Eten gepensioneerden hun woning op?

Vergelijkbare documenten
Eigen woning in Nederlandse pensioensysteem

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Financiering woningaanpassingen een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO

Hoofdstuk H 11. Financiële situatie

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

2) Wanneer gaan de verschillende maatregelen in? Per 1 januari 2013

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Hoe betrek je een eigen huis in het pensioeninkomen? Verzilveren zonder te verhuizen

Een huis kan je kopen of huren. De voordelen en nadelen tussen kopen en huren staan in tabel 1.

Hoofdstuk 19. Financiële situatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Hypotheek. Wilt u Nationale Hypotheekgarantie? Ja Nee

UW KLANTPROFIEL. Vult u onderstaande vragen nauwkeurig in. ALGEMEEN - DOEL ALGEMEEN - TOEKOMSTPERSPECTIEF

Geschonken in het verleden betekent eerder schenken in de toekomst Schenkingsregeling door vijfde van vermogenden actief in gebruik

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Nieuwsbrief Thuisborg Finance Uitgave januari 2017

Bijlage A. UW KLANTPROFIEL

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Klantprofiel. Waaruit blijkt dat?

Hypotheek Index Q1 2017

Woonlasten & pensioen

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

KLANTPROFIEL VOOR EEN ORIËNTATIE GESPREK

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep

FINANCIELE ZEKERHEID. GfK September GfK 2015 Achmea Financiële Zekerheid september 2015

Wat moeten we met de hypotheekrente-aftrek? Miljoenennota 2013

Verantwoord lenen bij Delta Lloyd

Eindexamen havo economie 2013-I

HUMO enquête naar de koopkracht

Koopgarant. Kopen met korting en terugkoopgarantie van bestaande bouw

Verantwoord lenen bij OHRA

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

UW KLANTPROFIEL. Vult u onderstaande vragen nauwkeurig in. ALGEMEEN - DOEL

DE ERKEND HYPOTHECAIR PLANNER INFORMEERT U GRAAG OVER: Uw woning huren of kopen?

KLANTPROFIEL VOOR 2 personen

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Woononderzoek Nederland 2009

55+ groep in de lift. whitepaper wonen mei 2016

Belastingplan 2013: Wet herziening fiscale behandeling eigen woning

RAADSVOORSTEL MET BESLUIT

50+ in Europa Samenvatting van de eerste resultaten

3 Hoe pensioenbewust zijn we?

Belastingaangifte over Nibud, maart 2011

5.1 Het speelkwartier

Kopen met korting en terugkoopgarantie van bestaande bouw

Doelstelling Wat is de door u gewenste pensioendatum of pensioenleeftijd? 65 jaar 67 jaar Anders, te weten:

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Bijlage A. UW KLANTPROFIEL

Ouderen op de woningmarkt: feiten en cijfers

Tentatieve berekening van de bijdrage van vermogensvolatiliteit aan consumptievolatiliteit

Binnenkort hebt u een afspraak met één van onze adviseurs. Om u goed van dienst te kunnen zijn, hebben wij informatie van u nodig.

Hypotheek Index Q2 2017

Alpha Hypotheken Risicoprofiel

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

Hypotheekschuld in Nederland:

Kinderen Roepnaam Voorletters Achternaam Geboortedatum Geslacht Woonsituatie Man Vrouw Thuis Uit

Onderzoek hypotheken en bekendheid maatregelen Maart/april 2014

Perspectief voor de markt van koopwoningen

financiële dienstverlening

De ouders als financier? Financiële steun van ouders aan hun volwassen kinderen

De toekomst van het Nederlands woonbeleid (deel 2)

Steeds meer vijftigers financieel kwetsbaar

Binnenkort heb je een afspraak met één van onze adviseurs. Om je goed van dienst te kunnen zijn, hebben wij informatie van je nodig.

KLANTPROFIEL VOOR DHR. HYPOTHEEK

Huizenprijzen. Rendementen. kunnen stijgen. Of juist dalen. kunnen meevallen. Of juist tegenvallen. UW PENSIOEN

Klant- en Risicoprofiel - Hypotheken Midden Nederland BV

Bedankt pa en ma! Natuurlijk had ik nagedacht

Hypotheek Index Q3 2017

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Hoe zal het de boomers vergaan? Ivan Van de Cloot Economic Research ING Belgium

Persoonlijk profiel. Netto maximale maandelijkse woonlasten Tussen en netto per maand

Beleving van rijkdom en armoede

een eigen huis kopen met zekerheid voor nu én later

Pensioenaanspraken in beeld

Klantprofiel Hypotheken

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen:

DE ERKEND HYPOTHECAIR PLANNER INFORMEERT U GRAAG OVER: Uw woning huren of kopen?

Klantprofiel hypotheken (Dit klantprofiel vormt een eenheid met de klantinventarisatie)

Heeft u ervaring met het afsluiten van een privé pensioenregeling (lijfrente)? Ja Nee

UW KLANTPROFIEL KLANTPROFIEL

Sectorwerkstuk Economie Economische crisis

WFT KLANT- en RISICOPROFIEL LOOF & FINANCE B.V. NAAM:

Voor hetzelfde geld heb je een eigen huis! Stap eens bij ons binnen. Lees meer op pagina 3. p.4 Freeks feiten p.6 Ben jij nog blij met aflossingsvrij?

Studiefinanciering? of sparen voor de studie van uw kinderen

Sparen voor een koopwoning

Nieuwbouw betaalbaar

Eén panellid, werkzaam in de juridische dienstverlening, geeft juist aan dat zijn omzet is toegenomen door de kredietcrisis.

Annuïtair of lineair aflossen?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toeslagenonderzoek. Hoe gaan Nederlanders om met de nieuwe Toeslagensystematiek?

Kopen naar Wens: Een betaalbare woning in Gooi- en Vechtstreek wordt werkelijkheid

Eeckhout & Slegt financieel adviseurs. Wat is uw hoogste genoten algemene opleiding?

Inventarisatieformulier Hypotheken

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Transcriptie:

P. 246 Eten gepensioneerden hun woning op? Janneke Toussaint Ouderen in Nederland blijken meestal niet van plan te verhuizen om het pensioen aan te kunnen vullen

P. 247 De vergrijzing en de daarbij behorende demografische druk nemen toe en bedreigen de betaalbaarheid van collectieve voorzieningen voor de ouderen. Europese overheden zoeken naar oplossingen, kijken naar het vermogen van individuele huishoudens en stuiten dan al snel op het feit dat veel huishoudens een woning bezitten en daardoor relatief rijk zijn. Zijn huishoudens van plan die woning te gebruiken om het inkomen en welzijn op de oude dag op peil te houden? En kan het vermogen in de woning deel uitmaken van het pensioenbeleid? De toenemende vergrijzing maakt pensioenen steeds duurder, vooral de pensioenen die direct worden betaald door de werkende generaties. Daarnaast doet een groeiende groep ouderen beroep op de zorgsector. De overheidsuitgaven stijgen en zullen naar verwachting verder stijgen in de toekomst. Overheden zoeken daarom naar manieren om de betaalbaarheid in de hand te houden. Europese burgers hebben vaak vermogen en vooral de koopwoning is een substantieel onderdeel in de vermogensportefeuille. Eigenaar-bewoners bouwen vermogen op door de hypotheek af te betalen en door te profiteren van stijgende huizenprijzen. Het is steeds gemakkelijker om dat vermogen weer aan de woning te onttrekken met behulp van hypotheekproducten, zoals de opeethypotheek. Voor eigenaar-bewoners zou het daarom aantrekkelijk kunnen zijn om de woning op de oude dag weer in geld om te zetten ( op te eten ). Kan dat de druk verlagen op de overheidsuitgaven? In dit artikel wordt gekeken naar plannen van huishoudens om hun woning op te eten in Duitsland, Hongarije en Nederland. In de conclusie wordt verder ingegaan op de keerzijden van deze praktijk, specifiek in het licht van de Nederlandse context. Life cycle theorieën Verwachtingen over het gebruik van vermogen door ouderen worden meestal gebaseerd op Life Cycle Models. Deze modellen gaan ervan uit dat mensen hun inkomen gelijkmatig proberen te verdelen over hun leven. Jonge mensen verdienen minder dan hun gemiddelde levensinkomen en zullen daarom lenen. Mensen rond de 45 jaar hebben een hoger inkomen en sparen en bouwen vermogen op. Als ze met pensioen gaan en het inkomen daalt, zullen ze ontsparen en hun vermogen consumeren. Mensen zouden volgens deze benadering vooruitkijken in het leven en plannen voor de oude dag. Inmiddels is gebleken dat mensen minder consumeren dan gedacht, omdat ze altijd geld achter de hand willen houden voor het geval er iets gebeurt. Een andere factor is dat mensen wat na willen laten aan de kinderen (Browning & Crossley, 2001). Vooral het vermogen in de woning wordt nauwelijks geconsumeerd. Een belangrijke verklaring zou zijn dat mensen denken het alleen door verkoop te gelde te kunnen maken. Financiële markten hebben echter hypotheekproducten ontwikkeld waarmee men vermogen kan onttrekken aan de woning en toch in de woning kan blijven wonen: opeethypotheken. Gepensioneerden nemen dan een hypotheek om hun pensioeninkomen aan te vullen. De rente wordt niet maandelijks betaald, maar wordt bijgeschreven bij de lening. Pas als de woning wordt verkocht, bij verhuizing of overlijden, wordt de lening afgelost. Er wordt gesugge-

P. 248 Tabel 1 Ontwikkeling financiële markten (bron: London Economics, 2005) Duitsland Hongarije Nederland Hypotheek beschikbaarheidsindex 0,82 0,77 0,88 Beschikbaarheid omgekeerde hypotheken Beschikbaar Beperkt beschikbaar Beschikbaar Verwachting consumptie woningvermogen oude dag minder minst meest Tabel 2 Consumptie van het woonvermogen op oude dag (bron: The Gallup Organisation, 2008) Duitsland Hongarije Nederland % Ja, ik zou overwegen om op Niet-gepensioneerden 21,4 8,8 24,1 mijn oude dag een hypotheek op te nemen, of mijn huis te Gepensioneerden % Ja, dat heb ik al gedaan 2,3 6 2,8 verkopen, terwijl ik het recht houd % Ja, dat ben ik van plan 5,2 2,5 5,8 erin te wonen reerd dat in landen met goed ontwikkelde financiële markten, zoals in Nederland, huishoudens op deze manier het vermogen in de woning zullen willen consumeren als het inkomen na het werkzame leven daalt (London Economics, 2005). De verwachting is dat plannen om het vermogen in de woning (vanaf nu woningvermogen ) te consumeren afhankelijk zijn van de beschikbare hypotheekproducten. Tabel 1 laat zien dat deze producten het meest beschikbaar zijn in Nederland en het minst in Hongarije. Daaruit volgt de hypothese dat in Nederland de bereidheid het grootst is om het woningvermogen te consumeren op de oude dag, terwijl deze in Duitsland minder groot en in Hongarije het geringst is. Europees onderzoek Deze studie is gebaseerd op een deel van de onderzoeksresultaten van het Europese onderzoeksproject Demographic Change and Housing Wealth (voor meer informatie: www.demhow.bham.ac.uk). In acht landen zijn in de zomer van 2009 dertig eigenaar-bewoners geïnterviewd. Er is gevraagd naar opvattingen en plannen met betrekking tot pensioenen en zorg op de oude dag en naar de rol van familie en het eigenwoningbezit. De uitkomsten zijn door de onderzoekers ter plaatse geïnterpreteerd en gerapporteerd. De landenrapporten zijn de basis voor deze analyse. Drie landen zijn geselecteerd. Ze verschillen qua woningmarkt, hypotheekmarkt, pensioenen en zorg voor ouderen. Uit een grootschalige enquête, de Eurobarometer, waarin het idee van het consumeren van het woningvermogen werd voorgelegd, blijkt dat in alle drie de landen een minderheid overweegt de woning op te eten (The Gallup Organisation, 2008) (tabel 2). Toch blijkt dat in Nederland inderdaad de meeste respondenten van plan zijn hun

P. 249 woningvermogen te consumeren, minder in Duitsland en het minst in Hongarije. Dit bevestigt de hypothese. Opvallend is echter dat onder de gepensioneerden, niet de Nederlanders of de Duitsers deze optie het vaakst hebben gebruikt, maar de Hongaren (tabel 2). Blijkbaar speelt er meer mee dan de beschikbaarheid van financiële producten. Lage woonlasten In Duitsland is slechts 42 procent van de huishoudens eigenaar-bewoner en dus 58 procent huurder. Vooral mensen met hoge inkomens en relatief veel vermogen kiezen ervoor een woning te kopen. Uit de interviews blijkt dat giften, erfenissen of leningen van familieleden een belangrijke rol spelen in de financiering. De hoogte van hypotheken is in Duitsland beperkt. Een hypotheek is iets waar de geïnterviewden zo snel mogelijk vanaf willen. Na hun pensionering hebben eigenaar-bewoners normaliter geen hypotheek meer. De vergrijzing heeft in Duitsland al grote impact op beleid. Pensioenen worden minder genereus en er is een groeiende nadruk op eigen verantwoordelijkheid. Verzekeringsproducten en ook vastgoed spelen een belangrijke rol in de financiële planning. Degenen die het zich kunnen permitteren zien een tweede woning als een goede investering voor later. Ze genereren inkomen uit de woning door te verhuren. Behalve de pensioenen staat in Duitsland ook de zorg onder druk. Het is nu al niet ongewoon dat een kind voor de ouders zorgt en in ruil de woning erft. Sommige mensen anticiperen op toekomstige zorgverlening aan ouders, door hun huis zo in te richten dat een zieke ouder bij hen in kan komen wonen. Voor de eigen oude dag beschouwen de Duitse geïnterviewden de afwezigheid van maandelijkse huur als belangrijkste voordeel van een koopwoning. Voor jonge Duitsers is dit een reden om een woning te kopen. Relatief lage woonlasten betekent een groot voordeel ten opzichte van de vele huurders in het land. Mensen hebben doorgaans geen plannen om de woning te verkopen. Alleen als men financieel niet zou kunnen rondkomen, of intensieve zorg nodig heeft, kan men zich voorstellen om verkoop te overwegen. Ook al kunnen sommige niet-gepensioneerden zich voorstellen een opeethypotheek te overwegen als het pensioeninkomen laag uit zou vallen, over het algemeen ziet men een opeethypotheek in Duitsland niet zitten. Een dergelijke hypotheek zou mensen opnieuw afhankelijk maken van de bank en opschepen met een moeilijk te doorgronden financieel product. Bovendien zijn veel respondenten zelf ooit geholpen met een erfenis en dit willen ze ook graag doen voor hun kinderen. Kortom, omdat de eigenaar-bewoners in Duitsland de rijkere huishoudens zijn, ze relatief lage woonlasten hebben, de woning graag na willen laten aan de kinderen, en soms nog tweede woningen bezitten, is het onwaarschijnlijk dat ze de woning waarin ze wonen op zullen eten (Helbrecht & Geilenkeuser, 2009). Familiebanden In Hongarije is het overgrote deel van de bevolking eigenaar-bewoner (96 procent) en is een koopwoning een cruciaal financieel startpunt van het zelfstandige leven van jonge huishoudens. Familieleden, vaak ouders, helpen bij de verwerving van een koopwoning door een deel te betalen,

P. 250 Wanneer een solide sociaal zekerheidsstelsel ontbreekt, is consumptie van het eigen woningvermogen een realistische optie of door een woning door te geven die al in familiebezit was. Ten tijde van het communisme had iedereen werk en kon rekenen op steun van de overheid. Tijdens de transitie in de jaren negentig liep de werkloosheid op en sloeg de inflatie toe. Veel mensen raakten in armoede. Het sociale zekerheidsstelsel kon de druk niet aan en financiële risico s kwamen op het bordje van de huishoudens te liggen. Als gevolg zijn familiebanden cruciaal geworden voor het welzijn van Hongaarse huishoudens. Ouders helpen kinderen als ze in financiële nood zitten en kunnen rekenen op hun kinderen als ze zorg of hulp nodig hebben op de oude dag. Erfenissen spelen een belangrijke rol: degenen die zorgen voor de ouderen, erven. Veel Hongaren kunnen nauwelijks rondkomen en dus ook niet sparen voor later. Het ontvangen van een pensioen gaat daarom in Hongarije niet logischerwijs samen met het stoppen met werken. In tegendeel, dit is juist het moment waarop men doorgaat met werken om eindelijk geld te kunnen sparen, de kinderen meer te kunnen geven, of om meer te kunnen consumeren. Voor bevoorrechte mensen die substantiële vermogensdelen hebben geërfd of goed hebben geboerd tijdens hun werkende leven, speelt de woning slechts een beperkte

P. 251 rol. Voor vele anderen staat de woning noodzakelijkerwijs centraal in de financiële strategieën. Als deze mensen niet meer in staat zijn te werken op hun oude dag en de familie niet meer steun kan verlenen dan ze al doet, zullen ze het woningvermogen in moeten zetten. Als verhuizen naar een goedkopere woning geen optie is omdat de koopwoning niet veel waard is dan zullen ze een opeethypotheek moeten nemen. De Hongaren kennen dit product: er wordt veel reclame voor gemaakt. Het al dan niet hebben van kinderen blijkt dé cruciale factor. Mensen zonder kinderen zien de koopwoning meer als potentiële bron van inkomen. Als mensen echter kinderen hebben en zeker als die kinderen zelf nog geen woning bezitten, dan wordt er alles aan gedaan om de woning in de familie te houden. In geval van nood overweegt men een deel van de woning te verhuren of zelfs in te trekken bij de kinderen om de gehele woning te kunnen verhuren. Opeethypotheken betitelen mensen vaak als onethisch omdat de woning cruciaal is voor het toekomstige financiële welzijn van hun kinderen. In Hongarije staan de familiebanden duidelijk centraal, de woning houdt men zo lang als mogelijk in bezit. Echter, door het gebrek aan een solide sociaal zekerheidsstelsel is consumptie van het woningvermogen een realistische optie (Hegedüs & Szemö, 2009). Aflossingsvrije hypotheek In Nederland is het aandeel eigenaarbewoners 57 procent. Het zijn vooral de midden- en hogere-inkomensgroepen die kopen. Typisch voor Nederland zijn de hoge hypotheken en gedeeltelijke financiering met aflossingsvrije hypotheken. In toenemende mate houden Nederlandse gepensioneerden een hypotheek. Het wordt normaal gevonden dat mensen na hun pensionering financieel goed rond kunnen komen. Een sterke daling van het inkomen wordt dan ook niet verwacht bij pensionering, wel dat men langer door zal moeten werken dan de huidige generatie ouderen. Enkele jongeren voorzien dat ze zelf substantieel vermogen op zullen moeten bouwen voor een goede oude dag. Voor zelfstandigen is voldoende inkomen wanneer men is gestopt met werken ook niet vanzelfsprekend. Anders dan werknemers, moeten zij zelf pensioenvermogen opbouwen. Terwijl mensen rekenen op professionele zorg als ze oud zijn, maken velen zich zorgen over de kwaliteit ervan. Zij verwachten dat mantelzorg, hulp van kinderen en buren belangrijker zullen worden. De Nederlandse overheid moedigt dit ook aan. Omdat huizenprijzen stijgen, vinden de meeste mensen kopen een goede investering. Dit betekent echter niet dat men ook van plan is deze investering te gelde te maken door goedkoper te gaan wonen. Vooral ouderen blijken niet van plan te verhuizen. Lage woonlasten als eigenaar-bewoner en het relatieve voordeel ten opzichte van de huurders wordt hier in tegenstelling tot in Duitsland niet genoemd. Belangrijke oorzaak zijn de niet afgeloste hypotheken. Een opeethypotheek is niet populair. Het betekent opnieuw afhankelijk zijn van de bank, groeiende schulden en misschien wel een schuld in plaats van de woning nalaten aan de kinderen. Als de nood aan de man zou zijn, lijken mensen liever te verhuizen dan een opeethypotheek te nemen. Toch zijn sommigen, vooral jongeren, nieuwsgierig naar hoeveel deze optie op zou kunnen leveren. Veel mensen verwachten echter op de oude

P. 252 Wie goed boert, heeft het vermogen uit de eigen woning niet nodig om later goed te kunnen leven dag niet hypotheekvrij te zijn waardoor zij niet in aanmerking komen voor een opeethypotheek. Interessant is dat de enkele jongeren die verwachten zelf pensioenvermogen op te moeten bouwen, ook zeggen te hebben gekocht als investering voor later. Soms wordt dit aangemoedigd door de ouders van geïnterviewden die spijt hebben dat ze nooit hebben gekocht en hun leeftijdsgenoten rijk hebben zien worden door de stijgende huizenprijzen. Tenslotte blijkt voor zelfstandigen het woningvermogen belangrijk: men zou goedkoper gaan wonen om vermogen te kunnen consumeren. In Nederland speelt de woning vooralsnog geen prominente rol in pensioenplannen. Het aflossen van de hypotheek (het sparen) om het pensioen mee aan te vullen, blijkt niet belangrijk. Echter, degenen die relatief lage pensioenen verwachten, blijken wel een rol te zien voor het woningvermogen (Toussaint & Elsinga, 2009). Ongelijkheid Door de verschillen in de mate van ontwikkeling van de hypotheekmarkten was de verwachting dat Nederlandse huishoudens zich meer zouden gedragen volgens de Life Cycle Models en consumptie van het woningvermogen plannen, de Duitsers minder en de Hongaren het minst. In alle drie de landen vinden we echter weinig enthousiasme over de opeethypotheek.

P. 253 Afhankelijkheid van banken op de oude dag vinden mensen onwenselijk, ze verkopen liever. Bovendien spelen kinderen een belangrijke rol in de overwegingen die mensen maken. Hoe groter de rol van de kinderen in de verzorging van ouderen, hoe belangrijker het wordt gevonden de woning aan hen te kunnen nalaten. Zou het vermogen in de woning een oplossing kunnen zijn voor de betaalbaarheidproblemen van de pensioenen en zorg in Nederland? Drie overwegingen zijn van groot belang. Ten eerste verkleint de populariteit van aflossingsvrije hypotheken de potentie van woningvermogen als oplossing. Veel Nederlanders hebben een hypotheekconstructie waarmee ze de woning na dertig jaar niet volledig zullen bezitten. Dit betekent dat ze nog hypotheeklasten hebben als ze zijn gepensioneerd en dat de potentie van opeethypotheken beperkt is. Ten tweede lijkt in Nederland een ontwikkeling gaande waarin mantelzorg belangrijker wordt. In Duitsland en Hongarije bleek: hoe meer ouderen afhankelijk zijn van hun kinderen, des te belangrijker de erfenis en hoe minder waarschijnlijk dat mensen hun woningvermogen willen consumeren. Ten derde en meest cruciaal is dat, net als in Duitsland, degenen die het woningvermogen waarschijnlijk het hardst nodig hebben, nog huurder zijn. Figuur 1 laat zien dat de ongelijkheid waarmee het woningvermogen is verdeeld over de inkomenskwartielen in Nederland zelfs nog groter is dan in Duitsland. Het inzetten van de woning als financiering voor de oude dag vergroot de inkomenskloof tussen gepensioneerde huurders en kopers. Janneke Toussaint (J.Toussaint@tudelft.nl) is promovenda bij het onderzoeksinstituut OTB van de TU Delft. Figuur 1 Percentage eigenaar-bewoner per inkomenskwartiel (SILC database) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Duitsland Hongarije Nederland Kwartielen: = 1 = 2 = 3 = 4 Literatuur Browning, M. & T. Crossley (2001) The life-cycle model of consumption and saving, Journal of Economic Perspectives, jg. 15, nr. 3, p. 3-22 Hegedüs, J. & H. Szemzö (2009) Household Interviews Report: Hungary, Metropolitan Research Institute, Budapest Helbrecht, I. & T. Geilenkeuser (2009) Household Interviews Report: Germany, Humboldt University, Berlin London Economics (2005) The costs and benefits of integration of EU mortgage markets, London Economics, London The Gallup Organisation (2008) Family life and the needs of an ageing population, Eurobarometer, http://ec.europa.eu/ public_opinion/flash/fl_247_en.pdf, European Commission Toussaint, J. & M. Elsinga (2009) Household Interviews Report: The Netherlands, Delft University of Technology, Delft