De rekenmethode telt (2)

Vergelijkbare documenten
De rekenmethode telt (1)

De rekenmethode telt (1)

Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool

1 inleiding. KNAW-advies Rekenonderwijs op de basisschool 1 - analyse en sleutels tot verbetering - KNAW-commissie rekenonderwijs 2

Cijfer positieve prestaties in rekenen niet weg

Leerlingen aan de peilstok van Plasterk

PPON Rekenen-Wiskunde einde basisonderwijs

Samenvatting Balans van het reken-wiskundeonderwijs aan het einde van de basisschool 5

DECEMBER 2017 Lisa Jansen-Scheepers HET DRIESLAGMODEL

Realistisch versus traditioneel rekenonderwijs: Welke leerlingen presteren beter?

Het voorkomen van ongecijferdheid

Programma: De rekendocent voor het MBO

De kwaliteit van het onderwijs in rekenen en wiskunde

= = =0 7-8= 1 tekort! = 4299

De rekenstand in vierstromenland

Dossier opdracht 2. Analyse 1 - Didactiek

Hoofdrekenen als struikelblok

basiscursus rekenen tweede bijeenkomst Woensdag 5 november 2013 vincent jonker

Hoe rekenen groep 8 leerlingen? (1) op welk niveau? (2) op welke manier?

Pak allemaal je rekenboek en kijk op pagina 86

TOETSEN EN TOETSPRESTATIES REKENEN

basiscursus rekenen tweede bijeenkomst woensdag 31 oktober 2012 vincent jonker

Beschrijving & analyse van oplossingsmethoden om te begrijpen hoe leerlingen verticaal mathematiseren

Evaluatie van de rekenvaardigheid in groep 8 1

Cursus Rekenspecialist. Amarantis tweede bijeenkomst 18 januari 2011

Rekenen-wiskunde op de basisschool

Cursus Rekenspecialist. Amarantis tweede bijeenkomst 25 oktober 2011 Monica Wijers

Peilingsonderzoek Rekenen-wiskunde in het basisonderwijs

Stellingen. Schop de computer snel de klas uit. Opmerkingen

Cursus Rekenspecialist. Amarantis - Leusden tweede bijeenkomst 1 februari 2011

Plan van Aanpak Profiel Organisator Hoe betekenisvol zijn de rekenresultaten in het primair onderwijs?

Over de peilingen rekenen-wiskunde:

Derde PPON-peiling: terugblik en overwegingen

Cursus Rekenspecialist. Amarantis tweede bijeenkomst 12 oktober 2010

Basiscursus Rekenen. ROC Nijmegen

Balans van het reken-wiskundeonderwijs aan het einde van de basisschool 5

Workshop Methodekeuze rekenen

Balans van het reken-wiskundeonderwijs in het speciaal basisonderwijs

Balans van het reken-wiskundeonderwijs in het speciaal basisonderwijs 4

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE PC BASISSCHOOL DE REGENBOOG

Dagelijks instructie - goede rekenresultaten voor de hele groep -

Balans van het reken-wiskundeonderwijs aan het einde van de basisschool 5

Cursus Rekenspecialist. Amarantis derde bijeenkomst 2 november 2010

Cursus Rekenspecialist. Amarantis tweede bijeenkomst 8 mei 2012 Monica Wijers

Training Succes! Rekenen Bijeenkomst 2. Pilot Utrecht Vincent Jonker Wim Matthijsse Monica Wijers

FORMATIVE ASSESSMENT IN MATHEMATICS EDUCATION BY USING TECHNOLOGY

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ALBERT SCHWEITZER

Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken

Rekenverbeterplan Basisschool Crescendo: algemeen

Mythen in de rekendidactiek

Reken uit en Leg uit Twee vaardigheden hand in hand

Conclusies en aanbevelingen van de IOL werkgroep rekenen na onderzoek over het vak rekenen in de periode april 2009 t/m juli 2009

Cursus Rekenen. Albeda tweede bijeenkomst 10 mei 2011

Tot het onderwijs in het vo horen naast de eerder genoemde getalsoorten ook nog machten, wortels en bijzondere getallen als π.

Balans van 25 jaar PPON

Inhoud. Inleiding 7. Hoofdstuk 1 Goed rekenonderwijs met het team 12

Categorieënanalyse bij de LOVStoetsen

Toetsen en evalueren in het rekenonderwijs op de basisschool? Miniconferentie,26 maart 2013 Wilmad Kuiper Anneke Noteboom

Taal in het reken-wiskundeonderwijs. Dolly van Eerde Freudenthal Instituut Universiteit Utrecht

DE SINGAPORE AANPAK. Dé reken- en wiskundemethode voor echt goede rekenprestaties, gebaseerd op de Singapore-rekendidactiek

Opleiding docent rekenen MBO. ID College groep 1 14 november 2014 Derde bijeenkomst

Cursus rekenen in de bbl tweede bijeenkomst woensdag 14 december 2011 vincent jonker

Staartdelen of happen?

De rekentoets halen in het vmbo? Zeker weten!

Categorieënanalyse bij de LOVStoetsen

Rekenen Wiskunde. Balans van het rekenwiskundeonderwijs. einde van de basisschool 3. Uitkomsten van de derde peiling in 1997

Uit De Ophaalbrug, werkmateriaal bij de overstap basisonderwijs voortgezet onderwijs, sept. 2003

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

4?^ ' \/ Lr- Ö RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL BERG EN BOS. Basisschool Berg en Bos Apeldoorn 17NG 94718

Cito-toetsen ( )

"Daarbij moet het koppie gewoon zijn werk doen"

Overview. Werkgroep Wiskunde voor Morgen. Rekenen voor de Toekomst van rekenprocedures naar getalrelaties. Onderzoek naar rekenen in Nederland

Dossieropdracht 8. Analyse 1 - Didactiek

Vervolgcursus Rekenen Derde bijeenkomst woensdag 11 maart 2015 vincent jonker & monica wijers

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE KATHOLIEKE BASISSCHOOL WILLIBRORD

Niveau 2F Lesinhouden Rekenen

Zwakke rekenaars sterk maken

INLEIDING 3 1. HOE LEREN LEERLINGEN REKENEN? 3 2. WELKE REKENVAARDIGHEDEN IN HET ECONOMIEONDERWIJS? 6

Training Succes! Rekenen Bijeenkomst 2. Pilot Vincent Jonker Wim Matthijsse Monica Wijers

Referentieniveaus rekenen en de overgang van po naar vo. Probleemloos de brug over 16 november 2011 Monica Wijers

Vergelijking van PPON 2004 met Rekenvaardigheden op de basisschool

Vervolgcursus Proeftuin Rekenen Derde bijeenkomst woensdag 2 maart 2016 vincent jonker & monica wijers

Automatiseren bij rekenen-wiskunde

Versterk β. Gecijferdheid? Wat gaan we doen met het

Vervolgcursus Rekenen Eerste bijeenkomst woensdag 16 januari 2013 vincent jonker

AUTOMATISEREN BIJ REKENEN- WISKUNDE. Een onderzoek naar het automatiseren van basisbewerkingen rekenen-wiskunde in het basisonderwijs

Proeve van een nationaal programma voor het reken-wiskundeonderwijs op de basisschool (8)

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Met de referentieniveaus naar schoolsucces

MYTHEN IN DE REKENDIDACTIEK

Vijfentwintig miljoen is dat veel?

Auftomaftfiserenbfij rekenenwfiskunde

basiscursus rekenen tweede bijeenkomst Woensdag 14 oktober 2015 vincent jonker, monica wijers

Rekenen van groep 8 naar de brugklas. Herfst, 2012 Bert Claessens (HAN)

Wis en reken. Kerndoelanalyse SLO

handleiding handleiding Real Life Rekenen Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg - *

Onderzoek op school. Inleiding. Aanleiding. Context

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'DE KAJUIT'

Aandachtspunten. blok 3, les 1 blok 3, les 3 blok 3, les 8. blok 1, les 1 blok 1, les 3 blok 1, les 6 blok 1, les 8 blok 1, les 11 blok 2, les 11

Transcriptie:

De rekenmethode telt (2) Adri Treffers Marja van den Heuvel-Panhuizen De actuele rekendiscussie Anders dan vaak wordt gesuggereerd, kan het traditionele rekenonderwijs niet onder het ene hoedje van het rekenen van opa worden gevangen. Het traditionele rekenonderwijs kent namelijk twee hoofdstromen, de éénsporige cijferstroming en de meersporige rekenstroming. De didactische principes daarvan verschillen fundamenteel. Internationaal wordt deze tweedeling vaak aangeduid als procedureel versus conceptueel rekenen. Betrekken we ook het huidige rekenonderwijs in de discussie dan krijgen we drie soorten leerboeken, namelijk de traditionele cijfermethodes, de traditionele rekenmethodes en de realistische rekenmethodes de twee laatstgenoemden zijn onderscheiden uitwerkingen van het conceptuele rekenen. Met name de vergelijking tussen de traditionele cijfermethodes met de leerboeken van de nieuwe, realistische richting is daarbij opportuun. We verkeren in de gelukkige omstandigheid dat de eerste drie Citopeilingen in de periode 1987-1997 (Janssen, Van der Schoot, Hemker en Verhelst, 1999) een empirische vergelijking tussen deze twee didactieken mogelijk maken. Dat komt doordat de twee realistische methodes die destijds werden onderzocht Wereld in Getallen (WIG) en Pluspunt (PP) thans nog vrijwel ongewijzigd in het onderwijs dienst doen. Een bijkomend voordeel is tevens dat deze leerboeken samen een marktaandeel van 70 procent bezitten en dus in hoge mate de kwaliteit van het huidige rekenonderwijs bepalen. De vraag die in het volgende beantwoord zal worden, luidt kortweg: hoe scoren de twee genoemde realistische methodes WIG en PP ten opzichte van de mechanistische methodes? Omdat de twee mechanistische methodes Naar Zelfstandig Rekenen (NZR) en NiveauCursus Rekenen (NCR) waarover bij de Cito-peilingen gegevens zijn verzameld ongeveer dezelfde prestaties laten zien, beperken we ons hier tot de vergelijking met NZR. Als afgeleide van deze onderzoeksvraag gaan we ook nog in op het punt van de kwaliteit van de realistische methodes: is de veelvuldig geuite bewering van Van de Craats c.s. dat geen enkele van de bestaande realistische rekenmethodes deugt, in overeenstemming met de feiten uit de eerste drie periodieke peilingen? Vergelijking mechanistische en realistische rekenmethodes De volgende grafiek waarvan de gegevens zijn ontleend aan het hiervoor genoemde PPON-rapport laat zien dat de realistische methodes Pluspunt

(PP) en Wereld in Getallen (WIG) op bijna alle rekenonderdelen de mechanistische methode NZR overtreffen. 1,0 0,8 0,6 0,4 Effect ten opzichte van NZR 0,2 0-0,2-0,4-0,6-0,8 Basiskennis & begrip van getallen Hoofdrekenen: basisoperaties Hoofdrekenen: + Hoofdrekenen: : Schattend rekenen Bewerkingen: + Bewerkingen: : Samengestelde bewerkingen Zakrekenmachine: toepassingen Breuken: basiskennis & begrip Breuken: + Breuken: : Procenten: basiskennis & begrip Procenten: toepassingen Verhoudingen: basiskennis & begrip Verhoudingen: toepassingen NZR op nul gesteld PP WIG PP scoort bij getalbegrip, schattend rekenen en inzichtelijk gebruik van de rekenmachine 10 à 15 procentpunten hoger dan NZR. Bij de overige rekenonderwerpen zijn de scores van PP 5 à 10 procentpunten hoger. Bij het cijferen echter is de opbrengst van PP iets lager dan van NZR. Bij WIG zitten twee van de drie cijferonderdelen nagenoeg op het zelfde niveau als dat van NZR, maar dat geldt niet voor het moeilijkste onderdeel de samengestelde bewerkingen. Hier is voor WIG sprake van een significant positief methode-effect ten opzicht van NZR en dan te bedenken dat NZR alle nadruk legt op het cijferen. Het is echter niet alleen het cijferen waarop WIG het relatief goed doet. Het kwalitatieve overwicht van WIG ten opzichte van NZR blijkt bovenal uit het feit dat WIG ook op alle overige van de 16 rekenonderdelen significant betere scores laat zien dan NZR. De verschillen liggen hierbij vaak tussen 10 en 15 procentpunten. Vooral bij basisautomatismen, schattend rekenen, inzichtelijk gebruik van de rekenmachine, en procentrekenen scoort WIG aanzienlijk hoger. 2

Overigens geldt dat WIG ten opzichte van alle methodes op vrijwel alle onderdelen als beste uit de bus komt (zie Janssen e.a., 1999), en dus ook ten opzichte van PP, al zijn die verschillen meestal betrekkelijk klein. De superioriteit van de twee realistische rekenmethodes ten opzichte van de twee traditionele cijfermethodes kan niet toegeschreven worden aan de nagestreefde doelstellingen die bij beide zouden verschillen, want die betreffen hooguit hoofdrekenen, schatten en het gebruik van de rekenmachine. De overige onderwerpen worden in alle methodecategorieën uitdrukkelijk nagestreefd, en ook daar blijken de verschillen, zoals gezegd, aanzienlijk. Dit houdt in dat de vergelijking die over de eerste drie peilingen wordt gemaakt een goed beeld van de kwaliteit van de onderhavige methodes biedt. KNAW-rapport Een van de hoofdconclusies van de KNAW-rekencommissie luidt als volgt. Het publieke debat overdrijft de tegenstelling tussen de traditionele en realistische rekendidactiek en gaat bovendien over het verkeerde onderwerp, namelijk een vermeend verschil in het effect van beide didactieken. Er is geen overtuigend verschil aangetoond. (KNAW, 2009, p. 9) Binnen een bepaalde rekendidactiek bestaan vaak grotere verschillen in de leerlingprestaties dan tussen rekendidactieken. (KNAW, 2009, p. 13) Bovendien meent de KNAW-commissie dat traditioneel en realistisch rekenen geen eenduidige begrippen zijn. De genoemde verschillen in leerlingprestaties kunnen mede daardoor niet uitsluitend aan deze didactieken worden toegeschreven: er bestaan binnen beide aanzienlijke verschillen. Wat betreft de traditionele methodes onderschrijven we deze conclusies over de verschillen binnen de methodes helemaal. In deel (1) van dit artikel zijn deze verschillen nader uitgewerkt en hebben we laten zien dat de didactische uitgangspunten van de éénsporige cijfermethodiek fundamenteel verschillen van de meersporige rekendidactiek, en dat dit verschil in de leerprestaties van de onderscheiden methodes tot uitdrukking komt. Ten aanzien van de realistische methodes is dit didactische verschil niet fundamenteel maar gradueel. Het onderscheid zit hier niet zozeer in procedureel versus conceptueel rekenen, maar veeleer in de gehanteerde didactische werkvormen en de positie van de leraar daarbinnen. In PP 3

wordt meer onderwijstijd voor zelfstandig werken en minder tijd voor interactief, groepsgewijs onderwijs gereserveerd dan in WIG. Daardoor krijgen de vijf realistische grondprincipes van contexten als bron, modellen en niveaus, eigen activiteit en constructie, reflectie en interactie, connectie en samenhang (Treffers, 1987; zie ook KNAW, 2009, p. 25) in deze methodes een ander gewicht. De verschillende leerprestaties in beide realistische methodes kunnen mede daaraan worden toegeschreven. Tot zover het onderscheid binnen traditioneel en realistisch rekenonderwijs; nu nog enkele opmerkingen over de verschillen tussen deze didactieken. Het Cito trekt uit de eerste drie periodieke peilingen de volgende hoofdconclusie over de rekenmethodes die in de periode 1987-1997 in omloop waren. De belangrijkste conclusie is dat met de nieuwere, realistische rekenwiskundemethoden als de nieuwe versie van Wereld in Getallen en de methode Pluspunt vaak betere resultaten worden bereikt. De nieuwe versie van de methode Wereld in Getallen behoort bij bijna alle onderwerpen tot de beste methoden. De traditionele rekenmethoden Naar Zelfstandig Rekenen en Niveaucursus Rekenen behoren tot de groep zwakste methoden. (Janssen e.a., 1999, p. 184) Exact over dit effect van deze twee rekendidactieken gaat de actuele rekendiscussie: de traditionele cijfermethodiek tegenover de realistische rekendidactiek, oftewel mechanistisch versus realistisch rekenen. En het Cito-onderzoek laat daartussen, zoals gezegd, een overtuigend verschil in het voordeel van de twee realistische rekenmethodes zien. (De op twee na grootste methode Rekenrijk (RR) was in de jaren negentig nog niet in gebruik; deze methode heeft thans een marktaandeel van 15 procent en presteerde in de peiling halverwege de basisschool in 2003 nog wat beter dan WIG en PP (zie Kraemer, Janssen, Van der Schoot en Hemker, 2005).) NCR en NZR worden in het KNAW-rapport terecht als de twee meest typische traditionele rekenmethodes aangemerkt. De Commissie duidt hiermee op het éénsporige cijferen dat dit duo kenmerkt. Er wordt echter geen gewag gemaakt van het feit dat naast de traditionele cijfermethodes ook een traditionele rekenmethode in het onderzoek betrokken is die niet het éénsporige cijferen voorop stelt, maar het handig en inzichtelijk (hoofd)rekenen, destijds structuurrekenen genoemd (Kool en De Moor, 2009, p. 17). Ook het verschil tussen WIG en PP enerzijds en NZR en NCR anderzijds wordt niet nader uitgewerkt: de opvallend grote verschillen op een aantal belangrijke rekenonderdelen van de genoemde methodes, blijven 4

zodoende onbenoemd. En daarmee komen de magere prestaties van de cijfermethodes niet over het voetlicht. Voor het maken van een verantwoorde methodekeuze zijn deze gemiste onderzoeksuitkomsten echter van groot belang. Het is niet juist om de sleutel tot verbetering van rekenvaardigheid uitsluitend bij de leraar te zoeken: ook de rekenmethode telt. Literatuur Janssen, J., F. van der Schoot, B. Hemker & N. Verhelst (1999). Balans van het reken-wiskundeonderwijs aan het einde van de basisschool 3. Arnhem: Cito. KNAW (2009). Rekenonderwijs op de basisschool. Amsterdam: KNAW. Kool, M. & E.W.A. de Moor (2009). Rekenen is leuker dan/als je denkt. Amsterdam: Bert Bakker. Kraemer, J. M., Janssen, J., Van der Schoot, F. en Hemker, B. (2005). Balans van het reken-wiskundeonderwijs halverwege de basisschool 4. Arnhem: Cito. Treffers, A. (1987). Three Dimensions. A Model of Goal and Theory Description in Mathematics Instruction the Wiskobas Project. Dordrecht: Reidel Publishing Company. 5