Hollands Midden. Incidentele introductie nieuw humaan influenzavirus in Nederland. GHOR Hollands Midden GGD Midden Holland GGD Zuid-Holland Noord

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hollands Midden. Incidentele introductie nieuw humaan influenzavirus in Nederland. GHOR Hollands Midden GGD Midden Holland GGD Zuid-Holland Noord"

Transcriptie

1 Hollands Midden Incidentele introductie nieuw humaan influenzavirus in Nederland GHOR Hollands Midden GGD Midden Holland GGD Zuid-Holland Noord

2 Inhoudsopgave Inhoud 1 Inleiding 3 1. Uitgangspunten Kliniek en epidemiologie Context Casusdefinitie 6 2. Procesbeschrijving verdenking besmetting met influenza Uitgangspunten Presentatie patiënt en eerste beoordeling Presentatie aan en eerste beoordeling door huisarts Presentatie aan en eerste beoordeling door ziekenhuis Presentatie aan en eerste beoordeling door GGD Rol GGD Diagnostiek Influenzadiagnostiek algemeen Diagnostiek in thuissituatie Diagnostiek bij ziekenhuisopname Diagnostiek bij personen die niet voldoen aan de casusdefinitie Patiënt verblijft thuis Maatregelen te nemen door patiënt en huisgenoten Taken GGD Patiënt wordt opgenomen in het ziekenhuis Vervoer naar het ziekenhuis per ambulance Eigen vervoer naar het ziekenhuis Opname in het ziekenhuis Contactonderzoek en maatregelen Definiëring contacten Maatregelen ten aanzien van intensieve contacten Verstrekken Tamiflu Maatregelen ten aanzien van vluchtige contacten Opheffen isolatiemaatregelen Casusregister Communicatie Uitgangssituatie Uitgangspunten en afbakening Communicatie met de burgers in de regio HM Communicatie met bestuur en regionaal netwerk zorg Communicatie met de media Communicatie met de eigen medewerkers van GGD en GHOR Actiepunten voor GGD Acties voordat er sprake is van introductie van een nieuw humaan influen zavirus Acties ten tijde van melding van een besmetting met nieuw humaan influenzavirus 22 1/63

3 5. Actiepunten voor huisarts Acties voordat er sprake is van introductie van een nieuw humaan influenzavirus Acties ten tijde van melding van een mogelijke besmetting met nieuw humaan influenzavirus Actiepunten voor het ziekenhuis Acties voordat er sprake is van introductie van een nieuw humaan influenzavirus Acties ten tijde van besmetting met een nieuw humaan influenzavirus Richtlijnen voor het laboratorium 26 BIJLAGEN Bijlage I Wijze van transmissie influenzavirus en infectiepreventiemaatregelen 27 Bijlage II Stappenplan patiënt meldt zich telefonisch en assistent voert triage uit 29 Bijlage III Stappenplan patiënt meldt zich aan de balie en assistent voert triage uit 31 Bijlage IV Stappenplan patiënt meldt zich onverwacht in het spreekuur 33 Bijlage V Stappenplan patiënt meldt zich onverwacht tijdens een huisbezoek 35 Bijlage VII Hand- en hoesthygiëne 37 Bijlage VIII Influenzakit voor GGD-personeel, patiënt en diens contacten 38 Bijlage IX.a Instructie infectiepreventiemaatregelen voor patiënt 39 Bijlage IX.b Maatregelen voor gezonde huisgenoten 41 Bijlage X Contactregistratieformulier 42 Bijlage XI Patiënteninformatie oseltamivir (Tamiflu ) 43 Bijlage XII Artseninformatie Tamiflu 46 Bijlage XIII.a Brief gericht aan contact van een van influenza verdachte patiënt 58 Bijlage XIII.b Informatie voor contact van een van influenza verdachte patiënt 59 Bijlage XV Lijst met afkortingen 63 2/63

4 Inleiding Het operationeel deeldraaiboek 2. Incidentele introductie nieuw humaan influenzavirus in Nederland behoort tot het Modeldraaiboek influenzapandemie geschreven in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Dit deel van het draaiboek beschrijft de maatregelen die genomen moeten worden wanneer er sprake is van incidentele introductie van een nieuw (in potentie pandemisch) humaan influenzavirus in Nederland en wel in de regio Hollands Midden. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer iemand ziekteverschijnselen ontwikkelt nadat hij met het vliegtuig vanuit een gebied waar het nieuwe influenzavirus circuleert, in Nederland is aangekomen. Doelen van de in dit deel beschreven maatregelen zijn het beperken van ziekte en sterfte ten gevolge van besmetting met een nieuw humaan influenzavirus en het voorkomen van verdere verspreiding van het virus. Geprobeerd wordt door de genomen maatregelen het begin van een grieppandemie in Nederland zolang mogelijk uit te stellen om voldoende voorbereidingen te kunnen treffen voor de pandemische fase. Het onderdeel is geschreven voor artsen en verpleegkundigen infectieziektebestrijding bij GGD en, huisartsen, medisch microbiologen en ziekenhuishygiënisten en veronderstelt enige kennis rondom (aviaire) influenza. Informatie over influenza is te vinden in de protocollen Influenza en Aviaire influenza van het bureau LCI (zie Na een beschrijving van de uitgangspunten van dit onderdeel van het draaiboek grieppandemie volgt een procesbeschrijving van het traject dat een patiënt die mogelijk besmet is met het influenzavirus doorloopt en waarin wordt aangegeven wie wanneer welke maatregelen moet nemen. Vervolgens wordt ingegaan op de voorbereidingen die huisarts, GGD, ziekenhuis en laboratorium moeten treffen om op een juiste wijze te reageren op een patiënt die mogelijk besmet is met het influenzavirus. In het werkgebied van de GHOR regio Hollands Midden vallen de GGD Midden-Holland en de GGD Zuid-Holland Noord met wie de GHOR heeft samengewerkt bij de totstandkoming van dit voorliggende draaiboek. Het actuele deeldraaiboek 2 incidentele introductie nieuw humaan influenzavirus in Nederland Hollands Midden is te vinden op en Actualisering draaiboek Een draaiboek dient regelmatig te worden geactualiseerd. Zo ook de operationele draaiboeken influenzapandemie. Daarnaast heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg onderzoek gedaan naar de regionale voorbereiding op influenza. Naar aanleiding van de rapportage van oktober 2005 die uit dit onderzoek voortkwam zijn aanpassingen gedaan aan het regionale draaiboek. 3/63

5 De wijzigingen zijn: Wijziging Inhoud Hoofdstuk 1. Overzicht wijzigingen ten opzichte van versie oktober Protocol handelingen rondom een verdacht geval voor ziekenhuizen zijn toegevoegd Toegevoegd in inleiding Oefening van het draaiboek Inleiding Beheer en borging van het draaiboek incidentele introductie nieuw humaan influenzavirus in Nederland Het totale draaiboek vereist beheer om de informatie actueel te houden. Een beheergroep infectieziekten is verantwoordelijk voor het beheer van het deeldraaiboek incidentele introductie nieuw humaan influenzavirus in Nederland De beheergroep bestaat uit leden van de GHOR en de GGD en en komt twee maal per jaar bijeen. De diverse partners worden bij de ontwikkelingen betrokken. Aanpassingen in het draaiboek zijn direct beschikbaar op de website van de GHOR. Oefening van het draaiboek De medewerkers van de beide GGD en zijn eind 2005 door de artsen Infectieziekten geïnformeerd over de inhoud van dit draaiboek. Ook in de OvDG en CvDG-scholing is in 2005 aandacht besteed aan het draaiboek griep. Het oefenplan wordt jaarlijks onder de verantwoordelijkheid van de beheergroep infectieziekten, opgesteld. 4/63

6 1. Uitgangspunten 1.1 Kliniek en epidemiologie Met een nieuw humaan influenzavirus wordt bedoeld een door reassortment ontstaan influenzavirus dat nog niet eerder onder mensen heeft gecirculeerd en waartegen dus geen (kruis-)immuniteit bestaat. Voor de leesbaarheid wordt gesproken over influenzavirus daar waar nieuw humaan influenzavirus wordt bedoeld. Omdat het een nieuw influenzavirus betreft is op dit moment weinig te zeggen over de klinische en epidemiologische aspecten van een dergelijke infectie. Er zijn voor dit onderdeel van het draaiboek daarom een aantal aannames gedaan: Er wordt uitgegaan van een incubatietijd van enkele dagen (gemiddeld twee tot vier, maximaal zeven dagen). Het ziektebeeld wordt gekenmerkt door een acuut begin met griepachtige verschijnselen (koorts >38 C, hoesten, pijnlijke keel), na enkele dagen gevolgd door een ernstig ziektebeeld (atypische pneumonie) welke ziekenhuisopname noodzakelijk maakt 1. Mens op mens transmissie is mogelijk; overdracht vindt plaats via druppels, direct of indirect contact en in mindere mate aërogeen (zie voor achtergronden bijlage I) 2. De besmettelijke periode loopt van één dag voor het begin van symptomen tot zeven dagen na het verdwijnen van de koorts. Afhankelijk van de actualiteit zal aanpassing van de aannames noodzakelijk zijn. 1.2 Context Naast aannames voor wat betreft kliniek en epidemiologie zijn ook aannames gedaan voor wat betreft de context waarin de introductie van het influenzavirus zich voordoet: Er wordt uitgegaan van een beperkt aantal mensen dat besmet is met het influenzavirus. Contactonderzoek en het treffen van maatregelen ten aanzien van de directe contacten zijn daarom ook zinvol. Er is (nog) geen sprake van schaarste aan antivirale middelen. Er is geen passend vaccin. Er wordt uitgegaan van de situatie dat in Nederland een patiënt wordt gediagnosticeerd waarbij van een epidemiologische link sprake is (contact met andere besmette dieren en/of mensen, ofwel afkomstig zijn uit een gebied waar op dat moment het nieuwe influenzavirus circuleert). Indien er min of meer per toeval een patiënt wordt gediagnosticeerd, dan zullen de in dit draaiboek beschreven activiteiten veelal (te) laat worden uitgevoerd, waardoor andere aanvullende maatregelen noodzakelijk worden. 1 Hierbij is uitgegaan van het klassieke influenzabeeld. De humane gevallen van Influenza met het H5N1 serotype in Thailand en Vietnam in 2004 laten een klachtenpatroon zien met meer gastro-intestinale klachten op de voorgrond. 2 Ook indien mens op mens transmissie (nog) niet bewezen is, moeten de maatregelen rondom een patiënt overeenkomen met die beschreven in dit draaiboek, omdat de consequenties van eventuele mens op mens transmissie ernstig zijn. 5/63

7 1.3 Casusdefinitie Dit onderdeel van het draaiboek geeft geen goed omschreven casusdefinitie, omdat dit deels afhankelijk is van de kenmerken van het nieuwe influenzavirus, wat op dit moment onbekend is. Wel wordt ervan uitgegaan dat de casusdefinitie, naast klinische kenmerken, een epidemiologisch criterium omvat: ofwel direct contact van de verdachte patiënt met andere besmette dieren en/of mensen ofwel afkomstig zijn uit een gebied waar op dat moment het nieuwe influenzavirus circuleert. 6/63

8 2. Procesbeschrijving verdenking besmetting met influenza 2.1 Uitgangspunten Een patiënt verdacht van besmetting met het influenzavirus wordt zoveel mogelijk in de thuissituatie gehouden om de kans op verspreiding van het influenzavirus zoveel mogelijk te beperken. Dit betekent dat, wanneer er een verdenking op besmetting met het influenzavirus bestaat, huisarts en/of GGD medewerker een huisbezoek aflegt. Het uitvoeren van diagnostiek is de verantwoordelijkheid van de behandelend arts (huisarts of specialist). Bij een patiënt in de thuissituatie neemt de huisarts of een GGDmedewerker in overleg met de huisarts de monsters voor diagnostiek af. De GGD regelt het vervoer van de monsters; wanneer een patiënt is opgenomen kan ook het laboratorium van het ziekenhuis dit op zich nemen. Om verdere verspreiding van het influenzavirus te voorkomen moeten wijze van transmissie en persoonlijke beschermingsmaatregelen worden genomen (bijlage I): In de thuissituatie wordt gehandeld conform de WIP-richtlijn Infectiepreventie in verpleeghuizen (paragraaf handelwijze bij luchtweginfecties) aangevuld met gebruik van persoonlijke beschermingsmaatregelen in de vorm van FFP2/chirurgisch mondneusmasker. Bij opname in een ziekenhuis moet gehandeld worden conform WIP-richtlijn Isolatierichtlijn (zie Ziekenhuis) Presentatie patiënt en eerste beoordeling Presentatie aan en eerste beoordeling door huisarts a. Presentatie patiënt telefonisch waarbij verdenking besmetting bekend is na triage: stappenplan bijlage II. b. Presentatie patiënt bij de balie waarbij verdenking besmetting bekend is na triage: stappenplan bijlage III. c. Presentatie patiënt onverwacht in de spreekkamer: stappenplan bijlage IV. d. Presentatie patiënt onverwacht tijdens huisbezoek: stappenplan bijlage V Presentatie aan en eerste beoordeling door ziekenhuis Een patiënt met een verdenking op influenza kan zich onverwacht in een ziekenhuis presenteren (via spoedeisende hulp, polikliniek). Alle ziekenhuizen moeten daarom voorbereid zijn op de opvang van dergelijke patiënten om secundaire transmissie zo adequaat mogelijk te voorkomen. Voor het opstellen van een lokaal beleid dient gebruik gemaakt te worden van de bestaande structuur in het ziekenhuis voor infectiepreventie, dat wil zeggen ziekenhuishygiënisten, artsen-microbioloog, infectiologen/internisten en longartsen. Uitgangspunten voor de infectiepreventiemaatregelen zijn de WIP-richtlijnen Algemene voorzorgsmaatregelen en Isolatierichtlijnen. 3 Er is hierbij uitgegaan van de huidige kennis over de verspreiding van het influenzavirus; dit kan wijzigen op basis van kenmerken van het nieuwe influenzavirus. De geadviseerde persoonlijke beschermingsmaatregelen wijken enigszins af van die geadviseerd door de WHO (Influenza A (H5N1): WHO interim infection control guidelines for health care facilities, 10 march 2004). 7/63

9 Protocol handelingen rondom een verdacht geval De 4 ziekenhuizen in de regio beschikken over protocollen voor de handelingen rondom een verdacht geval. Deze protocollen zijn eigendom van de ziekenhuizen en getoetst op toepasbaarheid bij incidentele introductie van een nieuw influenzavirus door de infectieziekteartsen van de GGD en. Het Diaconessenziekenhuis maakt gebruik van de bestaande richtlijn strikte isolatie, die bij een dreigende situatie nogmaals onder aandacht van het personeel wordt gebracht. Het Groene Hart ziekenhuis beschikt over een protocol Strikte isolatie ( ), dat voor een verdacht geval van influenza kan worden gehanteerd. Het LUMC beschikt over het protocol Voorzorgsmaatregelen (specifieke maatregelen) bij een patiënt verdacht van een besmettelijke ziekte met ernstige gevolgen voor het personeel ( ) en een protocol Voorzorgsmaatregelen (organisatorische maatregelen) bij een patiënt verdacht van een besmettelijke ziekte met ernstige gevolgen voor het personeel (concept 2005). Deze protocollen zijn geschikt voor incidentele introductie. Het Rijnlandziekenhuis hanteert het protocol Influenzapandemie (publicatiedatum ), dat is aangepast aan de regionale draaiboeken. Eerste beoordeling door ziekenhuizen Aanwijzingen voor de eerste opvang en beoordeling van influenza verdachte patiënten: a. Ontvangst Leg hand- en hoesthygiëne uit, geef zo mogelijk een FFP2 mond-neusmasker. Beperk contact van de patiënt met derden zoveel mogelijk. Plaats, zodra verdenking influenza reëel lijkt, de (verdachte) patiënt in strikte isolatie, dat wil zeggen: een afsluitbare éénpersoonskamer voor de eerste beoordeling en een afsluitbare éénpersoonskamer met sluis op de verpleegafdeling of ICU. b. Nader onderzoek In contact met de (verdachte) patiënt draagt de hulpverlener een FFP2 mondneusmasker, schort met lange mouwen en handschoenen. Bij vervoer door het ziekenhuis de (verdachte) patiënt een FFP2 mond-neusmasker voordoen. c. Na afloop Gebruikt instrumentarium reinigen en desinfecteren met alcohol 70%. Kamer huishoudelijk reinigen. Zichtbaar besmette oppervlaken, indien de aard van het materiaal het toelaat, eerst huishoudelijk reinigen en daarna met 70% alcohol desinfecteren. Ten aanzien van linnengoed en afval zijn geen bijzondere maatregelen van toepassing. Uitgangspunt is het reguliere beleid voor linnengoed (o.a. handschoenen dragen bij contact met linnengoed) en afval verwoord in de betreffende richtlijn van de WIP. Medisch en verpleegkundig materiaal dat aanwezig is in de kamer waar de patiënt geweest is, reinigen en desinfecteren. Indien dit niet mogelijk is de materialen weggooien. 8/63

10 Het wordt aanbevolen dat op meerdere plaatsen in het ziekenhuis waar patiënten zich kunnen presenteren (balies, receptie, portiers etc.) mond-neusmaskers liggen die te gebruiken zijn door de patiënt. Tevens moeten instructies klaarliggen voor het personeel. Wanneer duidelijk wordt dat er een terechte verdenking bestaat op besmetting met het influenzavirus wordt door de behandelend arts de arts-infectieziektebestrijding van de GGD geïnformeerd. De GGD zal in samenwerking met de afdeling ziekenhuishygiëne bron- en contactonderzoek starten Presentatie aan en eerste beoordeling door GGD Een patiënt kan zich ook, en dat is dan vaak telefonisch, melden bij een GGD. Voor een beoordeling van het klinisch beeld van de patiënt wordt verwezen naar de huisarts (de patiënt moet hiertoe eerst telefonisch contact met de huisarts opnemen en niet naar de huisarts toegaan!). De GGD informeert de huisarts over het contact met de patiënt en adviseert de huisarts met betrekking tot de persoonlijke beschermingsmaatregelen die door hem genomen moeten worden bij contact met de patiënt. Indien noodzakelijk brengt de GGD de huisarts op de hoogte van de laatste stand van zaken met betrekking tot influenza (zie verder voor stappenplan onder 2.2.1) Rol GGD Wanneer de arts-infectieziektebestrijding een signaal krijgt van een huisarts of specialist over een verdenking op besmetting met het influenzavirus handelt hij als volgt: Verifieer de gegevens en toets deze aan de casusdefinitie. Overleg met het bureau LCI ( ). Meld aan de IGZ, telefonisch (binnen kantooruren: , buiten kantooruren , vraag naar de dienstdoende inspecteur) en via OSIRIS (is tevens casusregister). Indien de patiënt in de thuissituatie verblijft: maak een afspraak met de patiënt over afname van materialen voor diagnostiek (in samenspraak met de huisarts, 2.3.2), uitleg infectiepreventiemaatregelen en start van bron- en contactonderzoek (2.4). Indien de patiënt in het ziekenhuis is opgenomen: start in afwachting van de uitslag van de diagnostiek met bron- en contactonderzoek (2.5/2.6). 2.3 Diagnostiek Influenzadiagnostiek algemeen Aanbevolen monstername: keel-neuswat in virustransportmedium. Methode: PCR, kweek, immunofluorescentie (IFA). Minimaal BSL-2-laboratorium met BSL-3-werkregime. De influenzasneltest heeft een beperkte gevoeligheid en specificiteit; het is daardoor niet zinvol dit te gebruiken bij sporadische gevallen en voor de behandeling van individuen Diagnostiek in thuissituatie Bij wie? Patiënten die voldoen aan de casusdefinitie van verdacht of waarschijnlijk geval (nog op te stellen). 9/63

11 Door wie? De GGD coördineert de afname en het vervoer van de monsters; Principe-afspraak met de huisartsen voor de regio is dat de afname van de keel-neuswat door de GGD wordt gedaan. Via de reguliere bereikbaarheidsdienst kan de huisarts contact opnemen met de GGD. Wat? Aanbevolen wordt een keel-neuswat af te nemen (bijlage VI). In de regio Midden-Holland wordt dit in virustransportmedium bij 4 C bewaard en zo snel mogelijk naar het RIVM gestuurd. Dit wordt met een koerier (TNT), liefst via de receptie ISMH, TNT Nederland Logistics, Muidenweg 2, 2803 PR Gouda (0182) / verzonden. Het monster moet verpakt worden volgens box-in-a-box-in-a-box Het is niet mogelijk om monstermateriaal bij een patiënt op te halen. Vervoer is alleen mogelijk vanaf de GGD of het laboratorium. Het materiaal wordt vervolgens na overleg met de dienstdoend microbioloog (24 uur per dag te bereiken via portier of via ) ingestuurd (LIS, RIVM). Diagnostiek wordt door het RIVM en het Erasmus MC uitgevoerd. In de regio GGD Zuid-Holland Noord wordt vóór afname met de dienstdoend microbioloog van het LUMC overlegd of het monstermateriaal bij hen afgeleverd dient te worden, of direct per koerier naar het RIVM verzonden moet worden. Persoonlijke beschermingsmaatregelen Bij afname van de keel-neuswat worden handschoenen gedragen en wordt een FFP2 mondneusmasker opgezet voorzover dat nog niet gebeurd was. Dit zijn de standaard beschermingsmaatregelen. Daarnaast wordt het gebruik van een schort met lange mouwen en een bril geadviseerd. Hiervoor is gekozen omdat zo dezelfde procedure rondom de diagnostiek wordt gevolgd als voor SARS. 4 Diagnostiek naar andere verwekkers In eerste instantie moet de aandacht gaan naar het vaststellen dan wel uitsluiten van een infectie met het influenzavirus, gelet op de maatregelen die genomen moeten worden indien een infectie met het influenzavirus wordt vastgesteld. Wanneer het niet om influenza blijkt te gaan, kan, eventueel in overleg met het lokale medisch microbiologisch laboratorium, nadere diagnostiek naar andere verwekkers worden ingezet Diagnostiek bij ziekenhuisopname Bij wie? Patiënten die voldoen aan de casusdefinitie van verdacht of waarschijnlijk geval (nog op te stellen). Door wie? De behandelend arts is verantwoordelijk voor de afname en het vervoer van monsters bij een patiënt mogelijk besmet met het influenzavirus. 4 Op advies van het LOI d.d. 14 september 2004 is deze richtlijn aangepast. Het draaiboek komt daardoor niet overeen met de WIP-richtlijn en het Beleidsdraaiboek Influenza. Dit is een pragmatische keuze: zo wordt hetzelfde pakket beschermende maatregelen gehanteerd als in het kader van SARS reeds geformuleerd is. 10/63

12 Wat? Aanbevolen wordt een keel-neuswat af te nemen (bijlage VI). Dit wordt in virustransportmedium bij 4 C bewaard en zo snel mogelijk naar het RIVM gestuurd. Het laboratorium van het ziekenhuis regelt het vervoer van materialen voor externe diagnostiek. Het monster moet verpakt worden volgens box-in-a-box-in-a-box principe. Het materiaal wordt vervolgens na overleg met de dienstdoend microbioloog (24 uur per dag te bereiken via portier of via ) ingestuurd (LIS, RIVM). Diagnostiek wordt door het RIVM en het Erasmus MC uitgevoerd. Persoonlijke beschermingsmaatregelen Bij afname van de keel-neuswat worden handschoenen en een schort met lange mouwen gedragen en wordt een FFP2 mond-neusmasker opgezet voorzover dat nog niet gebeurd was. Diagnostiek naar andere verwekkers De behandelend arts bepaalt, eventueel in overleg met het laboratorium, welke aanvullende diagnostiek noodzakelijk is Diagnostiek bij personen die niet voldoen aan de casusdefinitie Bij personen met een influenza-achtig ziektebeeld die niet voldoen aan de casusdefinitie wordt in overleg met het medisch microbiologisch laboratorium materiaal voor diagnostiek door de huisarts of behandelend arts in het ziekenhuis afgenomen. Diagnostiek vindt op de gebruikelijke wijze plaats in het medisch microbiologisch laboratorium. Aanbevolen wordt alleen met PCR influenza A te bepalen en niet te kweken of IFA uit te voeren vanwege propagatie van infectieus virus. Wanneer diagnostiek positief is voor influenza A moet verdere subtypering uitgevoerd worden (Erasmus MC). 2.4 Patiënt verblijft thuis Maatregelen te nemen door patiënt en huisgenoten Wanneer de patiënt verdacht van besmetting met het influenzavirus thuis verblijft, moeten een aantal maatregelen getroffen worden om verdere verspreiding van het virus zoveel mogelijk tegen te gaan. De patiënt verblijft zoveel mogelijk in één ruimte; alleen voor sanitairbezoek en lichaamsverzorging verlaat de patiënt de ruimte. De ruimte heeft een raam en moet dagelijks geventileerd worden. De patiënt mag geen contact hebben met andere mensen dan huisgenoten en verzorgers. De patiënt mag dus geen bezoek ontvangen, niet naar werk dan wel school gaan. De patiënt moet contacten met huisgenoten en verzorgers tot een minimum beperken. De patiënt en zijn directe contacten worden geïnstrueerd omtrent hand- en hoesthygiëne (bijlage VII). Bij verblijf in de kamer draagt de patiënt geen mond-neusmasker, tenzij hij contact heeft met een huisgenoot en/of verzorger. Bij contact met een huisgenoot en/of verzorger draagt de patiënt een FFP2 mondneusmasker. Bij verblijf buiten de eigen kamer voor sanitairbezoek en lichaamsverzorging draagt de patiënt een FFP2 mond-neusmasker. 11/63

13 Huisgenoten van een patiënt dragen bij contact met de patiënt en met name op de kamer van de patiënt een chirurgisch mond-neusmasker alleen indien de patiënt niet in staat is zelf een mond-neusmasker te dragen. Huisgenoten van een patiënt dragen bij contact met de patiënt handschoenen. Chirurgische mond-neusmaskers worden na gebruik weggegooid; de patiënt kan zijn FFP2 mond-neusmasker meerdere keren gebruiken, echter nooit langer dan een dag. Linnengoed en kleding van de patiënt kunnen gewoon in de wasmachine gestopt worden en op minstens zestig graden gewassen worden met een totaal of witwasmiddel met een volledig wasprogramma. Hierna zijn de spullen weer door anderen te gebruiken. Sanitaire voorzieningen kunnen huishoudelijk gereinigd worden. Oppervlakken die door lichaamsvloeistoffen kunnen zijn bevuild (lichtknoppen, deurknoppen) moeten dagelijks gedesinfecteerd worden met 70% alcohol. Indien de oppervlakken zichtbaar vervuild zijn dan eerst schoonmaken met water en zeep, afdrogen en daarna desinfecteren. Na het opheffen van de isolatie (zie 3.7) wordt de kamer van de patiënt huishoudelijk gereinigd voordat de kamer weer gebruikt kan worden. Zichtbare verontreinigde oppervlakken worden eerst huishoudelijk gereinigd en vervolgens met alcohol 70% gedesinfecteerd Taken GGD IGZ en LCI worden geïnformeerd. De GGD neemt telefonisch contact op met de patiënt om de patiënt te informeren over de te nemen maatregelen. Een GGD-medewerker bezoekt de patiënt zo snel mogelijk terwijl hij/zij preventieve maatregelen neemt: - na binnenkomst van de woning FFP2 mond-neusmasker en bril opzetten en schort dragen; (zie voetnoot 4) - aantrekken wegwerphandschoenen. De GGD bepaalt, in overleg met de huisarts, of de woonomstandigheden en de sociale omstandigheden van de patiënt geschikt zijn voor het adequaat uitvoeren van de infectiepreventiemaatregelen in de thuissituatie. Indien de thuissituatie ongeschikt is, dan is er sprake van een sociale indicatie voor opname in het ziekenhuis. De GGD neemt hiervoor contact op met de huisarts. De GGD zorgt dat de patiënt en zijn/haar huisgenoten/verzorgers zowel mondelinge als schriftelijke informatie krijgen over de infectiepreventiemaatregelen en voldoende materialen hebben voor het uitvoeren ervan (zie bijlage VIII en IX). De GGD begeleidt de patiënt en zijn/haar omgeving bij het uitvoeren van de infectiepreventiemaatregelen thuis. De GGD is bereikbaar op een telefoonnummer voor vragen over de preventieve maatregelen. De GGD werkt met vaste contactpersonen die goed op de hoogte zijn van dit draaiboek. De GGD zal regelmatig contact opnemen met de patiënt of verzorgenden. De GGD neemt contact op met de huisarts om hem in te lichten over het verdachte geval (indien nodig). De huisarts is verantwoordelijk voor de medische begeleiding van het verdachte geval. Bij beëindiging van het bezoek worden de volgende maatregelen getroffen: - na het bezoek en voor het verlaten van de woning handschoenen uit en mond-neusmasker afzetten, in een vuilniszak stoppen en dichtbinden; - de handen desinfecteren met handalcohol; - de woning verlaten en nogmaals de handen desinfecteren met handalcohol. Indien influenza meldingsplichtig is, maakt de GGD melding van de patiënt via OSIRIS. 12/63

14 De GGD houdt zich op de hoogte van de uitkomsten van de diagnostiek en bepaalt of deze leiden tot verandering van de casusdefinitie en/of opheffing van de isolatiemaatregelen thuis. De GGD geeft een eventuele aanpassing van de casusdefinitie en de uitkomsten van de diagnostiek door met behulp van OSIRIS. De GGD informeert de patiënt, huisgenoten en verzorgers over het opheffen van de isolatiemaatregelen thuis. De GGD is casusmanager hetgeen betekent dat de GGD alle acties van betrokken professionals en instanties binnen de gezondheidszorg rondom een influenzapatiënt coördineert. De GGD maakt een contactlijst van personen die (nauw) contact hebben gehad met de patiënt (zie paragraaf 3.6 contactonderzoek en maatregelen) Profylaxe oseltamivir (Tamiflu ) Zie 2.6 contactonderzoek en maatregelen 2.5 Patiënt wordt opgenomen in het ziekenhuis Vervoer naar het ziekenhuis per ambulance Wanneer de situatie van de patiënt vervoer per ambulance noodzakelijk maakt, moet de insturend huisarts expliciet aan de CPA vermelden dat er een verdenking op besmetting met influenza bestaat. Ambulancevervoer vindt plaats volgens WIP-richtlijn Infectiepreventie ten behoeve van de ambulancesector, waarbij maatregelen worden getroffen conform de richtlijn multiresistente micro-organismen. De patiënt wordt vervoerd met een minimum aan ambulancepersoneel. Personeel dat met gebruik van beschermende maatregelen een patiënt verdacht van influenza heeft vervoerd, wordt als vluchtig contact beschouwd (zie 3.6 contactonderzoek en maatregelen). Na gebruik moet de ambulance worden schoongemaakt en gedesinfecteerd Eigen vervoer naar het ziekenhuis Wanneer de situatie van de patiënt niet zo ernstig is dat vervoer per ambulance noodzakelijk is, kan de patiënt onder bepaalde voorwaarden op eigen gelegenheid naar het ziekenhuis gaan: Huisarts meldt de ontvangend specialist dat een patiënt verdacht van influenza eraan komt. Huisarts vertelt de patiënt waar hij/zij zich moet melden. Patiënt gaat in eigen auto met huisgenoot of gezinscontact. Patiënt draagt zo mogelijk een FFP2 mond-neusmasker. Wanneer de patiënt niet in staat is een FFP2 mond-neusmasker te dragen, draagt de huisgenoot of het gezinscontact een mond-neusmasker en handschoenen. Wanneer eigen vervoer niet mogelijk is (geen vervoer, geen gezinscontact of huisgenoot aanwezig), gaat de patiënt alsnog per ambulance naar het ziekenhuis. Patiënt gaat niet met openbaar vervoer of taxi Opname in het ziekenhuis De ontvangend specialist moet de insturend huisarts informeren op welke plaats en tijd de patiënt zich moet melden. Hij waarschuwt de locatie voor eerste beoordeling in zijn ziekenhuis dat een van influenza verdachte patiënt ingestuurd wordt voor beoordeling en waarschuwt de verantwoordelijke voor infectiepreventie in zijn ziekenhuis. 13/63

15 Bij een patiënt verdacht van besmetting met het influenzavirus wordt gehandeld conform de WIP-richtlijn Isolatierichtlijn. De patiënt wordt in strikte isolatie geplaatst. Het aantal contacten met de patiënt wordt zoveel mogelijk beperkt gezien het risico van overdracht. Dat wil zeggen: Er wordt gewerkt met een beperkt vast team van medisch personeel. Bezoek met beschermende maatregelen wordt (in beperkte mate) toegestaan. De GGD wordt, als het niet in een eerder stadium al is gebeurd, geïnformeerd over de opname van een van influenza verdachte patiënt. Taken van de GGD bestaan uit: Melding maken van de patiënt via OSIRIS. Verrichten van contactonderzoek en eventueel nemen van maatregelen ten aanzien van die contacten (zie paragraaf 2.6). De GGD zal in de praktijk het opsporen en begeleiden van contacten werkzaam of opgenomen in het ziekenhuis delegeren aan de afdeling ziekenhuishygiëne en/of de bedrijfsgeneeskundige dienst van het ziekenhuis. De GGD moet zich er wel van vergewissen dat het contactonderzoek en de daarmee samenhangende maatregelen volgens afspraak worden uitgevoerd. Contact houden met het ziekenhuis over de uitkomsten van diagnostiek en eventuele aanpassing casusdefinitie. Ontslag uit het ziekenhuis vindt plaats als er geen medische of sociale indicatie voor opname meer is. Indien de termijn voor infectiepreventiemaatregelen (zie 2.7) nog niet verstreken is, moeten deze thuis worden voortgezet; de hoofdbehandelaar informeert de betrokken GGD en de huisarts over het voorgenomen ontslag en overlegt met hen over nog te nemen infectiepreventiemaatregelen. De GGD draagt zorg voor de begeleiding van deze patiënten thuis en het handhaven van de infectiepreventiemaatregelen. De huisarts is verantwoordelijk voor de medische begeleiding van de patiënt thuis. Profylaxe oseltamivir (Tamiflu ) Zie 2.6 Contactonderzoek en maatregelen 2.6 Contactonderzoek en maatregelen Definiëring contacten Met intensieve contacten van de patiënt worden bedoeld: gezinscontacten en contacten onder medisch en verplegend personeel voorzover deze geen gebruik hebben gemaakt van persoonlijke beschermingsmaatregelen, gerekend vanaf een dag voor het ontstaan van symptomen bij de patiënt. Definiëring gezinscontacten: Gezinsleden en anderen die gezamenlijk met de patiënt een huishouden delen/deelden. Zeer nauwe contacten: dit zijn personen die gerekend vanaf een dag voor het ontstaan van symptomen bij de patiënt: een of meerdere keren hebben geslapen in dezelfde ruimte als de patiënt; in totaal langer dan vier uur intensief face to face contact hebben gehad met de patiënt, in een zelfde ruimte. Alle overige contacten worden vluchtige contacten genoemd. Alle contacten (intensief en vluchtig) worden geregistreerd (bijlage X). 14/63

16 2.6.2 Maatregelen ten aanzien van intensieve contacten Hand- en hoesthygiëne (bijlage VII) Tamiflu is onder bepaalde voorwaarden als profylaxe geïndiceerd voor mensen gedefinieerd als intensieve contacten van de patiënt: Uitgangspunt is een in het laboratorium bevestigde diagnose bij de indexpatiënt of een persoon met een passend klinisch beeld die epidemiologisch gerelateerd is aan een bevestigd geval. Tamiflu dient zo snel mogelijk na vaststellen van de diagnose verstrekt te worden. Dosering volwassenen en kinderen >13 jaar: 1 dd 75 mg. Dosering kinderen 1-13 jaar: 2 mg/kg per dag met een maximum van 75 mg per dag. Voortzetten tot zeven dagen na laatste onbeschermde contact. Absolute contra-indicaties voor het gebruik van Tamiflu zijn ernstige nierinsufficiëntie (creatinine klaring <10 ml/min of dialyse patiënten) 5 en bestaande overgevoeligheid voor een van de bestanddelen van Tamiflu. Het gebruik van Tamiflu is relatief gecontra-indiceerd voor zwangeren, vrouwen die borstvoeding geven en kinderen onder het jaar. Het potentiële gevaar van het oplopen van influenza moet in die gevallen worden afgewogen tegen het potentiële gevaar van ernstige gevolgen van het gebruik van Tamiflu. Zie bijlage XI voor patiënteninformatie over Tamiflu, bijlage XII voor artseninformatie. Informeren over infectiepreventiemaatregelen (bijlage IX). Informeren over eventuele ziekteverschijnselen en hoe dan te handelen (bijlage IX). Intensieve contacten kunnen hun dagelijkse activiteiten buiten het huis voortzetten Verstrekken Tamiflu De eindverantwoordelijkheid voor de voorraad Tamiflu ligt bij het ministerie van VWS. VWS en het Nederlands Vaccin Instituut (NVI) maken afspraken over voorraadbeheer. Levering uit de voorraad geschiedt uitsluitend op strikte indicatie. Wanneer er sprake is van een medisch indicatie voor het verstrekken van Tamiflu, neemt de arts-infectieziektebestrijding van de GGD contact op met de dienstdoende arts van het bureau LCI ( ). Het bureau LCI zorgt, na instemming met de gestelde indicatie, dat het NVI de benodigde hoeveelheid aflevert bij de aanvragende GGD. De GGD verstrekt de tabletten aan de personen die daarvoor in aanmerking komen Maatregelen ten aanzien van vluchtige contacten Contacten niet vallend onder de definitie van intensieve contacten worden schriftelijk geïnformeerd over ziekteverschijnselen passend bij een infectie met influenza (bijlage XIII). Tevens ontvangen zij een standaardbrief die ze moeten overhandigen aan de huisarts of ziekenhuisarts als ze verschijnselen ontwikkelen (bijlage XIII). Indien de contacten verschijnselen ontwikkelen binnen een week na het laatste contact met de patiënt 6, dan moeten de contacten zo snel mogelijk de GGD en de huisarts bellen (niet bezoeken). De behandelaar beoordeelt of een huisbezoek noodzakelijk is. Vluchtige contacten kunnen, mits geen verschijnselen, hun activiteiten buitenshuis voortzetten. 5 Dosisaanpassing is noodzakelijk bij minder ernstige vormen van nierinsufficiëntie, zie bijlage XII. 6 Afhankelijk van de kenmerken van het nieuw geïntroduceerde virus (incubatietijd) kan deze termijn veranderen. 15/63

17 2.7 Opheffen isolatiemaatregelen De beschermingsmaatregelen rondom een patiënt kunnen worden opgeheven wanneer: de klachten door een andere oorzaak dan influenza worden verklaard en waarvoor geen isolatie nodig is; er 7 dagen na het begin van de eerste ziekteverschijnselen verstreken zijn Casusregister Het casusregister voor influenza zal via het internet registratiesysteem OSIRIS gerealiseerd worden. Gegevens over diagnostiek kunnen toegevoegd worden aan individuele patiëntmeldingen. Dit is pas mogelijk indien influenza een meldingsplichtige ziekte wordt. 7 Afhankelijk van de kenmerken van het nieuw geïntroduceerde virus (periode van besmettelijkheid) kan deze periode aangepast worden. De termijn van zeven dagen is gebaseerd op de verwachte uitscheidingsduur bij kinderen. Bij volwassenen is deze drie tot vijf dagen (bron 18th edition Control of Communicable Disease manual. David L Heymann) 16/63

18 3. Communicatie 3.1 Uitgangssituatie Zojuist is vastgesteld dat een inwoner uit de regio Hollands Midden als eerste in Nederland besmet is met een nieuw Influenzavirus. In deze fase ligt het accent in de communicatie op het informeren van doelgroepen. 3.2 Uitgangspunten en afbakening 1. Het Ministerie van VWS draagt (eventueel in samenwerking met het Nationaal Voorlichtings Centrum zorg voor een juiste, tijdige, volledige landelijke informatievoorziening. 2. Alle communicatie op nationaal niveau wordt in eerste instantie door VWS getrokken. 3. Communicatie op regionaal en lokaal niveau volgt het nationale beleid. Concreet: GGD en zijn verantwoordelijk en stemmen hun voorlichting met gemeenten en VWS af, of, bij opschaling, met het Nationaal Voorlichtings Centrum (NVC). Het NVC/VWS neemt daarvoor het initiatief. 4. Bij een eerste transmissie in de regio doen GGD en en gemeenten zelf de woordvoering, maar met inachtneming van het voorgaande. 5. Iedere gemeente in de regio HM heeft een Handboek Crisisbeheersing, waarin de procedures NVC van de gemeenten, van GGD Nederland en van de GGD en ZHN en MH beschreven staan. Dat wordt echter pas gebruikt bij een grootschalige uitbraak van influenza. Regionaal Regionale communicatie richt zich op: burgers in de regio HM: zie bij 3.3; bestuur en regionaal netwerk zorg: zie bij 3.4; media, regionaal en lokaal, in de regio HM: zie bij 3.5; de eigen medewerkers van GGD en en GHOR in de regio HM: zie bij Communicatie met de burgers in de regio HM Doelgroepen Algemeen publiek regionaal; Scholen; peuterspeelzalen en kinderdagverblijven; buurt- en wijkcentra; beheerders sportzalen en zwembaden; bibliotheken, postkantoren; risicogroepen (zie draaiboek 3, hoofdstuk 3); werkgevers en werknemers van het bedrijf waar de patiënt werkt. 17/63

19 Doelstellingen 1. Burgers in de regio HM weten dat in de regio een besmetting met een nieuw virus is vastgesteld. 2. Burgers weten dat preventieve maatregelen zijn genomen. 3. Burgers kennen de gevolgen van deze maatregelen. 4. Burgers weten waar zij met vragen terecht kunnen. 5. Burgers weten wat de informatie betekent en raken niet in paniek Boodschappen 1. Er is een besmetting met een nieuw virus in de regio HM, met vermelding van de gemeente waar de patiënt woont / werkt. 2. Hoe is de patiënt besmet / hoe heeft besmetting plaatsgevonden. 3. Hoe lang is de incubatietijd. 4. Welke maatregelen zijn inmiddels getroffen: opname patiënt in ziekenhuis, begeleiding van de intensieve contacten van de patiënt. 5. Hoe heeft/hebben de GGD( en) zich in de regio HM voorbereid op deze situatie. 6. Wat kunnen burgers zelf doen: adviezen. Middelen Bericht via regionale en lokale media; informatie op websites GGD en en GHOR; regionaal call center inrichten voor regionale vragen. N.B. Bij eerste outbreak in andere regio GEEN regionaal call center in Hollands Midden. Adreslijsten De GGD beschikt over adresgegevens van scholen, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, buurt- en wijkcentra en bibliotheken; Voor beheerders sportzalen en zwembaden, postkantoren wordt vastgelegd wie dit verzamelt en beheert; de GGD en beschikken over adresgegevens en contactpersonen van de regionale en lokale media. 3.4 Communicatie met bestuur en regionaal netwerk zorg Doelgroepen Bestuurders Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland; Provinciaal Coördinatie Centrum (PCC) van de provincie Zuid-Holland; burgemeesters van de gemeenten in de regio HM, in het bijzonder de burgemeester(s) van de gemeente(n) waar de patiënt woont /werkt; wethouders met portefeuille zorg in de gemeenten, idem; ambtenaren volksgezondheid in de gemeenten, idem; ambtenaren openbare orde en veiligheid in de gemeenten, idem; gemeentevoorlichters in de gemeenten, idem; politie en brandweer in de regio. 18/63

20 Netwerk Zorg ambulancediensten en medewerkers; psychosociale hulpverleners ongevallen en rampen in Hollands Midden; intramuraal: ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen en hun medewerkers; extramuraal: thuiszorg en wijkverpleging, consultatiebureaus, kraamzorg, verslavingszorg, andere OGGZ-instellingen, GGD, apothekers, tandartsen, huisartsen, Arbodiensten. maatschappelijk werk en Leger des Heils. Doelstellingen voor beide groepen 1. De doelgroepen weten dat in de regio HM een besmetting met een nieuw virus is vastgesteld. 2. De doelgroepen weten in welke gemeente de patiënt woont / werkt. 3. De doelgroepen weten welke preventieve maatregelen genomen zijn. 4. De doelgroepen kennen de gevolgen van deze maatregelen. 5. De doelgroepen weten waar zij meer informatie kunnen krijgen en wie hen ondersteunt. 6. De doelgroepen weten waarheen zij andere vraagstellers moeten verwijzen. 7. De doelgroepen weten dat communicatie met burgers gericht moet zijn op informatieoverdracht naar die burgers en voorkomen van paniek onder die burgers. Boodschappen voor beide groepen 1. Er is een nieuw virus vastgesteld in de regio HM, met vermelding van de gemeente waar de patiënt woont / werkt. 2. Hoe is de patiënt besmet / hoe heeft besmetting plaatsgevonden. 3. Welke maatregelen zijn inmiddels getroffen: opname patiënt in ziekenhuis, begeleiding van de intensieve contacten van de patiënt. 4. GGD / GHOR volgen communicatie ministerie VWS 5. Hoe, door wie en met welke middelen worden de burgers geïnformeerd: wat wordt van bestuurders en ketenpartners verwacht? 6. GGD / GHOR ondersteunt en adviseert voorlichters gemeenten / provincie. Middelen Brieven / faxen aan de doelgroepen; Q&A s voor gemeenten, provincie, ziekenhuizen en verpleeghuizen, thuiszorg, huisartsen; weblinks naar de sites van VWS, LCI, GGD; inrichten regionaal call center; publicatie nummer landelijk en regionaal call center in media, op websites. Adreslijsten Psychosociale hulpverlening: voor grootschalige inzet kan gebruik gemaakt worden van een overzicht van instellingen / contactpersonen dat bij de GHOR aanwezig is. Voor klein(er)schalige inzet kan gebruik gemaakt worden van een calamiteitenteam. De GGD beschikt over een lijst van instellingen/contactpersonen; Van de overige instellingen stemmen de GGD en en de GHOR af wie over welke overzichten beschikt en wie die beheert. 19/63

21 N.B. De GGD Zuid-Holland Noord ontwikkelt een digitale sociale kaart. Deze kaart stelt burgers en professionals in staat alle adressen met betrekking tot zorg, wonen en welzijn in één bestand te vinden. Nieuwe functionaliteiten in de software zullen het in de nabije toekomst mogelijk maken om voor mailings selecties te maken en te gebruiken. Besluitvorming over het gebruik van de digitale sociale kaart moet nog plaatsvinden. 3.5 Communicatie met de media De GGD en zijn verantwoordelijk voor de publieksvoorlichting. Zij houden de gemeentevoorlichters op de hoogte van de inhoud van de boodschap en de afgesproken werkwijze / activiteiten. De hierna volgende beschrijving van doelgroep, doelstellingen, boodschappen en middelen zijn bepalend voor de coördinatie en instructie. Doelgroep Alle regionale en lokale media in de regio Hollands Midden: dagbladen, huis-aan-huisbladen, regionale en lokale RTV, kabelkranten; Doelstellingen 1. De media weten dat in de regio HM een besmetting met een nieuw virus is vastgesteld. 2. De media weten in welke gemeente de patiënt woont / werkt. 3. De media weten welke preventieve maatregelen genomen zijn. 4. De media kennen de gevolgen van deze maatregelen. 5. De media weten waar zij meer informatie kunnen krijgen. 6. De media weten waarheen zij de burgers kunnen verwijzen voor meer informatie. 7. De media zijn zich ervan bewust dat paniek onder de burgers voorkomen moet worden en kennen hun rol daarbij. Boodschappen 1. Er is een besmetting met een nieuw virus vastgesteld in de regio HM, met vermelding van de gemeente waar de patiënt woont / werkt. 2. Hoe heeft besmetting plaatsgevonden. 3. Hoe lang is de incubatietijd. 4. Welke maatregelen zijn inmiddels getroffen: opname patiënt in ziekenhuis, begeleiding van de intensieve contacten van de patiënt. 5. Hoe hebben we ons in de regio HM voorbereid op deze situatie. 6. Wat kunnen burgers zelf doen: adviezen. 7. Waar kunnen burgers terecht voor meer informatie. Middelen Persberichten en persconferentie georganiseerd door de GGD Zuid-Holland Noord en/of GGD Midden Holland. Adreslijsten De GGD en (en de GHOR) stemmen lijsten op elkaar af, om dubbeling in informatie te voorkomen. 20/63

22 3.6 Communicatie met de eigen medewerkers van GGD en GHOR Doelgroep Alle medewerkers van de GGD ZHN; alle medewerkers van de GGD MH; alle medewerkers van de GHOR HM. Doelstellingen 1. De medewerkers weten dat in de regio HM een besmetting met een nieuw virus is vastgesteld. 2. De medewerkers weten in welke gemeente de patiënt woont / werkt. 3. De medewerkers weten welke preventieve maatregelen genomen zijn. 4. De medewerkers kennen de gevolgen van deze maatregelen. 5. De medewerkers weten waarheen zij andere vraagstellers moeten verwijzen. 6. De medewerkers kennen hun taak: informeren en paniek voorkomen. Boodschappen 1. Er is een geval van Aviaire Influenza vastgesteld in de regio HM, met vermelding van de gemeente waar de patiënt woont / werkt. 2. Hoe is de patiënt besmet / hoe heeft besmetting plaatsgevonden. 3. Welke maatregelen zijn inmiddels getroffen: opname patiënt in ziekenhuis, begeleiding van de intensieve contacten van de patiënt. 4. GGD / GHOR volgen communicatie ministerie VWS 5. Hoe, door wie en met welke middelen worden de burgers geïnformeerd: wat wordt van medewerkers GGD en GHOR verwacht. 6. Medewerkers van GGD en GHOR die een taak hebben bij de bestrijding van de epidemie: mogelijk krijgen zij op korte termijn de opdracht om die taak uit te voeren. 7. Voor deze medewerkers zullen nader omschreven middelen worden gebruikt om hen daarop voor te bereiden (bijeenkomst, schriftelijke informatie, bescherming tegen besmettingsrisico, etc.). Middelen ; (intranet); brief; voor medewerkers die een taak hebben hierin: draaiboeken. Adreslijsten De GGD en de GHOR beschikken over adresgegevens van hun medewerkers. De GGD en de GHOR beschikken over een speciale lijst met gegevens van medewerkers die een taak hebben bij het bestrijden van een influenza epidemie 21/63

23 4. Actiepunten voor GGD 4.1 Acties voordat er sprake is van introductie van een nieuw humaan influen zavirus De GGD is verantwoordelijk voor de inhoud en het proces van deze voorbereiding. De GGD en hebben het regionale draaiboek opgezet aan de hand van de actiepunten die beschreven waren in het landelijke draaiboek. De medewerkers infectieziekten zijn op de hoogte gesteld van de inhoud van het draaiboek en hebben dat in hun overleg besproken. De verantwoordelijkheden voor de verschillende disciplines zijn conform de intern geldende afspraken van de twee GGD en. Beide GGD en hebben afspraken gemaakt met de medisch laboratoria over de routing van de diagnostiek. De vier regionale ziekenhuizen zijn geïnformeerd over de inhoud van het draaiboek en hebben de hygiëneprotocollen opgenomen in hun reguliere protocollen. De influenzakits zijn voorbereid en beschikbaar op beide GGD en. Bij beide GGD en is bekend waar materialen te bestellen zijn. Bestelling verloopt via de reguliere afspraken van de afdelingen infectieziektenbestrijding. Met de huisartsen is de afspraak gemaakt dat de afname van keel-neuswatten door de medewerkers van de GGD zal plaatsvinden. In het Provinciaal Overleg Infectieziekten van 14 december 2004 is door GGD medewerkers geoefend. 4.2 Acties ten tijde van melding van een besmetting met nieuw humaan influenzavirus In werking stellen regionaal draaiboek incidentele introductie nieuw humaan influenzavirus.. 22/63

24 5. Actiepunten voor huisarts 5.1 Acties voordat er sprake is van introductie van een nieuw humaan influenzavirus De huisarts en het overig personeel in de huisartspraktijk of -post moeten zich tijdig voorbereiden op een eventueel contact met een patiënt met een verdenking op influenza. Personeel werkzaam in de huisartspraktijk of -post dient op de hoogte te zijn van het ziektebeeld en de bijbehorende symptomen. Zij moeten doordrongen zijn van de noodzaak beschermende maatregelen tegen besmetting van zichzelf en van anderen toe te passen. Bij het maken van telefonische afspraken voor het spreekuur en huisbezoeken moet de assistent alert zijn op symptomen die kunnen passen bij een infectie met het influenzavirus met daarbij een positieve reis- of contactanamnese (NHG-telefoonwijzer). Het is nuttig om de middelen die nodig zijn voor het uitvoeren van de infectiepreventiemaatregelen in de praktijk of op de post ter beschikking te hebben. Dit zijn: FFP2 mond-neusmasker onderzoekshandschoenen 70% alcohol handalcohol huishoudelijke schoonmaakmiddelen De arts infectieziekten is te bereiken in en buiten kantooruren via het algemene telefoonnummer van de GGD Midden-Holland; (Gouda), de GGD Zuid-Holland Noord; (Leiden). 5.2 Acties ten tijde van melding van een mogelijke besmetting met nieuw humaan influenzavirus Voordat een patiënt wordt bezocht, is het verstandig contact op te nemen met de artsinfectieziektebestrijding van de lokale GGD voor de laatste informatie inzake influenza en voor melding van een verdenking op influenza. De patiënt wordt benaderd zoals beschreven in de diverse stappenplannen (bijlage II, III, IV en V). Opname in een ziekenhuis van een verdacht geval van influenza is geïndiceerd op medische of sociale gronden. De GGD draagt zorg voor het inzetten van specifieke diagnostiek naar influenza en het vervoer van materialen. De GGD werkt samen met de huisarts bij het afnemen van materialen. De huisarts blijft verantwoordelijk voor alle overige diagnostiek. De huisarts is verantwoordelijk voor de medische begeleiding van de thuis verblijvende patiënt en bepaalt of een opvolgend huisbezoek gewenst is. 23/63

Website Informatie Nieuw Humaan Influenza virus. Gelderland Midden en Gelderland Zuid

Website Informatie Nieuw Humaan Influenza virus. Gelderland Midden en Gelderland Zuid Website Informatie Nieuw Humaan Influenza virus Gelderland Midden en Gelderland Zuid INHOUDSOPGAVE Inleiding...3 1 Samenvatting deeldraaiboek 2 Incidentele introductie nieuw humaan virus...4 1.1 Alarmering

Nadere informatie

Regionaal draaiboek Influenzapandemie

Regionaal draaiboek Influenzapandemie Regionaal draaiboek Influenzapandemie Deel 2 - Incidentele introductie nieuw humaan influenzavirus in Nederland Versie augustus 2009 GHOR Regio Groningen Als basisdocument vastgesteld in de Bestuurscommissie

Nadere informatie

Regionaal draaiboek Influenzapandemie

Regionaal draaiboek Influenzapandemie Regionaal draaiboek Influenzapandemie Introductie en leeswijzer versie november 2007 GHOR Regio Groningen GHOR Groningen Postbus 584 9700 AN Groningen 050-367 4300 www.ghorgroningen.nl Legenda In de kantlijn

Nadere informatie

Griep (influenza) Maatregelen bij besmetting

Griep (influenza) Maatregelen bij besmetting Griep (influenza) Maatregelen bij besmetting Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U bent opgenomen in ons ziekenhuis en heeft van uw arts gehoord dat u (mogelijk)

Nadere informatie

Maatregelen tegen overdracht van Klebsiella Oxa-48 buiten het ziekenhuis

Maatregelen tegen overdracht van Klebsiella Oxa-48 buiten het ziekenhuis Maatregelen tegen overdracht van Klebsiella Oxa-48 buiten het ziekenhuis LCI-RIVM en Werkgroep Infectiepreventie (WIP) Versie 16/6/2011 1. Bacteriologisch onderzoek Bacteriologisch onderzoek 1.1 Soorten

Nadere informatie

MRSA INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

MRSA INFORMATIE VOOR PATIËNTEN MRSA INFORMATIE VOOR PATIËNTEN Inleiding U kunt in deze folder informatie vinden over de Methicilline Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) en de maatregelen die het Franciscus Gasthuis & Vlietland treft

Nadere informatie

Richtlijn Incidentele introductie nieuw humaan influenzavirus. juni 2006. Infectiecommmissie AMC

Richtlijn Incidentele introductie nieuw humaan influenzavirus. juni 2006. Infectiecommmissie AMC Richtlijn Incidentele introductie nieuw humaan influenzavirus juni 2006 Infectiecommmissie AMC Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Epidemiologische gegevens... 2 3. Om welke patiënten gaat het?... 3 4.

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Strikte isolatie

Ziekenhuizen. Strikte isolatie Ziekenhuizen Strikte isolatie Werkgroep Infectiepreventie Vastgesteld: november 2006 Revisie: november 2011 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits steeds de Werkgroep Infectiepreventie

Nadere informatie

Bijlage 3. Monitoring contacten ebola- of marburgpatie nt

Bijlage 3. Monitoring contacten ebola- of marburgpatie nt Bijlage 3. Monitoring contacten ebola- of marburgpatie nt Contacten van een patiënt met een ebola- of marburginfectie staan onder controle van de GGD, de afdeling infectiepreventie of de bedrijfsgeneeskundige

Nadere informatie

Isolatiemaatregelen. Infectiepreventie

Isolatiemaatregelen. Infectiepreventie Isolatiemaatregelen Infectiepreventie Inleiding Ieder mens draagt miljarden bacteriën met zich mee. Bacteriën worden ook wel micro-organismen genoemd omdat zij niet met het blote oog te zien zijn maar

Nadere informatie

Werkstroomformulier - Regionaal

Werkstroomformulier - Regionaal Werkstroomformulier - Regionaal Titel richtlijn: Ebola-protocol Regio Noord-Oost: Regionale Maatregelen bij signalering van patiënt met (verdenking) op virale hemorragische koorts (VHK) Auteurs: Medische

Nadere informatie

MRSA. Maatregelen bij (mogelijke) dragers van Meticilline-resistente Staphylococcus aureus. Afdeling Infectiepreventie

MRSA. Maatregelen bij (mogelijke) dragers van Meticilline-resistente Staphylococcus aureus. Afdeling Infectiepreventie MRSA Maatregelen bij (mogelijke) dragers van Meticilline-resistente Staphylococcus aureus Afdeling Infectiepreventie Inleiding U bezoekt de polikliniek van het Amphia Ziekenhuis of u bent in ons ziekenhuis

Nadere informatie

Opname: na een verblijf in een buitenlands ziekenhuis nadat u in contact bent geweest met varkens of vleeskalveren.

Opname: na een verblijf in een buitenlands ziekenhuis nadat u in contact bent geweest met varkens of vleeskalveren. Opname: na een verblijf in een buitenlands ziekenhuis nadat u in contact bent geweest met varkens of vleeskalveren (MRSA-bacterie) Als u in het buitenland in het ziekenhuis bent behandeld, bestaat de

Nadere informatie

Het norovirus wordt gemakkelijk overgedragen en er zijn maar weinig virusdeeltjes nodig om besmet te raken.

Het norovirus wordt gemakkelijk overgedragen en er zijn maar weinig virusdeeltjes nodig om besmet te raken. Norovirus Inleiding Net als in andere Nederlandse ziekenhuizen en zorginstellingen komt er in de OZG af en toe een buikgriepuitbraakje voor, die wordt veroorzaakt door het norovirus. Bij een uitbraak van

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Verpleging in isolatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Verpleging in isolatie PATIËNTEN INFORMATIE Verpleging in isolatie 2 PATIËNTENINFORMATIE Algemeen U bent opgenomen, of uw naaste is opgenomen, in het Maasstad Ziekenhuis en wordt in isolatie verpleegd. U bent door uw behandelend

Nadere informatie

Wat is M RSA? Wat zijn de ziekteverschijnselen van M RSA? Hoe kun je M RSA krijgen en hoe kun je anderen besmetten?

Wat is M RSA? Wat zijn de ziekteverschijnselen van M RSA? Hoe kun je M RSA krijgen en hoe kun je anderen besmetten? MRSA In deze folder leest u wat MRSA is, welke gevolgen dit kan hebben voor uw opname en behandeling en welke maatregelen er genomen worden om de verspreiding van MRSA te voorkomen. U wordt behandeld

Nadere informatie

Beroepsmatig in aanraking komt met levende varkens, vleeskalveren of vleeskuikens.

Beroepsmatig in aanraking komt met levende varkens, vleeskalveren of vleeskuikens. MRSA 1 U wordt behandeld in een zorginstelling en bent mogelijk in contact gekomen met de MRSA bacterie (Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus). Dit kan zijn doordat u Beroepsmatig in aanraking

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Strikte isolatie

Ziekenhuizen. Strikte isolatie Ziekenhuizen Strikte isolatie Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: november 2006 Revisie: november 2011 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits de Werkgroep Infectie Preventie

Nadere informatie

Regionaal draaiboek Influenzapandemie

Regionaal draaiboek Influenzapandemie Regionaal draaiboek Influenzapandemie Deel 3 Bestrijding influenzapandemie Versie augustus 2010 GHOR Regio Groningen Als basisdocument vastgesteld in de Bestuurscommissie Brandweer en GHOR d.d. 22 april

Nadere informatie

MRSA en patiënt in het Maasziekenhuis

MRSA en patiënt in het Maasziekenhuis MRSA en patiënt in het Maasziekenhuis Tijdens uw opname of consult in Maasziekenhuis Pantein worden extra maatregelen getroffen, omdat u mogelijk de moeilijk te bestrijden bacterie MRSA bij u draagt. In

Nadere informatie

Als u drager bent van de resistente Acinetobacter-bacterie

Als u drager bent van de resistente Acinetobacter-bacterie Als u drager bent van de resistente Acinetobacter-bacterie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Uit onderzoek is gebleken dat u met een resistente Acinetobacter

Nadere informatie

Het griepvirus bijvoorbeeld vertoont zich steeds weer in een nieuwe gedaante waardoor vaccinatie moeilijk is.

Het griepvirus bijvoorbeeld vertoont zich steeds weer in een nieuwe gedaante waardoor vaccinatie moeilijk is. Norovirus Inleiding Net als in andere Nederlandse ziekenhuizen en zorginstellingen komt er in de OZG af en toe een buikgriepepidemie voor, die wordt veroorzaakt door het norovirus. Bij een uitbraak van

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 23 oktober 29, week 43 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) verdubbeld

Nadere informatie

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1)

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1) Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep ofwel Nieuwe ofwel Pandemische Influenza A(H1N1) griep (H1N1) 2009 Influenza Mexicaanse griep Wat is

Nadere informatie

BCOU PROTOCOL NIEUWE INFLUENZA A H1N1, DE ZOGENAAMDE MEXICAANSE GRIEP, VERSIE 26 AUGUSTUS 2009 / IVK

BCOU PROTOCOL NIEUWE INFLUENZA A H1N1, DE ZOGENAAMDE MEXICAANSE GRIEP, VERSIE 26 AUGUSTUS 2009 / IVK BCOU PROTOCOL NIEUWE INFLUENZA A H1N1, DE ZOGENAAMDE MEXICAANSE GRIEP, VERSIE 26 AUGUSTUS 2009 / IVK MEDE OP BASIS VAN NOTITIE NUOVO Teksten voor website PCOU en Willibrord Het H1N1-influenzavirus (de

Nadere informatie

Werkdocument 31-08-2009. Hygiëneprotocol Grieppandemie Zuidwester

Werkdocument 31-08-2009. Hygiëneprotocol Grieppandemie Zuidwester Werkdocument 31-08-2009 Hygiëneprotocol Grieppandemie Zuidwester Betreft : Opgesteld door: Hygiëneprotocol Grieppandemie Zuidwester Werkgroep Grieppandemie Datum: 31 augustus 2009 Hygiëneprotocol Nieuwe

Nadere informatie

ISOLATIE KINDERAFDELING Infectiepreventie FRANCISCUS VLIETLAND

ISOLATIE KINDERAFDELING Infectiepreventie FRANCISCUS VLIETLAND ISOLATIE KINDERAFDELING Infectiepreventie FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Uw kind is opgenomen op de kinderafdeling van Franciscus Vlietland en wordt geïsoleerd verpleegd. In deze folder vindt u informatie

Nadere informatie

Hij draagt in deze hoedanigheid zorg voor:

Hij draagt in deze hoedanigheid zorg voor: Inleiding Patiënten worden in het ziekenhuis regelmatig door meerdere medisch specialisten tegelijk behandeld. In het verleden is verschillende malen geconstateerd dat de onderlinge verantwoordelijkheden

Nadere informatie

BRMO. Bijzonder Resistent Micro-Organisme

BRMO. Bijzonder Resistent Micro-Organisme BRMO Bijzonder Resistent Micro-Organisme Inleiding Uit onderzoek is gebleken dat u met een Bijzonder Resistent Micro-organisme (BRMO) besmet bent. Dit zijn bacteriën die verwant zijn aan bacteriën die

Nadere informatie

Bijlage 1. Bron- en contactonderzoek bij clusters van MRSA-infectie

Bijlage 1. Bron- en contactonderzoek bij clusters van MRSA-infectie Staphylococcus aureus-infecties, inclusief MRSA A41 Bijlage 1. Bron- en contactonderzoek bij clusters van MRSA-infectie Achtergronden Het in Nederland gevoerde strikte screenings- en isolatiebeleid ( search-and-destroy

Nadere informatie

Dragerschap van resistente bacteriën

Dragerschap van resistente bacteriën Dragerschap van resistente bacteriën Afdeling infectiepreventie Drager bacterie Er is geconstateerd dat u drager bent van een bacterie die ongevoelig (resistent) is voor bepaalde antibiotica. Dit is op

Nadere informatie

Protocol Ebola. Doel Preventie van besmetting met het Ebola virus.

Protocol Ebola. Doel Preventie van besmetting met het Ebola virus. Doel Preventie van besmetting met het virus. Toepassingsgebied Iedere telefonische melding koorts, algehele malaise al dan niet in combinatie met bloedingen, in combinatie met verblijf West-Afrika korter

Nadere informatie

Informatie over het norovirus

Informatie over het norovirus Informatie over het norovirus 2 Net als in andere Nederlandse ziekenhuizen en zorginstellingen komt er in het Ommelander Ziekenhuis Groningen af en toe buikgriep onder patiënten voor. Vaak is het norovirus

Nadere informatie

MRSA Radboud universitair medisch centrum

MRSA Radboud universitair medisch centrum MRSA U wordt behandeld in het Radboudumc en bent mogelijk in contact gekomen met de MRSA bacterie (Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus). Dit kan zijn doordat u Beroepsmatig in aanraking komt

Nadere informatie

Website Informatie Aviaire Influenza. Gelderland Midden en Gelderland Zuid

Website Informatie Aviaire Influenza. Gelderland Midden en Gelderland Zuid Website Informatie Aviaire Influenza Gelderland Midden en Gelderland Zuid INHOUDSOPGAVE Inleiding...3 1 Samenvatting deeldraaiboek 1 Aviaire Influenza...4 1.1 Alarmering... 4 1.2 Maatregelen Aviaire influenza

Nadere informatie

De ziekenhuisbacterie MRSA. Contactonderzoek

De ziekenhuisbacterie MRSA. Contactonderzoek De ziekenhuisbacterie MRSA Contactonderzoek Inleiding Op de afdeling waar u verblijft of opgenomen bent geweest, is bij een patiënt de ziekenhuisbacterie MRSA aangetoond. Om te controleren of de bacterie

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 april 2009 Betreft Kamervragen Mexicaanse griep

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 april 2009 Betreft Kamervragen Mexicaanse griep > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Informatie over MRSA

Informatie over MRSA Informatie over MRSA Afdeling infectiepreventie Deze folder is bedoeld voor patiënten 1 en bezoekers die het Máxima Medisch Centrum bezoeken en geeft uitleg over de MRSA bacterie. In deze folder leest

Nadere informatie

Deze informatie is bestemd voor patiënten met een mogelijke of aangetoonde MRSA besmetting.

Deze informatie is bestemd voor patiënten met een mogelijke of aangetoonde MRSA besmetting. Deze informatie is bestemd voor patiënten met een mogelijke of aangetoonde MRSA besmetting. Wat is MRSA? Staphylococcus aureus, is een bacterie die bij 20-60% van gezonde personen voorkomt op de huid.

Nadere informatie

MRSA-bacterie. 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Infectiepreventie

MRSA-bacterie. 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Infectiepreventie 00 MRSA-bacterie 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Infectiepreventie 1 Inleiding De ziekenhuisbacterie MRSA zorgt bij gezonde mensen meestal niet voor klachten. Maar mensen met een verminderde weerstand kunnen

Nadere informatie

Onderstaand stappenplan kan als raamwerk dienen bij uw eigen voorbereidingen op een mogelijk ebola contact in uw praktijk/post.

Onderstaand stappenplan kan als raamwerk dienen bij uw eigen voorbereidingen op een mogelijk ebola contact in uw praktijk/post. LS, Onderstaand stappenplan kan als raamwerk dienen bij uw eigen voorbereidingen op een mogelijk ebola contact in uw praktijk/post. Het verdient aanbeveling om dit stappenplan aan te passen aan uw eigen

Nadere informatie

INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING

INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING FACTSHEET 2016 VOORWOORD WIE ZIJN WIJ? De afdeling algemene Infectieziektebestrijding (IZB) van GGD Hollands Noorden houdt zich bezig met het opsporen van infectieziekten om verspreiding

Nadere informatie

Wie hebben een hoger risico op MRSA?

Wie hebben een hoger risico op MRSA? MRSA Via deze folder willen wij u antwoord te geven op enkele van de meest gestelde vragen over MRSA. MRSA is een afkorting voor Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus. Wat is MRSA? Staphylococcus

Nadere informatie

Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Vertrouwd en dichtbij. Informatie voor patiënten. Geïsoleerd verplegen

Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Vertrouwd en dichtbij. Informatie voor patiënten. Geïsoleerd verplegen Wilhelmina Ziekenhuis Assen Vertrouwd en dichtbij Informatie voor patiënten Geïsoleerd verplegen 1 Geïsoleerd verplegen U bent opgenomen in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA) en wordt hier geïsoleerd

Nadere informatie

MRSA-positief, wat nu?

MRSA-positief, wat nu? Infectiepreventie MRSA-positief, wat nu? www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wat is MRSA?... 3 Wie loopt het meeste risico MRSA op te lopen?... 3 MRSA-dragerschap... 4 Verspreiding van MRSA voorkomen...

Nadere informatie

MRSA/ Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus

MRSA/ Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus Patiënteninformatie MRSA/ Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus Informatie voor patiënten en bezoekers over MRSA 1234567890-terTER_ MRSA/ Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus Informatie

Nadere informatie

VRE-bacterie. Vancomycine resistente enterokok. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

VRE-bacterie. Vancomycine resistente enterokok. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! VRE-bacterie Vancomycine resistente enterokok Uit kweekonderzoek is gebleken dat u drager bent van de VRE-bacterie (Vancomycine resistente enterokok). Dit betekent dat de VRE-bacterie zich gevestigd heeft

Nadere informatie

Isolatie. Hygiëne en Infectiepreventie. Beter voor elkaar

Isolatie. Hygiëne en Infectiepreventie. Beter voor elkaar Isolatie Hygiëne en Infectiepreventie Beter voor elkaar 2 Inleiding Deze folder is bedoeld voor patiënten die geïsoleerd verpleegd worden en voor familie/bezoek van deze patiënten. Bij u is onlangs een

Nadere informatie

De ziekenhuisbacterie MRSA Sluiting van een verpleegafdeling

De ziekenhuisbacterie MRSA Sluiting van een verpleegafdeling De ziekenhuisbacterie MRSA Sluiting van een verpleegafdeling Albert Schweitzer ziekenhuis juli 2014 pavo 0638 Inleiding Op de afdeling waar u verblijft is een patiënt opgenomen (geweest) waarbij onverwacht

Nadere informatie

Bijzonder Resistente Micro-Organismen. Isolatiemaatregelen infectiepreventie bij BRMO

Bijzonder Resistente Micro-Organismen. Isolatiemaatregelen infectiepreventie bij BRMO Bijzonder Resistente Micro-Organismen Isolatiemaatregelen infectiepreventie bij BRMO In deze folder vindt u meer informatie over Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO) en Extended Spectrum Beta-Lactamase

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Persoonlijke hygiëne patiënt en bezoeker

Ziekenhuizen. Persoonlijke hygiëne patiënt en bezoeker Ziekenhuizen Persoonlijke hygiëne patiënt en bezoeker Werkgroep Infectiepreventie Vastgesteld: juli 2012 Revisiedatum: juli 2017 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits steeds

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Druppelisolatie kinderen

Ziekenhuizen. Druppelisolatie kinderen Ziekenhuizen Druppelisolatie kinderen Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: april 2004 Revisie: april 2009 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits de Werkgroep Infectie

Nadere informatie

MRSA. Hygiëne en infectiepreventie. Beter voor elkaar

MRSA. Hygiëne en infectiepreventie. Beter voor elkaar MRSA Hygiëne en infectiepreventie Beter voor elkaar Inleiding Ieder mens draagt bacteriën bij zich. Deze bacteriën zijn zowel op als in het lichaam aanwezig. De Staphylococcus aureus is een bacterie die

Nadere informatie

MRSA-bacterie. 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Infectiepreventie

MRSA-bacterie. 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Infectiepreventie 00 MRSA-bacterie 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Infectiepreventie 1 Inleiding MRSA staat voor Meticilline-resistente Staphylococcus aureus. De Staphylococcus aureus is een bacterie

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over ebola

Vragen en antwoorden over ebola Vragen en antwoorden over ebola 2 oktober 2014 Wat is ebola? Het ebolavirus veroorzaakt een zeldzame maar zeer ernstige infectieziekte die in Afrika voorkomt. De ziekteverschijnselen zijn: hoge koorts,

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 11 december 29, week 5 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) afgenomen

Nadere informatie

Waterpokken. Maatregelen om verspreiding van het virus te voorkomen

Waterpokken. Maatregelen om verspreiding van het virus te voorkomen Waterpokken Maatregelen om verspreiding van het virus te voorkomen Inleiding U heeft van uw arts gehoord dat bij u of uw kind (mogelijk) het waterpokkenvirus aanwezig is. Net als alle andere Nederlandse

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 september 2009 Betreft Nieuwe Influenza A (H1N1)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 september 2009 Betreft Nieuwe Influenza A (H1N1) > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Hygiëne en Infectiepreventie. Patiënteninformatie. VRE-bacterie. Vancomycine resistente enterokok. Slingeland Ziekenhuis

Hygiëne en Infectiepreventie. Patiënteninformatie. VRE-bacterie. Vancomycine resistente enterokok. Slingeland Ziekenhuis Hygiëne en Infectiepreventie VRE-bacterie i Patiënteninformatie Vancomycine resistente enterokok Slingeland Ziekenhuis Algemeen Uit kweekonderzoek is gebleken dat u drager bent van de VRE-bacterie (Vancomycine

Nadere informatie

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Hollands Midden

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Hollands Midden Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Hollands Midden Bezoekdatum: 1 juni 2016 Utrecht juli 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Isolatieverpleging op de kinderafdeling

Isolatieverpleging op de kinderafdeling Isolatieverpleging op de kinderafdeling Informatie voor ouders Uw kind is opgenomen op de kinderafdeling van Maaszieke ziekenhuis Pantein met een (verdenking op een) infectie die overgedragen kan worden

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Aërogene isolatie

Ziekenhuizen. Aërogene isolatie Ziekenhuizen Aërogene isolatie Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: november 2006 Wijzigingen: juli 2013 Revisie: november 2011 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits

Nadere informatie

Maatregelen voor (verdachte) patiënten en contacten MERS-CoV Versie juli 2013

Maatregelen voor (verdachte) patiënten en contacten MERS-CoV Versie juli 2013 Maatregelen voor (verdachte) patiënten en contacten MERS-CoV Versie 2.0 2 juli 2013 Versiebeheer Versie 1.0 24 mei 2013 Versie 2.0 2 juli 2013 Belangrijkste aanpassingen: opname meldingscriteria, aanpassing

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 6 november 29, week 45 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) wederom

Nadere informatie

Griep (influenza) Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Griep (influenza) Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Griep (influenza) De arts vermoedt dat u een griepvirus heeft. U wordt hiervoor op de Spoedeisende Hulp of polikliniek al onderzocht. Om te voorkomen dat u andere personen besmet met het griepvirus wordt

Nadere informatie

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Hart van Brabant

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Hart van Brabant Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Hart van Brabant Bezoekdatum: 14 juli 2016 Utrecht augustus 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2

Nadere informatie

INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING

INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING FACTSHEET 2015 CASUS: SCHOOLUITJE ZORGBOERDERIJ WIE ZIJN WIJ? De afdeling algemene Infectieziektebestrijding (IZB) van GGD Hollands Noorden houdt zich bezig met het opsporen van

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Contactisolatie

Ziekenhuizen. Contactisolatie Ziekenhuizen Contactisolatie Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: november 2006 Revisie: november 2011 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits de Werkgroep Infectie Preventie

Nadere informatie

Tot categorie 1 behoren - patiënten bij wie het MRSA dragerschap is aangetoond A

Tot categorie 1 behoren - patiënten bij wie het MRSA dragerschap is aangetoond A MRSA In deze folder geeft het Ruwaard van Putten Ziekenhuis u algemene informatie over de MRSA bacterie en de maatregelen die het ziekenhuis treft bij patiënten met een mogelijke of aangetoonde MRSA besmetting.

Nadere informatie

De VRE-bacterie. Contactonderzoek

De VRE-bacterie. Contactonderzoek De VRE-bacterie Contactonderzoek Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Op de afdeling waar u verblijft of opgenomen bent geweest, is bij een patiënt de VRE-bacterie

Nadere informatie

Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals

Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals Karin Heimeriks, Arbeidshygiënist, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM 1 14 april 2011 Wat kunnen jullie verwachten? Infectieziektebestrijding

Nadere informatie

MRSA. Maatregelen tegen verspreiding. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

MRSA. Maatregelen tegen verspreiding. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op MRSA Maatregelen tegen verspreiding Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft van uw arts gehoord dat u drager bent van de MRSA. De afkorting MRSA staat voor Meticilline

Nadere informatie

Ziekenhuishygiëne BRMO

Ziekenhuishygiëne BRMO Ziekenhuishygiëne BRMO Bij u is een BRMO gevonden. Maar wat is een BRMO? In deze folder leest u meer over BRMO en welke maatregelen genomen moeten worden. WAT IS EEN BRMO? BRMO is de afkorting van Bijzonder

Nadere informatie

Deze folder geeft antwoord op enkele van de meest gestelde vragen over MRSA. MRSA is een afkorting voor Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus.

Deze folder geeft antwoord op enkele van de meest gestelde vragen over MRSA. MRSA is een afkorting voor Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus. MRSA Deze folder geeft antwoord op enkele van de meest gestelde vragen over MRSA. MRSA is een afkorting voor Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus. 1. Wat is MRSA? Staphylococcus aureus, is een

Nadere informatie

Acinetobacter (resistent)

Acinetobacter (resistent) Acinetobacter (resistent) Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Uit onderzoek is gebleken dat u drager bent van een resistente Acinetobacter. Het Albert Schweitzer

Nadere informatie

2.1. Hoe kan tbc worden voorkomen? Het is belangrijk dat mensen met besmettelijke tbc zo snel mogelijk worden opgespoord en behandeld.

2.1. Hoe kan tbc worden voorkomen? Het is belangrijk dat mensen met besmettelijke tbc zo snel mogelijk worden opgespoord en behandeld. Tuberculose Inleiding U ontvangt deze folder omdat u mogelijk tuberculose (ook wel tbc genoemd) heeft. In deze folder kunt u meer lezen over tbc zoals wat het is, hoe het wordt vastgesteld en welke behandeling

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Contactisolatie kinderen

Ziekenhuizen. Contactisolatie kinderen Ziekenhuizen Contactisolatie kinderen Werkgroep Infectiepreventie Vastgesteld:april 2004 Revisie: april 2009 Aan de samenstelling van deze richtlijn werd, behalve door leden en medewerkers van de WIP,

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Aërogene isolatie kinderen

Ziekenhuizen. Aërogene isolatie kinderen Ziekenhuizen Aërogene isolatie kinderen Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: april 2004 Revisie: april 2009 Aan de samenstelling van deze richtlijn werd, behalve door leden en medewerkers van de WIP,

Nadere informatie

Regionale ketenfuncties en afspraken Opvang (verdachte) patiënten Ebola Viraal Hemorhagische Koorts (VHK)

Regionale ketenfuncties en afspraken Opvang (verdachte) patiënten Ebola Viraal Hemorhagische Koorts (VHK) Regionale ketenfuncties en afspraken Opvang (verdachte) patiënten Ebola Viraal Hemorhagische Koorts (VHK) Auteur: Opdrachtgever: Expertgroep Ebola / Infectiecommissie UMCG ROAZ Drenthe/Groningen en ROAZ

Nadere informatie

MRSA informatie voor de (poli)klinische patiënt

MRSA informatie voor de (poli)klinische patiënt MRSA informatie voor de (poli)klinische patiënt Volgens landelijk beleid controleert Gelre ziekenhuizen patiënten die mogelijk de MRSA bacterie bij zich dragen. Het gaat om patiënten die horen bij de volgende

Nadere informatie

Hoesten, niezen en neus snuiten in papieren zakdoekje. Zakdoekje direct weggooien. Handen wassen met water en zeep. ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Hoesten, niezen en neus snuiten in papieren zakdoekje. Zakdoekje direct weggooien. Handen wassen met water en zeep. ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Hoesten, niezen en neus snuiten in papieren zakdoekje. Zakdoekje direct weggooien. Handen wassen met water en zeep. ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Lees deze brochure aandachtig. In deze brochure staat praktische

Nadere informatie

Behandeling Voorkoming van verspreiding Geïsoleerd verplegen Maatregelen voor bezoekers Heeft u nog vragen?

Behandeling Voorkoming van verspreiding Geïsoleerd verplegen Maatregelen voor bezoekers Heeft u nog vragen? NORO virus Net als in andere Nederlandse ziekenhuizen en zorginstellingen komt er in Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis af en toe een buikgriepepidemie voor, veroorzaakt door het norovirus. Bij een uitbraak

Nadere informatie

Afdeling hygiëne en infectiepreventie MRSA-bacterie? Voorkomen is beter

Afdeling hygiëne en infectiepreventie MRSA-bacterie? Voorkomen is beter Afdeling hygiëne en infectiepreventie MRSA-bacterie? Voorkomen is beter Bent u de afgelopen 2 maanden in een buitenlands ziekenhuis opgenomen of behandeld geweest? Hebt u beroepsmatig contact met varkens

Nadere informatie

MRSA-bacterie. 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Ziekenhuishygiëne

MRSA-bacterie. 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Ziekenhuishygiëne 00 MRSA-bacterie 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Ziekenhuishygiëne 1 Inleiding MRSA staat voor Meticilline-resistente Staphylococcus aureus. De Staphylococcus aureus is een bacterie

Nadere informatie

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD West-Brabant

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD West-Brabant Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD West-Brabant Bezoekdatum: 14 juli 2016 Utrecht Augustus 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Rotterdam-Rijnmond

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Rotterdam-Rijnmond Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Spon Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Rotterdam-Rijnmond Bezoekdatum:

Nadere informatie

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Rotterdam-Rijnmond

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Rotterdam-Rijnmond Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Rotterdam-Rijnmond Bezoekdatum: 7 juli 2016 Utrecht augustus 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3

Nadere informatie

Isolatie verpleging op de kinderafdeling

Isolatie verpleging op de kinderafdeling Isolatie verpleging op de kinderafdeling Isolatie verpleging Uw kind is opgenomen op de kinderafdeling. Het vermoeden bestaat dat uw kind een infectie heeft of een bacterie of virus bij zich draagt, die

Nadere informatie

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Haaglanden

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Haaglanden Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Haaglanden Bezoekdatum: 8 juni 2016 Utrecht juli 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Samenvatting. Etiologie. samenvatting

Samenvatting. Etiologie. samenvatting Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene inleiding op dit proefschrift. Luchtweginfecties zijn veel voorkomende aandoeningen, die door een groot aantal verschillende virussen en bacteriën veroorzaakt kunnen

Nadere informatie

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS Onderstaande ketenafspraken zijn tot stand gekomen in samenwerking met COA, GC A, GGD GHOR Nederland, KNOV, NVOG en LCI, en zijn bedoeld

Nadere informatie

MRSA. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

MRSA. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! MRSA MRSA staat voor Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus. Het is een bacterie die via contact en via de lucht kan worden overgedragen. Patiënten in het ziekenhuis zijn erg gevoelig voor de MRSA-bacterie

Nadere informatie

Infectiepreventie. Maatregelen bij isolatie

Infectiepreventie. Maatregelen bij isolatie Infectiepreventie Maatregelen bij isolatie Inhoudsopgave Maatregelen bij isolatie...4 Micro-organismen...4 Reden van isolatiemaatregelen...5 Verschillende isolatiemaatregelen...6 Onderzoeken... 10 Bezoekers...

Nadere informatie

Patiënteninformatie. MRSA en geïsoleerd verplegen. Hygiëne en Infectiepreventie. Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus (MRSA)

Patiënteninformatie. MRSA en geïsoleerd verplegen. Hygiëne en Infectiepreventie. Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus (MRSA) Hygiëne en Infectiepreventie MRSA en geïsoleerd verplegen i Patiënteninformatie Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus (MRSA) Slingeland Ziekenhuis Algemeen U bent (mogelijk) drager van de MRSA-bacterie.

Nadere informatie

Procedure afhandeling meldingen Havens Noordzeekanaal

Procedure afhandeling meldingen Havens Noordzeekanaal Procedure afhandeling meldingen Havens Noordzeekanaal Juni 2013 versie 2.0 Gebaseerd op Draaiboek IHR: infectieziekten gerelateerd aan internationaal vervoer van mensen en goederen MELDINGSSYSTEEM SCHIP-RMD-GGD

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Beschermende isolatie

Ziekenhuizen. Beschermende isolatie Ziekenhuizen Beschermende isolatie Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: november 2006 Revisie: november 2011 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits de Werkgroep Infectie

Nadere informatie

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij Dienst Gezondheid en Jeugd

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij Dienst Gezondheid en Jeugd Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij Dienst Gezondheid en Jeugd Bezoekdatum: 7 juli 2016 Utrecht juli 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3

Nadere informatie

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Flevoland

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Flevoland Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Flevoland Bezoekdatum: 16 juni 2016 Utrecht juli 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Maatregelen bij Bijzonder Resistent Microorganismen

Maatregelen bij Bijzonder Resistent Microorganismen BRMO en isolatie Maatregelen bij Bijzonder Resistent Microorganismen Deze folder geeft u informatie over bijzonder resistente microorganismen (BRMO) en de extra maatregelen die binnen het Laurentius Ziekenhuis

Nadere informatie