Deze hoofdvraag is vervolgens vertaald in zes deelvragen, die we in dit conclusiehoofdstuk zullen beantwoorden.

Vergelijkbare documenten
Vechtsport veranderde mijn leven

(Vergroten) maatschappelijke betekenissen vechtsport?

Fighting4Change Er is altijd een alternatief voor gedrag!

Werken met (etnisch) gemengde groepen: een wereld te winnen

Beloften van vechtsport

Agnes Elling Het homofobe sportklimaat is een schande voor Nederland

Agnes Elling Sport is geen panacee voor alle kwalen

Sportdeelname van jongeren met gedragsproblemen

Weerbaarheidstraining helpt jongeren echt! Weerbaarheidstraining slaat brug tussen jongeren in multicultureel Nederland

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Succesvol betrekken van jongeren in de buurt. Door: Jurgen Huizenga (NIVM) en Bram Buiting (projectleider Coaches bij NISB)

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers

Weerbaarheidstraining voor iedereen. Weerbaar met Accres. Accres.nl/weerbaarheid

Sport en de persoonlijke ontwikkeling van kwetsbare jongeren

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Marc Theeboom Weerbaarheid is meer dan een trukendoos vol vechtsporttechnieken

VLAAMSE TAEKWONDO BOND VZW GEDRAGSREGELS. Vlaamse Taekwondo Bond vzw

Lesprogramma s voor pedagogische inzet van vechtsport in het onderwijs

Groepsprocessen Netwerkvragen als uitgangspunt. Dynamiek in netwerken en gedrag

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet?

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting. Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

VLAAMSE TAEKWONDO BOND VZW GEDRAGSREGELS. Vlaamse Taekwondo Bond vzw

Nationaal Sportonderzoek

6 Psychische problemen

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top

Samenvatting (Summary in Dutch)

Projectnummer: 9173 In opdracht van: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus GL Amsterdam 1000 AR Amsterdam

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Impact Life Goals Programma s. Life Goals Monitor Weken 1

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten)

It s showtime. Naam auteur Ester Wisse. Begeleider Dr. Olivier Kramsch

Informatie over de deelnemers

Nederlandse samenvatting

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht

Nederlandse samenvatting

Meedoen! sportbonden en verenigingen aan zet? Wat te verwachten: Programma Meedoen Alle Jeugd door Sport

Seksuele gezondheid Uitdagingen voor migranten organisaties

Arbeidsdeelname van paren

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Publiekssamenvatting Onderzoek sportdeelname. Gemeente Zeewolde

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

Een praktijkreviewstudie naar het motiveren van leerlingen met verschillende prestatieniveaus en sociale en etnische achtergrond

Opgave 1 Agressie op het sportveld

Workshops De werkelijkheid van gedrag. 11 maart, 25 maart en 8 april 2010

VOORWOORD 13 INLEIDING 19

Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap

Evaluatie. Rots & Water

4/26/2016. Vechtsport als middel voor persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke integratie?!

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

Wat is er met motivatie aan de hand?

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Samenvatting. Sportsocialisatie en de rol van de school

Verenigingsenquête Meedoen Alle Jeugd door Sport -programma

Sportende jeugd, gezonde jeugd

Opvoeden na partner geweld Trees Pels Katinka Lunneman Jodi Mak Susanne Tan Meta Flikweert Marjolijn Distelbrin Majone Steketee

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

77% 16% 7% tevreden neutraal ontevreden. 14% 22% 6% Familie Vrienden Buren

Werkt de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld?

Missie & visie jeugdopleiding Standaard Denderleeuw.

Jongerencoaching Raster

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Een Positief. leer en leefklimaat. op uw school

Nederlandse Samenvatting

Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers. In opdracht van: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Robert Selten. Jessica Greven.

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Tussen instrumentalisering en ontspanning: de rol van sport in de zorgsector. Marc Theeboom Jasper Truyens Tessa Commers

Strategisch beleidsplan O2A5. De dialoog als beleid

1 Aanbevolen artikel

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en. zelfbeheersing op het Sondervick College

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk.

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Evaluatie Rots & Water

SV SLIKKERVEER OP NAAR HET 100-JARIG BESTAAN. Beleidsplan

School, Bewegen en Sport

Rapportage Ben Bizzie Monitor Basisschool Den Doelhof Meijel. augustus 2018

Frits Avis Er bestaat geen raamwerk voor een sportcarrière

Inhoud. Voorwoord 1 1 DEEL I INVLOEDEN 13

Wacht maar tot ik groot ben!

HIJS HOKIJ DEN HAAG GEDRAGSCODE

Ontdek je managementsupport.nl/event

Agnes Elling Topsport kan leiden tot eenzijdige identiteit

JE KAN TOCH WEL TEGEN EEN STOOTJE?

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

st r e s smanagement Inzicht in het omgaan met spanningen. Maximaal aantal deelnemers 12 Leren oplossingsgericht te handelen.

Transcriptie:

In dit onderzoek staan jonge vechtsporters centraal. We hebben onderzocht welke betekenissen zij zelf, hun ouders en hun trainers verlenen aan hun deelname aan vechtsport. Dit om meer inzicht te krijgen in de ervaren psychosociale en maatschappelijke invloeden van vechtsportdeelname. Bij 24 vechtsportverenigingen die participeren in het programma Tijd voor Vechtsport van de KNKF, zijn onder 12 tot 16-jarige vechtsporters 260 vragenlijsten verzameld. De resultaten van deze zelfrapportages zijn vergeleken met die van andere jeugdige sportbeoefenaars (n=325). Ook de trainers van jonge vechtsporters is gevraagd naar hun visie op vechtsport, training geven en naar de effecten van vechtsportdeelname op het psychosociale welzijn en het gedrag van jongeren. Naast het kwantitatieve (vergelijkend) onderzoek zijn ook gegevens verzameld over de betekenis en invloed van vechtsport via interviews met jongeren, ouders en trainers en door middel van participerende observaties over een periode van twee jaar. De volgende algemene vraagstelling was leidend bij het onderzoek: Welke betekenissen geven jeugdige vechtsporters, hun ouders en ~rainers aan vechtsport en ii~ hoeverre draagt vechtsportdeelname bij aan een positieve psychosociale ontwikkeling en sociale integratie? Deze hoofdvraag is vervolgens vertaald in zes deelvragen, die we in dit conclusiehoofdstuk zullen beantwoorden. 1. Welke jongeren doen aan vechtsport en wat zijn hun motieven? 2. Ontwikkelen jonge vechtsporters via hun sportdeelname maatschappetijk relevante competenties zoals discipline, samenwerking en doorzettingsvermogen? 3. Draagt deelname aan vechtsport bij tot agressieregulatie (verbaal/fysiek) en het tegengaan van overig antisociaal gedrag (zoals diefstal)? 4. Draagt deelname aan vechtsporten bij tot meer ontmoeting, culturele uitwisseling en wederzijdse acceptatie tussen autochtone en allochtone jongeren? 5. Bestaan er verschillen in gevonden effecten naar sekse, etniciteit en duur van de sportdeelname? 6. In hoeverre zijn gevonden invloeden vechtsportspecifiek en welke factoren zijn van belang voor het optimaliseren van positieve effecten? Vechtsport omdat het leuk en gezond is én je jezelf leert verdedigen De responsgegevens van de vechtsportende jongeren in dit onderzoek bevestigen de resultaten van de monitoring van het Meedoen alle jeugd door sport -programma (Frelier & Breedveld 2010), dat KNKF-leden relatief vaak een niet-westerse achtergrond hebben. In ons onderzoek onder jonge vechtsporters van 12 tot 16 jaar vormen jongeren met een niet-westerse etnische achtergrond met 61 procent een meerderheid. Bij alle 99 deelnemende CONCLUSIES 115

Tijd voor Vechtsport -verenigingen had 37 procent van alle jeugdleden bij de 0-meting in december 2007 (vergelijkbaar met dataverzameling KNKF-onderzoek) een niet-westerse achtergrond. Het totale gemiddelde bij alle Meedoen-verenigingen lag op 19 procent. De extra hoge vertegenwoordiging van allochtone jongeren in ons onderzoek kan verklaard worden door de leeftijd en het grote aantal thai- en kickboksverenigingen waar het onderzoek is uitgevoerd. Vooral deze vechtsportdisciplines zijn populair onder jongeren met een niet-westerse etnische achtergrond (Marokkaans, Turks en Surinaams). De verhouding tussen jongens en meisjes binnen onze steekproef is met 67/33 vergelijkbaar met de sekseverhouding over alle KNKFverenigingen in 2007. Onder allochtone jongeren ligt de sekseverhouding nog schever ten gunste van jongens. Net als andere sportende scholieren beoefenen jonge vechtsporters hun sport voornamelijk omdat ze het leuk vinden, het gezond voor zeis en ze zich er lekker kunnen uitleven. Naast deze meer algemene motivaties geven bijna alle vechtsporters tevens aan dat ze zich willen leren verdedigen en/of beter willen leren vechten. Vechtsporters willen ook vaker dan andere sporters sterker en gespierder worden. Ouders noemen nadrukkelijk het verhogen van weerbaarheid als een belangrijk motief om hun kinderen aan te melden voor vechtsport. Ze gaan er vanuit dat vechtsport voor verlegen en teruggetrokken jongeren bijdraagt aan het verhogen van het zelfvertrouwen. Voor brutale en drukke (of agressieve) jongeren zou vechtsport juist een rustgevend en regulerend effect kunnen hebben. Statusmotieven zoals graag geld willen verdienen met de sport speelt voor ongeveer een derde van de vechtsporters een rol, niet beduidend meer dan voor andere sporters. Ze nemen bovendien af onder "gevorderde vechtsporters, terwijl deze motieven juist toenemen onder overige jonge sporters die langer actief zijn. Niettemin kwam uit het kwalitatieve onderzoek duidelijk naar voren dat een professionele vechtsportcarrière een aantrekkelijk toekomstperspectief vormt voor een dee! van de (allochtone) sporters én hun ouders. Vechtsport bevordert persoonlijke groei Overeenkomstig de filosofie van de traditionele Oosterse vechtsporten zijn sporters, ouders en trainers erg positief over de psychosociale invloeden van vechtsport. Vaker dan andere sporters geven vechtsporters aan dat ze door hun sportdeelname meer zelfvertrouwen hebben gekregen, zich prettiger voelen, meer discipline hebben en meer respect hebben voor anderen. Deze extra onderkenning van positieve effecten geldt zowel voor jongens als voor meisjes en zowel voor autochtone als (niet-westerse) allochtone vechtsporters. Trainers onderstrepen het belang van zowel disciptinerende als meer op zelfontwikkeling gerichte opvoedkundige waarden. In hun trainingen benadrukken zij expliciet waarden als samenwerken, respect voor de tegenstander, zich aan de regels houden en plezierbeleving. Ook in de gesprekken met jonge karateka s en kickboksers echoën waarden als discipline, respect en persoonlijke groei. Vechtsporters voelen zich vergeleken met andere sporters door hun sportdeelname voora! veiliger op straat. Vanwege de sterke oververtegenwoordiging van allochtone jongens, hebben jonge vechtsporters minder vertrouwen in andere mensen vergeleken met andere sporters. Ze geven in de interviews ook regelmatig aan problemen thuis te hebben of te hebben gehad. De resultaten suggereren dan ook dat vechtsporters zich mogelijk vaker dan de gemiddelde jongere in kwetsbare maatschappelijke posities bevinden (lagere sociaaleconomische positie, onveilige woonomgeving, huiselijk geweld). Veel ouders en trainers signaleren dat (hun) kinderen door vechtsportdeelname zelfbewuster en mentaal en fysiek weerbaarder zijn geworden. De beoordeling van de positieve invloeden door jongeren zelf en hun ouders en trainers lijkt deels voort te komen vanuit de neiging een positiever beeld te schetsen van hun sport, dan in de algemene beeldvorming gangbaar is. Maar ook de uitkomsten van de zelfrapportage, waarbij in de vragen geen directe relatie gelegd werd met (vecht)sport, onderstrepen de positieve invloed van vechtsport op jongeren. Zo is de algemene zelfwaardering van vechtsporters iets hoger vergeleken met andere (sportende) scholieren en voelen vechtsporters zich vooral beduidend fysiek en sportief competenter. De bevindingen suggereren dat beginnende vechtsporters vanuit hun kwetsbare positie soms eerder geneigd zijn hun zelfvertrouwen te overschreeuwen; terwijl vechtsporters na verloop van tijd daadwerkelijk een sterkere mate aan zelfwaardering ontwikkelen. De nadruk op disciplinerende en prosociale waarden als samenwerken en respect in trainingen lijken hun uitwerking te hebben. Vergeleken met andere (niet-)sporters en gecontroleerd voor achtergrondvariabelen als sekse en etniciteit rapporteren vechtsporters iets positiever op prosociaal gedrag zoals op tijd op afspraken komen en rekening houden met anderen. Zowel jonge vechtsporters als hun trainers geven aan dat vechtsport hen heeft geleerd doelen te stellen waarvan ze ook op andere maatschappelijke terreinen (bijvoorbeeld opleiding) profiteren. Uit het onderzoek komt tevens naar voren dat vechtsport niet voor iedereen de juiste methode is. Sommige vechtsporters haken gefrustreerd af of trainers zijn teleurgesteld als ze bepaalde jongeren niet echt weten te bereiken. Maar zoals in de literatuur (bijvoorbeeld Columbus &Rice 1998; Trulson 1986) reeds naar voren komt, ademt vechtsportbeoefening voor veel deelnemers een sterke intrinsieke verbondenheid met persoonlijke groei. Vechtsport trekt "vechters; maar doceert agressieregulatie Het belangrijkste dilemma in de publieke discussie rondom vechtsport is de tegenstrijdige beeldvorming rondom agressieregulering (Endresen & Olweus 2005; Theeboom 2002). In hoeverre beteugelt vechtsportdeelname nu agressie onder jongeren of leert het jongeren juist om beter hun mannetje te kunnen staan op straat door het gebruik van vechtsporttechnieken? Meer dan de helft van de jongeren die aan vechtsport doet, geeft zelf aan dat de beoefening van de sport een agressieregulerend effect op hen heeft, dat ze minder agressief zijn door vechtsportdeelname. Onder andere sporters onderkent ongeveer een derde een agressieregulerend effect. Vechtsporttrainers zijn nog beduidend positiever over de invloed van vechtsport. Meer dan andere sporters leren zij vechtsporters ten slotte expliciet hun energie en agressie te kanaliseren en niet in te gaan op ~uitdagingen van anderen, waardoor ze zich rustiger voelen. 116 BELOFTEN \%N VECHTSPORT CONCLUSIES 117

Ook als niet rechtstreeks gevraagd wordt naar de invloed van vechtsport, geven vechtsporters blijk yan een relatief lage agressietolerantie vergeleken met overige sporters en vooral vergeleken met niet-sporters. Dat wil zeggen dat sporters in het algemeen en vechtsporters in het bijzonder minder vaak aangeven dat ze graag ruzie maken en ook negatiever staan tegenover het gebruik van geweld op straat. De lagere agressietolerantie treedt vooral op bij jongens en bij vechtsporters die langer dan twee jaar actief zijn. Onder overige sporters laat de duur van hun sportdeelname geen verschil zien, wat de specifieke invloed van vechtsport bevestigt. Het onderzoek laat zien dat de gevonden lagere agressietolerantie geen selectie-effect is, maar het gevolg van vechtsportdeelname. Want vechtsport trekt zeker niet vooral lieverdjes,. Integendeel, veel vechtsporters hadden aanvankelijk juist problemen met externatiserend probleemgedrag zoals agressiviteit. Dat is soms ook de reden waarom ze op vechtsport moesten,. Of ze wilden zelf vooral beter leren vechten. Maar door de vechtsporttrainingen treedt bij velen een veranderende houding op. In de meeste sportscholen heerst een verbod op het gebruik van geweld op straat, met daaraan verbonden sancties als royement. Dat de meeste vechtsporters niet op straat willen vechten betekent niet dat ze nooit meer in de verleiding komen. Juist het imago van vechtsport zorgt ervoor dat vechtsportende jongeren vaker uitgedaágd worden. Vooral wanneer ze ook maatschappelijke capaciteiten en ambities hebben (ondersteund door hun ouders en trainer) lukt het veel vechtsporters om de verleidingen van de straat te weerstaan en andere keuzes te maken. Maar binnen een beperkt deel van het vechtsportwereldje is de grens met de straatcultuur dun en hebben aanva!len, overwinnen en vernederen meer aanzien dan weglopen en respect tonen. Ook ten aanzien van daadwerkelijk antisociaal gedrag, zoals dingen vernielen en ruzie maken, treedt een flinke afname op onder vechtsporters die langer actief zijn. Daarmee ondersteunen de resultaten de overtuiging van veel vechtsporters en trainers dat vechtsport niet stimuleert tot vechten, maar juist een belangrijke bijdrage kan leveren aan weerbaarheid en agressiebeteugeling. Sociale en maatschappelijke integratie door vechtsport? Vergelijkbaar met andere sporten heeft vechtsport voor veel jongeren een belangrijke sociale betekenis. Ze gaan er met vriendjes naar toe (of stoppen wanneer hun vrienden ophouden) en leren er nieuwe mensen kennen. Voor sommigen vormt de sportschool een tweede huis, voor anderen is het eerder een soort fitnesscentrum, waar ze betalen om te sporten, maar verder weinig binding mee hebben. Vanwege het sterk gemengde karakter van de meeste vechtsporttrainingen treden veel interetnische ontmoetingen op. In vergelijking tot andere sporten draagt vechtsport vooral voor autochtonen en meisjes bij tot meer interetnische ontmoeting en contacten. De meeste interetnische vriendschappen blijven beperkt tot contacten binnen de vechtsportschool, maar kunnen we! degelijk sportoverstijgende betekenis hebben. De resultaten laten zien dat etnische identificaties en conflicten niet geheel voorbijgaan aan de vechtsportschool. Etnische discriminatie treedt ongeveer even vaak op als in andere sporten. Niettemin ]deerst er een sterk gevoel van etnische neutraliteit en wordt door de meeste trainers veel nadruk gelegd op respect voor de ander; wat bijdraagt tot wederzijdse acceptatie. Voor veel (allochtone) jongeren biedt de sportschool dan ook een veilige haven waar ze zich meer thuis voelen dan op enig andere plek en waar ze zich gerespecteerd en geaccepteerd voelen. Afkomst wordt in de sportschool als ondergeschikt gezien aan de principes en beleving van vechtsport en de mogelijkheden om de top te bereiken of op een andere manier carrière te maken in de vechtsport door bijvoorbeeld een eigen sportschool te beginnen. Vooral binnen het kickboksen zijn allochtone vechtsportschoolhouders geen uitzondering, waarmee de vechtsport bijdraagt aan intercultureel ondernemerschap. Deze vechtsporttrainers bieden allochtone jongeren niet alleen meer mogelijkheden tot passende sportdeelname, maar ze kunnen voor deze jongeren ook een vo0rbeeldfunctie vervullen, zowel binnen de vechtsport als vanuit bredere maatschappelijke perspectieven. Veel vechtsporttrainers voelen zich sterk maatschappelijk betrokken en begeleiden jongeren niet alleen in hun vechtsportloopbaan. Mede op basis van hun eigen kennis en ervaringen voelen zij zich vaak vooral medeverantwoordelijk voor de persoonlijke ontwikkeling van hun sporters. Ze leren maatschappelijk kwetsbare (allochtone) jongeren via vechtsport doelen te laten stellen in én buiten de sport en bevorderen daarmee hun maatschappelijke mogelijkheden en integratie. Meer mogelijkheden voor (allochtone) meisjes en vrouwen De resultaten bevestigen het beeld dat veel vechtsporten vooral onder jongens met diverse etnische achtergronden populair zijn. De meeste trainers, sportscholen en gala s zijn dan ook vooral ingesteld op (allochtone) jongens. Toch zagen we dat de deelname van zowel allochtone als autochtone meisjes groeiende is. Voor veel allochtone meisjes zijn vechtsporten toegankelijker dan veel sportverenigingen omdat hun vader of broer reeds bekend is met de sport(school) en/ of ouders meer vertrouwen hebben in een vechtsporttrainer met dezelfde etnische achtergrond. Meisjes doen in principe gewoon mee met de algemene lessen. Maar niet voor alle meisjes stuit een dergelijke algemene aanpak aan bij hun wensen en mogelijkheden. Langzamerhand ontwikkelen zich dan Ook initiatieven voor aparte meisjesgroepen. Het aantal vrouwelijke trainers en mogelijkheden voor meisjes en vrouwen om aan wedstrijden deel te nemen, is nog zeer beperkt. Vergelijkbaar me~ bevindingen van Lakes & Hoyt (2004) vonden wij vooral ondersteuning voor het optreden van psychosociale effecten onder jongens. Onder hen is externalise~end probleemgedrag ook vaak een groter probleem dan onder meisjes. Niettemin kwam uit het onderzoek naar voren dat vechtsport ook voor meisjes een belangrijke toegevoegde waarde kan hebben. Vooral als het gaat om het vergroten van hun fysieke en mentale weerbaarheid. Juist vanwege de relatief sterke vertegenwoordiging van etnische minderheden binnen de vechtsport biedt de vechtsport vooral voor autochton~ jongeren meer kansen op interetnische contacten, uitwisseling en vriendschappen. Zij zullen soms wel meer moeite hebben dan allochtone jongeren met de veelal hiërarchische structuur en de sterke nadruk op respect en disciplinering, waarmee de vechtsportcu!tuur meer aansluit bij opvoedstijlen in niet-westerse culturen dan bij moderne onderhandelingsgerichte opvoedingsstijlen in (hoger opgeleide) Nederlandse huishoudens. 118 BELOFTEN VAN VECHTSPORT CONCLUSIES 119

De trainer als sleutelfiguur voor effectoptimalisering Ook andere sporten kunnen bijdragen tot het vergroten van het zelfvertrouwen en fysieke competenties, bijdragen aan het leren van discipline en samenwerken, aan kanalisering van energie en agressie en aan het sluiten van vriendschappen. Het beoefenen van vechtsport an sich betekent bovendien niet dat vanzelf allerlei positieve effecten optreden. Maar meer dan bij andere sporten kennen vechtsporten een intrinsieke verbondenheid met aspecten als respect voor de trainer en de tegenstander, fysieke en mentale weerbaarheid en persoonlijke groei. Deze betekenissen treden bij vechtsporters dan ook vaker expliciet op de voorgrond. Ook zonder vechtsportdeelname kunnen jongeren tot evenwichtige volwassenen uitgroeien. Maar vechtsport kan wel een belangrijke rol spelen in de persoonlijke ontwikkeling, in het bijzonder voor maatschappelijk kwetsbare jongeren. Juist vanwege het relatief strenge trainingsregime en de status van de trainer leent vechtsport zich nog meer dan andere sporten voor re-integratietrajecten van zowel allochtone als autochtone jongeren. Toch bieden niet alle sportscholen bij voorbaat een pedagogisch verantwoorde setting voor alle jongeren. Uitspraken over dé vechtsport of dé vechtsporter kunnen niet worden gedaan. Hoewel er duidelijke patronen naar voren komen, bestaan er verschillende typen vechtsport en beoefenaars. Er zijn verschillende benaderingswijzen binnen het brede scala van vechtsporten, maar ook binnen één type vechtsport. Individuele sporters benaderen hun sport vanuit bepaalde motieven, die be fnvloed kunnen worden door de dominante benaderingswijze vanuit een bepaalde sport of de insteek van een specifieke trainer. De resultaten onderstrepen bevindingen uit andere studies dat de trainer een centrale rol speelt in de manier waarop vechtsport positieve psychosociale effecten kan bewerkste!lingen. Alle vechttrainers hebben een sterk geloof in de positieve invloeden van vechtsport en ze stellen ook vrijwel allemaal de psychosociale ontwikkeling van hun sporters op de eerste plaats. Ze kennen zichzelf een belangrijke pedagogische taak toe en fungeren voor sommige van hun leerlingen als vader of grote broer (trainers zijn nog vooral mannen). Maar er bestaan wel verschillen. Trainers verwijzen ook naar bepaalde collega s die naar hun idee minder pedagogisch verantwoord werkzaam zijn en vooral gericht zijn op presteren en het winnen van wedstrijden. De resultaten lieten zien dat opleidingen van invloed zijn op de werkwijze van trainers. Trainers die opleidingstrajecten hebben gevolgd waarin meer aandacht is voor weerbaarheid, agressieregulering en maatschappelijke integratie geven aan dat ze hun trainingen hier ook effectiever op kunnen inzetten. Evenals een concreet interventieonderzoek van bijvoorbeeld vechtsportprojecten via scholen. De resultaten suggereren echter dat daadwerkelijke effecten waarschijnlijk pas na relatief intensieve beoefening optreden. Vechtsport is veelzijdig, evenals de variatie in de manieren waarop vechtsport wordt aangeboden en de verwachtingen van de deelnemers. Ons onderzoek vond bovendien alleen plaats binnen sportscholen aangesloten bij de KNKF en geeft geen volledig beeld van de vechtsport. De gevonden resultaten suggereren dat er zowel selectie, sociaal wenselijke als daadwerkelijke interventie-effecten optreden door vechtsportdeelname. Bepaalde groepen jongeren voelen zich meer tot (vecht)sport aangetrokken dan andere (selectie). Beginnende vechtsporters vertonen waarschijnlijk meer externaliserend (agressiever) dan wel internaliserend (weinig zelfvertrouwen, sociaal angstig) gedrag dan andere sporters. Dit hangt samen met de motivatie tot deelname van de ouders (weerbaarheid, agressieregulering) en de jongeren zelf. Juist onder maatschappelijk kwetsbare jeugd (waaronder allochtone jongeren) en in onveilige buurten is het beoefenen van vechtsport populair. Niet alleen om je beter te kunnen verdedigen, maar ook om beter te leren vechten. Zeker wanneer jongeren, ouders en trainers hoge verwachtingen toekennen aan vechtsportdeelname, zien ze mogelijk ook deels effecten die wellicht niet alleen op het conto van de vechtsport te schrijven zijn (sociale wenselijkheid), maar bijvoorbeeld vooral samenhangen met de vertrouwensband met een trainer, prestaties op schoo! en/of de ondersteuning vanuit huis. Wanneer de persoonlijke betekenis van vechtsport groot is, stijgt ook het geloof dat vechtsport een unieke bijdrage kan leveren aan het vergroten van het mentale en fysieke zelfvertrouwen en agressieregulering bij anderen. En wordt dit geloof vol overtuiging uitgedragen om juist tegenwicht te bieden aan de hardnekkige ambivalente beeldvorming rond vechtsporten. Ons onderzoek heeft laten zien dat vechtsportdeelname daadwerkelijk een belangrijke bijdrage kan leveren aan persoonlijke groei en het verminderen van probleemgedrag door onder meer disciplinering en agressieregulering ( interventie -effect). De vechtsportwereld kan vooral bijdragerì aan de psychosociale ontwikkeling van maatschappelijke kwetsbare jeugd en hen inspireren tot het (blijven) maken van de keuzes voor het goede padl Vechtsport als belofte Concluderend kan gesteld worden dat vechtsportdeelname een positieve bijdrage kan leveren aan het Verbeteren van het psychosociaal functioneren van jongeren en aan maatschappelijke (re-)integratie. De resultaten zijn weliswaar vooral gebaseerd op zelfrapportage van jonge vechtsporters, hun ouders en trainers, maar bieden voldoende ondersteuning voor het vaststellen van een algemeen positief resultaat. Voor een nog steviger fundament zouden in toekomstig onderzôek ook rapportages van onafhankelijke anderen kunnen worden meegenomen: 120 BELOFTEN VAN VECHTSPORT CONCLUSIES 121

Vechtsporten zijn populair onder Nederlandse jo n- gens en meisjes met uiteenlopende etnische acl~tergronden. Vanuit de filosofie van de traditionele Oosterse vechtspo~tèn zou deelname onder meer bijdragen tot meer zelfvertrouwen, discipline en respect en tot agressieregulering. In de publieke opinie hebben vechtsporten echter ook een imago als sporten voor straatvechters die agressief gedrag juist kunnen versterken. Binnen het overheidsprogramma Meedoen alle jeugd door sport heeft de KNKF van 2006-~Ò10 bij honderd sportsportscholen en verenigingen (onder andere karate, boksen, taekwondo, kickhoks~n en aikido) invulling gegeven aan he~~~pròj~ct "Tijd vo.or Vechtsport,. Binnen dit kader l~eeft het W.J.H. Mutier " Instituut uitgebreid onderzoek gedaan naar de psychosociale betekenissen en effecten van vechtsport. De uitkomsten hiervan staan beschreven in Beloften van vechtsport. Zowel de harde cijfers als de inzicht gevende verhalen uit interviews en observaties làten. zien dat vechtsport een belangrijke bijdra~ge kan leveren aan weerbaarheid, agressiebeteugeling en persoonlijke groei. Juist voor maatschappelijk kwetsbare jeugd biedt vechtsport mogelijkheden tot het verbeteren van hun psychosociale welzijn en maatschappe-... lijke (re-)integratie. Gekwatificeerde vechtsporttraf-. ners met sportinhoudelijke én pedagogische kennis en vaardigheden vormen hierbij een sleutelrol. De opgetekende harde en zach~te resuljíatenlaten zien dat vechtsport geen wondermiddel is dat altijd werkt, maar tonen vooral ook de inspirerènde persoonlijke én maatschappelijke beloften van vechtsport. -: ISBN 978-90-5472-144-4 wj ~~mulier instituut INITIATiE F i VAN DEJ