Preek - 12 februari 2006 Zuidland Lezing: Genesis 3 Mattheüs 4: 1-11 Intro Een wat vreemde vraag, die deze week in de kerkbode stond: Geloven we ook in de duivel? Moet je zoiets in de kerk vragen? En als je dan nog deze twee bekende bijbelgedeelten hoort, dan is het toch geen vraag meer. Of toch wel?? want aan de ene kant zijn er mensen, die zó in de duivel geloven, dat het lijkt alsof hij ergens in onze geloofsbelijdenis staat: Ik geloof in de duivel. Nou, niet dus en ook niet in de catechismus; alleen in de allerlaatste zondag, Zondag 52, is er sprake van de laatste bede van het Onze Vader Verlos ons van de boze. Dus geef de duivel niet teveel eer. En er zijn ook mensen, die zijn bestaan ontkennen en de duivel alleen zien als een aanduiding voor het kwaad in de mens, in mij zelf. Maar een aparte macht? Nee! Vandaar de keuze voor de beide lezingen, om duidelijk te maken welke rol die Diabolos, die door-de-war-gooier speelt in de Bijbel. Dat woord diabolos, duivel, is trouwens een NT-term. In het Oude Testament wordt hij aangeduid als Satan, tegenstander, het woord dat Jezus ook zelf gebruikt, als Hij de duivel aanspreekt. In Genesis 3 is trouwens alleen sprake van de slang en wordt er niet eens uitgelegd wat of wie er wordt bedoeld. Pas in het laatste bijbelboek wordt gesproken over de duivel, de oude slang, die in de afgrond gegooid wordt (Openbaring 20). Maar eerst even terug naar het verhaal van de verzoeking in de woestijn. De verzoeking in de Hof daar komen we later op terug. Als je het voor het eerst hoort, is het best spannend: zal Jezus doen wat de duivel graag wil of zal Hij trouw blijven aan zijn Vader?? In het kinderverhaal voor de kindernevendienst staat: doe-t-ie het of doe-t-ie het niet? "De verzoeking in de woestijn" - het is een bijbelgedeelte wat heel wat vragen oproept. - Wat houdt die verzoeking nu precies in? - En is het echt gebeurd? Dwz. maakt Jezus het allemaal in een visioen mee of staat Hij werkelijk op het dak van de tempel? - - Daarnaast de vraag of Jezus wel verzocht kán worden, want Hij is toch Gods Zoon en dat is toch net zoiets als God zelf. - En kan Hij eigenlijk wel honger hebben? Door goed te luisteren, kunnen we op heel wat vragen een antwoord krijgen en lijnen trekken van Genesis naar Mattheüs en van daaruit naar 2006.
Jezus wordt naar de woestijn geleid door de Geest - zo horen we - naar de woestijn van Judea, tussen Jeruzalem en de Jordaan, waar de duivel ahw. al op Hem wacht. En dat is vreemd, want het is nog maar pas geleden dat Johannes Jezus gedoopt heeft - en de hemel opende zich en een stem had van de hemel geklonken met de woorden: "Deze is mijn geliefde Zoon, in wie Ik mijn welbehagen heb..." en de Geest was als een Duif op Hem gekomen... Een moment om nooit te vergeten... En nu brengt die zélfde Geest Hem naar de woestijn... Moet dat dan van God??? Vindt God dat nu nodig? De vertaling om door de duivel op de proef gesteld te worden" lijkt daar op te wijzen, maar de evangelist Lukas zegt simpeler: "Dáár werd hij door de duivel verzocht". En de apostel Jakobus schrijft in zijn brief: God brengt niemand in verzoeking" - dus zeker zijn eigen Zoon niet - zou ik denken. Zeker is dat de Doop in de Jordaan en het ontvangen van de Geest niet direct de weg tot succes opent voor Jezus, maar dat er eerst nog een "woestijn-ervaring" voor Jezus volgt. Er zijn hier zeker parallellen aan te wijzen met het boek Exodus, waar het volk Israël na de bevrijding uit Egypte en de doortocht door de Schelfzee (hun doop), eerst nog door de woestijn heen moet gaan, voordat het beloofde land voor hen opengaat. De woestijn, een plaats, die in de geschiedenis van Israël een symbolische waarde heeft gekregen. In de woestijn is er de voorbereiding op het beloofde land, is er de voorbereiding op je taak is er de ontmoeting met God - denk maar aan Mozes en Elia. Dáár heeft Jezus de ontmoeting met zijn Vader gezocht, de woorden van Vader, de woorden uit de Schriften met zich meedragend... Zeker als die veertig dagen en nachten Vasten bijna voorbij zijn en de honger zich doet gelden. Op dat moment komen die woorden uit Deuteronomium 8 boven: "40 jaren heeft de Here jullie in de woestijn geleid om u te verootmoedigen en u op de proef te stellen, en Hij gaf u het manna te eten..." Had ik dat manna maar, denkt Jezus misschien wel. En op dát moment verschijnt de Verzoeker: de bijnaam van de duivel, diabolos, spelbreker... "Ik heb het wel gehoord, die woorden "Jij bent mijn geliefde Zoon...". Nou, dat lijkt er niet erg op in deze eenzaamheid en met die honger...
Laat het maar eens zien: Stenen tot brood... simpel toch! Maar dan citeert Jezus de verdere woorden uit Deuteronomium 8: "want niet alleen van brood zal een mens leven, maar van ieder woord, dat uit de mond van God uitgaat." Daarom was er Mánna in de woestijn voor het volk... en zó zal de Vader nu ook wel voor Mij zorgen... dat is de achterliggende gedachte bij Jezus. "Als je Gods Zoon bent...". Jezus wordt uitgedaagd misbruik te maken van de gave die Hem geschonken is: * om een wonder te doen, wat God helemaal niet wil om alleen ik-gericht bezig te zijn; alhoewel: zijn honger is wel echt! Maar Hij is niet zomaar een wonderdoener en er klinken geen machtswoorden. De gaven van de Geest zijn er alleen voor de dienst in het Koninkrijk en een wonderbare spijziging zal later nog wel komen. "Er staat geschreven..." En dát knoopt de duivel in zijn oren Bijna vriendschappelijk neemt hij Jezus mee naar de tempel. Hier in de Heilige stad, bij de tempel, in het huis van Vader, zal er toch niets mis kunnen gaan. Het dak van de tempel... "Spring maar, toon je Godsvertrouwen en de engelen zullen komen..." Zegt Psalm 91 niet: aan zijn engelen zal Hij opdracht geven... en zij zullen je op handen dragen en zorgen dat je je voet niet aan een steen stoot. Een half citaat maar, want er staat in de psalm tussen: en zij zullen je behoeden op al je wegen - en Jezus had nog een hele weg te gaan Maar één citaat is niet genoeg... het lijkt wel op ons gezegde: je moet Schrift met Schrift vergelijken, of misschien komt dat hier ook wel vandaan. Want Jezus antwoordt: er staat óók geschreven: "Stel de Heer uw God niet op de proef, test Hem niet uit. Opnieuw woorden uit Deuteronomium, nu hoofdstuk 6. En het is een verwijzing naar die keer, bij Massa en Meriba, dat het volk riep: God als u er bent, waarom zitten we hier dan... Als er een God is, waarom dan...? En dat klinkt ook ons bekend in de oren... Van mensen, die het ons vragen, maar ook van ons zelf... Vaak zo begrijpelijk, die opmerking, als er dingen in het leven gebeuren, die je niet plaatsen kunt. Maar het is niet de weg waarop God tot ons komt door zich even te bewijzen. Daag God niet uit...!
Woorden, die ook wij in deze tijd wel ter harte mogen nemen en ik moest denken aan woorden, die ik een keer langs de kant van de weg las: zorg dat je beschermengel je wel bíj kan houden. En zo is het op veel terreinen in ons leven: daag God niet uit. Voor Jezus zíjn die (bescherm-)engelen er wel, maar pas aan het einde van de verzoekingen zullen zij hun taak verrichten. En dan de derde verzoeking: een appèl aan het roepingbesef van Jezus als Messias: om je taak uit te voeren heb je toch macht nodig... Ik kan je die geven - één knieval slechts... en ik geef je macht over alle koninkrijken op aarde. En in de hemel dan??? Hoort die er niet meer bij? En dan moeten we denken aan die woorden uit het einde van het Mattheüs-Evangelie: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde... ( Matt. 28) Maar dan is Jezus wel de weg van het kruis gegaan. Dan is Hij wel in het diepe van de Godverlatenheid gesprongen. Dan zijn er óók psalmen geciteerd: Mijn God, Mijn God... Maar dan zijn de engelen óók gekomen - op de Paasmorgen! En de Gever van die macht is dan Zijn Vader! Op dit moment klinkt het eerst hard: "Ga weg Satan"! Woorden die later opnieuw klinken als Petrus Hem van de weg van het kruis wil afhouden. En dan heel eenvoudig: er staat geschreven - opnieuw Deuteronomium: "Aanbid de Heer, uw God, vereer Hem alleen". Hij knielt niet - en daarom zal het moment komen, dat elke knie zich voor Hem zal buigen. (Filipp. 2) En de duivel gaat weg - en de engelen komen en dienen Jezus, zorgen voor brood en wijn, zoals het woordje "dienen" suggereert. Het is genoeg! De duivel weet genoeg: dit, deze Zoon is zijn grootste vijand. Gód weet genoeg: Jezus mijn Zoon - Hij is mijn beste Vriend. De trouw aan het Woord en daarin de trouw aan zijn Vader hebben duidelijk gemaakt, waar het in zijn verdere leven op aarde om zal gaan. De weg van de navolging is hierin getekend... zoals Petrus dat in zijn eerste brief zegt: Christus heeft voor ons geleden en heeft ons een voorbeeld gegeven opdat wij in de voetstappen zouden gaan van Hem, die geen zonde gedaan heeft. ( I Petrus 2 : 21) En dat is állesbehalve vanzelfsprekend: geen zonde doen...
Ons leven kun je niet zomaar naast dat van Jezus leggen, maar toch gebeurt hier in Mattheüs 4 iets, wat al op de eerste bladzijden van de Bijbel geschetst wordt. We hebben het gelezen (in Genesis 3). De trouw, het verbond tussen God en zijn kinderen wordt op de proef gesteld.... Als je Gods Zoon bent, dan kun je toch...... Als je mens van God bent, Adam, Eva, dan mag je toch wel... Als je christen bent, dan heb je toch wel de vrijheid en dan mag je toch ook wel aan jezelf denken... Zó staat ook óns leven onder spanning. Wordt ons christen-zijn op de proef gesteld. En er wordt ons ingefluisterd: "... Als je dan gedoopt bent, als je door het water bent gegaan, of het water over jou..., als je de Geest gekregen hebt, dan hoef je toch zeker niet in de woestijn te zijn... Ik weet wel een andere weg..." En ons wordt door Gods tegenstander, door de Verzoeker een andere weg voorgeschoteld, zonder navolging...... waar "brood" is in overvloed... en dan heb je toch geen "Manna" nodig... waar spektakel is en aanzien bij het geloven hoort... en dat mag toch wel volgens de Bijbel...... en waar een knieval voor een beetje (of veel) macht het geloof toch geen kwaad doet... De duivel - die brengt eigenlijk twee gevaren met zich mee... óf teveel aandacht: en dan heeft hij het direct gewonnen krijgt hij teveel eer ontlopen mensen hun eigen verantwoordelijkheid, want "overal zit de duvel achter" en dan heeft hij het direct gewonnen; óf te weinig aandacht - zeker in deze tijd: waar de theologie hem in het rariteitenkabinet heeft gezet... " de duivel, ach dat was vroeger..." en waar in de praktijk alleen nog maar gesproken wordt over het kwaad in de mens, in de wereld, in de structuren, enz. en dat moeten we zelf zien te klaren.. Voor Jezus Christus was hij reëel...... even listig als de oude slang uit het paradijs... degene, die Hem bij zijn Vader vandaan wilde trekken... mensenmoordenaar vanaf het begin. Daarom is Genesis 3 ook geen verleden tijd. Is het het verhaal van ieder mens. Steeds weer verleid om je eigen god te zijn. Ingaan op de fluistering, die leidt tot gebondenheid.
Zondagmorgen 12 februari Gereformeerde Kerk Ds. J.Schep En ook wij ervaren onze verzoekingen...: nee, niet állemaal duivels, - soms, ja, als je je begeeft op wegen, die je brengen in het rijk van zijn duisternis, waar hij vrijspel krijgt in mensenlevens... (en wat para-normaal is, buiten-gewoon, kan je daar brengen) maar de mééste verzoekingen zijn gewoon met ons dagelijks leven gegeven; De verzoeking de weg van de minste weerstand te gaan: van zorgen voor jezelf en niet voor de ander van het gericht zijn op eer en daarbij de ander als opstapje gebruiken van het gaan van een weg, waarop God een hulpje mag worden voor noodgevallen, ipv. van De Enige, die onze aanbidding waard is En de duivel, ja die lacht dan. De schrijver van de Hebreeënbrief wijst ons er op, dat wij ook dán in Jezus een Bondgenoot hebben. "Hij kan meevoelen in onze zwakheden en onze zwakke momenten want Hij is verzocht geweest net zoals wij...... zonder te zondigen" Kon Hij dat niet..? Ja, ook Jezus kon kiezen, daar in de woestijn. Anders had het geen inhoud gehad. Maar door die Geest van de Jordaan kon Hij de goede keuze doen. Door zijn trouw aan het woord van de Vader - zijn leven in dat Woord - wist Hij wat God van Hem vroeg. Nee, we geloven niet in de duivel. We geloven in Jezus, de nieuwe mens, tweede Adam. En daarom áls we die fluisterstem horen kunnen we zeggen: Jezus is overwinnaar! We zijn niet machteloos! Keuzes maken. Van Genesis 3 via Mattheüs 4 naar Zuidland 2006. Verantwoordelijkheid dragen. Mens van God zijn. En God zoekt ons altijd weer op - ook als wij struikelen. Waar ben je? Hij tilt ons weer op, zodat wij opnieuw in Zijn voetstappen kunnen wandelen. Want er staat in ieder geval geschreven: Hij is getrouw! (Hebr. 10: 23) Amen. www.kerkeninzuidland.nl 6 / 6