopnamen. We noemen dit ook wel achtergrondgeluid of set-noise. Sfeergeluid wordt bijna nooit tegelijk met het directe geluid opgenomen. Anders kun je het geluid achteraf niet meer goed monteren. Je hoeft het sfeergeluid niet altijd zelf op te nemen; er bestaan namelijk ook Cd s met verschillende soorten sfeergeluiden. Dit kunnen bijvoorbeeld geluiden zijn van een drukke stad, fluitende vogeltjes of geroezemoes van mensen. Effectgeluid Dit geluid benadrukt belangrijke gebeurtenissen in de video-productie. Ook effectgeluid wordt bijna nooit tegelijk met het directe geluid opgenomen, maar later eraan toegevoegd. Denk hierbij aan voetstappen op het grindpad, pistoolschoten, onweer, sirenes, enzovoort. Effectgeluiden worden meestal sterk overdreven, om een spectaculair resultaat te krijgen. Muziek Muziek speelt ook vaak een belangrijke rol. Het zorgt voor een bepaalde sfeer. Denk bijvoorbeeld aan de herkenbare muziek van James Bond films. Muziek kan ook verschillende scènes met elkaar verbinden, als de muziek onder de verschillende scènes doorloopt. Muziek wordt meestal achteraf toegevoegd, tenzij er op de set live-muziek wordt gespeeld. Voice over Dit is het geluid van een stem die buiten beeld commentaar geeft. Denk bijvoorbeeld aan de uitleg bij een natuurfilm, of aan een stem die iemands gedachten

Theorie D Geluid AV-03-04-19 vertelt. Dit geluid wordt altijd achteraf opgenomen. Dit gebeurt meestal in een studio, zodat de stem afzonderlijk opgenomen kan worden. Tips bij geluidsopnamen Over het algemeen krijg je de beste opnamen, als je het geluid zo dicht mogelijk bij de bron opneemt. Er worden dan zo min mogelijk omgevingsgeluiden opgenomen. Deze geluiden kunnen de opnamen namelijk vertroebelen. Toch moet je meestal een bepaalde afstand houden, om vervorming en bijgeluiden tijdens het praten (zoals sissen en ploppen) te voorkomen. Hoe groot deze afstand moet zijn, is een kwestie van uitproberen en goed luisteren. Dit geldt ook voor het richten van de microfoon. Maak daarom altijd proef-opnamen, zodat je zeker weet dat het geluid goed wordt opgenomen. set wordt gehouden. Deze stok wordt ook wel een hengel genoemd. Probeer de geluidsbron zo dicht mogelijk te benaderen, zonder dat de microfoon in beeld komt. Bij het hengelen wordt een richtmicrofoon gebruikt die niet al te gevoelig is voor de beweging van de hengel. Omgevingsgeluid en ruis zijn verschillende dingen. Ruis is een constante lichte storing in het geluid, die meestal wordt veroorzaakt door de apparatuur. Spoor de oorzaak op door de apparatuur te controleren. Controleer of het brongeluid niet te veel wordt versterkt. Versterking kan namelijk ruis veroorzaken. Ook in het omgevingsgeluid kan een storend geluid zitten; bijvoorbeeld het geronk van een ijskast of het rinkelen van een mobiele telefoon! Probeer elk ongewenst geluid in de opname te vermijden. Kies bijvoorbeeld een andere standplaats of schakel de stoorzender uit. Let ook op andere storende geluiden, zoals passerende vliegtuigen. Laat de opnamen even stoppen tot dit geluid voorbij is. De ruimte waarin wordt opgenomen, bepaalt of het geluid hol of plat klinkt. Een hol geluid wordt veroorzaakt door de galm van een grote lege ruimte. Denk bijvoorbeeld maar aan een kerk. Een hol geluid kan opgevangen worden door de vlakke wanden met isolatiemateriaal of dekens te bedekken. Een plat geluid is beter verstaanbaar dan een hol geluid. Probeer dus zoveel mogelijk in kleine ruimtes op te nemen. Je kunt achteraf nog altijd galm toevoegen, maar galm weghalen is niet mogelijk. Een microfoon mag meestal niet zichtbaar in beeld zijn. Daarom wordt er vaak gehengeld. Dat wil zeggen dat de microfoon aan een lange stok zit, die boven de

PRAKTIJKOPDRACHT Opdracht E: Spel AV-03-04-20 Zoals je al hebt kunnen lezen, zijn acteurs ook zeer belangrijk voor het verhaal van de AV productie. Zij brengen de personages tot leven. Als jij als acteur bent aangewezen, zul je je moeten verdiepen in de rol die je gaat spelen. Dit gebeurt in overleg met de regisseur, want die heeft de leiding over de totale filmcrew. Maar voordat het zover is, moet er nog heel wat gebeuren. Als acteur moet je namelijk ook voorbereidingen treffen en een aantal taken uitvoeren. Hieronder staan enkele tips beschreven. Wat ga je doen: Overleg eerst met de regisseur welke rol je gaat spelen. Neem samen het storyboard en het script door, zodat je je kunt verdiepen in de rol. Let daarbij op het waarom, oftewel het doel. Het lijstje met de 5 W s is hierbij een handig hulpmiddel: 1 Wie ben ik? 2 Wanneer speelt zich dit af, en wat is er hiervoor gebeurd? 3 Waar ben ik en waar kom ik vandaan? 4 Wat moet ik gaan doen? 5 Waarom moet ik dit gaan doen? Het acteren is vaak een samenspel van verschillende acteurs. Oefen dus samen met de andere acteurs hoe je op elkaar gaat reageren. Als er gebruik wordt gemaakt van teksten, dan zul je deze ook uit het hoofd moeten leren. Overleg ook met de regisseur welke kleding je zult gaan dragen, tijdens de uiteindelijke opnamen. Organiseer vervolgens een gezamenlijke repetitie met de regisseur. Neem het draaischema goed door en repeteer de shots waarin de acteurs voorkomen. Tijdens de repetitie moet je met name letten op je spraak, je bewegingen, je lichaamstaal en je positie op de set. Tijdens deze repetitie zullen er wat proef-opnamen worden gemaakt. Bespreek de proef-opnamen met de docent. Vraag ook eventueel om verbeterpunten, zodat de uiteindelijke video-opnamen soepel zullen verlopen. Aantekeningen

Checklist Video 4 AV-03-04-21 Leerling Docent Heb je het theorie-gedeelte goed doorgelezen? O O Zijn alle taken binnen het team verdeeld? O O Heb je alle onderdelen van je taak uitgevoerd? O O Heb je samen gecontroleerd of àlle voorbereidingen zijn getroffen? O O

Evaluatie Video 4 AV-03-04-22 Theorie: 1. Vond je het theorie-gedeelte duidelijk? Ja,omdat: Nee, omdat: 2. Hoeveel tijd had je nodig om de theorie te lezen? Praktijkopdracht: 3. Wat vond je leuk aan de opdracht? 4. Wat vond je moeilijk aan de opdracht? 5. Wat zou je de volgende keer anders doen? 6. Had je voldoende tijd voor de opdracht? 7. Hoe verliep de samenwerking binnen het team? 8. Geef jezelf een beoordeling voor de opdracht. OZeer onvoldoende, omdat: OOnvoldoende, omdat: OMatig, omdat: OVoldoende, omdat: OGoed, omdat: OZeer goed, omdat: 9. Heb je nog andere op-/ of aanmerkingen?