Website Informatie Aviaire Influenza. Gelderland Midden en Gelderland Zuid

Vergelijkbare documenten
Hollands Midden. Aviaire influenza, gevolgen voor de volksgezondheid. GHOR Hollands Midden GGD Midden Holland GGD Zuid-Holland Noord

Regionaal draaiboek Influenzapandemie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 september 2009 Betreft Nieuwe Influenza A (H1N1)

Verslag toezichtsbezoek aan GGD Noord en Midden Limburg

Veilig ruimen van pluimvee bij vogelgriep

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1)

Antivirale middelen tijdens een grieppandemie

Verslag toezichtsbezoek aan de Hulpverlening Gelderland Midden

@rboinfect alertsysteem

BCOU PROTOCOL NIEUWE INFLUENZA A H1N1, DE ZOGENAAMDE MEXICAANSE GRIEP, VERSIE 26 AUGUSTUS 2009 / IVK

Hoesten, niezen en neus snuiten in papieren zakdoekje. Zakdoekje direct weggooien. Handen wassen met water en zeep. ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Mycofenolaatmofetil Mycofenolaat mofetil, CellCept, Myfenax

Regionaal draaiboek Influenzapandemie

Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Mycofenolaatmofetil. Mycofenolaat mofetil, CellCept, Myfenax

Griep (influenza) Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Samenvatting. Griepvaccinatie: wie wel en wie niet?

RBPi INFLUENZA PANDEMIE Actiecentrum GHOR / GGD

Azathioprine Imuran, Azafalk

Vogelgriep-vaccinatie van hobbypluimvee.

Informatie over Q-koorts

Grieppandemie. Wat moet u weten over een grieppandemie (wereldgriep)?

Inleiding 3. Hoe werkt het medicijn? 3. Voor welke aandoeningen wordt het gebruikt? 3. Hoe moet ik het gebruiken? 3. Hoe moet ik het bewaren?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Sulfasalazine (Salazopyrine EC, salazosulfapyridine) bij reumatische aandoeningen

Mycofenolaat Mofetil (MMF CellCept ) bij reumatische aandoeningen

Website Informatie Influenzapandemie. Gelderland Midden en Gelderland Zuid

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag PG/ZP juli 2007

RBPi INFLUENZA BIJLAGEN Vaccinatie strategie pandemie

Kinderdagverblijf Ziza Zebra

Sulfasalazine Salazopyrine

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Infl uenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Website Informatie Nieuw Humaan Influenza virus. Gelderland Midden en Gelderland Zuid

Bijlage 3. Monitoring contacten ebola- of marburgpatie nt

RBPi INFLUENZA BIJLAGEN Klein distributieplan Tamiflu

Methotrexaat bij reuma Ledertrexate, Emthexate, Metoject

ons kenmerk BAOZW/U Lbr. 09/126

Azathioprine (Imuran ) bij reumatische aandoeningen

Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals

Influenza surveillance

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 april 2009 Betreft Kamervragen Mexicaanse griep

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND

Abatacept (Orencia) Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Azathioprine (Imuran )

Azathioprine (Imuran ) bij dermatologische aandoeningen

PROTOCOL. Richtlijnen geneesmiddelenverstrekking en medische handelingen op de peuterspeelzalen

Nieuwe Influenza A (H1N1)

PRAKTISCHE PATIËNTENINFORMATIE

Protocol medisch handelen op school

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag PG/ZP jun. 08

Voorbereid zijn op zoönosen: lessen van de H7N7 uitbraak

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Regionaal draaiboek Influenzapandemie

Zieke kinderen en de kinderopvang

Ziekenhuizen. Druppelisolatie kinderen

Abatacept (Orencia ) subcutaan bij reumatische aandoeningen

Prednison/Prednisolon

Behandeling Voorkoming van verspreiding Geïsoleerd verplegen Maatregelen voor bezoekers Heeft u nog vragen?

Patiënteninformatie. Griep of influenza

Samenvatting. Etiologie. samenvatting

Leflunomide Arava. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Beleid zieke kinderen

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Azathioprine (Imuran) bij kinderen bij de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa en auto-immuun hepatitis

Azathioprine (Imuran) bij de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa en auto-immuun hepatitis

GENEESMIDDELENVERSTREKKING EN MEDISCHE HANDELINGEN BINNEN DE PEUTERSPEELZAAL.

PROTOCOL ZIEKE KINDEREN EN MEDICIJNEN

Prod. oktober 2014, NL/TRIM/0001/14, Exp. oktober Triumeq. Starten met. Patiënteninformatie

Kwaliteitsindicatoren crisisbestrijding bij infectieziekten

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2010 Betreft Stand van zaken Q-koorts

Ziekenhuizen. Aërogene isolatie kinderen

Substitutietherapie. glucocorticosteroïden

Abatacept Orencia. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Adalimumab (Humira ) bij reumatische aandoeningen

Mycofenolaatmofetil (CellCept ) bij constitutioneel eczeem (CE). Afdeling Dermatologie/allergologie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vragen en antwoorden Nieuwe Influenza A (H1N1) 15 juli 2009

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Abatacept (Orencia ) bij reumatische aandoeningen

Registratieprotocol incidentiemeting Surveillance Netwerk Infectieziekten Verpleeghuizen (SNIV)

Azathioprine (Imuran ) bij dermatologische aandoeningen

Copyright 2009 Epidemiologie, UMC Groningen. Veelgestelde vragen & antwoorden

Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers

2.1.2.b ZIEKTE EN ONGEVALLEN Verkort VERSIE

Vragen en antwoorden over ebola

PROTOCOL ZIEKTE EN ALLERGIE

Zieke kinderen Kinderen zijn ziek als: krentenbaard Waterpokken Rode hond Vijfde ziekte

Papegaaienziekte. (Psittacose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor vogelhouders en -handelaren

Methotrexaat (MTX) bij de ziekte van Crohn MDL

2.1.2.b ZIEKTE EN ONGEVALLEN Verkort VERSIE

Hollands Midden. Incidentele introductie nieuw humaan influenzavirus in Nederland. GHOR Hollands Midden GGD Midden Holland GGD Zuid-Holland Noord

Indicatie Advies Centrum

Infliximab (Remicade ) bij reumatische aandoeningen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Infliximab Inflectra, Remicade, Remsima

Registratieprotocol incidentiemeting Surveillance Netwerk Infectieziekten Verpleeghuizen (SNIV)

Privacyreglement van onze praktijk Uw persoonsgegevens en uw privacy in onze huisartsenpraktijk

Ustekinumab Stelara. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Protocol Medisch handelen & Medicijnverstrekking

Transcriptie:

Website Informatie Aviaire Influenza Gelderland Midden en Gelderland Zuid

INHOUDSOPGAVE Inleiding...3 1 Samenvatting deeldraaiboek 1 Aviaire Influenza...4 1.1 Alarmering... 4 1.2 Maatregelen Aviaire influenza per organisatie... 4 1.2.1 Taken GHOR en GGD... 4 1.2.2 Rol huisartsen, ziekenhuizen en microbiologen... 5 2.1 Hygiënemaatregelen... 6 2.2 Vaccinatie... 6 2.3 Profylaxe... 6 2.4 Behandeling... 7 2.5 Contra-indicaties Tamiflu... 7 2.6 Toezicht... 8 3 Maatregelen voor de bescherming van alle betrokkenen bij werkzaamheden, ruimingen of onderzoek op besmette of verdachte pluimveebedrijven...9 3.1 Hygiënemaatregelen... 9 3.2 Vaccinatie... 9 3.3 Profylaxe... 9 3.4 Behandeling... 10 3.5 Contra-indicaties Tamiflu... 11 3.6 Toezicht... 11 4 Surveillance en diagnostiek...12 4.1 Surveillance... 12 4.2 Diagnostiek... 12 Bijlage 1 Adressen, websites en telefoonnummers GHOR-bureaus en GGD en...13 Versie 171005 Pagina 2 van 13

Inleiding In de (regionale) voorbereiding op en de bestrijding van een mogelijke pandemie is de samenwerking met de ketenpartners zoals huisartsen, ziekenhuizen, laboratoria maar ook gemeenten, politie en brandweer van essentieel belang geweest. Een en ander heeft zijn beslag gekregen in het draaiboek Influenzapandemie dat drie onderdelen kent: 1. Aviaire influenza, 2. Incidentele introductie Nieuw Humaan Influenzavirus en 3. Influenzapandemie. Een deel van de invulling van het draaiboek komt voor rekening van de (keten)partners, met name de huisartsen, ziekenhuizen en gemeenten. De deeldraaiboeken zijn tot in de kleinste détails ingevuld en bevatten ook privé-gegevens van medewerkers. Om het voor de medische beroepsgroepen gemakkelijker te maken om zich te informeren over de voorbereidingen die zij moeten treffen, hebben we de informatie uit de draaiboeken gebundeld op de website geplaatst. Per bundel die als pdf-bestand is te downloaden, is in het kort weergegeven: algemene informatie, wat de rol is van elke ketenpartner, specifieke informatie voor huisartsen, ziekenhuizen en microbiologen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de GHOR. De adresgegevens vindt u in de bijlage. De website wordt geactualiseerd, zo gauw de situatie daar om vraagt. Versie 171005 Pagina 3 van 13

1 Samenvatting deeldraaiboek 1 Aviaire Influenza Dit deel van het draaiboek grieppandemie is een leidraad bij de bestrijding van de humane gevolgen van aviaire influenza onder pluimvee. De uitbraken van aviaire influenza in pluimvee en andere vogels die sinds 2003 worden gerapporteerd, zijn verontrustend met het oog op het ontstaan van nieuwe pandemische influenzavirussen. Het deeldraaiboek Aviaire Influenza beschrijft de maatregelen die moeten worden genomen om transmissie van aviaire influenza van pluimvee naar mensen te voorkomen. Hierbij zijn twee groepen van betrokkenen te herkennen: de eigenaren van besmette of verdachte pluimveebedrijven en hun gezindsleden en degenen die betrokken worden bij het uitvoeren van ruimingen op pluimveebedrijven. 1.1 Alarmering Het vaststellen van de vogelgriep gebeurt door dierenartsen, die hierop alarm zullen slaan bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). In het gebied waar geruimd moet worden, zal een actiecentrum van de LNV worden ingericht. Vanuit LNV zal de GGD ingelicht worden en verzocht worden om de ruimers en andere direct betrokkenen preventief medicijnen toe te dienen. Er zal hiertoe een vaccinatiepost van de GHOR/GGD in of nabij het actiecentrum LNV worden ingericht. 1.2 Maatregelen Aviaire influenza per organisatie 1.2.1 Taken GHOR en GGD 1. Bestrijding Aviaire Influenza Wie Actiecentrum GHOR/GGD Activiteiten Uitvoering processen deeldraaiboek 1 Benodigdheden Deeldraaiboek 1 Aviaire Influenza Relaties LNV Gemeenten, provincie en andere hulpverleningsdiensten 2. Geneeskundige advisering Wie Arts infectieziekten in actiecentrum GHOR/GGD Activiteiten Uitvoering processen deeldraaiboek 1 Benodigdheden Deeldraaiboek 1 Aviaire Influenza Actuele informatie vanuit huisartsen en ziekenhuizen Relaties LCI Ministerie van VWS 3. Informatievoorziening hulpverleners Wie Actiecentrum GHOR/GGD Activiteiten Uitvoering taken uit deeldraaiboek 1 Benodigdheden Deeldraaiboek 1 Aviaire Influenza, Publieksinformatielijn Relaties Ministerie VWS (leidend in communicatiebeleid) Afdelingen voorlichting van gemeenten Arts infectieziekten GGD/LCI Huisartsen, ziekenhuizen en betrokken zorginstellingen Versie 171005 Pagina 4 van 13

4. Vaccinatiepost Wie Activiteiten Benodigdheden Relaties Actiecentrum GHOR/GGD Oprichten en inrichten vaccinatiepost nabij actiecentrum LNV Zie deeldraaiboek 1 Aviaire influenza Hoofd actiecentrum GGD Actiecentrum LNV 5. Mobiele teams Wie Activiteiten Benodigdheden Relaties Actiecentrum GHOR/GGD Regelen vervoer en materialen voor mobiele teams Deeldraaiboek 1 Aviaire influenza Hoofd actiecentrum GHOR/GGD Actiecentrum LNV 6. Alarmeren kernteam Psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen Wie Activiteiten Benodigdheden Relaties RGF Alarmeren kernteam Psychosociale hulpverlening (indien dit nodig wordt geacht) Procedure Geneeskundige hulpverlening psychosociaal Directeur GGD, burgemeester Kernteam Psychosociale hulpverlening Bij het gelijktijdig optreden van de vogelgriep en menselijke griep is er een verhoogde kans voor het ontstaan van een nieuw menselijk griepvirus, dat snel om zich heen grijpt en een pandemie veroorzaakt. Bij de eerste ontdekking van een nieuw menselijk virus treedt deeldraaiboek 2 in werking. 1.2.2 Rol huisartsen, ziekenhuizen en microbiologen In dit deeldraaiboek hebben huisartsen, ziekenhuizen en microbiologen geen specifieke rol. Uit ervaring, de vogelpest-epidemie Gelderse Vallei 2003, blijkt dat binnen de reguliere bedrijfsvoering de incidentele hulpvraag verwerkt kan worden. Toen stond met name de conjunctivitis centraal. Extra maatregelen zijn niet nodig, achtergrondinformatie wordt geboden. In incidentele gevallen kunnen Patiënten ernstig ziek worden ten gevolge van besmetting met een aviair virus. Daarbij is Intensive-Care behandeling nodig. Geadviseerd wordt om te behandelen in overleg met LCI en RIVM. Ter informatie vindt u in de volgende hoofdstukken de informatie die de eigenaren van besmette bedrijven krijgen, de informatie die ruimers krijgen en hoe monitoring door de GGD plaatsvindt. Versie 171005 Pagina 5 van 13

2 Maatregelen voor bescherming van eigenaren van besmette of verdachte bedrijven en hun gezinsleden 2.1 Hygiënemaatregelen 1. Beperk het aantal mensen (denk ook aan familiebezoek) dat op verdachte of besmette bedrijven komt zoveel mogelijk. 2. Zorg dat iedereen bij het betreden van de stallen en/of contact met verdachte of besmette dieren een wegwerpoverall, handschoenen, beschermbril en een FFP2-mond-neusmasker draagt. De VWA zorgt ervoor dat deze persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar zijn. 3. Was regelmatig uw handen, in ieder geval voor u handschoenen aantrekt, nadat u ze heeft uitgetrokken en nadat u het mond-neusmasker heeft afgezet. Als de handen niet zichtbaar vuil zijn, volstaat het om alleen handalcohol te gebruiken (en hoeven de handen niet eerst gewassen te worden). 4. Bedek bij hoesten en niezen uw mond/neus met een wegwerpzakdoek. Gebruik elke zakdoek maar één keer. Gooi hem direct na gebruik weg. Was daarna uw handen of wrijf ze in met handalcohol. 5. Voorkom, vanwege het risico van menging van het aviaire virus met een humaan influenzavirus, dat mensen met influenza-achtige ziektebeelden in contact komen met verdachte of besmette bedrijven. Als een van deze personen een influenza-achtig ziektebeeld heeft, dan mag hij/zij niet de stallen binnengaan. 6. Zorg dat alle betrokkenen de instructies goed begrijpen en correct kunnen uitvoeren. 7. Reik ook aan iedereen de instructies op papier uit (in begrijpelijke (moeder-)taal). 2.2 Vaccinatie 1. Indien de epidemie zich voordoet tijdens het influenzaseizoen (op geleide van informatie van het Nationaal Influenza Centrum, NIC), biedt de GGD aan eigenaren van besmette of verdachte bedrijven en hun gezinsleden influenzavaccinatie aan met het op dat moment geldende humane influenzavaccin. Zij komen hiervoor in aanmerking om de kans op gelijktijdige infectie met aviaire én humane influenza in één persoon terug te dringen. 2. De GGD biedt vaccinatie aan op het betreffende bedrijf of op een centrale locatie. 3. De GGD registreert de vaccinaties van alle personen die op het bedrijf wonen. 4. Gevaccineerden krijgen een vaccinatiebewijs mee, dat bewijs wordt ter plaatse op het bedrijf gecontroleerd door de toezichthouder. 5. Als eigenaren en of hun gezinsleden weigeren zich te laten vaccineren (ondanks informatie en motivatie van de GGD), mogen zij niet in contact komen met besmet of verdacht pluimvee. Bovendien dienen zij een bewustheidverklaring te ondertekenen waarin zij aangeven dat zij geïnformeerd zijn over de risico s. Deze verklaring dient ondertekend te worden door een medewerker van de GGD en de betreffende persoon. 6. Contra indicaties griepvaccinatie: zwangeren, koorts > 38 C, personen met een stollingsstoornis. 2.3 Profylaxe 1. Een eerste dosis Tamiflu wordt op het bedrijf voorgeschreven door de GGD en verstrekt door de GGD. Een vervolgdosis oseltamivir wordt voorgeschreven door de GGD en verstrekt door de apotheek (indien voorradig, anders door het NVI). De GGD registreert welke personen profylaxe krijgen. Zodra bekend is dat het om een laagpathogene aviaire influenzavirusvariant gaat, kan het profylactisch gebruik van Tamiflu worden gestaakt. a. Een helder, actueel, van datum voorzien en door de arts geparafeerd protocol moet aanwezig zijn op de entlocatie voor de verpleegkundigen. Dit omvat de indicaties en contra-indicaties voor medicatie, in welke situaties men moet overleggen en wat men moet doen bij calamiteiten. b. Degene die Tamiflu moet gaan gebruiken moet een formulier meekrijgen waarop de dosering en datum van de afgifte van Tamiflu genoteerd zijn, alsmede een paraaf van de verpleegkundige, naam en ID-nummer van het identiteitsbewijs van de blootgestelde. Hiermee moet ter plaatse van de ruiming door de toezichthouder op het terrein gecontroleerd worden of men medicatie gebruikt. In twijfelgevallen bij de distributie kan men zien of men niet teveel of te weinig medicatie heeft gekregen. c. De GGD dient de (herhaal)uitgifte van Tamiflu aan de gebruiker te controleren waarbij men ook altijd oude gegevens controleert, bijvoorbeeld via oude gezondheidsverklaringen of in de computer. Versie 171005 Pagina 6 van 13

d. Medicatie, gedistribueerd naar besmette bedrijven, moet op naam worden geregistreerd met de dosering en het aantal pillen dat die persoon heeft gekregen. e. Een vervolgdosis Tamiflu dient op recept voorgeschreven te worden door de GGD-arts. Degenen die risico lopen behoren met dit recept naar de apotheek te gaan waar de verstrekking van de oseltamivir plaatsvindt. Indien geen Tamiflu via de apotheek beschikbaar wordt gesteld zal de GGD dit moeten verstrekken. (Levering van Tamiflu kan (gratis) bij het Nederlands Vaccin Instituut (NVI) worden aangevraagd door de GGD na overleg met LCI.) f. De toezichthoudend apotheker van de GGD moet op de hoogte gebracht worden van de aflevering van Tamiflu door de GGD. Met deze apotheker moet het systeem van medicatiebeheer op orde gesteld worden. 2. Tamiflu kan uitsluitend op naam worden verstrekt (mede in verband met de juiste indicatiestelling en met de noodzakelijke registratie van bijwerkingen via de Landelijke Registratie Evaluatie Bijwerkingen: Lareb-formulier). 3. De verstrekker is verantwoordelijk voor een gedegen registratie van bijwerkingen en dient dus de gebruiker actief te vragen naar bijwerkingen (www.lareb.nl). 4. Tamiflu dient profylactisch toegediend te worden zodra en zolang er wordt gewerkt in ruimten met besmette dieren en nog tot vijf dagen na de laatste blootstelling. 5. Na ruiming is een bedrijf nog potentieel besmettelijk. Eigenaren en hun gezinsleden slikken Tamiflu tot vijf dagen nadat de mest is gestapeld en de stallen zijn gereinigd en gedesinfecteerd (dit vindt ongeveer twee weken na de ruiming plaats). 6. De dosering is 1 dd 75 mg Tamiflu. 7. Er is geen bezwaar tegen dat mensen Tamiflu langer dan zes weken gebruiken. 8. Eigenaren van besmette of verdachte bedrijven en hun gezinsleden dienen zich te melden bij de GGD (voor bemonstering) als zij gezondheidsklachten (bijvoorbeeld griepachtige symptomen zoals koorts, conjunctivitis etc.) of bijwerkingen van de medicijnen (zoals misselijkheid, braken en buikpijn) krijgen. Eventueel vindt verwijzing naar de huisarts (voor behandeling) plaats. 9. Als eigenaren en of hun gezinsleden weigeren profylaxe te slikken (ondanks informatie en motivatie van de GGD), mogen zij niet in contact met besmet of verdacht pluimvee komen. Bovendien dienen zij een bewustheidverklaring te ondertekenen waarin zij aangeven dat zij geïnformeerd zijn over de risico s. Deze verklaring dient ondertekend te worden door een medewerker van de GGD en de betreffende persoon. 2.4 Behandeling Meestal is infectie van de mens met een hoogpathogeen aviair influenzavirus een self-limiting disease. Incidenteel is het beloop echter zeer ernstig. Daarom moeten patiënten met mogelijk HPAIgerelateerde gezondheidsproblemen zo snel mogelijk worden behandeld met een antiviraal middel (Tamiflu). Dit stopt binnen enkele uren de virusproductie. 1. Zwangeren en kinderen onder een jaar mogen dit middel niet gebruiken. 2. De behandeling moet officieel binnen 48 uur, maar idealiter binnen 30 uur na het begin van de klachten worden gestart. Daarna is bij ongecompliceerde influenza de virusreplicatie al zodanig verminderd dat het middel geen invloed meer heeft op de ziekte. 3. Is geen Tamiflu gegeven en treden er later ernstige verschijnselen op zoals pneumonie, dan is het raadzaam om toch alsnog met antivirale therapie te starten. De termijn van 30/48 uur heeft namelijk betrekking op ongecompliceerde influenza en er bestaat de mogelijkheid dat bij complicaties de virusvermeerdering veel langer dan normaal doorgaat en het antivirale middel toch een gunstig effect op het verdere beloop van de ziekte heeft. 4. Eigenaren van besmette of verdachte bedrijven en hun gezinsleden dienen zich te melden bij de GGD als zij gezondheidsklachten krijgen (bijvoorbeeld griepachtige symptomen zoals respiratoire verschijnselen, koorts of conjunctivitis etc.) De meest frequent waargenomen bijwerkingen zijn misselijkheid, braken en buikpijn. 5. Personen worden naar de huisarts verwezen voor de behandeling. De huisarts schrijft zo nodig Tamiflu voor. 2.5 Contra-indicaties Tamiflu 1. Absolute contra-indicaties voor het gebruik van Tamiflu zijn ernstige nierinsufficiëntie (creatinine klaring <10 ml/min of dialyse patiënten) 1 en bestaande overgevoeligheid voor een van de bestanddelen van Tamiflu. 1 Dosisaanpassing is noodzakelijk bij minder ernstige vormen van nierinsufficiëntie. Versie 171005 Pagina 7 van 13

2. Het gebruik van Tamiflu is relatief gecontra-indiceerd voor zwangeren, vrouwen die borstvoeding geven en kinderen onder het jaar. Het potentiële gevaar van het oplopen van influenza moet in die gevallen worden afgewogen tegen het potentiële gevaar van ernstige gevolgen van het gebruik van Tamiflu. 2.6 Toezicht De werkgevers houden toezicht op de werknemers bij de uitvoering van de boven beschreven maatregelen. De arbeidsinspectie houdt toezicht op de werkgevers bij de uitvoering van de boven beschreven maatregelen. Daarnaast houdt de GGD toezicht op eigenaren van bedrijven en hun gezinsleden bij de uitvoering van de maatregelen. Volgens de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) draagt de gemeenteraad de eindverantwoordelijkheid voor de bestrijding van infectieziekten. Aangezien het niet haalbaar is om continu toezicht te houden op de uitvoering van alle maatregelen, dienen alle betrokkenen toezicht te houden op hun gezondheid. Zodra zij gezondheidsklachten krijgen, dienen zij contact op te nemen met de GGD. Versie 171005 Pagina 8 van 13

3 Maatregelen voor de bescherming van alle betrokkenen bij werkzaamheden, ruimingen of onderzoek op besmette of verdachte pluimveebedrijven 3.1 Hygiënemaatregelen 1. Beperk het aantal mensen dat op verdachte of besmette bedrijven komt zoveel mogelijk. 2. Zorg dat iedereen bij het betreden van de stallen en/of contact met verdachte of besmette dieren beschermende kleding, handschoenen, bril en een FFP2-mond-neusmasker draagt. De VWA zorgt ervoor dat deze persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar zijn. 3. Was regelmatig uw handen, in ieder geval voor u handschoenen aantrekt, nadat u ze heeft uitgetrokken en nadat u het mond-neusmasker heeft afgezet. Als de handen niet zichtbaar vuil zijn, volstaat het om alleen handalcohol te gebruiken (en hoeven de handen niet eerst gewassen te worden). 4. Bedek bij hoesten en niezen uw mond/neus met een wegwerpzakdoek. Gebruik elke zakdoek maar één keer. Gooi hem direct na gebruik weg. Was daarna uw handen of wrijf ze in met handalcohol. 5. Voorkom, vanwege het risico van menging van het aviaire virus met een humaan influenzavirus, dat mensen met influenza-achtige ziektebeelden in contact komen met verdachte of besmette bedrijven. Als een van deze personen een influenza-achtig ziektebeeld heeft, dan mag hij/zij niet de stallen binnengaan. 6. De VWA instrueert alle betrokkenen; ze moeten de instructies goed begrijpen en correct kunnen uitvoeren. 7. De VWA reikt ook aan iedereen de instructies op papier uit (in begrijpelijke (moeder-)taal). Houd rekening met analfabeten. 3.2 Vaccinatie 1. Op geleide van informatie van het Nationaal Influenza Centrum (NIC) (over start influenzaseizoen) biedt de GGD alle betrokkenen bij werkzaamheden, ruimingen of onderzoek op besmette of verdachte pluimveebedrijven influenzavaccinatie aan met het op dat moment geldende humane influenzavaccin aan te bieden. Deze personen komen hiervoor in aanmerking om de kans op gelijktijdige infectie met aviaire én humane influenza in één persoon terug te dringen. 2. De vaccinatie wordt op het betreffende bedrijf of een centrale locatie door de GGD aangeboden. 3. De GGD registreert de vaccinaties van alle personen die gevaccineerd worden op het bedrijf. 4. Gevaccineerden krijgen een vaccinatiebewijs mee, dat bewijs wordt ter plaatse op het bedrijf gecontroleerd door de toezichthouder. 5. Personen die niet gevaccineerd zijn, mogen niet in contact komen met besmet of verdacht pluimvee (controle door de werkgever). 6. Contra indicaties griepvaccinatie: zwangeren, koorts > 38 C, personen met een stollingsstoornis 3.3 Profylaxe 1. Een eerste dosis Tamiflu wordt voorgeschreven door de GGD op het bedrijf of op een centrale post, en verstrekt door de GGD. Een vervolgdosis Tamiflu wordt voorgeschreven door de GGD en verstrekt door de apotheek. Zodra bekend is dat het om een laagpathogene aviaire influenzavirusvariant gaat, kan het profylactisch gebruik van Tamiflu worden gestaakt. a. Een helder, actueel, van datum voorzien en door de arts geparafeerd protocol moet aanwezig zijn op de entlocatie voor de verpleegkundigen. Dit omvat de indicaties en contra-indicaties voor medicatie, in welke situaties men moet overleggen en wat men moet doen bij calamiteiten. b. Degene die Tamiflu moet gaan gebruiken moet een formulier meekrijgen waarop de dosering en datum van de afgifte van Tamiflu genoteerd zijn, alsmede een paraaf van de verpleegkundige, naam en ID-nummer van het identiteitsbewijs van de blootgestelde. Hiermee moet ter plaatse van de ruiming door de toezichthouder op het terrein de identiteit gecontroleerd worden en of men medicatie gebruikt. In twijfelgevallen bij de distributie kan men zien of men niet teveel of te weinig medicatie heeft gekregen. c. Controle dient plaats te vinden op de (herhaal)uitgifte van Tamiflu aan de gebruiker waarbij men oude gegevens altijd controleert, bijvoorbeeld via oude gezondheidsverklaringen of in de computer. Versie 171005 Pagina 9 van 13

d. Medicatie, gedistribueerd naar besmette bedrijven, moet op naam worden geregistreerd met de dosering en het aantal pillen dat die persoon heeft gekregen. e. Een vervolgdosis Tamiflu dient op recept voorgeschreven te worden door de GGD-arts. Degenen die risico lopen behoren met dit recept naar de apotheek te gaan waar de verstrekking van de Tamiflu plaatsvindt. Indien geen Tamiflu via de apotheek beschikbaar wordt gesteld, zal de GGD dit moeten verstrekken (levering van Tamiflu kan (gratis) bij het Nederlands Vaccin Instituut (NVI) worden aangevraagd, door de GGD, in overleg met de LC). f. De toezichthoudend apotheker van de GGD moet op de hoogte gebracht worden van de aflevering van Tamiflu door de GGD. Met deze apotheker moet het systeem van medicatiebeheer op orde gesteld worden. 2. Tamiflu kan uitsluitend op naam worden verstrekt (mede in verband met de juiste indicatiestelling en met de noodzakelijke registratie van bijwerkingen via de Landelijke Registratie Evaluatie Bijwerkingen: Lareb-formulier). 3. De verstrekker is verantwoordelijk voor een gedegen registratie van bijwerkingen en dient dus de gebruiker actief te vragen naar bijwerkingen. 4. Tamiflu dient profylactisch te worden toegediend zodra en zolang er wordt gewerkt in ruimten met besmette dieren en nog tot vijf dagen na de laatste blootstelling. 5. Na ruiming is een bedrijf nog potentieel besmettelijk. Iedereen die een bedrijf in deze periode bezoekt dient Tamiflu te slikken tot vijf dagen nadat de mest is gestapeld en de stallen zijn gereinigd en gedesinfecteerd (dit vindt ongeveer twee weken na de ruiming plaats). 6. De dosering is 1 dd 75 mg Tamiflu. 7. Personen onder hen die de profylaxe weigeren of niet mogen nemen in verband met contraindicaties, mogen niet werken op verdachte of besmette bedrijven. 8. Er is geen bezwaar tegen dat mensen Tamiflu langer dan zes weken gebruiken. 9. Alle betrokkenen bij werkzaamheden, ruimingen of onderzoek op besmette of verdachte pluimveebedrijven dienen zich te melden bij de GGD (voor bemonstering) als zij gezondheidsklachten (bijvoorbeeld griepachtige symptomen zoals koorts, conjunctivitis etc.) of bijwerkingen van de medicijnen (zoals misselijkheid, braken en buikpijn) krijgen. Eventueel vindt verwijzing naar de huisarts (voor behandeling) plaats. 10. Als personen weigeren profylaxe te slikken (ondanks informatie en motivatie van de GGD), mogen zij niet in contact komen met besmet of verdacht pluimvee. Bovendien dienen zij een bewustheidverklaring te ondertekenen waarin zij aangeven dat zij geïnformeerd zijn over de risico s. Deze verklaring dient ondertekend te worden door een medewerker van de GGD en de betreffende persoon. 3.4 Behandeling 1. Meestal is infectie van de mens met een hoogpathogeen aviair influenzavirus een self-limiting disease. Incidenteel is het beloop echter zeer ernstig. Daarom moeten patiënten met mogelijk HPAI-gerelateerde gezondheidsproblemen zo snel mogelijk worden behandeld met een antiviraal middel (Tamiflu). Dit stopt binnen enkele uren de virusproductie. 2. De behandeling moet officieel binnen 48 uur, maar idealiter binnen 30 uur na het begin van de klachten worden gestart. Daarna is bij ongecompliceerde influenza de virusreplicatie al zodanig verminderd dat het middel geen invloed meer heeft op de ziekte. 3. Is geen Tamiflu gegeven en treden er later ernstige verschijnselen op zoals pneumonie, dan is het raadzaam om toch alsnog met antivirale therapie te starten. De termijn van 30/48 uur heeft namelijk betrekking op ongecompliceerde influenza en er bestaat de mogelijkheid dat bij complicaties de virusvermeerdering veel langer dan normaal doorgaat en het antivirale middel toch een gunstig effect op het verdere beloop van de ziekte heeft. 4. Alle betrokkenen bij werkzaamheden, ruimingen of onderzoek op besmette of verdachte pluimveebedrijven dienen zich te melden bij de GGD als zij gezondheidsklachten krijgen (bijvoorbeeld griepachtige symptomen zoals respiratoire verschijnselen, koorts of conjunctivitis etc.) De meest frequent waargenomen bijwerkingen zijn misselijkheid, braken en buikpijn. 5. Personen worden naar de huisarts verwezen voor de behandeling. De huisarts schrijft zo nodig oseltamivir voor. Versie 171005 Pagina 10 van 13

3.5 Contra-indicaties Tamiflu 1. Absolute contra-indicaties voor het gebruik van Tamiflu zijn ernstige nierinsufficiëntie (creatinine klaring <10 ml/min of dialyse patiënten) 2 en bestaande overgevoeligheid voor een van de bestanddelen van Tamiflu. 2. Het gebruik van Tamiflu is relatief gecontra-indiceerd voor zwangeren, vrouwen die borstvoeding geven en kinderen onder het jaar. Het potentiële gevaar van het oplopen van influenza moet in die gevallen worden afgewogen tegen het potentiële gevaar van ernstige gevolgen van het gebruik van Tamiflu. 3.6 Toezicht De werkgevers houden toezicht op de werknemers bij de uitvoering van de boven beschreven maatregelen. De arbeidsinspectie houdt toezicht op de werkgevers bij de uitvoering van de boven beschreven maatregelen. Daarnaast houdt de GGD toezicht op eigenaren van bedrijven en hun gezinsleden bij de uitvoering van de maatregelen. Volgens de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) draagt de gemeenteraad de eindverantwoordelijkheid voor de bestrijding van infectieziekten. Aangezien het niet haalbaar is om continu toezicht te houden op de uitvoering van alle maatregelen, dienen alle betrokkenen hun gezondheid te monitoren. Zodra zij gezondheidsklachten krijgen, dienen zij contact op te nemen met de GGD. 2 Dosisaanpassing is noodzakelijk bij minder ernstige vormen van nierinsufficiëntie. Versie 171005 Pagina 11 van 13

4 Surveillance en diagnostiek 4.1 Surveillance 1. De GGD hanteert de landelijk casusdefinities (wordt bij een uitbraak landelijk vastgesteld, afhankelijk van het type influenzavirus) 2. Alle huisartsen in de regio krijgen een brief met daarin het verzoek om personen met klachten gerelateerd aan aviaire influenza, te melden met NAW gegevens aan de GGD. 3. De GGD zal zorgdragen dat deze personen telefonisch benaderd worden met het verzoek een vragenlijst in te vullen. Zonodig zal de GGD zorgdragen voor monsterafname. 4. De GGD zal zorgdragen dat elke ochtend een GGD medewerker aanwezig is in het crisiscentrum van de LNV teneinde bij het personeel wat betrokken is bij de ruimingen zonodig een vragenlijst en monsters af te nemen. 5. Personen die wonen en werken op een geruimd pluimveebedrijf worden geïnformeerd middels mobiele teams danwel op vaccinatiepost om bij gezondheidsklachten het vragenformulier in te vullen en op te sturen naar de GGD. Zonodig zal de GGD zorgdragen voor monsterafname. 6. De GGD verzamelt alle vragenlijsten en voert deze digitaal in een bestand. 7. De GGD levert gegevens aan voor het landelijke casusregister van het RIVM (volgens de dan geldende richtlijnen van het RIVM). 4.2 Diagnostiek 1. De GGD beschikt over een beperkte voorraad monsterafnamemateriaal. 2. De GGD heeft een instructie monsterafname. 3. Medewerkers van de GGD zijn getraind om monsters af te nemen. 4. De GGD draagt zorg voor verzending van de monsters naar het RIVM. Gezien het feit dat het soort diagnostiek en de routing nog niet bekend is, wordt gewacht met het bestellen van kweekafnamemateriaal en verzendmateriaal tot nadere berichtgeving van RIVM. Versie 171005 Pagina 12 van 13

Bijlage 1 Adressen, websites en telefoonnummers GHOR-bureaus en GGD en GHOR Organisatie Postadres Bezoekadres Telefoon Website GHOR Gelderland Zuid Postbus 1120 6501 BC Nijmegen Groenewoudseweg 275 Nijmegen 024-3297164 GHOR Gelderland Midden Postbus 5364 6802 EJ Arnhem Beekstraat 39 Arnhem 026-3556287 GGD Organisatie Postadres Bezoekadres Telefoon Website GGD Rivierenland Postbus 6062 4000 HB Tiel Teisterbantlaan 1b 4001 TJ Tiel 0344-698700 http://www.ggdrivierenland.nl/ GGD Regio Nijmegen Postbus 1120 6501 BC Nijmegen Groenwoudseweg 275 6524 TV Nijmegen 024-3297297 http://www.ggd-nijmegen.nl/ Hulpverlening Gelderland Midden Postbus 5364 6802 EJ Arnhem Eusebiusbuitensingel 43 6828 HZ Arnhem 026-3773344 http://www.hvdgm.nl Versie 171005 Pagina 13 van 13